De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
Gelet op artikel 18 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;
Besluit:
ARTIKEL I
De Tijdelijke regeling overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 4b komt te luiden:
Artikel 4b. Versoepeling voorwaarden lening ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal
-
1. In afwijking van artikel 14, onderdeel b, van het besluit bedraagt de looptijd van
de lening ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal zes jaar.
-
2. In afwijking van artikel 16, tweede lid, van het besluit vangt de verplichting tot
betaling van rente en aflossing van de lening ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal
aan op 1 juli 2022 en wordt in het tijdvak van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022
geen rente opgebouwd.
B
De artikelen 4c en 4d vervallen.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.
Den Haag, 17 februari 2022
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten
TOELICHTING
Inleiding
Artikel 18 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo)
biedt de mogelijkheid om bij ministeriële regeling regels te stellen met betrekking
tot het recht op bijstand en daarbij ten gunste van de zelfstandige af te wijken van
de Tozo. Met onderhavige wijziging van de Tijdelijke regeling overbruggingsregeling
zelfstandig ondernemers (Trozo) wordt thans van deze mogelijkheid gebruik gemaakt
om enkele versoepelingen aan te brengen in de voorwaarden voor de terugbetaling van
de bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal, welke in de vorm
van een lening is verstrekt. Daarnaast wordt van de mogelijkheid gebruik gemaakt om
enige uitgewerkte artikelen van de Trozo te laten vervallen.1
Achtergrond versoepelingen voorwaarden
Met ingang van 1 oktober 2021 heeft de regering de Tozo beëindigd. Bij wijze van overgang
naar het reguliere bijstandsregime voor zelfstandigen op grond van het Besluit bijstandverlening
zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) heeft de regering het Bbz 2004 tijdelijk vereenvoudigd
tot 1 januari 2022. Vanwege oplopende coronabesmettingen heeft het kabinet zich in
november en december 2021 genoodzaakt gezien om aanvullende maatregelen te nemen om
het coronavirus onder controle te krijgen. In dit verband heeft het kabinet bij brief
van 14 december 20212 aangekondigd het vereenvoudigde Bbz 2004 te verlengen tot 1 april 2022. In aanvulling
daarop, heeft het kabinet bij brief van 21 december 20213 aangekondigd om ook twee wijzigingen in de terugbetaling van de Tozo-leningen bedrijfskapitaal
door te voeren. Ten eerste een wijziging waarbij de verplichting om de Tozo-lening
terug te betalen aanvangt op 1 juli 2022 in plaats van 1 januari 2022 en dat gedurende
de periode van dit uitstel geen rente wordt opgebouwd. De tweede wijziging betreft
een verlenging van de looptijd van de Tozo-lening. Voor alle Tozo-leningen wordt de
looptijd (de periode vanaf het moment van verstrekking tot het moment waarop deze
moet zijn terugbetaald) met één jaar verlengd van 5 jaar tot 6 jaar. Onderhavige regeling
effectueert dit besluit.
Het uitstel geldt uniform voor alle zelfstandig ondernemers die de Tozo-lening zijn
aangegaan. Het blijft uiteraard wel mogelijk voor zelfstandigen om uit eigen beweging
eerder te starten met terugbetalen.
Gemeentelijke uitvoerders zijn gevraagd hun processen aan de nieuwe systematiek aan
te passen. Tevens zijn de door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Vereniging Nederlandse Gemeenten en Divosa opgestelde modelformulieren, alsmede de
‘Handreiking Tozo’, aangepast en digitaal beschikbaar gesteld. Het Adviescollege toetsing
regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat
de gevolgen voor de regeldruk beperkt zijn en deze in de toelichting toereikend in
beeld zijn gebracht.
Financiële gevolgen
Door de versoepeling van de voorwaarden betalen zelfstandigen later en langzamer terug
dan eerder het geval was. Gemeenten dragen de ontvangsten af aan het Rijk. Deze ontvangsten
komen dus op een later moment terug dan waar eerder rekening mee werd gehouden. De
aanpassingen hebben geen gevolgen voor de totale ontvangsten die zullen binnenkomen.
Doordat gemeenten de ontvangsten met een vertraging aan het Rijk afdragen, komen de
eerste ontvangsten vanaf 2024 binnen.
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.
Terugwerkende kracht is noodzakelijk, om de terugbetalingsverplichting van 1 januari
te kunnen uitstellen tot 1 juli 2022. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid
van vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn voor regelgeving, zoals
neergelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De reden daarvoor
is het belang om zo spoedig mogelijk duidelijkheid te bieden aan de betrokken zelfstandig
ondernemers.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten