Regeling van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 17 februari 2022, nr. 2022-0000009795, tot wijziging van de Tijdelijke regeling overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers in verband met de versoepeling van enige voorwaarden verbonden aan de lening op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Gelet op artikel 18 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4b komt te luiden:

Artikel 4b. Versoepeling voorwaarden lening ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal

  • 1. In afwijking van artikel 14, onderdeel b, van het besluit bedraagt de looptijd van de lening ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal zes jaar.

  • 2. In afwijking van artikel 16, tweede lid, van het besluit vangt de verplichting tot betaling van rente en aflossing van de lening ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal aan op 1 juli 2022 en wordt in het tijdvak van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 geen rente opgebouwd.

B

De artikelen 4c en 4d vervallen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 februari 2022

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

TOELICHTING

Inleiding

Artikel 18 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) biedt de mogelijkheid om bij ministeriële regeling regels te stellen met betrekking tot het recht op bijstand en daarbij ten gunste van de zelfstandige af te wijken van de Tozo. Met onderhavige wijziging van de Tijdelijke regeling overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Trozo) wordt thans van deze mogelijkheid gebruik gemaakt om enkele versoepelingen aan te brengen in de voorwaarden voor de terugbetaling van de bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal, welke in de vorm van een lening is verstrekt. Daarnaast wordt van de mogelijkheid gebruik gemaakt om enige uitgewerkte artikelen van de Trozo te laten vervallen.1

Achtergrond versoepelingen voorwaarden

Met ingang van 1 oktober 2021 heeft de regering de Tozo beëindigd. Bij wijze van overgang naar het reguliere bijstandsregime voor zelfstandigen op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) heeft de regering het Bbz 2004 tijdelijk vereenvoudigd tot 1 januari 2022. Vanwege oplopende coronabesmettingen heeft het kabinet zich in november en december 2021 genoodzaakt gezien om aanvullende maatregelen te nemen om het coronavirus onder controle te krijgen. In dit verband heeft het kabinet bij brief van 14 december 20212 aangekondigd het vereenvoudigde Bbz 2004 te verlengen tot 1 april 2022. In aanvulling daarop, heeft het kabinet bij brief van 21 december 20213 aangekondigd om ook twee wijzigingen in de terugbetaling van de Tozo-leningen bedrijfskapitaal door te voeren. Ten eerste een wijziging waarbij de verplichting om de Tozo-lening terug te betalen aanvangt op 1 juli 2022 in plaats van 1 januari 2022 en dat gedurende de periode van dit uitstel geen rente wordt opgebouwd. De tweede wijziging betreft een verlenging van de looptijd van de Tozo-lening. Voor alle Tozo-leningen wordt de looptijd (de periode vanaf het moment van verstrekking tot het moment waarop deze moet zijn terugbetaald) met één jaar verlengd van 5 jaar tot 6 jaar. Onderhavige regeling effectueert dit besluit.

Het uitstel geldt uniform voor alle zelfstandig ondernemers die de Tozo-lening zijn aangegaan. Het blijft uiteraard wel mogelijk voor zelfstandigen om uit eigen beweging eerder te starten met terugbetalen.

Gemeentelijke uitvoerders zijn gevraagd hun processen aan de nieuwe systematiek aan te passen. Tevens zijn de door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Vereniging Nederlandse Gemeenten en Divosa opgestelde modelformulieren, alsmede de ‘Handreiking Tozo’, aangepast en digitaal beschikbaar gesteld. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat de gevolgen voor de regeldruk beperkt zijn en deze in de toelichting toereikend in beeld zijn gebracht.

Financiële gevolgen

Door de versoepeling van de voorwaarden betalen zelfstandigen later en langzamer terug dan eerder het geval was. Gemeenten dragen de ontvangsten af aan het Rijk. Deze ontvangsten komen dus op een later moment terug dan waar eerder rekening mee werd gehouden. De aanpassingen hebben geen gevolgen voor de totale ontvangsten die zullen binnenkomen. Doordat gemeenten de ontvangsten met een vertraging aan het Rijk afdragen, komen de eerste ontvangsten vanaf 2024 binnen.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022. Terugwerkende kracht is noodzakelijk, om de terugbetalingsverplichting van 1 januari te kunnen uitstellen tot 1 juli 2022. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn voor regelgeving, zoals neergelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De reden daarvoor is het belang om zo spoedig mogelijk duidelijkheid te bieden aan de betrokken zelfstandig ondernemers.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Zie artikel I, onderdeel B. Artikelen 4c en 4d zijn als gevolg van het Besluit van 15 maart 2021 tot wijziging van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers in verband met het niet invoeren van de beperkte vermogenstoets, de financiële relatie tussen het Rijk en de gemeenten en enkele andere wijzigingen (Stb. 2021, 137) achterhaald.

X Noot
2

Kamerstukken II 2021/22, 35 420, nr. 462.

X Noot
3

Kamerstukken II 2021/22, 35 420, nr. 466.

Naar boven