Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 9 december 2021, nummer WBV 2022/1, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf A3/6.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

6.1. De terugkeer van amv’s

Bij terugkeer van de amv naar het land van herkomst of een ander land waar de amv heen kan gaan, moet de toegang tot adequate opvang geregeld zijn. Zolang niet vaststaat dat adequate opvang beschikbaar is (zie paragraaf B8/6.1 Vc), kan geen terugkeerbesluit worden genomen ten aanzien van de amv. Indien nader onderzoek moet worden gedaan in dit kader, kan hangende dat onderzoek uitstel van vertrek worden verleend.

6.1.1. Uitstel van vertrek gedurende nader onderzoek naar adequate opvang

De IND verleent uitstel van vertrek aan de amv, als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • De amv heeft (ten tijde van de afwijzing van de asielaanvraag) nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt; en

  • Aan de amv kan geen terugkeerbesluit worden uitgevaardigd. De reden hiervoor is dat de amv niet kan terugkeren naar het land van herkomst of een ander land waar toegang redelijkerwijs is gewaarborgd, omdat niet is vastgesteld dat adequate opvang aldaar beschikbaar is.

Het uitstel van vertrek vervalt:

  • Wanneer de vreemdeling de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt; of

  • Met het uitvaardigen van een terugkeerbesluit. Voorwaarde hiervoor is dat uit nader onderzoek blijkt dat adequate opvang voor de amv in het land van herkomst of een ander land waar toegang redelijkerwijs is gewaarborgd, beschikbaar is.

De amv aan wie uitstel van vertrek is verleend, wordt geacht rechtmatig verblijf te hebben als bedoeld in artikel 8, aanhef en onder j, Vw 2000.

Gedurende het uitstel van vertrek wordt de amv geacht medewerking te verlenen aan het onderzoek naar adequate opvang.

6.1.2. Na het opleggen van een terugkeerbesluit aan de AMV

Nadat een terugkeerbesluit is uitgevaardigd, dient de toegang tot adequate opvang te zijn geregeld ten tijde van het vertrek. De DT&V stelt de voogd van de amv op de hoogte van het besluit dat de amv wordt uitgezet en de wijze waarop de uitzetting plaatsvindt.

B

Paragraaf C1/4.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

De IND hanteert voor het beoordelen van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd de volgende toetsingsvolgorde:

  • 1. De IND toetst de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aan artikel 30 Vw. Als de IND de aanvraag op grond van artikel 30 Vw niet in behandeling neemt, toetst de IND de aanvraag niet verder;

  • 2. Als de IND de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in behandeling neemt, onderzoekt de IND of de aanvraag ontvankelijk is op grond van artikel 30a, Vw. Als de IND de aanvraag op grond van artikel 30 Vw niet-ontvankelijk verklaart, toetst de IND de aanvraag niet verder;

  • 3. Indien de aanvraag ontvankelijk is, onderzoekt de IND of de vreemdeling zich schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf of handeling zoals bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag;

  • 4. Als de IND concludeert dat de vreemdeling zich niet schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf of handeling zoals bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, toetst de IND de aanvraag aan artikel 29, eerste en tweede lid, Vw;

  • 5. In het kader van de toets aan artikel 29, eerste en tweede lid, Vw beoordeelt de IND de geloofwaardigheid van de relevante elementen;

  • 6. In het kader van de toets aan artikel 29, eerste en tweede lid, Vw beoordeelt de IND de zwaarwegendheid van de geloofwaardig geachte relevante elementen;

  • 7. De IND kan bij de inhoudelijke beoordeling tot de conclusie komen dat de aanvraag gegrond, ongegrond of kennelijk ongegrond is;

  • 8. Als de IND de eerste aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afwijst, beoordeelt de IND op grond van artikel 3.6a Vb ambtshalve, of de vreemdeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd;

  • 9. Als de IND ambtshalve geen verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verleent, beoordeelt de IND op grond van artikel 6.1e Vb ambtshalve, of de vreemdeling in aanmerking komt voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw (zie ook A3/7.3 Vc).

  • 10. Als de IND de asielaanvraag van een amv afwijst, beoordeelt de IND ambtshalve of de amv in aanmerking komt voor uitstel van vertrek zoals bedoeld in paragraaf A3/6.1.1 Vc.

Deze toetsingsvolgorde is ook van toepassing op vreemdelingen die behoren tot een door de IND in het landgebonden asielbeleid aangewezen risicogroep of kwetsbare minderheidsgroep.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 december 2021

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

TOELICHTING

ARTIKELSGEWIJS

A

Paragraaf A3/6.1 Vc is aangepast naar aanleiding van het arrest in de zaak TQ (C-441/19, ECLI:EU:C:2021:9). Uit dit arrest volgt dat aan een amv geen terugkeerbesluit mag worden uitgevaardigd, zolang niet duidelijk is of er in het land van herkomst of een ander land waar toegang redelijkerwijs is gewaarborgd, adequate opvang beschikbaar is. Naar aanleiding van dit arrest wordt een wetswijzing voorbereid waarbij zal worden voorzien in een wettelijke grondslag voor het verlenen van uitstel van vertrek, hangende het onderzoek naar de aanwezigheid van adequate opvang. Hiermee zal worden voorzien in een andere vorm van toestemming tot verblijf voor de amv als bedoeld in artikel 6, lid 4 van de Terugkeerrichtlijn. Op deze manier verkrijgt de amv zekerheid over zijn wettelijke status na afwijzing van zijn asielaanvraag. Bovendien is het voor de amv duidelijk dat zijn toekomstperspectief in het land van herkomst of een ander land waar toegang redelijkerwijs is gewaarborgd, ligt.

Met deze wijziging van de Vc wordt voorzien in rechtmatig verblijf voor de amv gedurende het onderzoek naar adequate opvang ter overbrugging van de periode tot aan de voorgenomen wetswijziging. Artikel 6, lid 4 van de Terugkeerrichtlijn laat de mogelijkheid om een dergelijke status te verlenen, maar daaruit volgt geen rechtstreeks verblijfsrecht. Hoewel een wettelijke basis in het nationale recht dus nu ontbreekt, is met deze wijziging voldaan aan de jurisprudentie van het Hof en zijn het belang van de amv en de rechtszekerheid gediend.

B

In paragraaf C1/4.1 Vc is de processtap verankerd om ambtshalve te toetsen of uitstel van vertrek moet worden verleend aan een amv van wie de asielaanvraag is afgewezen en ten aanzien van wie nog geen terugkeerbesluit kan worden uitgevaardigd, omdat nader onderzoek nodig is naar adequate opvang in het land van herkomst of het land waar toegang redelijkerwijs is gewaarborgd.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, namens deze, J.W.H.M. Beaujean directeur-generaal Migratie

Naar boven