TOELICHTING
I. Algemeen
1. Landbouwtelling en gecombineerde opgave
De bij deze regeling gepubliceerde vraagstelling vormt de grondslag om in 2022 gecombineerd
de opgave te doen voor:
-
• de landbouwtelling op grond van de Landbouwwet;
-
• de opgave gebruik gewaspercelen op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;
-
• de verzamelaanvraag op grond van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB;
-
• de aangifte van de CO2-jaarvracht van glastuinbouwbedrijven op grond van de Wet milieubeheer;
-
• de opgave voor aanspraak op betalingen uit het Diergezondheidsfonds op grond van de
Wet dieren;
-
• de opgave van het jaarlijkse productieschema voor biologisch geteelde gewassen;
-
• en voor het verstrekken van informatie in het kader van steunregelingen die onderdeel
zijn van het plattelandsontwikkelingsprogramma.
De landbouwtelling heeft twee doelen: het verzamelen van gegevens ten behoeve van
statistiek en ten behoeve van beleidsontwikkeling en -monitoring. Het is van belang
dat de minister beschikt over correcte en actuele gegevens per bedrijf in de land-
en tuinbouw. De bij deze regeling gepubliceerde vraagstelling vormt het beschrijvingsbiljet
als bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Landbouwwet om in 2022 opgave te doen.
Om de regeldruk te beperken wordt het principe van éénmalig inwinnen en meervoudig
gebruik waar mogelijk toegepast. Aangeschreven landbouwers worden met stuurvragen
door het elektronische formulier geleid en hoeven zodoende alleen die onderdelen in
te vullen die op hen van toepassing zijn.
Gegevens uit de gecombineerde opgave worden verzameld ten behoeve van statistisch
en beleidsmatig inzicht, het aanvragen van bepaalde subsidies en/of inkomenssteun,
in gevallen voor handhavingsdoeleinden evenals om adequaat te kunnen handelen ten
tijde van crises.
Het specifieke juridische kader met betrekking tot de volgende vragen is te vinden
in de volgende wet- en regelgeving:
-
• de verzameling van statistische gegevens, met name over de structuur van landbouwbedrijven:
Verordening (EU) nr. 2018/1091 van het Europees Parlement en Raad betreffende geïntegreerde
landbouwstatistieken en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1166/2008 en
(EU) nr. 1337/2011 (PbEU 2018, L 200);
-
• de verzameling van informatie voor biologische landbouw: Verordening (EU) nr. 2018/848
van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie
en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG)
nr. 834/2007 van de Raad (PbEU 2018, L 150);
-
• statistische informatie voor WKK (warmtekrachtkoppeling) en energie: Verordening (EG)
nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende
energiestatistieken (PbEU 2008, L 304);
-
• statistische informatie voor vee- en vleesstatistieken: Verordening (EG) nr. 1165/2008
van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende vee- en vleesstatistieken
en houdende intrekking van Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad
(PbEU 2008, L 321);
-
• statistische informatie voor de gewasstatistieken: Verordening (EG) nr. 543/2009 van
het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende gewasstatistieken en
houdende intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 van de
Raad (PbEU 2009, L 167);
-
• statistische informatie voor meerjarige teelten: Verordening (EU) nr. 1337/2011 van
het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende Europese statistieken
van meerjarige teelten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 357/79 van
de Raad en Richtlijn 2001/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2011,
L 347);
-
• het doen van een aanvraag voor de Brede Weersverzekering: Verordening (EU) nr. 1305/2013
van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling
uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking
van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013, L 347) (hierna: Verordening
nr. 1305/2013) en de Regeling Europese EZ-subsidies;
-
• het doen van de verzamelaanvraag voor de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen
GLB (Gemeenschappelijk landbouwbeleid) op grond van Verordening (EU) nr. 1306/2013
en Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december
2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers
in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot
intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009
van de Raad (PbEU 2013, L 347);
-
• de aangifte van de CO2-jaarvracht van glastuinbouwbedrijven: het Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw;
-
• de aanspraak op betalingen uit het Diergezondheidsfonds: Hoofdstuk 9, paragraaf 2,
van de Wet dieren en Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014
waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden
op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 193);
-
• de erkenningscontroles op het lidmaatschap van producentenorganisaties: Uitvoeringsverordening
(EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen
voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren
groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PbEU 2011, L 157);
-
• het gebruik van gewaspercelen: het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;
-
• enkele aanvullende vragen naar risicogewassen in de tuinbouw op basis van artikel 15,
eerste lid, van de van de Plantgezondheidswet;
-
• vragen ten behoeve van emissieregistratie op basis van de artikelen 24 en 25 van de
Landbouwwet;
-
• een vijftal vragen over o.a. tuinbouw en beweiding, nodig voor (nationale) beleidsontwikkeling
en -monitoring: de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet;
-
• de verzamelaanvraag: de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB (Gemeenschappelijk
landbouwbeleid).
II. Specifiek
1. Landbouwstructuur
Dit betreft de gegevensverzameling ten behoeve van de structuur van de Nederlandse
agrarische sector (gegevens over bedrijven, veestapel, gewassen en speciale onderwerpen).
2. Meststoffenwet
Op grond van de Meststoffenwet en het Besluit gebruik meststoffen wordt informatie
opgevraagd over het gebruik van gewaspercelen, dieraantallen en mestverwerking. Deze
informatie kan worden benut voor handhavingsdoeleinden.
3. Gemeenschappelijk landbouwbeleid
Landbouwers kunnen met de Gecombineerde opgave inkomenssteun in de vorm van rechtstreekse
betalingen aanvragen in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk
landbouwbeleid. Dit betreft de rechtstreekse betalingen als bedoeld in de Uitvoeringsregeling
rechtstreekse betalingen GLB: de basisbetalingsregeling, betaling voor klimaat- en
milieuvriendelijke landbouwpraktijken, betaling voor jonge landbouwers en de vrijwillig
gekoppelde steun inzake graasdierhouderij. Een landbouwer die aanspraak wil maken
op een rechtstreekse betaling vermeldt de landbouwgrond die hoort bij het landbouwbedrijf.
Daarnaast is het voor de uitvoering van het Europese landbouwbeleid van belang dat
de minister over de correcte en actuele gegevens beschikt over de structuurkenmerken
op bedrijfsniveau in de land- en tuinbouw.
Voor het bijwerken en raadplegen van gegevens in het perceelsregister heeft RVO een
op zichzelf staande web applicatie ontwikkeld ('Mijn percelen') die het gehele jaar
door gebruikt kan worden. Voor het registreren van gegevens voortvloeiend uit het
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid wordt 'Mijn percelen' rechtstreeks vanuit de Gecombineerde
opgave geopend.
4. Stalemissies, mesttoediening en opslag verwerkte mest
Op basis van het Besluit inventarisatie broeikasgassen Wvl is het RIVM belast met
de jaarlijkse inventarisatie voor broeikasgassen. Tevens zijn voor de monitoring van
stikstof gegevens uit de landbouw nodig. De Gecombineerde opgave kan voor deze doeleinden
nauwkeurige informatie opleveren door per emissielocatie gemiddelde dieraantallen
op te vragen. Het RIVM en het Planbureau voor de Leefomgeving zijn verantwoordelijk
voor het genereren van de benodigde informatie en hebben aangedrongen op deze vraagstelling.
Gelet hierop is in de Gecombineerde opgave zoals ook in voorgaande jaren ten behoeve
van de monitoring van stikstof aanvullende vragen over stallen, mestverwerking en
mesttoediening opgenomen.
5. Biologische landbouw
Artikel 51 van de biologische verordening (EU) 2018/848 vormt de grondslag op basis
waarvan jaarlijks de verzameling van statistische informatie over de biologische landbouw
plaatsvindt. Daarnaast geschiedt de opgave van biologisch beteelde gewaspercelen op
grond van artikel 39, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2018/848, en artikel 15
van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, ten behoeve van de Stichting Skal die in Nederland
is aangewezen als de controlerende instantie, bedoeld in dat artikel.
6. Gewasstatistieken, vee- en vleesstatistieken
Ter invulling van de verplichte gegevensverzameling en om extra enquêtes en regeldruk
te voorkomen, benut het CBS de Gecombineerde opgave voor de gewasstatistieken en de
vee- en vleesstatistieken.
7. Aangifte CO2-jaarvracht glastuinbouwbedrijven
Op grond van het Besluit kostenverevening reductie CO2emissies glastuinbouw kan de minister regels stellen over de uitvoering van het CO2 kostenvereveningssysteem voor de glastuinbouw. Deze regels zijn opgenomen in de
Regeling kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw. Op grond van die regels wordt onder meer de CO2reductiedoelstelling gemonitord met een register dat tot 2015 bij het voormalig Productschap
Tuinbouw was ondergebracht. Met ingang van 2015 houdt RVO op basis van de Regeling
kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw het register bij. In dat kader dienen glastuinbouwondernemingen
jaarlijks vóór 1 juli de aangifte van de totale CO2-emissie door te geven. Gezien de ICT-infrastructuur en interne werkprocessen van
RVO is deze aangifte opgenomen in de Gecombineerde opgave.
8. Warmtekrachtkoppeling- en energiestatistieken
Ter invulling van de nationaal verplichte gegevensverzameling voor energiestatistieken
kan het CBS op basis van het Besluit gegevensverwerving CBS hiervoor een eigen gegevensinwinning
inrichten. Om de lastendruk te beperken, worden deze gegevens verzameld via de Gecombineerde
opgave.
9. Diergezondheidsfonds
Houders van kippen, kalkoenen, eenden, schapen, geiten, runderen en varkens moeten
door middel van een verklaring aangeven of zij aanspraak willen maken op betalingen
uit het Diergezondheidsfonds. Deze betalingen zijn veelal in de vorm van gesubsidieerde
diensten voor maatregelen en voorzieningen die verband houden met preventie van besmettelijke
dierziekten. Het betreft ook de (tegemoetkomingen in de) kosten van vaccins, bloedonderzoeken,
tests en dergelijke aan een uitbraak van een besmettelijke dierziekte verbonden maatregelen,
uitgevoerd op grond van de Wet dieren. Daarbij dienen deze houders aan te geven of
hun onderneming een kleine of middelgrote onderneming is. Deze opgaveverplichting
vloeit voort uit de Europese eisen die zijn opgenomen in de per 1 juli 2014 gewijzigde
Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector
en in plattelandsgebieden 2014–2020 (deel II, hoofdstuk 1 art. 1.2.1.3). De opgave
heeft betrekking op de periode die loopt van 1 april 2021 tot 1 april 2022 en deze
moet uiterlijk 15 mei 2022 bij de minister ingediend zijn.
10. Erkenningscontroles lidmaatschap producentenorganisaties
Om in aanmerking te komen voor steun in het kader van de GMO groenten en fruit moet
een producentenorganisatie erkend zijn als producentenorganisatie in de zin van de
GMO (artikel 32 en 152, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1308/2013). Een producent
van groenten en fruit producten mag voor hetzelfde product slechts bij één producentenorganisatie
zijn aangesloten. Het is de taak van de lidstaat om te controleren dat een producent
niet bij meer dan één producentenorganisatie is aangesloten. Dit als onderdeel van
de erkenningscontroles als bedoeld in artikel 104, eerste lid, en de controles die
worden uitgevoerd voorafgaand aan uitbetaling van de steunaanvraag als bedoeld in
de artikelen 105, eerste lid, en 106, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van verordening
(EU) nr. 543/2011. Door de vraag in de Gecombineerde opgave wordt controle vanuit
één bestand mogelijk en vermindert het controlerisico. De aanzienlijke vermindering
in uitvoeringslast en de beperking van het controlerisico rechtvaardigen de minieme
toename van de administratieve lasten voor de sector. De minister is op grond van
artikel 15, gelezen in samenhang met artikel 13, eerste lid, onderdeel b, van de Landbouwwet
bevoegd om regels te stellen ten behoeve van uitvoering van verordeningen 543/2013
en 1308/2013.
11. Risicogewassen in de tuinbouw
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Plantgezondheidswet is de minister bevoegd
om telers te verplichten opgave te doen van de bedrijfsmatige teelt op met die planten
te betelen terreinen en plaatsen van planten die behoren tot door de minister aangewezen
soorten of groepen. Deze gegevens zijn nodig voor het opstellen van Europees verplichte
rapportages en surveys naar de teelt van risicogewassen alsmede voor steekproefsgewijze
inspecties door de NVWA.
12. Verstrekken van informatie en/of doen van betaalverzoeken in het kader van het
derde Plattelandsprogramma
Het betreft steunregelingen uit het plattelandsontwikkelingsprogramma:
13. (Nationale) beleidsvorming en -monitoring
Gezien de substantiële economische omvang van de witloftrek en bollenbroei in Nederland
vormen deze twee teelten een aanvulling op de Europees verplichte statistiek. Ook
zijn twee vragen over assimilatieverlichting opgenomen vanwege het nationale belang.
De vraag naar beweiding in het vorige jaar is periodiek verplicht voor Europese statistieken
maar wordt jaarlijks gesteld vanwege het nationale belang.
III. Overig
14. Elektronische opgave
Sinds de in werking getreden wijziging van de Landbouwwet en de Meststoffenwet (elektronisch
verstrekken van gegevens) (Stb. 2011, 626) is deelname aan de Gecombineerde opgave alleen nog op digitale wijze mogelijk via
de website van RVO. Evenals in 2021 zal RVO waar nodig steun aanbieden. Dit kan uiteenlopen
van een uitnodiging aan betreffende relatie op één van de RVO-locaties tot het meekijken
op afstand.
Een opgaveplichtige die valt onder de verplichting tot registratie bij de Kamer van
Koophandel op grond van artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007, krijgt slechts toegang
tot het elektronisch formulier met een bij een private partij aangeschaft e-Herkenningsmiddel
met een betrouwbaarheidsniveau van 2+ of 3. Een e-Herkenningsmiddel met een betrouwbaarheidsniveau
van 3 is nog niet verplicht maar er kan al wel toegang tot het formulier worden gegeven.
Natuurlijke personen die niet onder deze verplichte registratie vallen, mogen ook
gebruik maken van DigiD. Voor opgaveplichtigen in het buitenland blijft het mogelijk
om een door RVO te verstrekken toegangscode te gebruiken. Naast de methode met TAN-codes
kan het elektronische formulier ook met het e-Herkenningsmiddel worden ondertekend.
Op basis van de laatstelijk in 2021 verstrekte en geverifieerde informatie worden
gegevens op het elektronische formulier zoveel als mogelijk al vooraf ingevuld, waarbij
de landbouwer deze gegevens alleen nog moet controleren.
15. Indieningsperiode Gecombineerde opgave
De indieningsperiode loopt van 1 maart 2022 tot en met 15 mei 23:59 uur (Midden-Europese
tijd). Voor de verzamelaanvraag voor de rechtstreekse betalingen Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid en de steunregelingen van het plattelandsontwikkelingsprogramma volgen
sluitingsdatum en -tijdstip uit de Europese verordeningen. Voor de opgave gebruik
gewaspercelen volgen deze uit artikel 26, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet.
Voor wat betreft de landbouwtelling en opgave Diergezondheidsfonds volgt de sluitingsdatum
uit de artikelen 3 en 5, tweede lid, van deze regeling. Om het hele proces van opgave
te begeleiden en te stroomlijnen, communiceert RVO hier nadrukkelijk over. Ondernemers
in de land- en tuinbouw ontvangen eind februari 2022 een bericht van de minister waarin
wordt aangekondigd dat zij voor wat betreft 2022 als opgaveplichtig zijn aangemerkt.
Het niet voldoen aan de verplichting tot indiening is een economisch delict in de
zin van artikel 1, onder 2, van de Wet op de economische delicten. Ook leidt het niet
of niet tijdig melden van de gevraagde informatie tot een verlaging of uitsluiting
van de rechtstreekse betaling of de plattelandsontwikkelingssubsidie.
De enige uitzondering op de voorgaande sluitingsdatum betreft de opgave van het onderdeel
uit de Gecombineerde opgave dat betrekking heeft op de CO2-jaarvracht, welke opgave op grond van artikel 2, vijfde lid, van deze regeling uiterlijk
op 1 juli 2022 moet zijn ingediend. Deze uitzondering is noodzakelijk omdat de daarvoor
benodigde informatie op 15 mei nog niet in bezit is bij de betreffende glastuinbouwondernemingen.
16. Regeldruk
De Gecombineerde opgave is een belangrijk meetmoment van agrarische bedrijven in Nederland.
De gegevens die worden ingevuld zijn van belang voor diverse Europese regelingen,
zoals de uitbetaling van betalingsrechten, vergroeningspremie, extra betaling jonge
landbouwers en graasdierpremie in het kader van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Daarnaast worden er gegevens verzameld voor de mestwetgeving. Deze gegevens worden
ingewonnen om aan de Europese nitraatrichtlijn te voldoen.
Er wordt in algemene zin een iets hogere regeldruk voor de GO dan in 2021 verwacht.
Met name voor de glastuinders zal de regeldruk naar verwachting heel licht stijgen
door de aanpassingen in het onderdeel glastuinbouw. Uitgaande van een gemiddeld uurloon
van € 39 voor de agrarische sector en € 54 voor dienstverleners/intermediairs bedragen
de totale administratieve lasten naar verwachting € 7.126.125,00. Uitgaand van een
verwachte omvang van de doelgroep van 57.500 agrariërs zijn de administratieve lasten
per bedrijf daarmee gemiddeld € 123,93 in 2022. Dit is 4,3% hoger dan de ex post berekening
van 2021.
17. Vaste verandermomenten
In afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten treedt deze regeling in
werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant en niet pas op het
vaste verandermoment 1 april (2022). Op grond van deze regeling is de periode van
mogelijke indiening verruimd, hetgeen vooral ten goede komt aan betrokken landbouwers
en hun adviseurs. De gecombineerde opgave kan worden ingediend met ingang van de dag
na publicatie. De uiterlijke termijn van indiening is 15 mei 2022.
Voor de opgave CO2-jaarvracht van glastuinbouwbedrijven geldt hiervoor 1 juli 2022.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer