Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 februari 2022, nr. WJZ/ 21247758, tot wijziging van de Regeling dierlijke producten in verband met het schrappen van een voedernorm en de intrekking van drie regelingen onder de Landbouwwet

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 2.8a van het Besluit dierlijke producten en de artikelen 13, 18, 19, 20 en 28 van de Landbouwwet,

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2.34 van de Regeling dierlijke producten vervalt.

ARTIKEL II

De Inventarisatiebeschikking Wijn 1962 wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

De Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop 1999 wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

De Regeling vaststelling quota suiker, isoglucose en inulinestroop voor de verkoopseizoenen 2006/2007 tot en met 2014/2015 wordt ingetrokken.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 februari 2022

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

TOELICHTING

I Algemeen

1. Inleiding

In artikel 2.34 van de Regeling dierlijke producten zijn voedereisen verbonden aan het hanteren van bepaalde handelsbenamingen voor bijzondere slachtpluimveehouderijsystemen. Deze voedereisen hebben hun oorsprong in regelgeving van het voormalige Productschap Pluimvee en Eieren.1 Deze inmiddels verouderde nationale eisen aan het pluimveevoer in bijzondere slachtpluimveehouderijsystemen worden met onderhavige wijzigingsregeling in lijn gebracht met ontwikkelingen in de EU ten aanzien van het toestaan van bepaalde dierlijke voedergrondstoffen. Met Verordening (EU) nr. 2021/13722 is het toegestaan om bepaalde dierlijke voedergrondstoffen, te weten verwerkte dierlijke eiwitten (VDE) van varkens en insecten, te benutten in pluimveevoer. Dit is mede op verzoek van Nederland tot stand gekomen vanuit de wens om de in Europa geproduceerde eiwitten en andere voedermiddelen beter te benutten.

Met onderhavige wijzigingsregeling wordt artikel 2.34 van de Regeling dierlijke producten geschrapt. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt de hierboven bedoelde grondstoffen of reststromen in veevoeder te benutten, zonder gevolgen voor het hanteren van de in artikel 2.8a, tweede lid, van het Besluit dierlijke producten gehanteerde handelsbenamingen.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt een drietal verouderde ministeriële regelingen in te trekken.

2. Inhoudelijk

Paragraaf 2.7 van de Regeling dierlijke producten is van toepassing ten aanzien van in Nederland gehouden en geslachte kippen waarvan bij de etikettering de in artikel 2.31, eerste lid, van de Regeling dierlijke producten genoemde aanduidingen3 worden gebruikt. In artikel 2.34 van de Regeling dierlijke producten is bepaald dat het voer van kippen in bijzondere slachtpluimveehouderijsystemen voor minimaal 70% uit graan en graanbijproducten bestaat en dat er geen dierlijke producten, met uitzondering van melkproducten, aan zijn toegevoegd.

Met het schrappen van artikel 2.34 uit de Regeling dierlijke producten vervalt de aanvullende voedereis en wordt voor het hanteren van de handelsbenamingen teruggevallen op hetgeen in Verordening (EU) nr. 543/2008 hierover is bepaald.

3. Regeldruk

Het schrappen van artikel 2.34 zal leiden tot verminderde lasten voor pluimveehouders die de handelsbenamingen van de bijzondere slachtpluimveehouderijen hanteren en leidt daarmee tot een verminderde regeldruk.

4. Uitvoerings- en handhavingsaspecten

Het Controle Orgaan Kwaliteits Zaken (COKZ) en de NVWA houden toezicht op de naleving van de Regeling dierlijke producten. Met beide partijen is afgestemd en is de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid getoetst. Het schrappen van artikel 2.34 zal niet leiden tot knelpunten in de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

5. Consultatie

Deze wijzigingsregeling is op verzoek van de pluimveesector en de diervoederindustrie tot stand gekomen. Vanuit de pluimveeketen zijn Nevedi, Plukon, AVINED, LTO/NOP en NVP geconsulteerd en vanuit het maatschappelijk veld de Dierenbescherming. Wageningen UR Livestock Research heeft een deskstudie uitgevoerd ter onderbouwing van de wijziging. Het COKZ en de NVWA zijn geconsulteerd met betrekking tot regeldrukeffecten, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid in verband met het schrappen van artikel 2.34.

6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2022, in lijn met de uitgangspunten voor vaste verandermomenten voor regelgeving. Met de pluimveesector en de diervoederindustrie zijn de wijziging en de inwerkingtredingsdatum afgestemd. Om ongewenste private nadelen te voorkomen wordt afgeweken van de reguliere invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en de inwerkingtredingsdatum.

II Artikelsgewijs (overig)

Artikel II

Met artikel II wordt de Inventarisatiebeschikking Wijn 1962 ingetrokken, gelet op het feit dat het Hoofdproductschap Akkerbouw per aanvang 2015 is opgeheven en de aanwijzing van het Hoofdproductschap Akkerbouw in bedoelde regeling niet meer van belang is. In de Regeling wijn en olijfolie is sinds 2014 het EU regime voor wat betreft wijn (en olijfolie) uitgewerkt.

Artikelen III en IV

Met de artikelen III en IV worden twee samenhangende regelingen ingetrokken, te weten de Regeling suiker, isoglucose en inulinestroop 1999 en de Regeling vaststelling quota suiker, isoglucose en inulinestroop voor de verkoopseizoenen 2006/2007 tot en met 2014/2015. Dit gelet op het materieel uitgewerkt zijn van beide regelingen. De suikerquota waarvan in beide regelingen sprake is, zijn inmiddels niet meer van toepassing. Voorts is de Suikerbegeleidingscommissie en de eerder, in samenspraak met het bedrijfsleven en het per 2015 opgeheven Hoofdproductschap Akkerbouw, ontwikkelde afstemmingssystematiek niet meer van toepassing. Beide regelingen kunnen derhalve ingetrokken worden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer


X Noot
1

Regeling van de Minister van Economische Zaken en de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 19 november 2014, nr. WJZ/14074918, houdende wijziging van de Regeling dierlijke producten in verband met de aanduiding van bijzondere slachtpluimveehouderijsystemen (Stcrt 2014, 33720).

X Noot
2

Verordening (EU) 2021/1372 van de Commissie van 17 augustus 2021 tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees parlement en de Raad wat betreft het verbod op het vervoederen van dierlijke eiwitten aan andere niet-herkauwende landbouwhuisdieren dan pelsdieren (PbEU 2021, L 295).

X Noot
3

Als ook in artikel 11 en Bijlage V van Verordening (EG) nr. 543/2008 van de Commissie van 16 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de handelsnormen voor vlees van pluimvee (PbEU 2008, L 157) waarin de volgende bijzondere slachtpluimveehouderijsystemen worden onderscheiden: a) Gevoerd met ... % ...; b) Scharrel ... binnengehouden; c) Scharrel ... met uitloop; d) Boerenscharrel/Hoeve ... met uitloop; e) Boerenscharrel/Hoeve ... met vrije uitloop.

Naar boven