Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 9 december 2022, nr. Min-BuZa-2022.14731-16, tot wijziging van de Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 mei 2002 (nr. DJZ/IR-173/02) houdende vaststelling van de vergoedingen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Gelet op artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

ARTIKEL I

Aan artikel 2 van de Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 mei 2002 (nr. DJZ/IR-173/02) houdende vaststelling van de vergoedingen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht1 wordt een volzin toegevoegd, luidende:

De secretaris en de adjunct-secretarissen van de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht ontvangen een vergoeding van € 100 per vergadering.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 30 mei 2002 (nr. DJZ/IR-173/02) houdende vaststelling van de vergoedingen van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken en de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht.

Momenteel ontbreekt in deze vergoedingsregeling een grondslag voor de betaling aan de secretaris en de adjunct-secretarissen van de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht. Naar aanleiding hiervan wordt voorzien in een grondslag voor de vergoeding.

De hoogte van de vergoeding voor de secretaris en de adjunct-secretarissen is gelijk aan die van gelijkwaardige technisch-juridische commissies. De wijziging treedt 1 januari 2023 in werking.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

Naar boven