Vergoedingenregeling Commissie van advies volkenrechtelijke vraagstukken en Staatscommissie internationaal privaatrecht

30 mei 2002

nr. DJZ/IR-173/02

De Minister van Buitenlandse Zaken, gelet op artikel 14 van de Kaderwet adviescolleges alsmede de artikelen 2, 3 en 5 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges en mede gelet op de Wet van 12 maart 1998 houdende instelling van een vast college van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (Stb. 1998, 219) en op de Wet van 14 februari 1998 houdende regeling van de samenstelling en de werkzaamheden van de Staatscommissie tot voorbereiding van de te nemen maatregelen ter bevordering van de codificatie van het internationaal privaatrecht (Stb. 1998, 208);

Besluit:

Artikel 1

De voorzitter van de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken ontvangt een vergoeding van € 204,20 per vergadering.

Artikel 2

De leden van de Commissie, bedoeld in artikel 1 van deze regeling en de leden van de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht ontvangen een vergoeding van € 136,13 per vergadering.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

Artikel 4

Deze regeling vervangt de besluiten van de Minister van Buitenlandse Zaken van 21 maart 2000/nr. DJZ/IR-148/00 (Stcrt. 2000, 62) en van 28 januari 1999/nr. DJZ/CR-572/98 (Stcrt. 1999, 99).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,J.J. van Aartsen.

Toelichting

De Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (hierna te noemen: CAVV) is ingesteld bij de Wet van 12 maart 1998 en heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal van advies te dienen over internationaalrechtelijke vraagstukken. De Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht (hierna te noemen: de Staatscommissie) is ingesteld bij koninklijk besluit van 20 februari 1897. Zij adviseert de regering en de beide kamers der Staten-Generaal over de wetgeving inzake onderwerpen van internationaal privaatrecht.

Bij de nu voorliggende ministeriële regeling wordt, gelet op het artikel 14 van de Kaderwet adviescolleges samen met de artikelen 2, 3 en 5 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges, de vergoeding per vergadering voor de voorzitter en de leden van de CAVV en de leden van de Staatscommissie opnieuw vastgesteld, zodat deze vergoedingen grosso modo in de pas lopen met de vergoedingen die de voorzitters van de werkgroepen uit de permanente commissies respectievelijk de leden van de permanente commissies van de Adviesraad internationale vraagstukken (AIV)ontvangen.

De vergoeding voor de voorzitter van de CAVV is vastgesteld op € 204,20 per vergadering, die voor de leden van de CAVV en voor de Staatscommissie op € 136,13 per vergadering.

De voorliggende regeling vervangt de eerdere ministeriële regeling van 21 maart 2000/nr. DJZ/IR-148/00 (Stcrt. 2000, 62) en van 28 januari 1999/nr. DJZ/CR-572/98 (Stcrt. 1999, 99).

Naar boven