De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 november
2021, nr. 2021-0000413275, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van
een specifieke uitkering aan de provincies Noord-Holland, Utrecht, Limburg, Zeeland,
Overijssel, Groningen en Zuid-Holland ten behoeve van een kwalitatief hoogwaardige
en duurzame woon- en leefomgeving in acht NOVI-gebieden (Stcrt. 2021, 47806) wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, derde lid, komt te luiden:
B
In artikel 4, tweede lid, wordt ‘31 december 2023’ vervangen door ‘31 december 2025’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
NOTA VAN TOELICHTING
1. Inhoud
De wijziging van de regeling houdt in dat budget wordt toegevoegd ten behoeve van
een kwalitatief hoogwaardige en duurzame woon- en leefomgeving in acht NOVI-gebieden
en de termijn van besteding verlengd wordt met twee jaar. Twee van deze gebieden (de
Peel en het Groen Hart) ontvangen een hoger additioneel budget dan de andere gebieden.
De reden hiervoor is dat de Peel en het Groen Hart al bij het tot stand komen van
deze regeling aan hebben gegeven dat de middelen onvoldoende zijn om de activiteiten
vallend onder hun plan van aanpak uit te voeren. In de loop van het jaar is dit door
desbetreffende gebieden wederom onder de aandacht gebracht. Dit blijkt ook uit hun
begroting en de vraag vanuit de regionale partners om commitment vanuit het rijk te
bevestigen door gehoor te geven aan de behoefte om meer procesmiddelen op korte termijn.
De andere gebieden zijn voor nu voldoende geholpen met het toevoegen van dit budget
en zijn akkoord met dit verschil in toekennen van additioneel budget.
De benaming NOVI-gebied is inmiddels feitelijk gewijzigd in NOVEX-gebied. Dat is in
deze regeling echter niet aangepast, omdat de ontvangers van deze additionele middelen
dezelfde partijen zijn die in dezelfde samenstelling samenwerken aan hetzelfde plan
van aanpak (die voortaan ook ontwikkelperspectieven worden genoemd) dat ten grondslag
ligt aan de oorspronkelijke regeling. De nieuwe benaming NOVEX-gebied in deze regeling
introduceren zou onduidelijk zijn, omdat er meer NOVEX-gebieden zijn dan dat er NOVI-gebieden
waren. Dit extra budget is nog nodig voor de bestaande samenwerkingen en de bestaande
plannen van aanpak of ontwikkelperspectieven.
Voor een toelichting over de verantwoording en terugvordering, staatssteun, de relatie
met andere wet- en regelgeving en de administratieve lasten voor burgers en bedrijven
wordt verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke regeling.
2. BTW
De activiteiten waarvoor de uitkering wordt verstrekt kunnen activiteiten zijn waarover
de provincie BTW verschuldigd is. De specifieke uitkering wordt niet verstrekt voor
de over de activiteiten verschuldigde BTW. De BTW-component wordt gestort in het BTW-compensatiefonds
van het Ministerie van Financiën. Er is ten aanzien van de in deze regeling opgehoogde
specifieke uitkeringen een inschatting gemaakt van de BTW-component van de bijdrage,
per provincie.
Provincies kunnen op grond van de relevante wet- en regelgeving een beroep doen op
terugontvangst van de betaalde BTW-componenten.
Daarnaast is denkbaar dat de provincie met de uitkering activiteiten verricht waarbij
de kosten aftrekbaar zijn op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968. De specifieke
uitkering wordt niet verstrekt voor deze kosten. Het geldende uitgangspunt is: kosten
die op een andere wijze gecompenseerd kunnen worden, worden niet uit de specifieke
uitkering betaald.
3. Financiële gevolgen rijk
Op grond van deze regeling is, naast het deel dat in het BTW-Compensatiefonds wordt
gestort, in totaal € 2.719.008,26 toegekend aan de provincies. Hiervan is € 1.793.388,43
vanuit de begroting 2021 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
uitbetaald. De rest van het bedrag, € 925.619,83, komt ten laste van de begroting
2022 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
4. Consultatie
Er is vanwege de beperkte reikwijdte van de regeling voor gekozen om geen internetconsultatie
te doen maar om de wijziging, die alleen budgetverhoging en het verlengen van de termijn
met twee jaar betreft, specifiek af te stemmen met de betrokken provincies. Die partijen
hebben aangegeven zich te kunnen vinden in deze wijzing van de regeling.
5. Inwerkingtreding
Met de inwerkingtredingsbepaling is afgeweken van de vaste verandermomenten en het
vereiste van de minimale invoeringstermijn, hetgeen gerechtvaardigd is omdat het een
enkel begunstigende regeling betreft. De belanghebbenden zijn juist gebaat bij een
zo spoedig mogelijke inwerkingtreding en toekenning van de specifieke uitkeringen.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
H.M. de Jonge