Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 15 november 2022, tot wijziging van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 vanwege actualisering van de uitvraag van het overzicht van verantwoordingsgegevens over het verslagjaar

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 36a, vierde lid, van de Woningwet;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 3 bij artikel 16 van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 wordt vervangen door de gelijknamige bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

BIJLAGE BIJ DE REGELING VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES VAN 15 NOVEMBER 2022, TOT WIJZIGING VAN DE REGELING TOEGELATEN INSTELLINGEN VOLKSHUISVESTING 2015 VANWEGE ACTUALISERING VAN DE UITVRAAG VAN HET OVERZICHT VAN VERANTWOORDINGSGEGEVENS OVER HET VERSLAGJAAR

TOELICHTING

1. Algemeen

Met deze wijziging van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (hierna: RTIV) is bijlage 3 bij de RTIV, met daarin het model voor het overzicht van verantwoordingsgegevens over het verslagjaar 2022 (dVi), vervangen door een nieuwe bijlage 3.

2. Aanleiding

Op grond van artikel 36a, vierde lid, van de Woningwet dienen woningcorporaties een overzicht op te stellen van verantwoordingsgegevens over het verslagjaar. Dat overzicht heeft ook betrekking op de met hen verbonden ondernemingen, ook wel de Verantwoordingsinformatie (dVi) genoemd. Artikel 38, eerste lid, Woningwet, bepaalt dat het overzicht jaarlijks voor 1 juli moet worden verstrekt aan de Minister, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten waarin de woningcorporatie werkzaam is en de huurdersorganisaties en bewonerscommissies. Uit artikel 16 van de RTIV volgt dat voor de inrichting van het overzicht gebruik moet worden gemaakt van het model dat is opgenomen in bijlage 3 bij de RTIV.

3. Wijzigingen in bijlage 3

De voornaamste wijzigingen die zijn doorgevoerd ten opzichte van dVi 2021, komen voort uit het Convenant Verbeteren Informatievoorziening Woningcorporaties (2017) en het Convenant Verdere Verbetering Informatieuitwisseling Woningcorporatiesector (2022). Deze convenanten hebben als doel geautomatiseerde informatie-uitwisseling sneller en gebruiksvriendelijker in te richten. In dit kader is een aantal vragen in de gegevensuitvraag van dVi 2021 vervallen, in lijn gebracht met de geldende wet- en regelgeving of in het kader van vereenvoudiging, uniformering en verduidelijking geherstructureerd. Dit heeft tot gevolg dat de uitvraag nog beter aansluit op de informatiebehoefte van de Autoriteit woningcorporaties (Aw) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

De dVi is in hoofdstukken en paragrafen opgedeeld. Hierna worden alle individuele wijzigingen toegelicht:

In paragraaf 1.1 wordt in het kader van een adequate inrichting van een directe aanlevering van gegevens tussen verschillende systemen (system-to-system), de naam van de softwareleverancier en softwareversie (waarmee het importbestand wordt gegenereerd) toegevoegd aan de uitvraag. Met system-to-system levert het systeem van de corporatie de uitgevraagde gegevens geautomatiseerd aan. Deze mogelijkheid van aanlevering is nog relatief nieuw voor corporaties, maar zal naar verwachting de komende jaren voor positieve effecten in het kader van de lastendruk zorgen. Voor corporaties die software gebruiken, zal deze informatie automatisch vooraf worden ingevuld. Voor corporaties die geen software gebruiken, zijn deze velden in het portaal niet van toepassing.

In paragraaf 5.1 zijn de rechtmatigheidsvragen 5.1.3 en 5.1.4, die betrekking hebben op de geldende verkoopregels, tekstueel aangescherpt naar aanleiding van opgedane ervaringen door de Aw.

In paragraaf 5.2.1 is een tabel toegevoegd waarin woningtoewijzingen aan ouderen, met een inkomen tot de inkomensgrens én vermogen, kunnen worden verantwoord. Aanleiding voor deze verandering is gewijzigde wet- en regelgeving in het kader van passend toewijzen, hierdoor kunnen ouderen met hoger vermogen ook een duurdere woning worden toegewezen. De tabel biedt inzicht in woningtoewijzingen aan deze specifieke groep die volgens de reguliere inkomenscriteria als niet-passend worden beschouwd, maar door de toegevoegde uitzonderingsmogelijkheid alsnog buiten de passendheidsnorm mogen blijven.

In paragraaf 5.2.2 is als gevolg van de gewijzigde wet- en regelgeving in het kader van de staatssteunregeling een aanpassing doorgevoerd in de gegevensuitvraag. Bij het toewijzen van sociale huurwoningen geldt vanaf 1 januari 2022 een hogere inkomensgrens voor meerpersoonshuishoudens. Ook verandert de manier waarop wordt omgegaan met de vrije toewijzingsruimte. Dit leidt ertoe dat in de nieuwe gegevensuitvraag enerzijds onderscheid wordt gemaakt naar inkomensgrens per type huishouden (eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens) en anderzijds onderscheid op basis van woningtoewijzingen in gemeenten met of zonder prestatieafspraken. De normen binnen de staatssteunregeling zijn gewijzigd van 80%/10%/10% naar 92,5%/7,5% of 85%/7,5%/7,5% (mits hier prestatieafspraken over zijn gemaakt).

In paragraaf 5.3 wordt de jaarlijkse update van de Wet normering topinkomens (model gepubliceerd d.d. 29 april 2022) verankerd in de gegevensuitvraag. De wijzigingen hebben beperkte gevolgen voor de dVi-uitvraag. Dit betreft de verhoging van grensbedragen, de update van jaartallen en de uniformering van titels.

In paragraaf 5.4 zijn enkele vragen over de verantwoording van de huursom, anders geordend en tekstueel aangepast om onduidelijkheden te voorkomen. Deze aanpassingen zijn uitgevoerd op basis van ervaringen van de Aw.

4. Regeldrukeffecten

Ecorys heeft de financiële gevolgen van de huidige wijziging van de dVi-uitvraag berekend (Ecorys, Adminstratieve lastendruk wijzigingen dVi 2022). Ecorys stelt vast dat de totale verandering ten opzichte van de totale administratieve lasten gemoeid met de informatieverplichting bij corporaties kan worden aangemerkt als verwaarloosbaar. Ecorys verwacht als gevolg van de huidige wijzigingen een eenmalige toename in administratieve lasten van in totaal circa 27.200 euro voor alle 294 woningcorporaties samen. Daarnaast nemen de structurele kosten als gevolg van deze wijziging met zo’n 10.400 euro toe. Hierdoor is het effect van de wijzigingen in zijn totaliteit beperkt.

De uitkomsten van het lastenonderzoek liggen daarbij in lijn met uitkomsten van de voorgaande drie jaren, toen de regeldrukeffecten eveneens gering tot verwaarloosbaar waren.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

5. Consultatie en inwerkingtreding

Het gegevensmodel dVi is evenals in eerdere jaren opgesteld in het ketenteam van de sector (samenwerking tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Aedes, de Aw en het WSW). Om die reden is afgezien van een openbare internetconsultatie. Vanwege de nauwe betrokkenheid van de sector bij de opstelling en uitrol van dVi 2022. Deze regeling treedt op 1 januari 2023 in werking.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge

Naar boven