Voorbereidingsbesluit hyperscale datacentra

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Overwegende dat:

  • op 15 december 2021 het Coalitieakkoord tussen VVD, D66, CDA en ChristenUnie, van het kabinet Rutte IV is gepresenteerd;

  • in het coalitieakkoord is bepaald dat de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening een regiefunctie in Nederland heeft voor het ruimtelijk beleid, zowel ten aanzien van verstedelijking als ten aanzien van andere opgaven met een sterke ruimtelijke component;

  • in het coalitieakkoord is aangegeven dat hyperscale datacentra een onevenredig groot beslag leggen op de beschikbare duurzame energie in verhouding tot de maatschappelijke en/of economische meerwaarde;

  • daarom de landelijke regie en de toelatingscriteria bij de vergunningverlening door het kabinet zal worden aangescherpt;

  • het kabinet daarom op nationaal niveau na overleg met medeoverheden aanvullend aan de Nationale Omgevingsvisie nadere ruimtelijke keuzes maakt waar deze hyperscale datacentra in Nederland gevestigd kunnen worden en deze keuzes momenteel in een instructieregel (AMvB) worden vastgelegd;

  • op 16 februari 2022 een voorbereidingsbesluit is genomen om de vestiging van hyperscale datacentra tegen te gaan op gronden waar dat volgens de in procedure zijnde instructieregel (AMvB) van het Rijk niet is toegestaan;

  • de werking van het voorbereidingsbesluit voor de vestiging van hyperscale datacentra d.d. 16 februari 2022 verloopt na de wettelijke termijn van negen maanden op 16 november 2022;

  • het daarom noodzakelijk is om opnieuw voorbescherming te regelen totdat de instructieregel in werking is;

Gelet op de artikelen 4.3, eerste lid, en 4.3, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening:

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Te verklaren dat voor het werkingsgebied, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende bijlage, een algemene maatregel van bestuur wordt voorbereid over de inhoud van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten op decentraal niveau voor de bouw van hyperscale datacentra.

  • 2. De geometrische plaatsbepaling, bedoeld in artikel 1.2.5 van het Besluit ruimtelijke ordening, van het werkingsgebied van dit besluit is met bijbehorende regels opgenomen in GML-bestand NL.IMRO.0000.VROvb22hsDataCen-3010.

Artikel 2

  • 1. Onder hyperscale datacentrum wordt verstaan:

    • a. een rekencentrum of datacentrum waar ondersteuning wordt gegeven voor dataverkeer of dataopslag, waarvan de omvang meer dan 10 ha betreft en het elektrisch aansluitvermogen 70 megawatt of meer bedraagt; of

    • b. een verzameling van bouwwerken met deze functie, omvang en energieverbruik die in onderlinge samenhang als één geheel functioneren.

  • 2. Het is verboden het gebruik van gronden en bouwwerken zodanig te wijzigen dat een hyperscale datacentrum opgericht kan worden.

Artikel 3

De verplichting om de beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk aan te houden, bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, is alleen van toepassing als de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op het bouwen van een hyperscale datacentrum als bedoeld in artikel 2 van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt door terinzagelegging en plaatsing in de Staatscourant. Van het besluit wordt tevens mededeling gedaan langs elektronische weg op www.ruimtelijkeplannen.nl. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het bekend is gemaakt.

’s- Gravenhage, 00 november 2022

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open. Dit volgt uit artikel 8:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, en artikel 1 van bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht.

BIJLAGE BEHOREND BIJ HET VOORBEREIDINGSBESLUIT

TOELICHTING

Beleid en regels Hyperscale datacentra

Ruimte in Nederland is schaars en Nederland wordt geconfronteerd met grote opgaven die allemaal gepaard gaan met ruimtelijke claims. Denk hierbij aan de energietransitie, landbouw, natuur en woningbouwopgave. Vanwege de grote ruimtelijke impact is in Nederland maar beperkt ruimte voor de bouw en ingebruikname van nieuwe hyperscale datacentra. Daarnaast verbruiken hyperscale datacentra veel (duurzame) energie en maken ze gebruik van de landelijke energie-infrastructuur die ook voor andere functies en activiteiten nodig is. Daarom is het nodig dat het kabinet op nationaal niveau samen met medeoverheden ruimtelijke keuzes maakt waar deze hyperscale datacentra in Nederland gevestigd kunnen worden en deze keuzes vastlegt.

Zoals afgesproken in het coalitieakkoord zal voor de vestiging van hyperscale datacentra nader aangescherpt ruimtelijk beleid worden opgesteld. Tegelijkertijd worden ‘instructieregels’ opgesteld in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Deze regels gaan dan na inwerkingtreding van de Omgevingswet over in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), één van de AmvB’s onder de Omgevingswet. De instructieregels stellen eisen omtrent de inhoud van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten op decentraal niveau. Het wetgevingstraject voor deze nieuwe regels is meteen na het vorige voorbereidingsbesluit (Stcrt. 2022, 5276) gestart. In het kader van de wetgevingsprocedure heeft er inmiddels een internetconsultatie plaatsgevonden en is het ontwerpbesluit voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer. Als de voorhang is afgerond, wordt het ontwerpbesluit aan de Afdeling advisering van de Raad van State voor advies verzonden.

Nieuw voorbereidingsbesluit

Om te voorkomen dat in de periode die nodig is om het nieuwe beleid op te stellen en de instructieregels in werking te laten treden, nieuwe hyperscale datacentra worden gevestigd op locaties die niet in het nieuwe beleid en de regels passen is er op 16 februari 2022 ook een zogenaamd voorbereidingsbesluit genomen (Stcrt. 2022, 5276). Consequentie van een dergelijk besluit is dat bouwaanvragen die na de inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit worden ingediend moeten worden aangehouden en niet kunnen worden ingewilligd. De aanhoudingsplicht die uitgaat van het voorbereidingsbesluit van 16 februari 2022 vervalt na de wettelijke termijn van negen maanden op 16 november 2022. Daarom is het noodzakelijk om opnieuw voorbescherming te regelen totdat dat de instructieregel in werking is. Met dit tweede voorbereidingsbesluit wordt vanaf de datum van 16 november voor een periode van negen maanden opnieuw een aanhoudingsplicht in het leven geroepen. Ten aanzien van het eerdere voorbereidingsbesluit van 16 februari 2022 is dit tweede voorbereidingsbesluit aangepast aan de ontwerp AMvB die in procedure is.

Definitie

In overleg met de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister voor Klimaat en Energie is ervoor gekozen om het voorbereidingsbesluit te laten gelden voor het oprichten van hyperscale datacentra waaronder wordt verstaan een rekencentrum of datacentrum waar ondersteuning wordt gegeven voor dataverkeer of dataopslag, waarvan de omvang meer dan 10 ha betreft en het elektrisch aansluitvermogen 70 megawatt of meer bedraagt.

Een hyperscale datacentrum kan ook bestaan uit meerdere, kleinere, gebouwen op eenzelfde locatie die in eigendom, zeggenschap of beheer en gebruik één geheel vormen. Deze datacentra kwalificeren ook als een hyperscale datacentrum als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het voorbereidingsbesluit. In dit nieuwe voorbereidingsbesluit is de definitie in artikel 2, eerste lid, onder b, in overeenstemming met de instructieregel in het ontwerpbesluit op dit punt wel verduidelijkt. Mede naar aanleiding van vragen wordt een verzameling van bouwwerken met functie van een hyperscale datacentrum en dezelfde omvang en energieverbruik (meer dan 10 ha en het elektrisch vermogen van 70 megawatt of meer) die in onderlinge samenhang als één geheel functioneren ook als een hyperscale datacentrum in de zin van het voorbereidingsbesluit beschouwd.

Op deze manier is duidelijk dat artikel 2, eerste lid, onder b, van de definitie in het voorbereidingsbesluit bedoeld is om aan te geven dat gebouwen die ondersteuning geven aan het datacentrum (zoals bijvoorbeeld koeltorens en kantoren) ook tot een hyperscale datacentrum als genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a, van het voorbereidingsbesluit gerekend worden. Het gaat dan om bijgebouwen die in de nabijheid van het datacentrum liggen en die in onderlinge samenhang als één geheel functioneren met het datacentrum. Er moet sprake zijn van geografische, technische, functionele of organisatorische samenhang van de bebouwing. In dat geval tellen alle gebouwen mee voor de vraag of sprake is van een datacentrum van meer dan 10 hectare of 70 MW of meer op die locatie. Het moet dan wel gaan om gebouwen die in hetzelfde gebied liggen en één afzonderlijk datacentrum met stroomaansluiting vormen.

Uitzonderingsgebieden

Net zoals het voorbereidingsbesluit van 16 februari 2022 geldt dit voorbereidingsbesluit voor het hele land, met uitzondering van twee gebieden. In dit nieuwe voorbereidingsbesluit zijn deze uitzonderingsgebieden, in overleg met de betrokken gemeenten en in overeenstemming met de instructieregel in het ontwerpbesluit, nader beperkt tot het gedeelte van de gemeente Het Hoge Land dat vroeger de gemeente Eemsmond werd genoemd (provincie Groningen) en de locaties Agriport A7 en B1 die de gemeente Hollands Kroon (provincie Noord-Holland) voornemens is te bestemmen voor onder andere de uitbreiding van bestaande hyperscale datacentra. In dat kader is de kaart met gebiedsaanduiding (bijlage bij dit besluit) ook aangepast ten opzichte van het vorige voorbereidingsbesluit. Deze afbakening sluit beter aan op de reeds vigerende bestemmingsplannen van de betreffende gemeenten en passen in het bestaande beleid van de Nationale Omgevingsvisie voor voorkeursgebieden voor de vestiging van hyperscale datacentra.

Wet ruimtelijke ordening

De Wet ruimtelijke ordening biedt het juridisch kader voor het opstellen van een voorbereidingsbesluit. In artikel 4.3, eerste lid, is bepaald dat, indien nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (AMvB) regels kunnen worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten op decentraal niveau. Het vierde lid van artikel 4.3 geeft de mogelijkheid te verklaren dat een AMvB wordt voorbereid.

Naar boven