Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 28 januari 2022, nr. IENW/BSK-2021/258762, tot herstel van enkele kleine onvolkomenheden in normen, stofnamen, CAS-nummers en voetnoten in de bijlage van de Regeling monitoring kaderrichtlijn water

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 15 en 16, zevende lid, Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water wordt als volgt gewijzigd:

A

De Tabel Indicatoren voor de goede ecologische kwaliteit van oppervlaktewaterlichamen (specifieke verontreinigende stoffen) wordt als volgt gewijzigd:

1. In rij 7 wordt in de tweede kolom '683-18-1, 818-08-6, 1002-53-5' vervangen door '14488-53-0'.

2. In rij 17 wordt in de tweede kolom '93-65-2' vervangen door '16484-77-8'.

3. In rij 32 wordt in de eerste kolom '125 – 127' vervangen door '125, 126, 127'.

4. In rij 32 wordt in de tweede kolom '900-95-8, 639-58-7, 76-87-9' vervangen door '668-34-8'.

5. In rij 32 wordt in de derde kolom 'Trifenyltinacetaat, Trifenyltinchloride, Trifenyltinhydroxide' vervangen door 'Trifenyltin (kation)'.

6. In rij 32 in kolom vijf, zeven en negen vervalt 'trifenyltin'.

7. In rij 33 wordt in de tweede kolom voor '108-38-3' ingevoegd '95-47-6,' en na '108-38-3' toegevoegd ', 106-42-3'.

8. In rij 45 wordt in de vierde kolom '73' vervangen door '93'.

9. In rij 45 wordt in de achtste kolom '148' vervangen door '1100'.

10. In rij 55 wordt in de vierde kolom '0,0001' vervangen door '0,00019'.

11. In rij 55 wordt in de achtste kolom '0,00085' vervangen door '0,0017'.

12. In rij 63 wordt in de zesde kolom '1,1' vervangen door '3,5 (zie noot 4)'.

13. In rij 63 wordt in de tiende kolom 'n.a.' vervangen door '4,5 (zie noot 4)'.

14. In rij 63 wordt in de zevende kolom na 'opgelost,' ingevoegd 'geen'.

15. In rij 63 wordt in de elfde kolom 'opgelost, geen AC correctie mogelijk' ingevoegd.

16. In rij 66 wordt in de achtste kolom '2,1' vervangen door '2,2'.

17. In rij 75 wordt in de vierde kolom '0,2' vervangen door '0,32'.

18. In rij 75 wordt in de zesde kolom 'n.a.' vervangen door '0,032'.

19. In rij 75 wordt in de zevende en elfde kolom 'totaal' ingevoegd.

20. In rij 75 wordt in de achtste kolom '1,3' vervangen door '1,8'.

21. In rij 75 wordt in de tiende kolom 'n.a.' vervangen door '0,18'.

22. In rij 76 wordt in de elfde kolom 'opgelost, AC correctie mogelijk' ingevoegd.

23. In rij 80 wordt in de vijfde kolom na 'opgelost,' ingevoegd 'geen'.

B

In noot 2 bij de bijlage wordt na 'resultaten van de monitoring' ingevoegd 'aan deze waarde'.

C

In noot 3 bij de bijlage wordt 'Bij toetsing van de resultaten van de monitoring kan een correctie worden toegepast,' vervangen door 'In het monitoringsprogramma wordt bepaald dat bij toetsing van de resultaten een correctie wordt toegepast,'.

D

Aan de bijlage wordt noot 4 toegevoegd, luidende:

4 Deze waarden voor koper gelden voor de opgeloste concentratie en bij een DOC-concentratie van 1,4 mg/l. In het monitoringsprogramma wordt bepaald dat bij toetsing van de resultaten van de monitoring aan deze waarden een correctie wordt toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met de actuele DOC-concentratie.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Met deze regeling worden technische aanpassingen gedaan en correcties doorgevoerd in de Regeling monitoring kaderrichtlijn water zonder inhoudelijke gevolgen.

2. Wijziging Regeling monitoring kaderrichtlijn water

Met deze regeling wordt de tabel (en de voetnoten bij die tabel) in de bijlage bij artikel 3, eerste lid, onder a van de Regeling monitoring kaderrichtlijn water naar de meest recente toxicologische inzichten bijgewerkt. Deze bijlage bevat de fysisch chemische kwaliteitselementen van de ecologische toestand of het ecologisch potentieel die in bijlage V, paragraaf 1.2 bij richtlijn 2000/60/EG van het Europees parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (verder: kaderrichtlijn water) zijn opgenomen als ‘specifieke synthetische verontreinigende stoffen’ en ‘specifieke niet-synthetische verontreinigende stoffen’.

De kaderrichtlijn water schrijft voor dat moet worden gestreefd naar een goede ecologische toestand of goed ecologisch potentieel. De lidstaat bepaalt zelf wat dit inhoudt. In Nederland kan een goede ecologische toestand van een oppervlaktewaterlichaam alleen worden bereikt als een oppervlaktewaterlichaam voor een specifieke verontreinigende stof geen hogere concentratie bevat dan de waarde die in de bijlage voor die stof is vermeld.1

In deze wijzigingsregeling zijn ten aanzien van koper de voorlopige waarden vervangen. Voor de stoffen barium, esfenvaleraat en koper zijn als gevolg van de nieuwe afleiding ook de geldende waarden verruimd. Voor terbutylazine zijn de geldende waarden verruimd en zijn daarnaast nieuwe waarden afgeleid voor andere oppervlaktewateren dan landoppervlaktewateren. De nieuwe waarden voor andere oppervlaktewateren worden naar verwachting niet overschreden. Daarnaast zijn enkele verbeteringen doorgevoerd in de aanduiding van de stoffen en ontbrekende CAS-nummers aangevuld.

3. Gevolgen – bestuurlijke en administratieve lasten, bedrijfseffecten en milieueffecten

Het aanpassen van de waarden in de bijlage bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water leidt niet tot een toename in de bestuurlijke lasten. De wijzigingen behelzen slechts kleine aanpassingen ter correctie van enkele onvolkomenheden. Daarnaast zijn voor enkele stoffen de toegestane waardes verruimd.

De aanpassing leidt tevens niet tot administratieve lasten. De wijziging in de Regeling monitoring Kaderrichtlijn water heeft geen gevolgen voor burgers en bedrijven.

Deze door het RIVM afgeleide normen worden na consultatie van wetenschappelijke klankbordgroep normstelling water en lucht (WK) voor advies voorgelegd aan de Werkgroep normstelling water en lucht (WG). Beleidsmatige vaststelling vindt plaats in de Stuurgroep Normstelling water en lucht en vervolgens in de stuurgroep Water. Vastgesteld is dat de wijziging van de normen in de wijziging van Regeling monitoring kaderrichtlijn water geen invloed op het milieu heeft.

Omdat de regeling geen ingrijpende gevolgen heeft voor burgers en bedrijven en voornamelijk technische wijzigingen behelst, is afgezien van internetconsultatie in lijn met het beleid ten aanzien daarvan.2

II. Artikelsgewijs

Artikel I

In bijlage van de Regeling monitoring kaderrichtlijn water zijn de kwaliteitselementen van de ecologische toestand of het ecologisch potentieel opgenomen die in bijlage V, paragraaf 1.1 bij de kaderrichtlijn water zijn opgenomen als ‘specifieke synthetische verontreinigende stoffen’ en ‘specifieke niet-synthetische verontreinigende stoffen’. De kwaliteitselementen zijn relevant om te kunnen beoordelen of een oppervlaktewaterlichaam voor deze parameters voldoet aan de goede ecologische toestand en in welke toestandsklasse het oppervlaktewaterlichaam kan worden ingedeeld.

In de bijlage zijn enkele waarden aangepast:

  • De kalenderjaargemiddelde waarde en de maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie voor landoppervlaktewateren zijn verruimd voor zowel barium als voor esfenvaleraat. De verruiming van de waarden voor esfenvaleraat zijn het gevolg van een andere wijze van afleiding van de waarden. Voorheen werden deze afgeleid voor de opgeloste fractie, terwijl de huidige waarde gebaseerd is op de totale concentratie in water.

  • Voor koper was eerder slechts een voorlopige kalenderjaargemiddelde waarde en de maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie voor andere oppervlaktewateren dan landoppervlaktewateren opgenomen. Deze waarden zijn geactualiseerd. Voor de huidige waarden is niet langer een achtergrondcorrectie mogelijk, omdat gecorrigeerd wordt voor de biobeschikbaarheid.

  • Voor terbutylazine zijn nieuwe waarden vastgesteld door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Voor de kalenderjaargemiddelde waarde en de maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie voor landoppervlaktewateren houdt de aanpassing een verruiming in. Voor andere oppervlaktewateren dan landoppervlaktewateren golden er nog geen waarden.

Verder zijn enkele correcties gedaan ten aanzien van de stofnaam of het CAS-nummer.

Artikel II

Voor de inwerkingtredingsdatum is gekozen voor 1 april 2022. Dit is in lijn met het vaste verandermoment zoals dit is neergelegd in aanwijzing 4.17 Ar.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Daarnaast is voor het bereiken van de goede ecologische toestand nog vereist dat kwaliteitselementen voldoen aan de definities voor een goede ecologische toestand die voor dat type oppervlaktewaterlichaam zijn uitgewerkt in het Stowa-rapport voor natuurlijke watertypen.

X Noot
2

Kamerstukken II 2009/10, 29279. nr. 114, Kamerstukken II 2012/13, 29362. nr. 224 en Kamerstukken II 2016/17, 29 515, nr. 397.

Naar boven