ARTIKEL I
De Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 2.5.2, tweede lid, onderdeel a, 2.5.5, eerste lid, onderdeel d, 2.5.11,
vijfde lid, 2.5.13, tweede lid, onderdeel a, 2.5.16, onderdeel d, en 2.5.22, vijfde
lid, wordt ‘30%’ telkens vervangen door ‘20%’.
B
In de artikelen 2.5.7 en 2.5.18 wordt ‘de periode van 20 december 2021 tot en met
28 januari 2022’ telkens vervangen door ‘de periode van 20 december 2021 tot en met
11 februari 2022’.
C
In artikel 4.2, eerste lid, wordt ‘en SA.100829 (2021/N)’ vervangen door ‘, SA.100829
(2021/N) en SA.101235 (2021/N)’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel
A terug tot en met 18 december 2021.
TOELICHTING
1. Aanleiding en doel
Op 18 december 2021 trad de wijziging van de Regeling subsidie vaste lasten financiering
COVID-19 (hierna TVL) in verband met de openstelling van de TVL voor de periode oktober
tot en met december 2021 in werking (Stcrt. 2021, 50124). Op 19 december 2021 werden aanvullende maatregelen ter bestrijding van COVID-19
van kracht. Door deze verdere aanscherping van de maatregelen werden ondernemers wederom
geconfronteerd met beperkingen. Door het abrupte karakter van de maatregelen hebben
ondernemers weinig kans gehad om zich aan te kunnen passen aan de veranderde situatie.
Daarom is op 21 december 2021 middels een brief aan de Tweede Kamer1 een tijdelijke verruiming van de steunmaatregelen in het vierde kwartaal van 2021
aangekondigd.
Ten aanzien van de TVL geldt dat de omzetverliesdrempel (het percentage omzetverlies
dat een onderneming moet hebben in het vierde kwartaal van 2021 ten opzichte van de
referentieperiode) wordt verlaagd van 30% naar 20% (artikel I, onderdeel A). Dit wordt
gedaan omdat de aangescherpte maatregelen per 19 december 2021 zijn ingegaan, waardoor
een substantieel deel van de getroffen ondernemingen deze omzetverliesdrempel niet
zal halen. Dit zal vooral gelden voor ondernemingen in sectoren die door de beperkende
maatregelen tot 19 december 2021 niet of beperkt omzetverlies hadden, maar nu plotseling
hard worden geraakt door de lockdown, zoals niet-essentiële detailhandel en niet-essentiële
dienstverlening. Deze wijziging wordt enkel doorgevoerd voor het vierde kwartaal van
2021 vanwege het onvoorziene en abrupte karakter van de aangescherpte maatregelen.
Om ook ondernemers met een omzetverlies van 20% nog de kans te geven een aanvraag
voor subsidie voor het vierde kwartaal van 2021 in te dienen, wordt de aanvraagperiode
met twee weken verlengd (artikel I, onderdeel B). Op deze manier staat de regeling
acht weken open, zoals ook in vorige openstellingen het geval was. Dit betekent dat
ondernemers tot en met 11 februari 2022 een aanvraag voor TVL-subsidie voor het vierde
kwartaal van 2021 kunnen indienen.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de TVL uit. Zij acht de regeling
uitvoerbaar.
2. Regeldruk
Het verlengen van de aanvraagperiode van TVL voor het vierde kwartaal van 2021 heeft
geen gevolgen voor de regeldruk. In onderstaande paragrafen wordt ingegaan op de regeldruk
die het gevolg is van de verlaging van de omzetverliesdrempel voor het vierde kwartaal
van 2021.
Door het verlagen van de omzetverliesdrempel wordt de doelgroep van de regeling uitgebreid.
In combinatie met het langer voortduren van de lockdown en op basis van het aantal
aanvragen voor het derde kwartaal van 2021 is de inschatting dat 70.000 aanvragen
worden ingediend voor het vierde kwartaal van 2021. Dit heeft de volgende gevolgen
voor de regeldruk:
-
– Van de 70.000 aanvragers heeft naar verwachting 5% niet eerder TVL-subsidie aangevraagd.
Dit percentage bestaat uit een combinatie van 5% grote bedrijven, 15% kleine bedrijven
die door de verlaging van de vaste lastendrempel toegang krijgen tot de regeling en
80% andere bedrijven die eerder nog geen subsidie hebben aangevraagd. Het totaal nieuwe
aanvragers bedraagt ongeveer 3.500.
-
– Naar verwachting zal bij circa 2.100 bedrijven de subsidie een bedrag boven de € 125.000
bedragen. Dit heeft tot gevolg dat een aanvullende accountant verklaring moet worden
aangeleverd. Deze ondernemingen zullen hierover door RVO geïnformeerd worden. RVO
vraagt deze ondernemingen te bevestigen dat zij akkoord gaan met het aanleveren van
de verklaring bij de aanvraag tot subsidievaststelling.
-
– Ook de naar verwachting 175 grote ondernemingen, waarbij de verwachting is dat zij
grotendeels meer dan € 125.000 ontvangen, zullen bij de aanvraag om subsidievaststelling
een aanvullende accountantsverklaring moeten aanleveren, die toeziet op de samenstelling
van de groep.
-
– Al deze accountantsproducten zijn in de afgelopen TVL openstelling in nauwe samenwerking
met de NBA ontwikkeld en geoptimaliseerd, om de extra regeldruk maximaal te verlagen.
-
– Voor ondernemingen met een inschrijfdatum in het handelsregister vanaf 16 maart 2020
tot en met 30 juni 2020, die een subsidie van meer dan € 25.000 aanvragen, vereist
de regeling een extra verklaring bij aanvraag van een onafhankelijk en ter zake deskundig
persoon om aan te tonen dat de omzet in de referentieperiode en de schatting van de
omzet in de subsidieperiode naar waarheid zijn ingevuld. De kosten van een verklaring
van een onafhankelijk en ter zake deskundig persoon lopen sterk uiteen.
-
– Alle aanvragen moeten uiteindelijk ook worden vastgesteld. Alle vaststellingsaanvragen
worden automatisch vooraf ingevuld door de RVO en klaargezet. Naar verwachting is
het voor 70% van de aanvragers vervolgens mogelijk om zonder wijzigingen een vaststelling
af te ronden (route 1). 30% zal zelf aanvullende gegevens moeten aanleveren (route
2), omdat bijvoorbeeld de aangeleverde gegevens van de Belastingdienst niet voldoende
aansluiten op de feitelijke situatie van de ondernemer. Dat laatste geldt bijvoorbeeld
voor groepen ondernemingen en grote bedrijven, of voor ondernemers die niet over hun
gehele in aanmerking komende omzet BTW afdragen.
Op basis van de ten tijde van de openstelling voor het vierde kwartaal van 2021 geschatte
tijdsbesteding (zie hiervoor Stcrt. 2021, 50124) betekent dit:
Aanvragen (€ 2,7 mln.):
-
– 42 minuten voor aanvragers, € 27 per onderneming voor 70.000 ondernemingen is afgerond
€ 1,9 mln.
-
– 2.275 aanvragen van accountantsverklaring die toeziet op de samenstelling van de groep,
€ 340 per aanvraag is € 773.500.
-
– Derdenverklaring van een onafhankelijk en ter zake deskundig persoon van een gemiddeld
bedrag van € 800 ter verificatie van de referentieperiode voor ongeveer 80 startende
ondernemingen, bedraagt de totale regeldruk hiervoor € 64.000.
Vaststelling (€ 8,6 mln.):
-
– Route 1: 10 minuten per ondernemer of € 6,5 per ondernemer, 49.000 ondernemers is
€ 0,32 mln.
-
– Route 2: 40 minuten per ondernemer, € 26 per ondernemer voor 21.000 ondernemers is
€ 0,54 mln.
-
– Hier komt bij de 2.275 ondernemingen die een accountantsverklaring moeten aanleveren.
De kosten hiervoor bedragen gemiddeld € 3.400 per onderneming. Dit maakt een totaal
van € 7,7 mln.
De totale regeldruk voor de openstelling voor het vierde kwartaal 2021, op basis van
nieuwe kennis en wijzigen bedraagt daarmee: € 2,7 + € 8,6 mln. = € 11,3 mln.
Deze regeling is voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR). ATR heeft
het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke
gevolgen voor de regeldruk heeft.
3. Staatssteun
De TVL-subsidie bevat staatssteun. De subsidie is gebaseerd op paragraaf 3.1 van de
Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege
de huidige COVID-19-uitbraak (PbEU 2020, C 91 I) (hierna: Tijdelijke kaderregeling).
De verlaging van het omzetverliespercentage is aan de Europese Commissie voorgelegd.
De Europese Commissie heeft de wijziging goedgekeurd op 19 januari 2022 (SA.101235
(2021/N)). Zie hiervoor artikel I, onderdeel C.
4. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, zodat de uiterste datum waarop nog aanvragen
voor subsidie voor het vierde kwartaal van 2021 kunnen worden ingediend, nog gedurende
de openstellingstermijn met twee weken wordt uitgesteld. Met de datum van inwerkingtreding
en het moment van publicatie van deze regeling wordt afgeweken van het kabinetsbeleid
inzake de vaste verandermomenten voor regelgeving en de minimuminvoeringstermijn.
Dit wordt gerechtvaardigd door het feit dat een snelle inwerkingtreding van de subsidieregeling
aanmerkelijke nadelen voor de doelgroep voorkomt.
Aan artikel I, onderdeel A, wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 18 december
2021. Dit is de datum waarop de wijziging van de Regeling subsidie vaste lasten financiering
COVID-19 (hierna TVL) in verband met de openstelling van de TVL voor de periode oktober
tot en met december 2021 in werking (Stcrt. 2021, 50124) in werking trad. Het is nodig om terugwerkende kracht aan deze wijziging te verlenen
om te borgen dat de verlaagde omzetverliesdrempel geldt voor alle ondernemers die
een aanvraag voor TVL voor het vierde kwartaal van 2021 indienen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens