Beleidsregel van de Minister van Justitie en Veiligheid van 18 januari 2022, nr. 3789369, ten behoeve van de vaststelling van de tegemoetkoming in de teeltplanschade bedoeld in artikel 8 van de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid maakt bekend dat bij de vaststelling van de tegemoetkoming in de teeltplanschade, bedoeld in artikel 8 van de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021 (Staatscourant 2021, 40211), uitgegaan wordt van de in de bijlage opgenomen standaardopbrengst (SO-)normen per product per hectare.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

Op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen heeft de gedupeerde, indien aan de voorwaarden van artikel 4, derde lid, wordt voldaan, recht op een tegemoetkoming in (onder meer) teeltplanschade, waaronder wordt verstaan het financieel verlies door een mindere opbrengst dan redelijkerwijze mocht worden verwacht in de schadeperiode. In artikel 8 van de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021 is dit nader uitgewerkt. Zo wordt deze schade berekend in overeenstemming met artikel 30, zevende lid, van Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Landbouwvrijstellingsverordening (PbEU 2014, L 193).

De tegemoetkoming wordt bepaald op basis van de hoogte van de geleden schade.

Gezien de noodzaak tot een eenduidige schadeafhandeling, met inachtneming van de eisen van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid zal bij de vaststelling van de schade bij de meest gangbare gewassen uitgegaan worden van een index, te weten de standaardopbrengst (SO-)norm per product per hectare.1

Dit borgt dat, net als wanneer de schade met bedrijfseigen gegevens uit de bedrijfsadministratie bepaald wordt, deze is gebaseerd op de gemiddelde opbrengsten en de gemiddelde verkoopprijzen van de voorafgaande jaren. Om die reden voldoet de SO-norm als index die conform de genoemde EU-verordening kan worden gebruikt bij het vaststellen van de schade. De SO-norm kan dan ook worden beschouwd als de gemiddeld verkregen verkoopprijs zoals bedoeld in de toelichting bij de bovengenoemde Regeling op de berekening van de teeltplanschade (Stcrt 2021, 40211, blz 9).

De SO-norm is een gestandaardiseerde opbrengst (in euro) per hectare die met een gewas gemiddeld op jaarbasis wordt behaald. De SO-normen zijn gebaseerd op genormaliseerde vijfjaargemiddelde opbrengsten. De normen worden door Wageningen Economic Research (hierna: WEcR) vastgesteld in elk jaar dat Eurostat de Farm Structure Survey uitvoert. De standaardopbrengsten voor de meest gangbare gewassen worden door WEcR bepaald op basis van daadwerkelijk gerealiseerde productie en de waarde daarvan in de representatieve steekproef uit het BedrijvenInformatienet.2

Om de meest recente gegevens te gebruiken zijn de standaardopbrengsten per product voor de meest gangbare gewassen geactualiseerd en is een bedrag per hectare vastgesteld, waarmee wordt weergegeven de gemiddelde (bruto) opbrengst per hectare of per vierkante meter die in de betreffende productcategorie zou zijn behaald indien er geen schade zou zijn opgetreden door de wateroverlast. Daarbij is uitgegaan van de opbrengsten die gehanteerd zijn voor het bepalen van de meest recente standaardopbrengsten van de jaren 2016, 2017, 2018, 2019 (definitieve cijfers) en 2020 (voorlopige cijfers) en daarvan het gemiddelde, zoals ook de werkwijze is voor het bepalen van de SO-norm per product.

Het bepalen van de bruto opbrengst per product voor de standaardopbrengst (SO) verschilt van de bruto opbrengst in de Kwantitatieve Informatie voor de land- en tuinbouw (hierna: de KWIN). De SO wordt bepaald op basis van de gerealiseerde gemiddelde opbrengst bij een representatieve steekproef uit het BedrijvenInformatienet. De bruto opbrengst in de KWIN wordt bepaald op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek, en van teeltdeskundigen of de verwerkende industrie. De SO-norm en KWIN-norm betreffen bekende en gestandaardiseerde berekeningswijzen voor het vaststellen van deze indexen. Gekozen is om de SO-norm te gebruiken omdat daar de meest recente data van beschikbaar zijn.

Zoals hierboven aangegeven, heeft voor de meest gangbare gewassen een actualisatie plaatsgevonden en is de SO-norm berekend op basis van de meest recente, beschikbare gegevens en opgenomen in deze beleidsregel met het oog op artikel 30, zevende lid, van de Landbouwvrijstellingsverordening. Voor andere gewassen kan voor de reële waardebepaling gebruik gemaakt worden van de meest recente gegevens, te weten de NSO-typering agrarische bedrijven 2020 (basisjaren 2015–2019).

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

BIJLAGE

Onderstaande tabel geeft de te hanteren SO-normen (in euro per ha) voor de meest gangbare gewassen

Gewas

SO basisjaren 2016–20201

wintertarwe

2.010

wintergerst

1.610

zomertarwe

1.760

zomergerst

1.510

pootaardappelen

11.350

consumptieaardappelen

7.270

suikerbieten

3.110

zaaiuien

6.920

erwten (droog te oogsten)

970

snijmais

1.650

luzerne

980

chicorei

3.850

spelt

1.790

winterpeen

10.530

Gewas

SO basisjaren 2015–20192

blijvend grasland3

1.180

tijdelijk grasland3

1.180

natuurlijk grasland

350

X Noot
1

2020 betreft voorlopige uitkomsten voor de akkerbouwgewassen.

X Noot
2

De prijs van 11 cent is het prijsniveau van 2017 (het midden van 2015-2019).

X Noot
3

Per kg droge stof (d.s.) is de normatieve opbrengst 11 cent bij 10.700 kg d.s. per ha. De 25% laagste bedrijven scoren ruim 25% lager en de 25% beste ruim 25% hoger gemeten in d.s. (bron Flynth kringloopwijzer).

Naar boven