Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 september 2022, nr. MBO/33995522, houdende de wijziging van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 in verband met de vaststelling van het bedrag voor huisvestingskosten bij een school voor voortgezet onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs behorend bij een verticale scholengemeenschap of aoc en de vaste voet en de prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs behorend bij een aoc voor het jaar 2022

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

Gelet op artikel 6.3.1, eerste lid, juncto de artikelen 2.3.2, derde lid, en 2.4.1, eerste en tweede lid, zoals deze luidden op 1 januari 2022, van het Uitvoeringsbesluit WEB;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling WEB 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.1.1, eerste en tweede lid, wordt ‘€ 600,–’ vervangen door ‘€ 610,–’.

B

Artikel 3.1.2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het vastgestelde bedrag ter berekening van de vaste voet per instelling en de prijs per leerling, bedoeld in artikel 2.3.2, derde lid, van het besluit, bedraagt:

     

    voor het jaar 2022

    vastgesteld bedrag ter berekening van de vaste voet per instelling

    € 71.500,40

    prijs per leerling voorbereidend beroepsonderwijs, bestaande uit:

    € 8.274,35

     

    een component voor de personele kosten ad

    € 7.039,82

     

    een component voor materiële kosten ad

    € 1.234,53

    ondersteuningsbedrag per leerling, bestaande uit:

    € 5.187,62

     

    een component voor personele kosten ad

    € 4.988,21

     

    een component voor materiële kosten ad

    € 199,41

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

TOELICHTING

Algemeen

I. Aanleiding

In de Uitvoeringsregeling WEB 2007 worden de bedragen bekend gemaakt die zien op de rijksbijdrage voor exploitatie- en huisvestingskosten van een agrarisch opleidingscentrum (aoc) voor wat betreft het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo). Voor het kalenderjaar 2022 wordt het vastgestelde bedrag ter berekening van de vaste voet per instelling en de prijs per leerling vbo geactualiseerd naar aanleiding van de kabinetsbijdrage voor loon- en prijsontwikkeling in 2022. Daarnaast wordt het bedrag voor 2022 voor de huisvestingskosten voor scholen voor voortgezet onderwijs in een verticale scholengemeenschap met een instelling en voor voorbereidend beroepsonderwijs van aoc’s aangepast.

Op grond van artikel 2.3.2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB geschiedt de bekendmaking van deze nieuwe prijzen altijd voor 1 november van het kalenderjaar waarvoor de rijksbijdrage wordt vastgesteld.

De Regeling bekostiging vo-scholen is op eenzelfde wijze aangepast (Stcrt. 2022, 17117).

Overgangsrecht aoc’s

Met de inwerkingtreding van de Wet bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs1 zijn de aoc’s op 1 augustus 2022 omgezet naar verticale scholengemeenschappen, bestaande uit een beroepscollege en een school voor vbo. Middels overgangsrecht in artikel 6.3.1 van het Uitvoeringsbesluit WEB en artikel 5.2 van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 wordt het vbo-groen van de voormalige aoc’s voor kalenderjaar 2022 nog bekostigd en berekend op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en daarop gebaseerde regelgeving.

Vanaf 1 januari 2023 wordt het vbo bekostigd op grond van de Wet voortgezet onderwijs 2020 en daarop gebaseerde regelgeving. Voor verticale scholengemeenschappen geldt wel dat de huisvesting verloopt via de WEB. De huisvestingsvergoeding van voormalige aoc’s blijft dus, ook voor de vbo-school en eventuele scholen voor voortgezet onderwijs die deel uitmaken van de verticale scholengemeenschap, gebaseerd op artikel 3.1.1 van de Uitvoeringsregeling WEB 2007.

De artikelen 2.3.2, derde lid, en artikel 2.4.1, eerste en tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB vormen, in samenhang met artikel 6.3.1, eerste lid, de grondslag voor onderhavige regeling. De artikelen 2.3.2 en 2.4.1 zijn immers vervallen per 1 augustus 2022,2 maar door het overgangsrecht in 6.3.1, eerste lid, kunnen zij dit kalenderjaar nog gebruikt worden voor de berekening van de rijksbijdrage van de voormalige aoc’s.

II. Uitvoering en handhaafbaarheid

Deze wijzigingsregeling is voor een uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets voorgelegd aan de Dienst Uitvoering Onderwijs. DUO acht de regeling uitvoerbaar.

III. Regeldruk

Er zijn geen noemenswaardige regeldrukeffecten. De regeling bevat geen informatieverplichtingen voor bedrijven of burgers en veroorzaakt dus geen administratieve lasten. Evenmin is sprake van inhoudelijke nalevingskosten, behalve het kennisnemen van de nieuwe bedragen.

IV. Vaste verandermomenten

Er wordt in de wijzigingsregeling afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn van twee maanden. Reden hiervoor is dat in artikel 2.3.2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB is bepaald dat voor 1 november van het lopende kalenderjaar de definitieve bekostigingsbedragen worden vastgesteld. Daarmee zijn onderwijsinstellingen gebaat bij spoedige inwerkingtreding.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Met deze wijziging van artikel 3.1.1 van de Uitvoeringsregeling WEB 2007 worden de bedragen voor de huisvestingskosten voor een school voor voortgezet onderwijs in een verticale scholengemeenschap met een instelling en voor het voorbereidend beroepsonderwijs (vbo) behorend bij aoc’s vastgesteld op € 610,–. Voornoemde bedragen worden conform artikel 2.4.1, eerste en tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB in deze regeling bepaald.

Onderdeel B

Met deze wijziging van artikel 3.1.2 worden de vaste voet per instelling en de prijzen per leerling van een agrarisch opleidingscentrum voor wat betreft het vbo voor de vaststelling van de rijksbijdrage voor kalenderjaar 2022 geactualiseerd. Dit gebeurt op grond van artikel 2.3.2, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit WEB.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven