Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 september 2022, kenmerk 3406817-1033316-DUS-I, houdende wijziging van de Beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS in verband met het verlagen van de kortingspercentages bij het niet voldoen aan de meldingsplicht of de aanvraag tot vaststelling

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS wordt als volgt gewijzigd:

A

Het eerste lid van artikel 1 komt te luiden:

Deze beleidsregels zijn van toepassing op subsidies die worden verstrekt door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

B

Artikel 3a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder a wordt ‘10% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 100.000’ vervangen door ‘3% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 9.000’.

2. Onder b wordt ‘7% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 70.000’ vervangen door ‘1% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 3.000’.

3. Onder c wordt ‘5% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 50.000’ vervangen door ‘0,5% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 1.500’.

4. Onder d wordt ‘3% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 30.000’ vervangen door ‘0,25% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 750’.

C

Artikel 4, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder a wordt ‘10% van het bedrag van de verleende subsidie tot ten hoogste € 100.000’ vervangen door ‘3% van het bedrag van de verleende subsidie tot ten hoogste € 9.000’.

2. Onder b wordt ‘7% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 70.000’ vervangen door ‘1% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 3.000’.

3. Onder c wordt ‘5% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 50.000’ vervangen door ‘0,5% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 1.500’.

4. Onder d wordt ‘3% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 30.000’ vervangen door ‘0,25% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 750’.

D

In artikel 4 wordt onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid, een lid ingevoegd, luidende:

• 5. Indien rekening en verantwoording dient te worden afgelegd aan de hand van een financieel verslag dat vergezeld gaat van een controleverklaring, opgesteld door een accountant en de accountant een controleverklaring met beperking of oordeelsonthouding afgeeft, kan op het bedrag van de vast te stellen subsidie of het relevante subsidieonderdeel een bedrag in mindering gebracht worden van minstens 20%.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Met het onderhavige besluit worden de Beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS (hierna: de Beleidsregels) gewijzigd. De wijziging heeft betrekking op het niet naleven van de verplichting melding te maken van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de subsidieverstrekking, de verplichting voor de aanvrager om een volledige aanvraag tot vaststelling van een subsidie te doen en het toevoegen van de mogelijkheid om een korting toe te passen waar een controleverklaring met beperking of oordeelsonthouding door een accountant wordt afgegeven bij de aanvraag tot vaststelling.

Meldingsplicht artikel 3a

De subsidieontvanger wordt geacht in staat te zijn tijdig relevante omstandigheden te melden. Het betreft dan bijvoorbeeld de omstandigheid dat tijdens de periode waarvoor de subsidie is verstrekt aannemelijk is geworden dat de gesubsidieerde activiteiten niet, niet tijdig of niet geheel worden uitgevoerd. Tijdige melding is van belang voor een effectief en efficiënt financieel beheer van het departement.

Om de handhaving van de meldingsplicht kracht bij te zetten, zijn er door het Besluit van de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 april 2011¹ consequenties verbonden aan het niet naleven van de meldingsplicht. Dit is opgenomen in artikel 3a. Als de subsidieontvanger de meldingsplicht niet naleeft, wordt de subsidie gekort. De omvang van de korting is afhankelijk van de ernst van de omstandigheden die niet gemeld zijn. Deze korting wegens het niet melden van relevante omstandigheden komt boven op de verlaging waartoe de omstandigheden op zichzelf al aanleiding geven.

Sinds de toevoeging van artikel 3a en de daarin vermeldde kortingspercentages is in de praktijk gebleken dat deze in veel gevallen als disproportioneel hoog worden ervaren. In het kader van de rechtszekerheid, om de duidelijkheid voor aanvragers te vergroten en om onnodige procedures te voorkomen is er daarom voor gekozen om de percentages aan te passen.

De onderstaande tabel geeft het nieuwe verband tussen de verlaging en de korting in een overzicht weer:

Verlaging verstrekte subsidie als gevolg van omstandig- heden	korting verstrekte subsidie vanwege niet-naleving meldingsplicht
van 15% tot 25%	0,25%	maximaal € 750
van 25% tot 35%	0,5%	maximaal € 1.500
van 35% tot 50%	1%	maximaal € 3.000
50% of meer	3%	maximaal € 9.000

De toepassing van het lager vaststellen van de subsidie blijft zoals deze eerder al was, alleen de percentages waarmee de subsidie daarboven wordt gekort worden aangepast.

Ter verduidelijking wordt hiervan een rekenvoorbeeld gegeven:

• Verleende subsidie: € 100.000;

• Lagere vaststelling wegens relevante omstandigheden: € 30.000. Dit is gelijk aan 30% van de verleende subsidie à € 100.000;

• Korting wegens niet-naleving van de meldingsplicht: 0,5% (eerder: 5%) van de verleende subsidie à € 100.000, oftewel € 500 (eerder: € 5.000);

• Vaststelling subsidie: € 100.000 verminderd met € 30.000 en verminderd met € 500 is € 69.500 (eerder € 65.000).

• Het terug te vorderen bedrag is daarmee € 30.500.

Aanvraag tot vaststelling artikel 4

Na afloop van de periode waarvoor een subsidie is verleend, dient de subsidie definitief te worden vastgesteld. Dat geschiedt op aanvraag van de subsidieontvanger. Bij of krachtens wettelijk voorschrift is bepaald hoe en wanneer die aanvraag moet worden ingediend. Als de subsidieontvanger niet aan de wettelijke voorschriften voldoet, wordt de gelegenheid geboden die gebreken binnen een daarbij aangeven termijn te herstellen. Wanneer de aanvraag dan nog steeds niet in orde is, wordt desondanks overgegaan tot vaststelling van de subsidie. Bij de vaststelling wordt de subsidie verlaagd omdat niet tijdig en volledig is voldaan aan de wettelijk voorschriften.

Voor het niet voldoen aan de verplichtingen verbonden aan de aanvraag tot vaststelling zijn kortingspercentages opgenomen in artikel 4. Bij het invoegen van artikel 3a, is aangesloten bij deze kortingspercentages. Nu de kortingspercentages in artikel 3a worden verlaagd is het daarom logisch om vast te houden aan de gelijke hoogte van de verlagingen en daarmee ook de percentages in artikel 4 te wijzigen. De achterliggende redenering voor verlaging van de kortingspercentages is immers hetzelfde als voor artikel 3a. Dit leidt tot het volgende overzicht voor wat betreft de tekortkomingen in de aanvraag tot vaststelling en de daaraan gekoppelde kortingspercentages:

Mate waarin niet is voldaan aan de verplichting tot het indienen van een aanvraag tot vaststelling	korting verstrekte subsidie vanwege niet-naleving verplichting tot aanvraag vaststelling subsidie
Er kleven uitsluitend andere dan onderstaande gebreken aan de aanvraag.	0,25%	maximaal € 750
Eén van de drie voorgeschreven verantwoordingselementen ontbreekt.	0,5%	maximaal € 1.500
- twee van de drie voorgeschreven verantwoordingselementen ontbreken; of - één van de twee voorgeschreven verantwoordingselementen ontbreekt.	1%	maximaal € 3.000
- Er is in het geheel geen aanvraag tot vaststelling van een verleende subsidie ontvangen; of - alle voorgeschreven verantwoordingselementen ontbreken.	3%	maximaal € 9.000

Controleverklaring met beperking of oordeelsonthouding artikel 4

Naast het aanpassen van verlagingen in artikel 4, vierde lid, is besloten om een lid toe te voegen aan artikel 4. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om een korting toe te passen wanneer rekening en verantwoording dient te worden afgelegd aan de hand van een financieel verslag dat vergezeld gaat van een controleverklaring, opgesteld door een accountant, en de accountant een controleverklaring met beperking of oordeelsonthouding afgeeft. In deze gevallen kan een bedrag in mindering worden gebracht van minstens 20% op de vast te stellen subsidie of het relevante subsidieonderdeel. Voor het toevoegen van dit lid is gekozen om de in de praktijk ontstane werkwijze bij dergelijke gevallen vast te leggen in deze Beleidsregels.

Als uit de verantwoording blijkt dat subsidiegelden op basis van de door de subsidieontvanger gevoerde administratie niet voldoende zijn verantwoord (onzekere post) kan deze korting worden opgelegd. Als uit de verantwoording blijkt dat er wel activiteiten zijn verricht wordt een korting van 20% in de meeste gevallen redelijk geacht, i.e. 80% van de onzekere post wordt wel vergoed.

Voordat de subsidie op het lagere bedrag wordt vastgesteld, wordt bij de subsidieontvanger om meer informatie gevraagd over de onzekere post. Als de korting genoemd in artikel 4, vijfde lid, wordt toegepast wordt dit in de beschikking gemotiveerd.

Overig

Van de gelegenheid is ten slotte gebruik gemaakt om het toepassingsbereik van de Beleidsregels in artikel 1 aan te passen. Dit is gebeurd om te voorkomen dat bij een herverdeling van de portefeuilles de Beleidsregels gewijzigd dient te worden. Daarbij vallen alle subsidies bij het departement uiteindelijk onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport waardoor het onderscheid geen toegevoegde waarde heeft in de regeling.

Er is voor gekozen om de onderhavige wijziging met terugwerkende kracht in werking te laten treden omdat er in de praktijk al op is geanticipeerd dat de kortingspercentages gewijzigd zouden worden. Te verduidelijking en in het kader van de rechtszekerheid voor de subsidieontvangers is werking met terugwerkende kracht noodzakelijk.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

---

1 Staatscourant 2011 nr. 7999 6 mei 2011