Besluit van de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 april 2011, tot wijziging van de Beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS en JenG in verband met de meldingsplicht

De Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS en JenG wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De puntkomma aan het slot van onderdeel b wordt vervangen door een punt.

2. Onderdeel c vervalt.

B

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a. Meldingsplicht

  • 1. Indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichting tot schriftelijke melding van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie, wordt op het bedrag van de verstrekte subsidie in ieder geval een bedrag in mindering gebracht van:

    • a. 10% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 100.000 indien het bedrag van de verstrekte subsidie met 50% of meer wordt verlaagd op grond van de omstandigheden waarvan de subsidieontvanger geen melding of geen tijdige melding heeft gedaan;

    • b. 7% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 70.000 indien het bedrag van de verstrekte subsidie met 35% tot 50% of meer wordt verlaagd op grond van de omstandigheden waarvan de subsidieontvanger geen melding of geen tijdige melding heeft gedaan;

    • c. 5% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 50.000 indien het bedrag van de verstrekte subsidie met 25% tot 35% wordt verlaagd op grond van de omstandigheden waarvan de subsidieontvanger geen melding of geen tijdige melding heeft gedaan;

    • d. 3% van het bedrag van de verstrekte subsidie tot ten hoogste € 30.000 indien het bedrag van de verstrekte subsidie met 15% tot 25% wordt verlaagd op grond van de omstandigheden waarvan de subsidieontvanger geen melding of geen tijdige melding heeft gedaan.

  • 2. Afhankelijk van de omstandigheden waarvan de subsidieontvanger geen melding of geen tijdige melding heeft gedaan, kan de minister een hoger bedrag in mindering brengen op de subsidie dan voortvloeit uit het eerste lid.

C

In artikel 8 wordt ‘Beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS en JenG’ vervangen door: Beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2011.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

TOELICHTING

Met het onderhavige besluit worden de Beleidsregels handhaving subsidiebepalingen VWS uitgebreid. De uitbreiding heeft betrekking op het niet naleven van de verplichting melding te maken van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de subsidieverstrekking. Deze meldingsplicht is aangescherpt bij de implementatie van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking door middel van de introductie van de Kaderregeling VWS-subsidies en bijbehorende aanpassingsregeling. Het betreft onder meer de omstandigheid dat tijdens de periode waarvoor de subsidie is verstrekt aannemelijk is geworden dat de gesubsidieerde activiteiten niet, niet tijdig of niet geheel worden uitgevoerd. Ook wanneer aannemelijk is geworden dat niet of niet geheel aan de subsidieverplichtingen zal worden voldaan, bestaat aanleiding tot melding. Tijdige melding is van belang voor een effectief en efficiënt financieel beheer van het departement.

De subsidieontvanger wordt geacht in staat te zijn tijdig relevante omstandigheden te melden. De subsidieontvanger is immers gehouden de beoogde doeleinden doelmatig na te streven en de activiteiten op verantwoorde wijze te besturen. Ook wordt de subsidieontvanger veelal geacht om een deugdelijke administratie te voeren. Naleving van deze verplichtingen impliceert dat de subsidieontvanger het verloop van de gesubsidieerde activiteiten en de bekostiging daarvan kan volgen. Op basis daarvan mag van de subsidieontvanger verlangd worden dat al tijdens de periode waarvoor de subsidie wordt verstrekt zo spoedig mogelijk melding gemaakt wordt van relevante omstandigheden.

Indien pas bij de subsidievaststelling blijkt dat zich meldenswaardige omstandigheden hebben voorgedaan, kan de subsidieontvanger er zich in beginsel niet op beroepen dat eerst bij het opstellen van de aanvraag tot subsidievaststelling inzicht is verkregen in relevante omstandigheden. Dat inzicht zal er immers al moeten zijn binnen een redelijke termijn nadat de meldenswaardige omstandigheden zich hebben voorgedaan. Hoe lang die redelijke termijn is, hangt onder meer af van de ernst van de omstandigheden en de mate waarin die omstandigheden ingrijpen in de (bekostiging van) de gesubsidieerde activiteiten.

Teneinde de handhaving van de meldingsplicht kracht bij te zetten, worden er ingevolge de onderhavige uitbreiding van de beleidsregels consequenties verbonden aan het niet naleven van de meldingsplicht. Indien de subsidieontvanger de meldingsplicht niet naleeft, wordt de subsidie gekort. De omvang van de korting is afhankelijk van de ernst van de omstandigheden die niet gemeld zijn (artikel 3a, eerste lid). Deze korting wegens het niet melden van relevante omstandigheden komt bovenop de verlaging waartoe de omstandigheden op zichzelf al aanleiding geven. De onderstaande tabel geeft dit verband in een overzicht weer:

Verlaging verstrekte subsidie als gevolg van omstandigheden

korting verstrekte subsidie vanwege niet-naleving meldingsplicht

van 15% tot 25%

3%

maximaal € 30.000

van 25% tot 35%

5%

maximaal € 50.000

van 35% tot 50%

7%

maximaal € 70.000

50% of meer

10%

maximaal € 100.000

De korting van de subsidie wordt uiteraard toegepast op het bedrag dat aan subsidie was verstrekt op het moment dat niet werd voldaan aan de meldingsplicht. Doorgaans is dat het bedrag van de verleende subsidie, maar het is ook mogelijk dat de subsidie al is vastgesteld voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt verstrekt. In dat laatste geval wordt de korting toegepast op het bedrag van de vastgestelde subsidie. Verder betekent dit dat de subsidie niet eerst verlaagd wordt op grond van relevante omstandigheden om vervolgens met het aldus verlaagde bedrag de korting wegens niet-naleving van de meldingsplicht te berekenen. Ter verduidelijking wordt hiervan een rekenvoorbeeld gegeven:

  • verleende subsidie: € 100.000;

  • verlaging wegens relevante omstandigheden: € 30.000. Dit is gelijk aan 30% van de verleende subsidie à € 100.000;

  • korting wegens niet-naleving meldingsplicht: 5% van de verleende subsidie à € 100.000 ofwel € 5.000;

  • vaststelling subsidie: € 100.000 verminderd met € 30.000 en met € 5.000 is € 65.000.

Er kunnen zich situaties voordoen waarin dit soort kortingen niet opwegen tegen de overtreding van de meldingsplicht. Indien bijvoorbeeld een omvangrijke subsidie van enkele tientallen miljoenen euros met 10% wordt verlaagd wegens omstandigheden die niet zijn gemeld, gaat het toch om een verlaging van enkele miljoenen euros. In dergelijke gevallen zullen er gevolgen verbonden kunnen worden aan het achterwege laten van de melding, ook al volgt dat niet uit het eerste lid van het nieuwe artikel 3a. En als zo'n subsidie met bijvoorbeeld 20% wordt verlaagd, zou ingevolge artikel 3a, eerste lid, slechts een korting van € 30.000 worden opgelegd. Het tweede lid van artikel 3a maakt het mogelijk om dan een hogere, passende korting toe te passen. Uiteraard zal ook een afwijkende korting de evenredigheidstoets moeten kunnen doorstaan.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de beleidsregels aan te passen aan de portefeuilleverdeling van het huidige kabinet, dat geen Minister voor Jeugd en Gezin kent. Daartoe zijn het toepassingsbereik (artikel 1) en de citeertitel (artikel 8) gewijzigd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner.

Naar boven