Regeling van de Minister Primair en Voortgezet Onderwijs van 31 augustus 2022, nr. PO/33528646, houdende regels voor de subsidieverstrekking voor expertisedeling ten behoeve van onderwijs aan nieuwkomersleerlingen (Subsidieregeling expertisedeling onderwijs nieuwkomersleerlingen)

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de WPO of artikel 1 van de WVO 2020;

DUS-I:

Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen;

minister:

Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

nieuwkomersleerling:
  • a. asielzoeker of overige vreemdeling als bedoeld in artikel 32, eerste lid, artikel 33, eerste lid, artikel 34, eerste lid, onder b of artikel 34, tweede lid, onder a, b of c, van de Tweede Regeling bekostiging personeel PO 2021–2022 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2021–2022; of

  • b. leerling die vreemdeling is als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000, als werkelijk schoolgaand staat ingeschreven bij een school als bedoeld in artikel 1 van de WVO 2020, geen internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs of Europees secundair onderwijs volgt en korter dan twee jaar in Nederland verblijft;

school:

school als bedoeld in artikel 1 van de WPO of artikel 1 van de WVO 2020;

WPO:

Wet op het primair onderwijs;

WVO 2020:

Wet op het voortgezet onderwijs 2020.

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW,SZW en VWS

De Kaderregeling subsidies OCW SZW en VWS is van toepassing op subsidies die op grond van deze regeling worden vertrekt.

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

  • 1. De minister kan subsidie verstrekken aan een bevoegd gezag van een school die voorkomt op de lijst van scholen in bijlage 1 bij deze subsidieregeling voor het delen van expertise over het geven van onderwijs aan nieuwkomersleerlingen.

  • 2. De subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die een bevoegd gezag uitvoert of laat uitvoeren ter ondersteuning van andere scholen bij het geven van onderwijs aan nieuwkomersleerlingen.

  • 3. Onder de activiteiten, bedoeld in het tweede lid, wordt in ieder geval verstaan:

    • a. het delen van kennis of expertise over het geven van onderwijs aan nieuwkomersleerlingen;

    • b. het begeleiden van intakegesprekken met nieuwkomersleerlingen;

    • c. het begeleiden of uitvoeren van de ontwikkeling van lesplannen, leerlijnen of doorstroomperspectieven voor nieuwkomersleerlingen;

    • d. overige activiteiten die redelijkerwijs van belang zijn ter ondersteuning van het onderwijs aan nieuwkomersleerlingen.

  • 4. Onder de activiteiten, bedoeld in het tweede lid, wordt niet verstaan het daadwerkelijk geven van onderwijs aan nieuwkomersleerlingen.

Artikel 4. Subsidieplafond en wijze van verdeling van beschikbare middelen

  • 1. Voor de subsidieverstrekking op grond van deze regeling is een bedrag beschikbaar van € 3.000.000.

  • 2. Het subsidiebedrag voor een subsidie aan een bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de WPO bedraagt € 31.645 per school als bedoeld in bijlage 1 bij deze subsidieregeling.

  • 3. Het subsidiebedrag voor een subsidie aan een bevoegd gezag als bedoeld artikel 1 van de WVO 2020 bedraagt € 7.812 per school als bedoeld in bijlage 1 bij deze subsidieregeling.

  • 4. Indien het bedrag, bedoeld in het eerste lid, niet volledig wordt benut, wordt het restant gelijkelijk verdeeld over alle voor toewijzing in aanmerking komende aanvragen. Hierbij wordt een maximumbedrag gehanteerd van € 60.000 per school als bedoeld in bijlage 1 bij deze subsidieregeling voor subsidieverstrekking aan een bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de WPO en een maximumbedrag van € 40.000 per school als bedoeld in bijlage 1 bij deze subsidieregeling voor subsidieverstrekking aan een bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de WVO 2020.

Artikel 5. Aanvraag subsidie

  • 1. Een subsidieaanvraag kan worden ingediend van 15 september 2022 tot en met 15 oktober 2022.

  • 2. Per school kan ten hoogste één aanvraag worden ingediend.

  • 3. Voor de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van het digitale aanvraagformulier dat is bekendgemaakt op de website www.dus-i.nl.

Artikel 6. Uitvoering activiteiten

De te subsidiëren activiteiten worden uiterlijk op 31 december 2023 afgerond.

Artikel 7. Verstrekking en betaling

  • 1. Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

  • 2. De subsidie wordt direct vastgesteld binnen 9 weken na sluiting van de aanvraagtermijn.

Artikel 8. Verantwoording

  • 1. De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

  • 2. De subsidieontvanger toont op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn. De Minister kan daarbij vragen om schriftelijke verklaringen van de scholen waarmee expertise is gedeeld, waaruit blijkt dat deze scholen daadwerkelijk begeleiding hebben ontvangen.

Artikel 9. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling expertisedeling onderwijs nieuwkomersleeringen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

BIJLAGE 1. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3 VAN DE SUBSIDIEREGELING EXPERTISEDELING ONDERWIJS NIEUWKOMERSLEERLINGEN

Deze bijlage is gebaseerd op de bekostigingsgegevens van 2021. Nadere toelichting over het tot stand komen staat in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 3.

Schooltype

BRIN-nummer

Bevoegd gezag

PO

03RN

43305

PO

05FP

40020

PO

05SR

74531

PO

05YC

41692

PO

06CA

41362

PO

06CQ

83280

PO

06CS

40971

PO

06XO

48348

PO

08QW

83280

PO

10FM

30240

PO

10FZ

41373

PO

10GZ

31384

PO

10MM

42683

PO

11DX

73919

PO

11IP

29810

PO

11LL

41516

PO

11OD

41813

PO

11QV

41012

PO

12EG

41735

PO

12HC

73712

PO

12SL

40928

PO

12TR

10925

PO

12WB

41441

PO

12WE

41001

PO

13BC

41775

PO

13BQ

41856

PO

13KT

85255

PO

13LB

41630

PO

13UI

41522

PO

13YD

41535

PO

13ZY

20281

PO

14EC

41567

PO

14IM

41780

PO

14LQ

41858

PO

15KJ

42719

PO

15KV

42504

PO

15LA

42610

PO

15LX

41639

PO

15SM

41862

PO

15WT

41514

PO

15XA

40662

PO

15ZZ

20281

PO

16IC

85255

PO

16YB

47595

PO

17RY

41248

PO

17ZI

24597

PO

17ZR

62662

PO

18ES

83280

PO

18GY

41775

PO

18NV

41518

PO

18OF

40378

PO

18PT

41693

PO

18RA

41461

PO

18WK

41579

PO

18WN

41494

PO

18WX

41775

PO

19AG

41852

PO

19BA

41674

PO

19LM

41493

PO

19MH

41572

PO

19ML

41345

PO

19NA

41493

PO

19NE

58761

PO

19NQ

41572

PO

19OQ

41572

PO

19RD

41645

PO

19US

41645

PO

19VH

70176

PO

20FB

41566

PO

20XQ

41663

PO

20XU

41781

PO

20ZG

41774

PO

23RW

65287

PO

23TX

41580

PO

24EE

42669

PO

24PB

40269

PO

26PF

41676

PO

27PB

13622

PO

27YN

41676

VO

00AH

41804

VO

00MV

40931

VO

00NE

40856

VO

00WD

49558

VO

01AA

40810

VO

01GH

40681

VO

01GN

40842

VO

01KL

41664

VO

01VJ

35647

VO

01VN

41285

VO

01XN

12975

VO

02EX

41158

VO

02HI

31107

VO

02KB

53990

VO

02LB

41775

VO

02LG

35647

VO

02NZ

42571

VO

02VG

41071

VO

03XF

41203

VO

03XS

40304

VO

04HR

40956

VO

04YE

13586

VO

05FJ

41391

VO

12IR

41737

VO

14RC

41297

VO

14SM

40696

VO

15KR

41775

VO

16AW

41676

VO

16FP

41442

VO

16IH

42508

VO

16OX

41211

VO

16PS

26157

VO

17YS

40586

VO

18DD

41391

VO

19RX

41211

VO

19TI

41664

VO

19XH

35647

VO

20AB

41298

VO

20BC

40377

VO

20BK

41840

VO

20CJ

41568

VO

20CN

41581

VO

20CR

41195

VO

20DF

42506

VO

20DH

42571

VO

20DL

13603

VO

20EM

42510

VO

20GD

31087

VO

20KQ

42818

VO

20LO

13273

VO

20MJ

41360

VO

21GU

20281

VO

23FY

41211

VO

23YU

41071

VO

24PY

41397

VO

24TP

41386

VO

24TR

41475

VO

25DA

41883

VO

25GE

40608

VO

25GL

13554

VO

25LX

31107

VO

25MB

40854

VO

27MD

41009

VO

27ZH

41391

TOELICHTING

Algemeen

Kinderen van nieuwkomers krijgen in Nederland tijdens de eerste periode dat zij in Nederland zijn meestal les op scholen die hier ervaring mee hebben en die expertise hebben opgebouwd met het onderwijs aan deze groep. Deze scholen (nieuwkomersvoorzieningen) staan in het voortgezet onderwijs bekend als Internationale Schakelklassen (ISK’s) of de Eerste Opvang Anderstaligen (EAO). In het primair onderwijs zijn er verschillende namen voor deze voorzieningen, bijvoorbeeld nieuwkomersschool of taalschool. Het komt ook voor dat nieuwkomerskinderen direct naar reguliere klassen of schoollocaties gaan. Dat geldt bijvoorbeeld vaak voor jonge kinderen die starten in groep 1 van de basisschool.

Vanwege de grote aantallen ontheemden uit Oekraïne en tevens grote toestroom van andere nieuwkomerskinderen, is er niet overal voldoende plek in nieuwkomersvoorzieningen. Om die reden zet de regering in op het uitbreiden van het aantal onderwijsplaatsen. In de eerste plaats heeft de regering om deze reden het wetsvoorstel voor de ‘Wet tijdelijke onderwijsvoorzieningen bij massale toestroom van ontheemden’ ingediend.1 Naast tijdelijke onderwijsvoorzieningen zijn er ook scholen die ontheemde leerlingen of andere nieuwkomersleerlingen in reguliere klassen opvangen, bijvoorbeeld omdat er geen plek meer is op een nieuwkomersvoorziening, of wanneer dit de voorkeur van de ouders heeft.

Het is belangrijk dat ook de nieuwkomersleerlingen die niet door gespecialiseerde nieuwkomersvoorzieningen, maar door reguliere scholen in reguliere klassen of in tijdelijke onderwijsvoorzieningen worden opgevangen, les krijgen op een manier die bij hen past en dat deze leerlingen voldoende ondersteuning krijgen. Daarom komen ook reguliere scholen en tijdelijke onderwijsvoorzieningen in aanmerking voor nieuwkomersbekostiging. Reguliere scholen hebben echter ook kennis en expertise nodig om deze kinderen goed les te kunnen geven. Dit is extra van belang voor scholen die nog helemaal geen ervaring hebben met nieuwkomers, maar die nu, vanwege de massale toestroom van ontheemden, wel aan nieuwkomers lesgeven. Het is wenselijk dat scholen met veel ervaring met het onderwijs aan nieuwkomers ertoe worden aangezet om de hiervoor benodigde kennis en expertise met andere scholen delen. Leraren en interne begeleiders (IB’ers) van scholen met veel ervaring kunnen bijvoorbeeld uitleg geven aan leraren en IB’ers van scholen zonder die ervaring. Ook kunnen zij bijvoorbeeld helpen met het opstellen van lesplannen, of met andere zaken waarin de onervaren school behoefte aan expertise heeft. Om het delen van expertise aan te moedigen en te faciliteren zet de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs eenmalig een subsidieregeling in voor expertisedeling voor nieuwkomersonderwijs. Hiermee kunnen scholen die aantoonbaar ervaring hebben met het geven van nieuwkomersonderwijs personeel vrijmaken om hun expertise te delen.

Regeldruk

De administratieve lasten voor scholen bestaan uit het kennisnemen van de regeling en deze aanvragen, na eventuele afstemming intern en met scholen in de omgeving. Daarnaast moeten scholen aan het eind van de looptijd hun inzet verantwoorden en worden gevraagd mee te werken aan een kort onderzoek. De lasten voor het aanvragen en verantwoorden zijn zo beperkt mogelijk gehouden door een eenvoudig aanvraagformulier te gebruiken, en door bij de verantwoording uit te gaan van een relatief licht verantwoordingsregime.

Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant. Daarmee wordt afgeweken van het uitgangspunt van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten dat de regeling ten minste twee maanden voor inwerkingtreding wordt gepubliceerd. In dit geval is een afwijking van de vaste verandermomenten niet bezwaarlijk, omdat de regeling begunstigend is voor de subsidieontvangers en zij hiervan reeds op de hoogte zijn door middel van voorlichting.

Advies en consultatie

Adviesvraag LOWAN PO en VO

Bij het opstellen van deze regeling zijn LOWAN PO en VO reeds intensief betrokken, zij kunnen zich vinden in de regeling.

Uitvoeringstoets DUS-I

DUS-I heeft aangegeven dat zij de regeling uitvoerbaar acht. De ADR is niet om reactie gevraagd. De Inspectie van het Onderwijs heeft geen opmerkingen bij deze regeling.

Advies Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR)

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Artikelsgewijs

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Op de subsidies die op grond van deze regeling worden verstrekt is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS van toepassing. Dit betekent onder andere dat de subsidieontvangers, op grond van artikel 5.4 van de Kaderregeling, verplicht zijn mee te werken aan door de minister in te stellen onderzoek. In het geval van deze regeling zal dit onderzoek bestaan uit een korte vragenlijst over de manier waarop subsidieontvangers de expertisedeling hebben ingevuld en de subsidie hebben ingezet. Deze vragenlijst wordt ingezet als beleidsinformatie.

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

Lid 1 geeft aan dat de scholen in de bijlage in aanmerking komen voor de subsidieregeling. Deze lijst is op de volgende manier tot stand gekomen: De subsidieregeling is bedoeld voor scholen die expertise hebben in het geven van nieuwkomersonderwijs. Omdat er geen centrale registratie is van nieuwkomersscholen, wordt bekeken of een school al voor de oorlog in Oekraïne nieuwkomersonderwijs verzorgde aan een grote groep nieuwkomers en dus al de nodige expertise in het nieuwkomersonderwijs heeft opgebouwd. Dit wordt bekeken aan de hand van de nieuwkomersbekostiging die scholen in het po en het vo ontvangen. Wanneer een school op minstens twee teldata van 2021 respectievelijk minstens 30 eerstejaars asielzoekers of overige vreemdelingen (po) of minstens 50 nieuwkomers in categorie 1 en 2 (vo) had, komt deze in aanmerking voor de subsidie. Dit komt ongeveer overeen met minstens twee (po) respectievelijk drie (vo) nieuwkomersklassen. Het verschil in drempel is gekozen omdat er in het vo een grotere schaalgrootte is dan in het po. In het po is ervoor gekozen om alleen eerstejaars nieuwkomers mee te tellen en in het vo ook tweedejaars omdat de verblijfsduur van een leerling op een nieuwkomersvoorziening in het vo gemiddeld langer is. De lijst scholen die op basis van deze criteria in aanmerking komen wordt openbaar gepubliceerd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en is als bijlage 1 opgenomen bij deze regeling.

De hierboven toegelichte selectie is noodzakelijk om op basis van objectieve criteria te kunnen bepalen welke scholen in aanmerking komen voor de subsidie. Een meer kwalitatieve beoordeling van welke scholen in aanmerking komen zou te veel tijd kosten, omdat het juist van belang is dat de expertisedeling zo snel mogelijk kan starten. Ook zouden de baten van een dergelijke intensieve beoordeling niet opwegen tegen de uitvoeringskosten daarvan.

Daarnaast wordt in dit artikel vastgesteld welke activiteiten voor de subsidie in aanmerking komen. Het gaat om activiteiten die een subsidieontvanger uitvoert (of laat uitvoeren) ter ondersteuning van het onderwijs aan nieuwkomersleerlingen op een andere school (lid 2). De subsidie is niet bedoeld om het onderwijs zelf te bekostigen (lid 4), maar uitsluitend voor activiteiten die de andere school erbij ondersteunen om dat onderwijs op een goede manier uit te kunnen voeren. In het derde lid staat opgesomd dat de volgende activiteiten hier in ieder geval onder vallen:

  • a. activiteiten voor het delen van kennis of expertise over het geven van onderwijs aan nieuwkomersleerlingen;

  • b. begeleiden van intakegesprekken van nieuwkomersleerlingen;

  • c. begeleiden of uitvoeren van de ontwikkeling van lesplannen, leerlijnen of doorstroomperspectieven voor nieuwkomersleerlingen;

  • d. overige activiteiten die redelijkerwijs van belang zijn ter ondersteuning van het onderwijs aan nieuwkomersleerlingen.

Onderdeel d van het derde lid is daarbij opgenomen om ervoor te zorgen dat de lijst niet limitatief is. Alle activiteiten die redelijkerwijs van belang zijn om te zorgen voor ondersteuning van het onderwijs aan nieuwkomersleerlingen op de school die de expertise ontvangt komen in aanmerking. Dit geeft scholen regionaal de ruimte om te kijken welke aanpak het meest geschikt is en waar het meeste behoefte aan is.

Artikel 4. Subsidieplafond en wijze van verdeling van beschikbare middelen

Op basis van de bijlage komt een maximumaantal scholen in aanmerking voor de subsidie. Als al deze scholen de subsidie aanvragen, wordt de subsidie vastgesteld op € 31.645 per po school en € 7.812 per vo school. Aan deze verdeling ligt de volgende verdeling van het hoofdbudget ten grondslag. Het budget van € 3 miljoen is gesplitst in twee aparte budgetten voor po en vo. Voor po is € 2,5 miljoen beschikbaar en voor vo € 0,5 miljoen. Deze verdeling is zo gemaakt omdat er minder Oekraïense leerlingen in het vo instromen en omdat zij ook minder in het reguliere onderwijs instromen dan in het po. Daarnaast heeft het vo via de middelen van het Nationaal programma onderwijs eerder al extra middelen gekregen om expertisedeling op te zetten. Op basis van deze subsidiebedragen kunnen scholen in het primair onderwijs iets minder dan een half fte inzetten voor expertisedeling. In het vo is dit iets minder vanwege bovenstaande redenen.

Wanneer deze deelbudgetten worden verdeeld over het totaal aantal scholen dat in respectievelijk het po en het vo in aanmerking komt, wordt volgens de volgende formule het bedrag per school verkregen:

Totaal beschikbaar subsidiebedrag per sector / aantal in aanmerking komende scholen per sector = minimaal subsidiebedrag per school

Wanneer minder scholen aanvragen dan het aantal in aanmerking komende scholen, wordt het resterende subsidiebedrag gelijk over alle scholen verdeeld zodat po en vo scholen evenveel baat hebben bij het verhogen van de uitkering. Hierbij wordt rekening gehouden met de maximale bedragen.

Artikel 6. Uitvoering activiteiten

Expertisedeling is op dit moment extra belangrijk vanwege de grote instroom van nieuwkomersleerlingen in het reguliere onderwijs. Scholen kunnen de middelen daarom inzetten voor expertisedeling die tot 31 december 2023 wordt geboden. Daarnaast is het goed mogelijk dat scholen al eerder sinds de instroom van Oekraïense leerlingen in het reguliere onderwijs expertise hebben gedeeld. Hier kunnen de middelen eveneens voor worden ingezet.

Artikel 8. Verantwoording

De verantwoording vindt plaats binnen de reguliere jaarverslaglegging, waarbij model G1 wordt gebruikt. Ook kan van subsidie-ontvangende scholen worden gevraagd om schriftelijke verklaringen te tonen van scholen waaraan begeleiding is geboden, en waaruit blijkt dat de desbetreffende scholen daadwerkelijk begeleiding hebben ontvangen. Dit zal op basis van een steekproef plaatvinden.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 36 106, nr. 2.

Naar boven