Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2022, 23626 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | Staatscourant 2022, 23626 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 111, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en de artikelen 53, elfde lid, 156c, tweede lid, 156ga, eerste lid, 156h, eerste lid, 156ha, eerste lid, 156i, eerste lid, 156o, 156q, tweede lid, 185b, eerste en tweede lid, 185c, eerste en tweede lid, 185e, eerste en tweede lid, en 185f, eerste en tweede lid, van het Reglement rijbewijzen;
BESLUIT:
De Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel b, vervalt ‘: de artikelen 1 tot en met 98 en de bij dat reglement behorende bijlagen 1 en 2’.
B
In artikel 4, onderdeel c, wordt ‘de Wet goederenvervoer en het Besluit goederenvervoer’ vervangen door ‘de Wet wegvervoer goederen en het Besluit wegvervoer goederen’.
C
In artikel 5, onderdeel b, wordt ‘Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer’ vervangen door ‘Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU 2014, L 60)’.
D
Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De aanvrager van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C1 die het onderdeel rijbewijs/vakbekwaamheid 1 van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C1 vóór de inwerkingtreding van dit artikel met goed gevolg heeft afgelegd, behaalt het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C1 door het overgangsexamen rijbewijs C1 met goed gevolg af te leggen.
2. De aanvrager van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C1 die het onderdeel rijbewijs 2 van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C1 vóór de inwerkingtreding van dit artikel met goed gevolg heeft afgelegd, behaalt het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C1 door het theorie-examen, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 5, met goed gevolg af te leggen.
3. De eisen van het overgangsexamen rijbewijs C1, bedoeld in het eerste lid, betreffen de eisen, genoemd in de artikelen 4, aanhef en onderdelen b, c, d en f, en 5, aanhef en onderdelen a en b, en worden nader uitgewerkt door het CBR. Deze eisen worden bekendgemaakt op de website van het CBR.
4. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2024.
E
In artikel 6, eerste lid, wordt ‘de aanvragers van het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie C, bedoeld in artikel 53, achtste lid, van het Reglement rijbewijzen’ vervangen door ‘de aanvragers van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C’.
F
Artikel 7 komt te luiden:
1. De aanvrager van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C die het onderdeel rijbewijs/vakbekwaamheid 1 van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C vóór de inwerkingtreding van dit artikel met goed gevolg heeft afgelegd, behaalt het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C door het overgangsexamen rijbewijs C met goed gevolg af te leggen.
2. De aanvrager van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C die het onderdeel rijbewijs 2 van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C vóór de inwerkingtreding van dit artikel met goed gevolg heeft afgelegd, behaalt het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C door het theorie-examen, bedoeld in artikel 6, met goed gevolg af te leggen.
3. De eisen van het overgangsexamen rijbewijs C, bedoeld in het eerste lid, betreffen de eisen, bedoeld in de artikelen 4, aanhef en onderdelen b, c, d en f, 5, aanhef en onderdelen a en b, en 6, tweede lid, aanhef en onderdeel k, en worden nader uitgewerkt door het CBR. Deze eisen worden bekendgemaakt op de website van het CBR.
4. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2024.
H
Artikel 8 komt te luiden:
I
Artikel 9 vervalt.
De Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel b, vervalt ‘: de artikelen 1 tot en met 98 en de bij dat reglement behorende bijlagen 1 en 2’.
B
In artikel 4, onderdeel c, wordt ‘het Besluit personenvervoer’ vervangen door ‘het Besluit personenvervoer 2000’.
C
In artikel 6, onderdeel b, wordt ‘Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer’ vervangen door ‘Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU 2014, L 60)’.
D
Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De aanvrager van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D1 die het onderdeel rijbewijs/vakbekwaamheid 1 van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D1 vóór 1 juli 2023 met goed gevolg heeft afgelegd, behaalt het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D1 door het overgangsexamen rijbewijs D1 met goed gevolg af te leggen.
2. De aanvrager van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D1 die het onderdeel rijbewijs 2 van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D1 vóór 1 juli 2023 met goed gevolg heeft afgelegd, behaalt het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D1 door het theorie-examen, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 6, met goed gevolg af te leggen.
3. De eisen van het overgangsexamen rijbewijs D1, bedoeld in het eerste lid, betreffen een deel van de eisen, genoemd in de artikelen 4 tot en met 6, en worden nader uitgewerkt door het CBR. Deze eisen worden bekendgemaakt op de website van het CBR.
4. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2025.
E
In artikel 7, eerste lid, vervalt ‘, bedoeld in artikel 53, achtste lid, van het Reglement rijbewijzen’.
F
In artikel 8 wordt ‘praktijkexamen’ vervangen door ‘theorie-examen’ en wordt ‘artikel 53, tiende lid, van het Reglement rijbewijzen’ vervangen door ‘artikel 53, elfde lid, van het Reglement rijbewijzen’.
G
Artikel 8 komt te luiden:
1. De aanvrager van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D die het onderdeel rijbewijs/vakbekwaamheid 1 van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D vóór 1 juli 2023 met goed gevolg heeft afgelegd, behaalt het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D door het overgangsexamen rijbewijs D met goed gevolg af te leggen.
2. De aanvrager van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D die het onderdeel rijbewijs 2 van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D vóór 1 juli 2023 met goed gevolg heeft afgelegd, behaalt het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D door het theorie-examen, bedoeld in artikel 7, met goed gevolg af te leggen.
3. De eisen van het overgangsexamen rijbewijs D, bedoeld in het eerste lid, betreffen een deel van de eisen, bedoeld in de artikelen 4 tot en met 7, en worden nader uitgewerkt door het CBR. Deze eisen worden bekendgemaakt op de website van het CBR.
4. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2025.
H
De artikelen 9 en 10 worden vervangen door een paragraaf, luidende:
De Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie C1 bestaat uit:
a. een theorietoets module 1-C1 over de onderwerpen uit bijlage II, onderdeel I, onder B, onder 8, bij richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU 2006, L 403);
b. een theorietoets module 2-C over de onderwerpen uit bijlage I, deel 1, onderdelen 1 en 2, bij de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders; en
c. een theorietoets module 3-C over de onderwerpen uit bijlage I, deel 1, onderdeel 3, bij de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders.
2. Onder vernummering van het tweede lid tot zesde lid worden vier leden ingevoegd, luidende:
2. Het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie C bestaat uit:
a. een theorietoets module 1-C over de onderwerpen uit bijlage II, onderdeel I, onder B, onder 8, bij richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU 2006, L 403);
b. een theorietoets module 2-C over de onderwerpen uit bijlage I, deel 1, onderdelen 1 en 2, bij de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders; en
c. een theorietoets module 3-C over de onderwerpen uit bijlage I, deel 1, onderdeel 3, bij de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders.
3. Het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie D1 bestaat uit:
a. een theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 over de onderwerpen verkeer en techniek;
b. een theorietoets vakbekwaamheid 2 over overige zaken; en
c. een theorietoets vakbekwaamheid 3 waarbij de aanvrager opgaven in de vorm van casestudies beantwoordt.
4. Het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie D bestaat uit:
a. een theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 over de onderwerpen verkeer en techniek;
b. een theorietoets vakbekwaamheid 2 over overige zaken; en
c. een theorietoets vakbekwaamheid 3 waarbij de aanvrager opgaven in de vorm van casestudies beantwoordt.
5. De theorietoetsen module 2-C en module 3-C worden niet afgenomen voordat de theorietoets module 1-C1 of module 1-C met goed gevolg is afgerond.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid (nieuw), onderdelen a, b en c, komt te luiden:
a. een theorietoets module 1-D1 over de onderwerpen uit bijlage II, onderdeel I, onder B, onder 8, bij richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU 2006, L 403);
b. een theorietoets module 2-D over de onderwerpen uit bijlage I, deel 1, onderdelen 1 en 2, bij de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders; en
c. een theorietoets module 3-D over de onderwerpen uit bijlage I, deel 1, onderdeel 3, bij de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders.
2. Het vierde lid (nieuw), onderdelen a, b en c, komt te luiden:
a. een theorietoets module 1-D over de onderwerpen uit bijlage II, onderdeel I, onder B, onder 8, bij richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU 2006, L 403);
b. een theorietoets module 2-D over de onderwerpen uit bijlage I, deel 1, onderdelen 1 en 2, bij de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders; en
c. een theorietoets module 3-D over de onderwerpen wetgeving, uit bijlage I, deel 1, onderdeel 3, bij de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders.
3. In het vijfde lid wordt na ‘theorietoetsen module 2-C en module 3-C’ ingevoegd ‘respectievelijk module 2-D en module 3-D’ en wordt na ‘theorietoets module 1-C1 of module 1-C’ ingevoegd ‘respectievelijk module 1-D1 of module 1-D’.
C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 voor de rijbewijscategorieën C1 en D1’ vervangen door ‘de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 voor de rijbewijscategorie D1’.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Bij de theorietoets module 1-C1 zijn de artikelen 1 tot en met 5 en 7a van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C van overeenkomstige toepassing.
D
In artikel 5 vervalt het eerste lid, alsmede de aanduiding ‘2.’ voor het tweede lid.
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 voor de rijbewijscategorieën C en D’ vervangen door ‘de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 voor de rijbewijscategorie D’.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Bij de theorietoets module 1-C zijn de artikelen 6 en 7a van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C van overeenkomstige toepassing.
F
In artikel 6 vervalt het eerste lid, alsmede de aanduiding ‘2.’ voor het tweede lid.
G
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3 voor de rijbewijscategorieën C1 en C’ vervangen door ‘de theorietoetsen module 2-C en module 3-C’.
2. Het tweede lid vervalt, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.
H
In artikel 8 wordt ‘de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3 voor de rijbewijscategorie C1 respectievelijk C’ vervangen door ‘de theorietoetsen module 2-C en module 3-C’.
I
Artikel 9 komt te luiden:
1. De aanvrager van het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie C1 die vóór de inwerkingtreding van dit artikel met goed gevolg van dat theorie-examen heeft afgelegd:
a. de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoetsen module 2-C en module 3-C af te leggen;
b. de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg het overgangsexamen vakbekwaamheid C af te leggen;
c. de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 en de theorietoets vakbekwaamheid 2 of 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoets module 2-C af te leggen;
d. de theorietoets vakbekwaamheid 2 of 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoetsen module 1-C1 en module 2-C af te leggen.
2. De aanvrager van het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie C die vóór de inwerkingtreding van dit artikel met goed gevolg van dat theorie-examen heeft afgelegd:
a. de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoetsen module 2-C en module 3-C af te leggen;
b. de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg het overgangsexamen vakbekwaamheid C af te leggen;
c. de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 en de theorietoets vakbekwaamheid 2 of 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoets module 2-C af te leggen;
d. de theorietoets vakbekwaamheid 2 of 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoetsen module 1-C en module 2-C af te leggen.
3. De eisen van het overgangsexamen vakbekwaamheid C, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel b, worden nader uitgewerkt door het CBR. Deze eisen worden bekendgemaakt op de website van het CBR.
4. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2024.
J
Na artikel 9 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
K
In artikel 10 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.
L
In artikel 10, aanhef, wordt ‘de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3 voor de rijbewijscategorie D1 en D’ vervangen door ‘de theorietoetsen module 2-D en module 3-D’.
M
In artikel 11 wordt na ‘verwerft het theorie-examen vakbekwaamheid voor rijbewijscategorie D1’ ingevoegd ‘respectievelijk D’.
N
In artikel 11 wordt ‘de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3 voor de rijbewijscategorie D1 respectievelijk D’ vervangen door ‘de theorietoetsen module 2-D en module 3-D’.
O
In artikel 12 wordt na ‘verwerft het theorie-examen vakbekwaamheid voor rijbewijscategorie D1’ ingevoegd ‘respectievelijk D’.
P
Artikel 12 komt te luiden:
1. De aanvrager van het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie D1 die vóór 1 juli 2023 met goed gevolg van dat theorie-examen heeft afgelegd:
a. de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoetsen module 2-D en module 3-D af te leggen;
b. de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg het overgangsexamen vakbekwaamheid D af te leggen;
c. de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 en de theorietoets vakbekwaamheid 2 of 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoets module 2-D af te leggen;
d. de theorietoets vakbekwaamheid 2 of 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoetsen module 1-D1 en module 2-D af te leggen.
2. De aanvrager van het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie D die vóór 1 juli 2023 met goed gevolg van dat theorie-examen heeft afgelegd:
a. de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoetsen module 2-D en module 3-D af te leggen;
b. de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg het overgangsexamen vakbekwaamheid D af te leggen;
c. de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 en de theorietoets vakbekwaamheid 2 of 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoets module 2-D af te leggen;
d. de theorietoets vakbekwaamheid 2 of 3, behaalt het theorie-examen door met goed gevolg de theorietoetsen module 1-D en module 2-D af te leggen.
3. De eisen van het overgangsexamen vakbekwaamheid D, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel b, worden nader uitgewerkt door het CBR. Deze eisen worden bekendgemaakt op de website van het CBR.
4. Dit artikel vervalt met ingang van 1 juli 2025.
Q
In artikel 15 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.
R
In artikel 16 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.
S
In artikel 17 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.
T
In de artikelen 18 en 19 wordt ‘artikel 13, onderdelen b en c’ vervangen door ‘artikel 13, eerste lid, onderdelen b en c’.
U
In de artikelen 20 en 21 wordt ‘artikel 14, onderdelen b en c’ vervangen door ‘artikel 14, eerste lid, onderdelen b en c’.
V
Hoofdstuk II, paragraaf 5a, komt te luiden:
W
In artikel 22a vervalt ‘5, eerste lid, 6, eerste lid,’.
X
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. In het eerste lid wordt de komma aan het slot van onderdeel b vervangen door ‘, of’, vervallen de onderdelen d en e en wordt ‘de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3’ vervangen door ‘de theorietoets module 3-C’.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Een aanvrager die in het bezit is van:
a. het diploma B voor rijbewijscategorie C, afgegeven door de Contactcommissie Chauffeurs Vakbekwaamheid voor 10 september 2009, of
b. het diploma of het praktijkgetuigschrift voor rijbewijscategorie C, afgegeven door de Stichting Vakopleiding Transport en Logistiek voor 10 september 2009,
is vrijgesteld van de theorietoetsen module 2-C en module 3-C voor rijbewijscategorie C1 of C.
Y
Artikel 23a komt te luiden:
1. Een aanvrager die in het bezit is van het getuigschrift, bedoeld in artikel 27 van het Besluit personenvervoer 2000, is vrijgesteld van de theorietoets module 3-D voor rijbewijscategorie D1 of D.
2. Een aanvrager die in het bezit is van het diploma B voor rijbewijscategorie D afgegeven door de Contactcommissie Chauffeurs Vakbekwaamheid voor 10 september 2008, is vrijgesteld van de theorietoetsen module 2-D en module 3-D voor rijbewijscategorie D1 of D.
Z
De bijlagen vervallen.
1. De artikelen I, II, onderdelen A, B, C, E, F, H en I, en III, onderdelen A, C, E, G, H, I, K, M, O, Q tot en met V, X en Z, van deze regeling treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2. De artikelen I, onderdelen D tot en met H, II, onderdelen E, F en H, en III, onderdelen A, C, E, G, H, I, K, Q tot en met S, V en Z, werken terug tot en met 1 juli 2022.
3. De artikelen II, onderdelen D en G, en III, onderdelen B, D, F, J, L, N, P, W en Y, van deze regeling treden in werking met ingang van 1 juli 2023.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
In deze regeling zijn de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C, de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D en de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 aangepast om de examenstructuur voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1 en D en de vakbekwaamheid van beroepschauffeurs (code 95) te wijzigen. Dit sluit aan bij de wijziging van het Reglement rijbewijzen met hetzelfde doel (hierna: wijzigingsbesluit).1 Rijbewijscategorie C1 of C is nodig om voertuigen zwaarder dan 3.500 kilogram te besturen, waarbij C1 een maximum van 7.500 kilogram kent. Rijbewijscategorie D1 of D kan worden gebruikt om voertuigen te besturen waarin meer dan acht personen kunnen worden vervoerd, waarbij D1 een maximum van 16 personen kent. Het gaat in de praktijk om vrachtwagens en bussen. De rijbewijscategorieën C1 en D1 zijn daarbij voor de kleinere varianten, dus de kleinere, lichtere vrachtwagens respectievelijk kleinere busjes waarin personen worden vervoerd. Code 95 is nodig bij één van bovengenoemde categorieën als de chauffeur beroepsmatig vervoer wil verrichten.
Deze wijziging gaat specifiek om de theorie-examens. In de gewijzigde ministeriële regelingen is bepaald wat wordt getoetst bij het theorie-examen en uit welke onderdelen het theorie-examen bestaat. De inhoud van de theorie-examens is door deze regeling vrijwel niet aangepast, maar vooral de verdeling van de onderwerpen en de mogelijkheid tot herhaling in verschillende toetsen. In deze regeling is ook voorzien in een overgangsregeling voor kandidaten die reeds begonnen zijn met het examentraject en al deelexamens hebben behaald vóór de inwerkingtreding van deze regeling.
Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) zet zich in om de examens voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1 en D te verbeteren in kwaliteit. Bij de implementatie van de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders2 in 2008 is gekozen voor de oude structuur van de theorie-examens voor het behalen van het rijbewijs en de vakbekwaamheid voor de categorieën C1, C, D1 en D. Deze structuur beperkte het CBR zowel in vorm als in inhoud om de theorie-examens kwalitatief te kunnen ontwikkelen. Een herstructurering van de examenstructuur van de rijbewijscategorieën C1, C, D1 en D is daarom nodig om het CBR deze gewenste ontwikkeling te kunnen laten doorvoeren. Met de herstructurering worden drie doelstellingen nagestreefd: een betere aansluiting van de exameninhoud op wat relevant is voor de (beroeps)chauffeur, een gerichtere opleiding afhankelijk van de betreffende rijbewijscategorie en het beter laten beklijven van de examenstof. Voor een uitgebreidere beschrijving van die doelstellingen wordt verwezen naar paragraaf 2 van de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit.
De oude theorietoetsen rijbewijs/vakbekwaamheid 1 (RV1), de variant daarvan voor de rijbewijscategorieën C1 en D1 (RV1L), rijbewijs 2 (R2C en R2D), vakbekwaamheid 2 (V2C en V2D) en vakbekwaamheid 3 (V3C en V3D)3 zijn vervangen door nieuwe theorietoetsen modules 1, 2 en 3. Daarbij kent module 1 vier varianten (C1, C, D1 en D) en kennen de modules 2 en 3 twee varianten (C en D). De nieuwe modules maken het mogelijk om beroepschauffeurs te toetsen op de belangrijkste vaardigheden die ze nodig hebben om veilig de weg op te gaan en hun beroep uit te oefenen, waarbij zowel voor vrachtauto als bus meer focus ligt op het desbetreffende voertuig. Dit betekent ook dat vrijstelling van één van de onderdelen van de theorie-examens (RV1) van de rijbewijscategorie C voor rijbewijscategorie D of andersom niet meer mogelijk is. De voordelen voor de verkeersveiligheid van het niet verlenen van deze vrijstelling voor het onderdeel van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C en D als het andere al is behaald, wegen op tegen de extra inspanning die nodig is van de kandidaten die een nieuwe rijbewijscategorie willen behalen.
De onderdelen R2C en R2D zijn vervallen. Dat betekent dat voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1 en D het theorie-examen niet meer uit twee afzonderlijke onderdelen bestaat. Voor zover relevant voor het rijbewijs zijn de onderwerpen in die onderdelen overgeheveld naar module 1. Daardoor wordt een vermindering van de werk- en studielast bereikt voor degenen die een rijbewijs voor de categorie C1, C, D1 of D zonder code 95 willen halen.
Tot slot is het onderdeel RV1P (RV1 Plus) in de examenstructuur vervallen. De reden daarvoor is dat in de nieuwe examenstructuur het theorie-examen voor iedere rijbewijscategorie anders is. Er worden dus andere zaken getoetst en het is voor het behalen van elke nieuwe rijbewijscategorie nodig om het desbetreffende theorie-examen in zijn geheel af te leggen. Er bestaat dus geen mogelijkheid meer om een lichter additioneel onderdeel af te leggen om alleen de onderdelen te behalen (aan te vullen) die niet bij de reeds behaalde rijbewijscategorie zijn behaald. Het kwam al zeer weinig voor dat dit examen werd afgenomen, omdat voor de meeste kandidaten vooraf duidelijk was welke rijbewijscategorie ze wilden behalen. Indien kandidaten na het behalen van de rijbewijscategorie C1 of D1 een rijbewijs C respectievelijk D wilden behalen, was ook RV1P vereist. In de nieuwe situatie is het behalen van module 1-C respectievelijk 1-D nodig. Voor de incidentele gevallen dat het vervallen van het onderdeel RV1P uit de examenstructuur in de eerste periode na de invoering van de nieuwe examenstructuur tot negatieve gevolgen voor de desbetreffende kandidaat leidt, zoekt het CBR een passende (maatwerk)oplossing.
Inhoudelijk zijn de theorietoetsen ook anders ingedeeld. Er wordt in module 1 nu meer nadruk gelegd op het onderdeel Verkeer, waardoor meer wordt getoetst en beoordeeld op verkeershandelingen en daarmee wordt een verbetering van de verkeersveiligheid beoogd. Het onderdeel Techniek in module 2 sluit nu beter aan op de beroepspraktijk. Zo wordt een kandidaat minder gedetailleerd getoetst op bijvoorbeeld het elektrisch systeem, omdat hij daarmee zelf niets meer mag of kan doen. Het zwaartepunt ligt op de technische onderdelen waar de chauffeur in de praktijk zelf mee te maken krijgt. Denk hierbij aan de voertuig- en rijklaarcontroles, preventief onderhoud en het omgaan met storingen. Ook wordt meer aandacht besteed aan de onderwerpen die het meest relevant zijn voor de beroepschauffeur, zoals de nieuwe bestuurderondersteunende systemen (ADAS). Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan lading zekeren, omdat verkeerd zekeren grote gevolgen kan hebben, zowel voor de verkeersveiligheid als economisch.
Wat betreft het onderdeel Administratie in de modules 2 en 3 ligt de nadruk nog meer op de rij- en rusttijden, de tachograaf en (het hebben van) de juiste vergunningen en documenten. Deze onderwerpen zijn in de praktijk het meest relevant voor de beroepschauffeur. De nieuwe structuur draagt ook bij aan het beklijven van de kennis bij alle doelgroepen door herhaling van stof op een ander toetsniveau. In module 2 worden de onderwerpen Techniek en Lading herhaald en verder bevraagd op een praktijkgericht niveau voor de beroepschauffeur. In module 3 komt het onderdeel Administratie terug.
Om verzekerd te zijn van deze opbouw in de examens, is het verplicht om module 1 eerst te behalen, voordat module 2 of 3 aangevraagd kan worden. Bij de oude theorietoetsen was een dergelijke volgordelijkheid er niet. Een kandidaat kon bijvoorbeeld eerst de theorietoets R2C of V3C doen voordat de theorietoets RV1 was gehaald. De meeste kandidaten begonnen wel met RV1(L). Volgordelijkheid is nu wel gewenst. Door de herhaling van onderwerpen beklijft de kennis beter. Ondanks een mogelijk negatief effect op de planning van de opleiding, draagt deze volgordelijkheid in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van de examens. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat ten aanzien van de volgorde voor de praktijktoetsen en het praktijkexamen niets verandert. De praktijktoetsen kunnen op elk moment worden afgenomen, ook voordat één of meer modules zijn behaald. Toelating tot het praktijkexamen vakbekwaamheid vindt alleen plaats nadat de kandidaat het theorie-examen voor de desbetreffende rijbewijscategorie met goed gevolg heeft afgerond. Dat is dus module 1. De modules 2 en 3 hoeven dus nog niet behaald te zijn.
In de bijlagen bij de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 waren zogenoemde toetsmatrijzen opgenomen, die de specifieke toets- en eindtermen voor de desbetreffende examens weergeven. Deze zijn erg gedetailleerd en het feit dat deze alleen bij ministeriële regeling gewijzigd konden worden maakte dat deze minder soepel konden worden aangepast aan gewenste ontwikkelingen voor examens, bijvoorbeeld in de branche of de techniek.
In andere ministeriële regelingen ten aanzien van (theorie-)examens voor andere rijbewijscategorieën zijn de toetsmatrijzen niet (meer) vastgelegd. De vaststelling en toepassing ervan, evenals de beoordeling van individuele kandidaten en de criteria die daarvoor worden gehanteerd, is in de uitvoering overgelaten aan het CBR (zie paragraaf 5 van deze toelichting). Het CBR heeft voor die beoordeling eigen regels gesteld. Het CBR is goed in staat gebleken om de toets- en eindtermen op te stellen en toe te passen, mede naar aanleiding van zijn expertise en vanuit de uitvoeringspraktijk. Het CBR waakt er samen met de betrokken stakeholders en branchepartijen voor dat de toetsmatrijzen actueel en toepasbaar blijven. De rechtszekerheid is hierdoor niet in het geding, het CBR draagt zorg voor het op een goede manier kenbaar maken van de toetsmatrijzen. In de ministeriële regelingen en – op hoofdlijnen – in het Reglement rijbewijzen staan de eisen waar een kandidaat aan moet voldoen. Deze eisen zijn afgeleid van de derde rijbewijsrichtlijn4 en de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders. Van deze kaders mag in de uitvoeringspraktijk en dus ook in de toetsmatrijzen dan ook niet worden afgeweken.
Gezien het voorgaande zijn de toetsmatrijzen ook uit de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 vervallen. Daarvoor in de plaats is een expliciete bepaling opgenomen dat het CBR de eisen (toets- en eindtermen) van de verschillende toetsen nader uitwerkt en bekendmaakt op zijn website. Daarbij wordt het volgende vaststellings- en communicatieproces gehanteerd:
De Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 kent een vrijstelling van een deel van de basiskwalificatie voor de code 95 voor houders van een getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van goederen of personen over de weg voor vervoersmanagers (ondernemersdiploma’s5) en houders van een diploma voor het verrichten van beroepsvervoer van voor de inwerkingtreding van de regels omtrent code 95 (oude chauffeursdiploma’s). Op basis van een vergelijking tussen de exameneisen (toetsmatrijzen) voor ondernemersdiploma’s en de theorietoetsen module 2 (techniek en lading) en module 3 (wetgeving, veiligheid en gezondheid, branche en bedrijf) is geconstateerd dat in de nieuwe structuur een vrijstelling kan worden gegeven voor module 3. Uit de vergelijking blijkt echter dat de toetstermen met betrekking tot het onderdeel Techniek in beperkte mate worden gedekt door de exameneisen voor het behalen van de ondernemersdiploma’s. Daarom is, in tegenstelling tot de voorheen geldende vrijstelling voor de theorietoets vakbekwaamheid 2, geen vrijstelling verleend voor de theorietoets module 2.
Voor de vrijstellingen voor houders van oude chauffeursdiploma’s verandert er niets. Degenen met een oud chauffeursdiploma die nu de code 95 willen halen, zijn vrijgesteld van de modules 2 en 3 en kunnen dus volstaan met één theorietoets module 1 voor de desbetreffende rijbewijscategorie. Deze hoeft niet behaald te worden als de desbetreffende persoon al in het bezit is van de desbetreffende rijbewijscategorie.
Ook is voorzien in de nadere uitwerking van een overgangsregeling voor kandidaten die voor 1 juli 2022 voor de rijbewijscategorie C1 of C al een deel van het theorie-examen hebben gedaan en voor kandidaten die voor 1 juli 2023 voor het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D1 of D al een deel van het theorie-examen hebben gedaan, zoals in het wijzigingsbesluit reeds is beschreven. Zie voor het overgangsrecht ook paragraaf 9.2 van deze toelichting.
Er zijn kandidaten die al zijn begonnen met de theorie-examens voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1 en D en de basiskwalificatie vakbekwaamheid, die deze na de inwerkingtreding van deze regeling niet kunnen ‘verzilveren’ tot een met goed gevolg afgerond theorie-examen, omdat ze op het moment van inwerkingtreding van deze regeling niet de onderdelen uit de nieuwe examenstructuur hebben kunnen doen. Derhalve is voorzien in een overgangsregeling voor kandidaten die al onderdelen van het theorie-examen voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1 en D of de basiskwalificatie vakbekwaamheid hebben afgerond, maar nog niet het gehele theorie-examen. Zij moeten alsnog een onderdeel uit de nieuwe examenstructuur of een overgangsexamen behalen om te slagen voor het theorie-examen.
De verschillende situaties die zich kunnen voordoen, zijn hierna beschreven. De eerste twee situaties doen zich voor bij de kandidaten die het theorie-examen voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1 of D zonder code 95 willen halen. De overige situaties betreffen kandidaten die de rijbewijscategorie C1, C, D1 of D mét code 95 willen halen, die dus het theorie-examen vakbekwaamheid doen en dus meer theorietoetsen moeten afleggen.
a) Kandidaten die alleen het onderdeel rijbewijs/vakbekwaamheid 1 (RV1 of RV1L) van het theorie-examen hebben gedaan, kunnen om het theorie-examen met goed gevolg af te ronden voor de desbetreffende rijbewijscategorie het overgangsexamen rijbewijs doen.
b) Kandidaten die alleen het onderdeel R2C of R2D hebben gehaald, misten onder de oude examenstructuur het onderdeel RV1 voor de rijbewijscategorie C of D of het onderdeel RV1L voor de rijbewijscategorie C1 of D1. Zij moeten de theorietoets module 1 (RVM1) voor de desbetreffende rijbewijscategorie doen om het theorie-examen met goed gevolg af te ronden. Dit komt neer op het gehele theorie-examen voor de desbetreffende rijbewijscategorie in de nieuwe examenstructuur.
c) Kandidaten die de theorietoets rijbewijs en vakbekwaamheid 1 (RV1) van het theorie-examen vakbekwaamheid uit de oude examenstructuur hebben afgerond, moeten na de inwerkingtreding van deze regeling de theorietoetsen module 2 (VM2) en module 3 (VM3) behalen om te slagen voor het theorie-examen. Dit geldt daarnaast ook voor de kandidaten die de theorietoets RV1L hebben gehaald voor het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie C1 of D1.
d) Kandidaten die de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3 van het theorie-examen vakbekwaamheid (V2C/D en V3C/D) hebben behaald voor de inwerkingtreding van de nieuwe examenstructuur, moeten na de inwerkingtreding het overgangsexamen vakbekwaamheid nog afleggen.
e) Kandidaten die de theorietoetsen RV1 en V2C/D óf V3C/D hebben behaald, moeten de theorietoets module 2 (VM2) afleggen om te slagen voor het theorie-examen. Dit geldt ook voor de kandidaten die de theorietoets RV1L en V2C/D óf V3C/D hebben gehaald voor het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie C1 of D1.
f) Kandidaten die alleen de theorietoets V2C/D óf V3C/D hebben behaald, maar dus niet RV1, moeten de nieuwe theorietoets RVM1 voor de desbetreffende rijbewijscategorie en de theorietoets VM2 afleggen.
Schematisch ziet dit er als volgt uit:
Kandidaat gaat voor ... |
... en heeft behaald ... |
moet nog afleggen... |
Situatie |
|
---|---|---|---|---|
Traject |
Categorie |
|||
Rijbewijs |
C1 |
RV1L |
Overgangsexamen rijbewijs C1 |
a) |
R2C |
RVM1-C1 |
b) |
||
C |
RV1 |
Overgangsexamen rijbewijs C |
a) |
|
R2C |
RVM1-C |
b) |
||
D1 |
RV1L |
Overgangsexamen rijbewijs D1 |
a) |
|
R2D |
RVM1-D1 |
b) |
||
D |
RV1 |
Overgangsexamen rijbewijs D |
a) |
|
R2D |
RVM1-D |
b) |
||
Vakbekwaamheid |
C1 |
RV1L |
VM2-C + VM3-C |
c) |
V2C + V3C |
Overgangsexamen vakbekwaamheid C |
d) |
||
RV1L + V2C |
VM2-C |
e) |
||
RV1L + V3C |
VM2-C |
e) |
||
V2C |
RVM1-C1 + VM2-C |
f) |
||
V3C |
RVM1-C1 + VM2-C |
f) |
||
C |
RV1 |
VM2-C + VM3-C |
c) |
|
V2C + V3C |
Overgangsexamen vakbekwaamheid C |
d) |
||
RV1 + V2C |
VM2-C |
e) |
||
RV1 + V3C |
VM2-C |
e) |
||
V2C |
RVM1-C + VM2-C |
f) |
||
V3C |
RVM1-C + VM2-C |
f) |
||
D1 |
RV1L |
VM2-D + VM3-D |
c) |
|
V2D + V3D |
Overgangsexamen vakbekwaamheid D |
d) |
||
RV1L + V2D |
VM2-D |
e) |
||
RV1L + V3D |
VM2-D |
e) |
||
V2D |
RVM1-D1 + VM2-D |
f) |
||
V3D |
RVM1-D1 + VM2-D |
f) |
||
D |
RV1 |
VM2-D + VM3-D |
c) |
|
V2D + V3D |
Overgangsexamen vakbekwaamheid D |
d) |
||
RV1 + V2D |
VM2-D |
e) |
||
RV1 + V3D |
VM2-D |
e) |
||
V2D |
RVM1-D + VM2-D |
f) |
||
V3D |
RVM1-D + VM2-D |
f) |
De exameneisen voor de overgangsexamens zijn als zodanig aangemerkt in de exameneisen voor de nieuwe examenmodules. Inhoudelijk is beoordeeld welke onderwerpen uit de nieuwe structuur nog getoetst moeten worden, zodat kandidaten over alle verplichte onderwerpen getoetst zijn. Zo worden bijvoorbeeld in het overgangsexamen voor het rijbewijs C de onderwerpen lading en administratie getoetst.
Voor deze regeling zijn twee Europese richtlijnen kaderstellend: de eerdergenoemde derde rijbewijsrichtlijn en de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders. Beide richtlijnen zijn geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving: op hoofdlijnen in de Wegenverkeerswet 1994 en op basis daarvan in het Reglement rijbewijzen en enkele ministeriële regelingen.
De derde rijbewijsrichtlijn heeft meerdere doelen, maar in dit kader is de meest relevante daarvan de verdergaande harmonisatie van de voorschriften betreffende het rijbewijs. Dat is een onontbeerlijk element van het gemeenschappelijk vervoersbeleid. Het bezit van een door de lidstaten erkend rijbewijs bevordert namelijk het vrije verkeer van personen. Een onderdeel daarvan is de vaststelling van de voorwaarden waaraan een kandidaat moet voldoen voordat een rijbewijs wordt afgegeven. De aanvrager moet onder meer overeenkomstig het bepaalde in bijlage II bij de richtlijn met goed gevolg een examen inzake rijvaardigheid en rijgedrag en een theoretisch examen afleggen. In bijlage II bij de derde rijbewijsrichtlijn staan de minimumeisen voor rijexamens, voor zowel theorie (onderdeel A) als praktijk (onderdeel B). De exameneisen in de derde rijbewijsrichtlijn zijn leidend voor de examenstructuur en vormen daarmee ook het kader waarbinnen de herstructurering heeft plaatsgevonden. De verplichte onderdelen van het theorie-examen uit bijlage II, onderdeel A, onder 2 en 4, van de derde rijbewijsrichtlijn hebben nog steeds een plaats in module 1 van de nieuwe examenstructuur. De eisen zijn letterlijk overgenomen dan wel nader uitgewerkt in de artikelen 1 tot en met 6 van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C, de artikelen 1 tot en met 7 van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D en de artikelen 5 en 6 van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012. Zodoende is er niets veranderd aan de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn.
De richtlijn vakbekwaamheid bestuurders stelt eisen ten aanzien van de vakbekwaamheid van beroepschauffeurs om de kwaliteit van de bestuurder in het goederen- en personenvervoer te garanderen. Specifiek is de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders gericht op de verbetering van de verkeersveiligheid, verbetering van de veiligheid van de bestuurder en verbetering van de kennis van de Europese vervoersmarkt. Dat wordt onder meer bereikt door een stelsel waarin een basiskwalificatie moet worden behaald voordat een bestuurder goederen- en personenvervoer mag verrichten. Om die basiskwalificatie te behalen moeten (in Nederland6) theorie-examens en praktijkexamens met goed gevolg worden voltooid. In de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders is in bijlage I bepaald welke onderwerpen aan bod moeten komen en welke vorm het theorie-examen moet hebben. Ook deze eisen zijn kaderstellend bij de herstructurering en zijn onverminderd in acht genomen. De inhoudelijke eisen staan ongewijzigd en op hoofdlijnen in de artikelen 7 en 10 van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012.
Dat een aanvrager van een rijbewijs moet aantonen over een voldoende mate van rijvaardigheid te beschikken, is bepaald in artikel 111 van de Wegenverkeerswet 1994. Op die bepaling is vrijwel de gehele regelgeving omtrent de rijvaardigheidsexamens voor het behalen van de verschillende rijbewijscategorieën, zowel voor theorie- als praktijkexamens, gebaseerd. Het stelsel van basiskwalificatie voor de vakbekwaamheid van bestuurders vindt zijn grondslag in artikel 151d van de Wegenverkeerswet 1994.
In het Reglement rijbewijzen zijn de examens verder uitgewerkt en zijn de belangrijkste eisen ten aanzien daarvan gesteld, specifiek in hoofdstuk III. De verdere uitwerking vindt plaats in de ministeriële regelingen die met deze regeling gewijzigd zijn. Zoals beschreven in paragraaf 3.2 van deze toelichting, zijn met deze regeling de toetsmatrijzen daaruit vervallen. Deze worden door het CBR zelf opgesteld, vastgesteld en bekendgemaakt op zijn website.
Het CBR is verantwoordelijk voor de examinering van kandidaten die het rijbewijs of de basiskwalificatie voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1 of D willen behalen. Het CBR ontwerpt en beoordeelt de examens en waakt daarbij over de validiteit en betrouwbaarheid ervan. De nieuwe examenstructuur is door het CBR ontwikkeld in afstemming met de branche, om ervoor te zorgen dat deze in de uitvoeringspraktijk goed landt en kan worden toegepast, zodat de gestelde doelen uit de eerdergenoemde richtlijnen worden bereikt.
In de uitvoering krijgen ook opleiders te maken met de nieuwe examenstructuur. Zij moeten ervoor zorgen dat leerlingen zich op de juiste manier de juiste stof eigen maken om te kunnen toepassen in het examen. Ook uitgevers van het lesmateriaal zijn op deze manier onderdeel van de uitvoering van de nieuwe examenstructuur, door het lesmateriaal erop te laten aansluiten.
Er is geen sprake van toezicht op of handhaving van de examenstructuur. Het CBR is verantwoordelijk voor het hanteren ervan. Hierover voert het CBR wel overleg met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de branche. Er is ook geen toezicht of handhaving op wat opleiders doen in het kader van de opleiding ter voorbereiding op het theorie-examen, aangezien over de rijopleiding geen regels zijn gesteld.
De gevolgen van de herstructurering van de examenstructuur zijn reeds beschreven in pararaaf 6 van de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit. Daarnaar wordt hier verwezen. Naast de verbetering van de examinering betekent de wijziging voor een groep personen die de rijbewijscategorie C1 of D1 wil halen een lastenverlichting, omdat maar één toets gedaan hoeft te worden in plaats van twee toetsen.
Voor een beperkte groep van personen met een ondernemersdiploma (gemiddeld 96 personen per jaar gerekend over de afgelopen vier jaar) is een extra toets vereist. Dit ten gevolge van het vervallen van een vrijstelling die tot de inwerkingtreding van deze regeling gold. Het betreffende theorie-examen duurt 90 minuten. Dit examen behandelt onderwerpen als voertuigkennis en optimaal gebruik van het voertuig, basiskennis van voertuigtechniek, de taak van de chauffeur bij onderhoud en storingen, elektronische en mechanische systemen, lading en lading zekeren. Het is sterk afhankelijk van de ervaring en het kennisniveau van de betreffende persoon hoeveel tijd die zal besteden aan de voorbereiding op dit examen. In de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit is uitgegaan van een gemiddelde voorbereidingstijd van twee (werk)dagen, oftewel 16 uur, en de reistijd naar en van de examenlocatie van circa 45 minuten. Het aanvragen van een examen duurt ongeveer slechts twee minuten. In totaal levert dat een verhoging van administratieve lasten op van gemiddeld 18 uur en 17 minuten per persoon in deze doelgroep. Dat betekent € 438,80 per persoon, gerekend met een gemiddeld netto uurloon van € 24. Voor de gemiddelde jaarlijkse doelgroep van 96 personen komt dit neer op € 42.124,80. De financiële gevolgen hiervan zijn in paragraaf 7 beschreven. Dit is gerechtvaardigd door het belang van een goede examinering. Door de extra toets af te nemen wordt beter getoetst op de kennis waarover de desbetreffende kandidaten beschikken. Die kennis is niet reeds voldoende getoetst bij het behalen van het ondernemersdiploma.
Voor ondernemers van transportondernemingen, opleiders en uitgevers van lesmateriaal zijn er ook enige gevolgen te verwachten door de nieuwe examenstructuur. Deze zijn moeilijk te kwantificeren, maar zijn naar verwachting klein. In lijn met hetgeen hierover is opgemerkt in de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit, was er gezien de beperkte gevolgen geen aanleiding voor een MKB-toets.
Omdat theoretische en praktische deelexamens een bepaalde geldigheidsduur hebben is het ook vanzelfsprekend dat er een overgangsregeling in het leven is geroepen van het oude naar het nieuwe systeem. Als bepaalde examens al zijn gehaald in het oude systeem kunnen deze worden ‘meegenomen’ naar het nieuwe systeem, waarvoor overgangsexamens worden ontwikkeld. Dit voorkomt dubbele toetsing en zorgt dat kandidaten geen hinder ondervinden van de overgang naar het nieuwe systeem.
Voor de financiële gevolgen van de wijzigingen in de examenstructuur wordt verwezen naar paragraaf 7 van de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit. Daarin zijn de financiële gevolgen opgenomen voor kandidaten die één examen minder hoeven af te leggen, uitgevers die hun lesmateriaal moeten aanpassen en opleiders die de opleiding op de nieuwe structuur moeten afstemmen.
Daarnaast zijn er nog specifieke financiële gevolgen als gevolg van de wijziging in de vrijstellingen van de basiskwalificatie voor personen die reeds in het bezit zijn van een zogenoemd ondernemersdiploma. Vóór de inwerkintreding van deze regeling was er een vrijstelling voor twee theorietoetsen (V2C/D en V3C/D). In de nieuwe structuur geldt de vrijstelling alleen voor de theorietoets module-3. Hierdoor zouden de betrokkenen één theorietoets meer moeten afleggen. Deze groep is echter klein. In de afgelopen vier jaar (2018 tot en met 2021) hebben in totaal 376 personen met een ondernemersdiploma voor goederenvervoer en 12 personen met een ondernemersdiploma voor personenvervoer van de voornoemde vrijstelling gebruik gemaakt. Omgerekend naar een jaarlijks gemiddelde zouden dit 96 personen per jaar zijn die één theorietoets meer moeten afleggen door het vervallen van de vrijstelling. Dit zou neerkomen op een extra kosten voor de sector als geheel (en grotendeels voor specifiek de goederenvervoersector) van € 3.715,20, gerekend met een tarief van € 38,70 voor een theorietoets.
Het CBR heeft aangegeven deze wijzigingen graag doorgevoerd te zien. Er zijn heldere plannen over hoe de examens verder worden opgezet en actueel gehouden kunnen worden, en betrouwbaar en valide kunnen blijven. Hiervoor wordt ook verwezen naar het proces dat is beschreven in paragraaf 3.2.
Het CBR heeft over de herstructurering die met deze regeling is doorgevoerd ook gesproken met de betrokken stakeholders, zoals opleiders en uitgevers, in de Logistiek, Transport en Personenvervoer Raad (LTP-raad), kamer Weg. Hierin zijn onder andere TLN, EVOfenedex en werknemersverenigingen als de FNV vertegenwoordigd. In de LTP-raad zijn door de betrokken stakeholders geen aandachtspunten of knelpunten aangegeven ten aanzien van de herstructurering. Zij staan daar positief tegenover.
Er worden vanuit het CBR geen risico’s voor de uitvoerbaarheid verwacht. Een specifieke uitvoeringstoets voor de onderhavige regeling werd dan ook in overleg met het CBR niet nodig geacht en is niet uitgevoerd.
Over het ontwerp van de onderhavige regeling heeft een internetconsultatie plaatsgevonden van 27 mei tot en met 24 juni 2022. Er kon worden gereageerd op het concept van deze regeling en de bijbehorende toelichting. Er is één reactie ingediend, deze is openbaar. De indiener is een particulier. De indiener gaf aan dat de regeling naar verwachting geen direct effect op hem zal hebben, op de actualisatie van zijn code 95 na. Dit is echter onjuist, omdat de onderhavige regeling alleen ziet op de wijziging van het examenstelsel, dus voor het behalen van de basiskwalificatie voor de code 95. Wanneer die is behaald, is voor de actualisatie een vijfjaarlijkse nascholing vereist. Daarop ziet deze regeling niet. De indiener gaf verder nog aan het goed is dat het CBR met deze wijziging meer flexibiliteit krijgt en voorkomen wordt dat bij iedere gewenste wijziging in de exameneisen de minister nodig is. In reactie op de vraag hoe het CBR als zelfstandig bestuursorgaan ervoor gaat zorgen dat haar (toekomstige) examenkandidaten ook inspraak hebben op de (exacte formulering van de) nieuwe toetsmatrijzen en bezwaar kunnen maken tegen een specifieke toetseis, wordt verwezen naar het vaststellings- en communicatieproces, beschreven in paragraaf 3.2.
De afstemming vindt primair plaats met de stakeholders via de LTP-Raad. Hierbij zij overigens opgemerkt dat bij voorgaande wijzigingen van toetsmatrijzen vanwege die betrokkenheid van stakeholders ook werd afgezien van internetconsultatie.7 Een internetconsultatie zou door die betrokkenheid niet in betekenende mate tot veranderingen kunnen leiden. Bovendien brengen de wijzigingen, mede dankzij de betrokkenheid van de sector, geen ingrijpende veranderingen teweeg in de rechten en plichten van burgers (specifiek kandidaten en werknemers) en bedrijven en hebben ze ook geen ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
Er is gekozen om de herstructurering voor de rijbewijscategorieën D1 en D later in werking te laten treden dan voor de categorieën C1 en C. Dit met als reden dat de problematiek bij de rijbewijscategorieën C1 en C urgent is en al uitgebreid is besproken met de sector. Herhaling van examenstof en andere examenvragen kunnen per direct bijdragen aan betere verkeersveiligheid voor categorieën C1 en C. Aldus is ervoor gekozen om de wijziging van de examenstructuur voor die categorieën eerder in werking te laten treden.
Voor het overgangsrecht voor kandidaten die al bezig waren met het theorie-examen voor de rijbewijscategorieën C1, C, D1 of D wordt verwezen naar paragraaf 3.4 van deze toelichting als één van de hoofdlijnen van deze regeling. Voor degenen die al waren opgeleid voor de examens in de oude examenstructuur is in het wijzigingsbesluit nog een overgangsregeling geboden om de oude examens te mogen doen. Daarvoor wordt verwezen naar paragraaf 9.2 van de nota van toelichting bij het wijzigingsbesluit. Verder wordt ten aanzien van het overgangsrecht nog het volgende opgemerkt.
De theorie-examens die geheel zijn afgerond vóór de inwerkingtreding van de nieuwe examenstructuur blijven geldig (tot twee jaar na het behalen ervan) om een praktijkexamen te kunnen afleggen. Daarvoor zijn in het wijzigingsbesluit expliciete bepalingen opgenomen.
Het overgangsregime blijft gedurende twee jaar na de inwerkingtreding van de herstructurering van kracht. Dat betekent dat de overgangsperiode voor de theorie-examens voor de rijbewijscategorieën C1 en C loopt tot 1 juli 2024 en voor de rijbewijscategorieën D1 en D tot 1 juli 2025. Zodoende krijgen alle kandidaten de mogelijkheid het reeds gestarte examentraject af te ronden.
Het was oorspronkelijk voorzien dat de onderhavige regeling zou worden gepubliceerd voor 1 juli 2022 en ten aanzien van de theorie-examens voor de rijbewijscategorieën C1 en C op die datum in werking zou treden. De voorbereiding van deze regeling en het wijzigingsbesluit vergde echter meer tijd dan geanticipeerd, waardoor die datum niet kon worden gehaald. Desalniettemin waren het CBR en de sector al voorbereid om te gaan werken met de nieuwe examenstructuur met ingang van 1 juli 2022. Zo zijn bijvoorbeeld theoriecursussen en -materialen voorbereid. Om die reden is op 1 juli 2022 de nieuwe examenstructuur ingevoerd door het CBR, naast de oude examenstructuur. Door terugwerkende kracht te geven aan het desbetreffende deel van de onderhavige regeling wordt het hanteren van de nieuwe examenstructuur vanaf 1 juli 2022 gelegitimeerd. Het hiervoor omschreven overgangsrecht legitimeert het blijven bestaan van de oude examenstructuur van 1 juli 2022 tot de inwerkingtreding van de gewijzigde examenstructuur in september 2022. Het vervallen van de vrijstellingen bij ondernemersdiploma’s, beschreven in paragraaf 3.3, geschiedt niet met terugwerkende kracht, omdat dit negatieve gevolgen voor de betrokkenen zou hebben. De vrijstellingen bleven dus tot het moment van inwerkingtreding van kracht. Door het blijven bestaan van de oude examenstructuur bleef gedurende die periode ook de vrijstelling bestaan van RV1 voor degenen die al een C of D rijbewijs hadden, beschreven in paragraaf 3.1.
Door het voorgaande wordt bij de inwerkingtreding van een deel van deze regeling afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten en invoeringstermijnen als bedoeld in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Voor de afwijking hiervan wordt een beroep gedaan op de uitzonderingsgrond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel a. Het uitstellen van de invoering van de nieuwe examenstructuur voor de rijbewijscategorieën C1 en C tot 1 januari 2023 zou ongewenste private en publieke nadelen hebben. De nieuwe examenstructuur bevat ten opzichte van de oude examenstructuur verbeteringen die het liefst zo snel mogelijk zijn ingevoerd, mede met het oog op de verkeersveiligheid. Daarnaast waren het CBR en de sector al klaar voor de nieuwe examenstructuur met ingang van 1 juli 2022. De wijzigingen zijn ruim van tevoren met hen afgestemd. Het niet invoeren ervan zou kosten met zich meebrengen, omdat systemen en onderwijsplannen weer aangepast zouden moeten worden. Deze kosten zijn door de inwerkingtreding met ingang van de dag na publicatie van deze regeling in de Staatscourant en terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2022 voorkomen.
In de artikelen 1, onderdelen b, van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C respectievelijk de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D is een verwijzing opgenomen naar het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Daarbij zijn de artikelen en bijlagen genoemd. Die specificering is echter overbodig geacht; deze betrof in feite al het gehele RVV 1990. De bedoeling is dat de kandidaat kennis van en inzicht in de voorschriften van het RVV 1990 als geheel kan laten zien.
In deze onderdelen zijn onjuiste verwijzingen naar de Wet wegvervoer goederen en het Besluit wegvervoer goederen, het Besluit personenvervoer 2000 en verordening (EU) nr. 165/2014 hersteld.
Het nieuwe artikel 5a en het gewijzigde artikel 7 van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 respectievelijk C betreffen de overgangsregeling voor kandidaten die een deel van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie C1 respectievelijk C al hebben afgerond, maar nog niet het hele examen met goed gevolg hebben afgelegd. Zij moeten dus nog theorietoetsen halen.
In het eerste en tweede lid van de artikelen 5a en 7 is bepaald wie welke onderdelen nog moet doen. Voor een uitgebreide beschrijving van die overgangsregeling wordt verwezen naar paragraaf 3.4 van het algemeen deel van deze toelichting.
In het derde lid van de artikelen 5a en 7 is expliciet bepaald dat het CBR de eisen van het overgangsexamen rijbewijs C1 en C nader uitwerkt en bekendmaakt. Hier is sprake van een ‘nadere’ uitwerking, omdat de hoofdlijnen van wat getoetst wordt in het theorie-examen als geheel zijn vastgelegd in artikel 63 van het Reglement rijbewijzen en specifieker de artikelen 4, aanhef en onderdelen b, c, d en f, 5, aanhef en onderdelen a en b, en (voor rijbewijscategorie C) 6, tweede lid, aanhef en onderdeel k, van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C, gebaseerd op de derde rijbewijsrichtlijn.
Het vierde lid van de artikelen 5a en 7 regelt het vervallen van deze bepalingen aan het einde van de overgangsperiode op 1 juli 2024, twee jaar nadat de wijziging van de examenstructuur in werking is getreden.
De oorspronkelijke tekst van artikel 7 van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C is na de inwerkingtreding van deze regeling voor de rijbewijscategorieën C1 en C niet meer relevant. Deze bepaling was gebaseerd op artikel 53, elfde lid, van het Reglement rijbewijzen zoals dat luidde vóór de inwerkingtreding van het desbetreffende onderdeel van het wijzigingsbesluit. Na de inwerkingtreding daarvan ziet dat lid alleen nog op de rijbewijscategorie D. Het is dan niet meer mogelijk om met een reeds behaalde rijbewijscategorie C1 een lichter theorie-examen te doen om rijbewijscategorie C te halen.
Artikel 6, eerste lid, van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C verwees per abuis naar een aanvrager van een praktijkexamen, waar een aanvrager van een theorie-examen bedoeld was. Daarnaast is de verwijzing naar artikel 53 van het Reglement rijbewijzen vervallen. Deze verwijzing is in dit geval overbodig geacht.
In deze artikelonderdelen van deze regeling vervallen uitgewerkte artikelen, zijn nieuwe paragrafen gemaakt en zijn paragraafopschriften ingevoegd voor de artikelen betreffende de citeertitel in de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C en de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D. De nieuwe paragrafen gaan over het vaststellen van de toetsmatrijzen door het CBR. Zoals in paragraaf 3.2 van het algemeen deel van de toelichting is beschreven, wordt dat proces aan het CBR overgelaten, in overeenstemming met zijn verantwoordelijkheid daarvoor. De desbetreffende nieuwe artikelen bevestigen de bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de toetsmatrijzen, alsmede het bekendmaken ervan. Dit is opgenomen in de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C en de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D, omdat daar – ondanks dat daar geen bijlagen bij waren – de toetsmatrijzen werden toegepast zoals die waren opgenomen in de bijlagen 1, 2 en 3 bij de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012. Nu worden de toetsmatrijzen voor de modules 1-C1 en 1-C vastgesteld op basis van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën C1 en C en voor de modules 1-D1 en 1-D op basis van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D. De Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 verwijst daarnaar in de artikelen 5, 6, 9a en 9b (zie artikel III, onderdelen C tot en met F en J).
Voor een toelichting op het nieuwe artikel 6a en het nieuwe artikel 8 wordt verwezen naar de toelichting op artikel I, onderdelen D en F, van deze regeling. Daarin is hetzelfde geregeld voor de rijbewijscategorieën C1 en C als in de onderhavige bepalingen is geregeld voor de rijbewijscategorieën D1 en D. De verschillen zitten in de eisen voor het overgangsexamen waarnaar wordt verwezen en dat de onderhavige artikelen op 1 juli 2025 vervallen, aangezien ze ook pas een jaar later in werking treden en twee jaar moeten gelden in het kader van het overgangsregime.
In artikel 7, eerste lid, van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D is de verwijzing naar artikel 53 van het Reglement rijbewijzen vervallen. Deze verwijzing is in dit geval overbodig geacht.
Artikel 8 van de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D verwees per abuis naar een aanvrager van een praktijkexamen, waar een aanvrager van een theorie-examen bedoeld was. Daarnaast is de verwijzing naar artikel 53, tiende lid, van het Reglement rijbewijzen verbeterd. Deze bepaling is gebaseerd op artikel 53, elfde lid, van het Reglement rijbewijzen en moet dus daarnaar verwijzen. Op grond van deze bepaling kunnen rijbewijshouders die de rijbewijscategorie D1 hebben behaald een theorietoets RV1P doen om met goed gevolg het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D af te ronden, in plaats van een uitgebreider examen.
Als de nieuwe examenstructuur voor de rijbewijscategorieën D1 en D in werking treedt, is voor de tot dat moment geldende tekst van artikel 8 geen grondslag meer. Artikel 53, elfde lid, van het Reglement rijbewijzen vervalt bij de inwerkingtreding van de nieuwe examenstructuur voor de rijbewijscategorieën D1 en D. Het is dan niet meer mogelijk om met een reeds behaalde rijbewijscategorie D1 een lichter theorie-examen te doen om rijbewijscategorie D te halen. Daarom krijgt artikel 8 op dat moment een nieuwe invulling (zie artikel II, onderdeel G).
In artikel 4 van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 is bepaald uit welke onderdelen het theorie-examen vakbekwaamheid bestaat. Ondanks dat de opzet grofweg hetzelfde blijft, met drie theorietoetsen voor elke rijbewijscategorie, is ervoor gekozen om de opzet per rijbewijscategorie te bepalen. Dit gebeurt in twee onderdelen, en daarmee in twee stappen, omdat de opzet voor de rijbewijscategorieën D1 en D op een later moment verandert dan voor de rijbewijscategorieën C1 en C.
Het theorie-examen vakbekwaamheid bestaat in de nieuwe examenstructuur uit de modules 1, 2 en 3. In tegenstelling tot wat bij de oude examenstructuur was geregeld, is bij de nieuwe examenstructuur niet bepaald in welke vorm de toets wordt afgenomen (meer-antwoorden-keuze of casestudies). Dat is aan het CBR, in het kader van de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van de vakbekwaamheidsexamens met inbegrip van de exameneisen en het afnemen van de vakbekwaamheidsexamens (artikel 156c, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van het Reglement rijbewijzen). Daarbij wordt hetgeen is bepaald in de derde rijbewijsrichtlijn en de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders in acht genomen. Deze koppeling met de genoemde richtlijnen is ook expliciet gemaakt in de beschrijving van de desbetreffende modules. De modules 1 toetsen wat getoetst moet worden op grond van de derde rijbewijsrichtlijn. Daarbij gaat het om de onderwerpen verkeer, techniek, lading (en passagiers waar het gaat om de rijbewijscategorieën D1 en D) en wetgeving. De modules 2 en 3 betreffen de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders. Module 2 spitst zich toe op de onderwerpen techniek en lading (en passagiers waar het gaat om de rijbewijscategorieën D1 en D) uit de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders. Module 3 gaat over onderdeel 3 van bijlage I, deel 1, bij de richtlijn vakbekwaamheid bestuurders en betreft de onderwerpen wetgeving, gezondheid en veiligheid en bedrijf en branche.
Tot slot is nu in het nieuwe vijfde lid van artikel 4 bepaald dat de theorietoets module 1 moet zijn behaald voordat de modules 2 en 3 worden afgenomen. Er is geen verplichte volgorde van de modules 2 en 3. In de oude examenstructuur was er geen volgorde voor de theorietoetsen, maar zoals in paragraaf 3.1 van het algemeen deel van deze toelichting is aangegeven, is dat nu wel wenselijk.
In de artikelen 5, 6, 7 en 10 van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 waren de eisen voor de theorietoetsen rijbewijs en vakbekwaamheid 1 en vakbekwaamheid 2 en 3 vastgelegd. In de artikelen 15, 16 en 17 staan de eisen voor de praktijktoetsen, met telkens in het tweede lid een verwijzing naar de bijlagen waarin de eisen van de bedoelde toetsen nader waren uitgewerkt.
Met de onderhavige wijzigingen zijn de bijlagen bij de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 en de verwijzingen daarnaar vervallen. Dit sluit aan bij de wens en behoefte om het CBR de mogelijkheid te geven om de eisen nader uit te werken, zonder dat deze ‘vast’ liggen in een ministeriële regeling. Dit past binnen de verantwoordelijkheid van het CBR voor het ontwikkelen van de vakbekwaamheidsexamens met inbegrip van de exameneisen, die is vastgelegd in artikel 156c, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van het Reglement rijbewijzen. In het nieuwe artikel 22a van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 is nu ook expliciet bepaald dat het CBR de eisen nader uitwerkt en bekendmaakt (zie artikel III, onderdeel V).
Omdat de examenstructuur voor de rijbewijscategorieën C1 en C eerder wijzigt dan voor de rijbewijscategorieën D1 en D is een fasering aangebracht in de betreffende wijzigingen. De eisen voor de oude theorietoetsen voor de rijbewijscategorieën D1 en D moeten immers nog blijven bestaan, terwijl voor de nieuwe theorietoetsen voor de rijbewijscategorieën C1 en C (de modules 1-C1, 1-C, 2-C en 3-C) ook eisen moeten zijn vastgesteld. Voor die nieuwe theorietoetsen zijn dus de nieuwe aanduidingen aangebracht. Als ook de nieuwe examenstructuur voor de rijbewijscategorieën D1 en D in werking treedt, verdwijnt het onderscheid.
Artikel 8 van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 betreft de bepaling welke theorietoetsen moeten worden afgelegd voor het behalen van het theorie-examen vakbekwaamheid als de aanvrager al het rijbewijs voor de categorie C1 of C heeft. Hetzelfde regelt artikel 11 ten aanzien van de rijbewijscategorieën D1 en D. Hierin veranderen de aanduidingen van de theorietoetsen.
De oorspronkelijke tekst van de artikelen 9 en 12 van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 is na de inwerkingtreding van deze regeling met de herstructurering van de examenstructuur niet meer relevant. Deze bepalingen waren, afhankelijk van de rijbewijscategorie waar het over gaat, gebaseerd op het vijfde lid van de artikelen 156ga, 156h, 156ha en 156i van het Reglement rijbewijzen zoals dat luidde vóór de inwerkingtreding van de wijziging van die artikelen met het wijzigingsbesluit. Na de inwerkingtreding zijn deze leden en daarmee de grondslag voor de oorspronkelijke artikelen 9 en 12 vervallen. Het is niet meer mogelijk om met een reeds behaalde rijbewijscategorie C1 of C een theorie-examen vakbekwaamheid te verwerven door het volgen van slechts twee theorietoetsen. In de nieuwe examenstructuur is voor deze situaties het reguliere theorie-examen nodig, bestaande uit de drie theorietoetsen modules 1, 2 en 3.
De artikelen 9 en 12 hebben een nieuwe invulling gekregen, met de overgangsregeling voor kandidaten die een deel van het theorie-examen vakbekwaamheid al hebben afgerond, maar nog niet het hele examen met goed gevolg hebben afgelegd, en dus nog theorietoetsen moeten halen. In het eerste en tweede lid is bepaald wie welke onderdelen nog moet doen. Voor een uitgebreide beschrijving van die regeling wordt verwezen naar paragraaf 3.4 van het algemeen deel van deze toelichting.
In het derde lid van deze nieuwe artikelen is expliciet bepaald dat het CBR de eisen van de overgangsexamens vakbekwaamheid nader uitwerkt en bekendmaakt. Hier is sprake van een ‘nadere’ uitwerking, omdat de hoofdlijnen van wat getoetst wordt in het theorie-examen als geheel is vastgelegd in artikel 63 van het Reglement rijbewijzen en de artikelen 5, 6, 7 en 10 van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012.
Het vierde lid van de nieuwe artikelen bepaalt wanneer ze vervallen, namelijk aan het einde van de overgangsperiode van twee jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe examenstructuur voor de desbetreffende rijbewijscategorieën.
Met dit onderdeel zijn twee nieuwe artikelen toegevoegd aan de regeling voertuigen. Deze stemmen overeen met de artikelen 5 en 6. Daarin waren voorheen echter de eisen voor de theorietoetsen rijbewijs en vakbekwaamheid 1 voor de rijbewijscategorieën C1 en D1 respectievelijk C en D samen geregeld. Met de nieuwe artikelen 9a en 9b zijn aparte bepalingen gemaakt voor de eisen voor de theorietoetsen modules 1-D1 en 1-D. De eisen zijn immers niet gelijk omdat het andere rijbewijscategorieën betreft. In de nieuwe examenstructuur is voor de eisen voor de modules 1 verwezen naar de regeling met de eisen voor het behalen van het rijbewijs, voor de rijbewijscategorieën D1 en D dus naar de Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D.
Dit betreft het herstel van een omissie. In artikel 11 was formeel niet geregeld dat het theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie D ook kon worden behaald door alleen de theorietoetsen vakbekwaamheid 2 en 3 te volgen als de aanvrager al in het bezit was van een rijbewijscategorie D. Ook was in artikel 12 niet geregeld dat hetzelfde gold voor degene die een theorie-examen vakbekwaamheid voor de rijbewijscategorie C met goed gevolg had afgelegd. Dat is hersteld. In de praktijk werd dit overigens wel altijd al toegepast.
Dit betreft redactionele verbeteringen, daar de artikelen 13 en 14, waarnaar verwezen wordt, uit meerdere leden bestaan.
Paragraaf 5a van hoofdstuk II van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 bevatte een regeling voor de verlenging van de geldigheidsduur van examenresultaten voor het behalen van het getuigschrift van vakbekwaamheid (code 95) in verband met COVID-19. De daarin opgenomen regeling is inmiddels materieel uitgewerkt. Daarom vervalt deze paragraaf. De laatste verlenging liep tot en met 30 juni 2022.
Deze paragraaf heeft een nieuwe invulling gekregen. Hierin is een bepaling opgenomen voor het vaststellen van toetsmatrijzen door het CBR. Voor een toelichting hierop wordt verwezen naar paragraaf 3.2 van het algemeen deel van deze toelichting en de artikelsgewijze toelichting op de artikelen I, onderdeel G, en II, onderdeel H. Het nieuwe artikel 22a van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 geldt voor de uitwerking van de eisen van de nieuwe theorietoetsen modules 1, 2 en 3, en van 1 juli 2022 tot 1 juli 2023 ook nog voor de ‘oude’ theorietoetsen rijbewijs en vakbekwaamheid 1 en vakbekwaamheid 2 en 3 voor de rijbewijscategorieën D1 en D. Ingevolge artikel III, onderdelen K en Z, van deze regeling vervallen de toetsmatrijzen immers wel per 1 juli 2022. Vanaf 1 juli 2023 geldt de nieuwe examenstructuur ook voor de rijbewijscategorieën D1 en D en worden dus geen toetsmatrijzen meer vastgesteld voor de oude theorietoetsen.
Met deze onderdelen wijzigen de artikelen 23 en 23a van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012. Daarin zijn vrijstellingen van de basiskwalificatie geregeld. Hier zijn niet alleen de aanduidingen van de af te leggen theorietoetsen veranderd, er vervallen ook vrijstellingen voor degenen die een ondernemersdiploma hebben. Zij krijgen alleen nog een vrijstelling voor de theorietoets module 3. Dit is toegelicht in paragraaf 3.3 van het algemeen deel van deze toelichting.
In dit artikel is de inwerkingtreding bepaald, met de fasering tussen de rijbewijscategorieën C1 en C enerzijds en D1 en D anderzijds en met de terugwerkende kracht als beschreven in paragraaf 9.3 van het algemeen deel van deze toelichting. Er is voor gekozen om wijzigingen in hetzelfde artikel op verschillende momenten in verschillende geletterde artikelonderdelen onder te brengen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers
Besluit van 9 september 2022 tot wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met herstructurering van de examenstructuur voor het behalen van rijbewijzen van de categorieën C1, C, D1 en D en getuigschriften van vakbekwaamheid en enige andere technische wijzigingen (Stb. 2022, 353).
Richtlijn nr. 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en richtlijn nr. 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van richtlijn nr. 76/914/EEG van de Raad (PbEU 2003, L 226).
Deze afkortingen werden gebruikt in de bijlagen bij de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 en door het CBR en in het vervolg van deze toelichting.
Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU 2006, L 403).
Er zijn er vier, de eerste drie voor ondernemers in het goederenvervoer en de laatste voor ondernemers in het personenvervoer:
– het getuigschrift van vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 5 van de Regeling wegvervoer goederen;
– het getuigschrift van vakbekwaamheid voor binnenlands beroepsvervoer, afgegeven door de Stichting Examenbureau Beroepsvervoer voor 1 mei 2009;
– het getuigschrift van vakbekwaamheid voor grensoverschrijdend beroepsvervoer, afgegeven door de Stichting Examenbureau Beroepsvervoer voor 1 mei 2009; en
– het getuigschrift, bedoeld in artikel 27 van het Besluit personenvervoer 2000.
De richtlijn vakbekwaamheid bestuurders biedt ook de mogelijkheid tot het behalen van een basiskwalificatie door een combinatie van een opleiding van een verplichte tijdsduur plus een examen. Bij de implementatie in Nederland is daarvoor niet gekozen, zie Kamerstukken II 2006/07, 30 827, nr. 3, p. 3.
Zie bijvoorbeeld de Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 15 december 2020, nr. IENW/BSK-2020/225863, tot wijziging van de Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 in verband met enige technische wijzigingen en tot wijziging van de Regeling eisen praktijkexamens rijbewijscategorieën C1, E bij C1, C en E bij C en de Regeling eisen praktijkexamens rijbewijscategorieën D1, E bij D1, D en E bij D in verband met actualisering van de toetsmatrijzen (Stcrt. 2020, 63699).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-23626.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.