Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2022, 23571 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2022, 23571 | ander besluit van algemene strekking |
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet juncto artikel 4:23, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
De Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 8 maart 2022 houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten voor de derde ronde proeftuinen van het programma aardgasvrije wijken (Stcrt. 2022, nr. 6641) wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:
2. De specifieke uitkering bedraagt voor de gemeente:
a. Almelo: € 4.283.596;
b. Barneveld: € 1.928.500;
c. Coevorden: € 3.934.522;
d. De Bilt: € 3.735.694;
e. Eindhoven: € 5.840.867;
f. Enkhuizen: € 4.185.740;
g. Haarlem: € 4.000.000;
h. Leeuwarden: € 3.250.052;
i. Leidschendam-Voorburg: € 4.000.000;
j. Leusden: € 3.874.563;
k. Noardeast-Fryslân: € 4.430.160;
l. Peel en Maas: € 4.000.000;
m. Schiermonnikoog: € 2.297.183;
n. Súdwest-Fryslân: € 3.970.860;
o. Vlissingen: € 3.900.250; en
p. Westerkwartier: € 4.612.000.
B
In artikel 4 wordt ‘1 augustus 2022’ vervangen door ‘31 december 2022’.
Lasten en bevelen dat deze regeling met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
De Adviescommissie aardgasvrije wijken heeft tijdens de selectievergadering op basis van de selectie- en spreidingscriteria van de derde ronde proeftuinen twee aanvragen aangewezen die ook in aanmerking zouden zijn gekomen voor selectie, mits er meer budget beschikbaar was. Deze aanvragen zijn door de Adviescommissie als ‘reserve’ aangemerkt. Het gaat om twee gemeenten: Leidschendam-Voorburg (4.000.000 euro) en Noardeast-Fryslan (4.430.160 euro). Op het moment van het vaststellen van de selectie door de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: de Minister) was er niet voldoende budget beschikbaar om ook aan deze gemeenten een rijksbijdrage toe te kennen. Er werd wel de mogelijkheid voorzien om middels een kasschuif PAW-budget van latere jaren naar 2022 te halen.
De eerste veertien aanvragen zijn wel toegekend in maart 2022. Naast de genoemde zestien aanvragen komen volgens de Adviescommissie geen andere aanvragen in aanmerking voor selectie op basis van de selectie- en spreidingscriteria. De Minister heeft dit advies overgenomen.
Aan de gemeenten Leidschendam–Voorburg en Noardeast-Fryslan is in de afwijzende beschikking (d.d. 11 maart 2022) gecommuniceerd dat hun aanvragen op een reservelijst zijn opgenomen en dat hun aanvragen mogelijk dit jaar nog worden toegekend als het lukt om extra budget beschikbaar te maken.
In de 1e suppletoire begroting van 2022 is een kasschuif van het PAW-budget opgenomen, waarbij € 10 mln. van 2027 naar 2022 is geschoven. De 1e suppletoire begroting is aangenomen door beide Kamers der Staten-Generaal. Hierdoor is er budget beschikbaar om de twee aanvragen van de gemeenten te honoreren en aan de selectie van de derde ronde proeftuinen toe te voegen. Deze wijzigingsregeling voorziet hierin door het opnemen van de betreffende gemeenten in artikel 3, tweede lid, onderdelen i en k. Daarnaast is artikel 4 gewijzigd zodat de betaling van het voorschot na publicatie van deze regeling nog kan plaatsvinden voor deze twee gemeenten.
In het onderhavige geval is gebruik gemaakt van artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet. Dat artikel biedt in samenhang met artikel 4:23, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht, de mogelijkheid om, vooruitlopend op de totstandkoming van een wettelijke grondslag, een ministeriële regeling vast te stellen. Dit kan alleen mits binnen een jaar na vaststelling van de regeling de wettelijke grondslag daarvoor (in dit geval een algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 81, tweede lid, van de Woningwet) is gerealiseerd. Het opstellen van deze algemene maatregel van bestuur is een separaat en al lopend regelgevingstraject, waarbij dit besluit naar verwachting in werking treedt in het najaar van 2022.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn, hetgeen gerechtvaardigd is doordat de regeling erin voorziet om aanvragen van twee gemeenten die in het eerdere aanvraagtijdvak zijn ingediend toch nog te kunnen toekennen. Er is daarom geen voorbereidingstijd nodig voor rechtssubjecten, de betreffende gemeenten zijn juist gebaat bij een snelle inwerkingtreding en toekenning.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-23571.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.