Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 22 augustus 2022, nr. WJZ/ 22372654, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met technische wijzigingen van de subsidiemodule Important Projects of Common European Interest (IPCEI)

De Minister voor Klimaat en Energie,

Gelet op de artikelen 4, 5 en 15 van het Kaderbesluit EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.27.2, vierde lid, aanhef, wordt na ‘het eerste lid,’ ingevoegd ‘onderdeel a of b,’ en na ‘het tweede lid, onderdeel a,’ ingevoegd ‘en de subsidie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, aan een onderneming, bedoeld in het derde lid,’.

B

Artikel 3.27.3 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid, onderdeel a, tweede subonderdeel, vervalt ‘voor zover de kosten betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling en de eerste industriële toepassing van innovatieve producten of diensten door een onderneming als bedoeld in artikel 3.27.2, derde lid,’.

2. Het vierde lid, onderdeel a, tweede subonderdeel, komt te luiden:

  • 2°. indien het een Nederlands belangrijk project op het gebied van waterstofproductie door elektrolyse, bedoeld in artikel 3.27.2, eerste lid, onderdeel d, betreft;.

C

Artikel 3.27.4, onderdeel a, tweede subonderdeel, komt te luiden:

  • 2°. een Nederlands belangrijk project op het gebied van waterstofproductie door elektrolyse, bedoeld in artikel 3.27.2, eerste lid, onderdeel d;.

D

Artikel 3.27.10, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Activiteiten in het Nederlandse belangrijke project worden overeenkomstig de in het Europese goedkeuringsbesluit opgenomen verplichtingen uitgevoerd:

    • a. indien de activiteiten onderzoek en ontwikkeling, de eerste industriële toepassing van innovatieve producten of diensten of infrastructuurprojectactiviteiten in de sectoren milieu, energie of digitalisering betreffen en door een onderneming als bedoeld in artikel 3.27.2, tweede lid, onderdeel a, worden verricht;

    • b. indien het een Nederlands belangrijk project op het gebied van waterstofproductie door elektrolyse, bedoeld in artikel 3.27.2, eerste lid, onderdeel d, betreft.

E

Artikel 3.27.14, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. paragraaf 3.2.3, onderdelen 22, 23, 24 en 25, van het IPCEI-steunkader:

    • 1°. voor zover de subsidiabele activiteiten betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling, de eerste industriële toepassing van innovatieve producten of diensten of infrastructuuractiviteiten op het gebied van milieu, energie of digitalisering door een onderneming als bedoeld in artikel 3.27.2, tweede lid, onderdeel a;

    • 2°. indien het een Nederlands belangrijk project op het gebied van waterstofproductie door elektrolyse, bedoeld in artikel 3.27.2, eerste lid, onderdeel d, betreft.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 augustus 2022

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

I. Algemeen

Deze wijzigingsregeling bevat enkele technische wijzigingen van de subsidiemodule Important Projects of Common European Interest (hierna: IPCEI) van titel 3.27 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES). Op 20 juli 2022 is titel 3.27 van de RNES gewijzigd waarbij regels voor subsidie voor projecten met betrekking tot waterstofproductie door elektrolyse zijn toegevoegd aan de subsidiemodule IPCEI (Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 11 juli 2022 tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met de wijziging en openstelling van de subsidiemodule Important Projects of Common European Interest (IPCEI) (Stcrt. 2022, nr. 18894). Bij die wijziging zijn enkele zaken onvoldoende geregeld. Deze wijzigingsregeling betreft aanpassingen om de leemten in de bepalingen voor projecten met betrekking tot waterstofproductie door elektrolyse te herstellen.

Per abuis waren enkele regels slechts van toepassing op activiteiten die zien op onderzoek en ontwikkeling én de eerste industriële toepassing van innovatieve producten of diensten, daarmee refererend aan de activiteiten zoals opgenomen in de artikelen 22 en 23 van het IPCEI-steunkader. Het is echter ook mogelijk om subsidie te krijgen voor projecten die slechts op één van deze twee activiteiten betrekking hebben of zowel betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling als op de eerste industriële toepassing of die infrastructuuractiviteiten betreffen (zoals bedoeld in artikel 25 van het IPCEI-steunkader). Daarom was het nodig die bepalingen te herstellen zodat de regels voor waterstofproductie door elektrolyse uit titel 3.27 gelden voor al deze activiteiten. Daarnaast waren abusievelijk regels over de vorm van de subsidie, de verplichtingen voor het uitvoeren van de projecten en de staatssteunrechtvaardiging nog niet van toepassing op projecten voor waterstofproductie door elektrolyse.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze datum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de subsidiemodule IPCEI per 1 september 2022 tot en met 14 september 2022 wordt opengesteld voor subsidieaanvragen voor projecten voor waterstofproductie door elektrolyse. Vasthouden aan de systematiek van de vaste verandermomenten en bijbehorende bekendmakingstermijn zou hebben betekend dat de wijziging niet van toepassing zou zijn op de subsidieaanvragen die tijdens de openstelling kunnen worden ingediend. Daardoor zouden voor bepaalde type projecten geen regels gelden en zou de regeling niet goed kunnen worden toegepast op aanvragen voor dergelijke projecten. De wijzigingen betreffen niet de informatieverplichtingen voor aanvragers en hebben dus geen gevolgen voor de wijze waarop de aanvragers hun aanvraag moeten voorbereiden.

Omdat de wijzigingsregeling het herstel van omissies betreft, heeft deze geen invloed op de regeldruk zoals die in beeld is gebracht in de toelichting bij de hiervoor genoemde regeling van 11 juli 2022. Kortheidshalve wordt daarom naar die toelichting verwezen. Om dezelfde reden behoefde de regeling niet ter advisering aan het Adviescollege toetsing regeldruk te worden voorgelegd.

Ook voor de rechtvaardiging vanuit de Europese regels over staatssteun wordt verwezen naar de toelichting bij de hiervoor genoemde regeling van 11 juli 2022.

II. Artikelen

Onderdeel A

Artikel 3.27.2, vierde lid, van de RNES bevat de mogelijkheid voor de minister om subsidie voor bepaalde ondernemingen te verstrekken in de vorm van een subsidie met terugbetalingsverplichting of een geldlening. Dit artikel gold enkel voor projecten op het gebied van cloud infrastructuur en services en micro-elektronica en halfgeleiders die gericht zijn op onderzoek en ontwikkeling, de eerste industriële toepassing van innovatieve producten of diensten of infrastructuurprojectactiviteiten in de sectoren milieu, energie of digitalisering. Deze mogelijkheid moet ook voor projecten op het gebied van waterstofproductie door elektrolyse gelden. Per abuis was dit echter niet in de hiervoor genoemde regeling van 11 juli 2022, geregeld. Daarom is met dit onderdeel alsnog toegevoegd dat de minister ook voor die projecten de subsidie kan verstrekken in de vorm van een subsidie met terugbetalingsverplichting of een geldlening. Dit kan ook nodig zijn om aan de verplichtingen die volgen uit het Europees goedkeuringsbesluit te kunnen voldoen.

Onderdeel B

Dit onderdeel wijzigt twee bepalingen in artikel 3.27.3 van de RNES waarin de hoogte van de subsidie is geregeld. Het gaat om het eerste lid, op grond waarvan de subsidie voor het project het percentage van de nominale financieringskloof dat is opgenomen in het Europees goedkeuringsbesluit, bedraagt. Daarnaast betreft dit onderdeel het vierde lid. Dit lid bepaalt dat de subsidie per project maximaal zo hoog is als het subsidieplafond en niet meer bedraagt dan het maximum subsidiebedrag dat is opgenomen in het Europese goedkeuringsbesluit.

Die twee bepalingen waren enkel van toepassing op projecten voor waterstofproductie door elektrolyse die betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling én de eerste industriële toepassing van innovatieve producten of diensten. De bepalingen moeten echter gelden voor alle activiteiten van de projecten op het gebied van waterstofproductie door elektrolyse, dus ook op de activiteiten die zien op de infrastructuur als bedoeld in artikel 25 van het IPCEI steunkader. Dat is met dit onderdeel hersteld.

Onderdeel C

Met dit onderdeel is artikel 3.27.4, onderdeel a, van de RNES gewijzigd. Deze bepaling regelt welke kosten voor projecten betreffende waterstofproductie door elektrolyse subsidiabel zijn en moet voor alle activiteiten van deze projecten op dat gebied gelden. De bepaling was echter enkel van toepassing op projecten gericht op onderzoek en ontwikkeling én de eerste industriële toepassing van innovatieve producten of diensten. De bepaling is daarom gewijzigd, zodat deze ook van toepassing is op de infrastructuuractiviteiten van de projecten op het gebied van waterstofproductie door elektrolyse.

Onderdeel D

Artikel 3.27.10 van de RNES bevat verplichtingen voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten. Dit onderdeel wijzigt het eerste lid, zodat ook projecten voor waterstofproductie door elektrolyse moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de verplichtingen die volgen uit het Europese goedkeuringsbesluit. Dit kan onder meer het geval zijn voor het moeten toepassen van de door de Europese Commissie gewenste terugvorderingsclausule. Die verplichting gold al voor activiteiten betreffende onderzoek en ontwikkeling, de eerste industriële toepassing van innovatieve producten of diensten of infrastructuurprojectactiviteiten in de sectoren milieu, energie of digitalisering door een onderneming die voor het verrichten van deze activiteiten als directe partner is vermeld in het Europees goedkeuringsbesluit. Voor de leesbaarheid is het eerste lid onderverdeeld in twee onderdelen.

Onderdeel E

Dit onderdeel wijzigt artikel 3.27.14 van de RNES, waarin de staatssteunrechtvaardiging van deze subsidiemodule is vastgelegd. Hierin werd nog niet duidelijk gemaakt welk staatssteunkader de projecten voor waterstofproductie door elektrolyse rechtvaardigt. Subsidie voor deze projecten wordt gerechtvaardigd door het IPCEI-steunkader. Naar dit kader werd al verwezen in onderdeel a van dit artikel. Daarom is dat onderdeel zo gewijzigd dat deze ook geldt voor projecten voor waterstofproductie door elektrolyse. Voor de leesbaarheid zijn in het onderdeel twee subonderdelen opgenomen.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven