Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 14 juli 2022, nr. 3867880, houdende wijziging van de Regeling vaststelling LFNP in verband met het uitzonderen van het werkterrein Speurhondengeleiding in geval van plaatsing in een functie bij een aanstelling voor de uitvoering van de politietaak met specifieke inzetbaarheid

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie en artikel 6, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 3a, eerste lid, van de Regeling vaststelling LFNP, wordt na ‘geplaatst in een functie in het vakgebied Intelligence, Forensische Opsporing’ ingevoegd ‘, met uitzondering van het werkterrein Speurhondengeleiding, ‘.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

Met deze regeling wordt het werkterrein Speurhondengeleiding uitgezonderd van de in 2018 opgenomen mogelijkheid1 om ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, met een specifieke inzetbaarheid te plaatsen in een functie in het vakgebied Forensische Opsporing.

In de praktijk is gebleken dat het niet werkbaar is om executieve ambtenaren met een specifieke inzetbaarheid in te zetten voor het werkterrein Speurhondengeleiding. Voor een aantal werkzaamheden in dit werkterrein blijkt beschikking over een geweldsmiddel vanwege een zekere mate van gevaarzetting noodzakelijk. Gevaarzetting waarbij de toepassing van geweldsmiddelen aan de orde is, is geen regel maar komt incidenteel voor en kan niet voorkomen worden. Executieve ambtenaren met een specifieke inzetbaarheid mogen echter, vanwege het feit dat zij geen basispolitieopleiding (als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel s, onder 1°, van de Politiewet 2012) hebben voltooid, maar enkel een specifieke politieopleiding (als bedoeld in artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie) hebben gevolgd, niet beschikken over geweldsmiddelen. Daarom worden zij van dit werkterrein uitgezonderd.

Deze wijziging heeft geen consequenties voor de zittende speurhondengeleiders, aangezien zij zonder uitzondering een basispolitieopleiding hebben voltooid.

De wijziging is overeengekomen met de politievakorganisaties.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven