Regeling van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 28 januari 2022, nr. 2022-0000038331, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen in verband met het verlengen van de aanvraagronde

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 7, tweede lid, van de Regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen wordt ‘31 januari 2022’ vervangen door ’30 april 2022’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

TOELICHTING

1. Inhoud van deze regeling

Deze regeling verlegt de sluitingsdatum van de huidige aanvraagronde voor specifieke uitkeringen van de Regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen (hierna: SUViS) van 31 januari 2022 naar 30 april 2022.

De SUViS voorziet in een grondslag voor het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten voor projecten betreffende het verbouwen van bestaande schoolgebouwen in het funderend onderwijs waarin in ieder geval noodzakelijke en energiezuinige maatregelen worden getroffen om het binnenklimaat te verbeteren. Hieronder vallen ook maatregelen met betrekking tot ventilatie van schoolgebouwen.

Aanleiding voor deze aanpassing van de regeling is dat het uitkeringsplafond nog niet is bereikt en de aanvraagronde op 31 januari zou sluiten. Door de aanvraagronde met drie maanden te verlengen wordt gemeenten en (via de gemeente) schoolbesturen meer tijd gegeven om een aanvraag voor te bereiden en in te dienen. Op deze wijze kunnen er meer beschikkingen worden afgegeven en daarmee kunnen meer scholen worden voorzien van betere ventilatiemogelijkheden en een verbeterd binnenklimaat. Op deze wijze wordt ook het risico op Coronabesmettingen in schoolklassen verkleind.

2. Verhouding tot hoger recht

Deze regeling is gebaseerd op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet. Dat artikellid geeft de grondslag voor het stellen van regels over de verstrekking van eenmalige specifieke uitkeringen. Deze regeling geeft geen nieuw kader voor een specifieke uitkering, maar sluit aan bij de eenmalige specifieke uitkering die op grond van de SUViS verleend kan worden. Er is zodoende geen sprake van een nieuwe eenmalige specifieke uitkeringsregeling of een tijdelijke uitkering (artikel 17, derde lid, Financiële-verhoudingswet). Omdat dezelfde voorwaarden van toepassing zijn, kunnen projecten dan ook niet voor een tweede keer gesubsidieerd worden.

3. Administratieve en bestuurlijke lasten

Een aanvraag kan worden ingediend op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). Voor een toelichting op de administratieve lasten voor het doen van de aanvraag wordt verwezen naar de toelichting bij de SUViS.1 Voor een toelichting op de bestuurlijke lasten voor RVO voor het uitvoeren van deze regeling wordt verwezen naar de toelichting bij de vorige wijziging van de SUViS, waarmee de huidige aanvraagronde werd toegevoegd.2

4. Uitvoering en handhaving

De regeling wordt uitgevoerd door RVO in naam van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen om toekenning zo spoedig mogelijk te laten plaatsvinden. De maximale beoordelingstermijn van de aanvraag is acht weken na ontvangst van de aanvraag door RVO, mogelijk eenmalig te verlengen met acht weken, maar gestreefd wordt deze termijn zoveel korter te laten zijn als mogelijk. De beoordeling zal door de RVO worden uitgevoerd.

Na verstrekking van de uitkering wordt door de gemeenten verantwoording afgelegd via de ‘single information, single audit’-systematiek (SiSa). Dit betekent dat de verantwoording verloopt via de jaarrekening van de gemeente en via SiSa geleverd wordt aan RVO. RVO kan aan de hand van die informatie de uitkering achteraf vaststellen of, indien van toepassing, handhaven op eventuele overtreding van de voorwaarden in de SUViS of beschikking.

5. Consultatie en advies

Deze regeling is niet openbaar geconsulteerd en evenmin voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR), dit omdat er geen gevolgen te verwachten zijn voor burgers en bedrijven en de regeling geen administratieve lasten met zich meebrengt.

De PO-Raad, de VO-raad en de VNG zijn geïnformeerd over het verlengen van de huidige aanvraagronde. Eerder hebben zij bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aandacht gevraagd voor signalen uit het veld over de SUViS-regeling. Deze signalen focussen zich met name op de reikwijdte van de regeling en de wijze van cofinanciering. Deze signalen zullen worden meegenomen bij de inrichting van een vervolgregeling op de SUViS door de Minister voor Primair en Voorgezet Onderwijs.

6. Financiële gevolgen

Om nieuwe aanvragen voor een specifieke uitkering in de periode februari tot en met april te kunnen beschikken is er een incidentele suppletoire begroting (ISB) aangeboden aan de Tweede en Eerste Kamer. Via deze ISB worden de overgebleven financiële middelen die gereserveerd staan voor de SUViS-regeling van begrotingsjaar 2021 overgebracht naar begrotingsjaar 2022.

7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie ervan in de Staatscourant, waarmee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Hiertoe is besloten omdat de huidige aanvraagronde op 31 januari 2022 sloot en het verlengen van de aanvraagperiode nodig is om nieuwe aanvragen tijdig te kunnen beoordelen en gemeenten hun projecten binnen de daartoe gestelde tijd te kunnen laten uitvoeren. Hiermee is dus gebruik gemaakt van de uitzondering op de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn op grond van aanwijzing 4.17, vijfde lid, aanhef en onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven