TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze regeling zijn in de Kiesregeling enkele modellen aangepast en enkele modellen
toegevoegd. De wijzigingen houden verband met de recente wijziging van de Kieswet.
Het gaat om de wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van
het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland.1
2. Inhoud van de regeling
Deze regeling bevat aangepaste modellen voor het verzoek om per brief te stemmen (§ 2.1)
en een nieuw formulier waarmee zowel een verzoek tot registratie van een aanduiding
van een politieke groepering als, indien het de registratie betreft ten behoeve van
Tweede Kamer- of Europees Parlementsverkiezingen, een logo kan worden ingediend (§ 2.2).
Deze regeling bevat tevens een model voor het stembiljet voor kiezers buiten Nederland
(§ 2.3), een model voor het overzicht van de kandidaten (§ 2.4), een model voor het
schriftelijke verzoek om een vervangend briefstembewijs en een formulier voor het
vervangend briefstembewijs (beide § 2.5).
2.1. Registratieformulier voor kiezers buiten Nederland
Op grond van de wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van
het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland is het uitgangspunt dat kiezers
buiten het Koninkrijk der Nederlanden hun stembiljet per e-mail ontvangen. De uitzondering
is dat zij hun stembiljet per post ontvangen. De uitzondering geldt indien de kiezer
buiten het Koninkrijk heeft aangegeven zijn stembiljet per post te willen ontvangen
of indien van hem geen e-mailadres bekend is. Dit is geregeld in artikel D 5, derde
en vierde lid, van het Kiesbesluit. Voor kiezers die tijdelijk in het buitenland verblijven
is dit neergelegd in artikel M 3, derde en vierde lid, van de Kieswet. Met deze regeling
is het model aangepast waarmee de kiesgerechtigde Nederlander in het buitenland zich
registreert als kiezer buiten Nederland. Het betreft zowel het model voor de kiezer
die permanent in het buitenland verblijft (model D 3-1) als het model voor de kiezer
die tijdelijk in het buitenland verblijft (model M 3). Daar waar de kiezer wordt verzocht
zijn e-mailadres in te vullen is het woord ‘optioneel’ geschrapt. Ook is de tekst
onder rubriek 4 (model D 3-1) dan wel rubriek 3 (model M 3) waar de kiezer werd gevraagd
of hij zijn stembiljet per post of per e-mail wilde ontvangen, in overeenstemming
gebracht met de Kieswet (artikel M 3, derde en vierde lid) en het Kiesbesluit (artikel
D 5, derde en vierde lid). Verder is uit model M 3 de mogelijkheid verwijderd voor
het invullen van het geslacht van de kiesgerechtigde. Dit is geen noodzakelijk gegeven.
Model D 3-1 kende die mogelijkheid al niet, zodat de modellen D 3-1 en M 3 in dit
opzicht nu met elkaar in overeenstemming zijn. Van de gelegenheid is gebruikgemaakt
om de tekst van model D 3-1 onder rubriek 7 meer in overeenstemming te brengen met
artikel B 1, eerste en tweede lid, van de Kieswet. Meer specifiek is verduidelijkt
dat ook de meerderjarige kinderen die een gemeenschappelijke huishouding voeren met
een Nederlander die in Aruba, Curaçao of Sint Maarten werkzaam is in Nederlandse openbare
dienst, kiesgerechtigd zijn.
Ten slotte zijn enkele wijzigingen in de vormgeving doorgevoerd, waardoor het model
meer ruimte biedt voor het invullen van de vereiste contactgegevens. Het advies van
de Kiesraad om door middel van een aanvullende zinsnede in rubriek 4a van model D 3-1
in het register opgenomen kiesgerechtigden erop te attenderen dat zij bij een wijziging
van hun persoons- of adresgegevens deze verandering doorgeven aan het college van
burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, is niet overgenomen. Het moment
waarop men een verzoek indient om te worden opgenomen in het register van kiesgerechtigden
buiten Nederland lijkt daarvoor niet geschikt daar die situatie zich op dat moment
niet voordoet.
2.2. Registratie van een logo
Sinds 1956 kent de Kieswet een regeling voor de registratie van aanduidingen van politieke
groeperingen. Een aanduiding is de naam waarmee een politieke partij op het stembiljet
voor kiezers herkenbaar wil zijn. Sinds juni 2013 kunnen op basis van de Tijdelijke
experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ook logo’s van politieke partijen
in dat register worden bijgeschreven. Althans, voor zover het een registratie betreft
ten behoeve van Tweede Kamerverkiezingen of ten behoeve van verkiezingen van de voor
Nederland te kiezen leden in het Europees Parlement. Als politieke groeperingen alléén
hun aanduiding registreren, leidt dit ertoe dat hun logo niet kan worden afgebeeld
op het stembiljet voor kiezers buiten Nederland. Daarom heeft de Kiesraad, op 5 februari
20182 en 13 juli 20203, geadviseerd om het formulier waarmee een verzoek tot registratie van een logo kan
worden ingediend4 te combineren met het aanvraagformulier voor de registratie van een aanduiding.5 Politieke groeperingen kunnen alsdan met één aanvraag gelijktijdig twee besluiten
uitlokken: een besluit ex artikel G 1 van de Kieswet op het verzoek tot registratie
van hun aanduiding en een besluit ex artikel G 1a van de Kieswet op het verzoek tot
registratie van hun logo. De genoemde adviezen van de Kiesraad hebben eerder niet
tot aanpassing van model G 1-1 geleid, omdat de registratie van een logo destijds
nog onderdeel uitmaakte van een tijdelijke experimentenregeling. Nu in een definitieve
regeling is voorzien, zijn deze adviezen alsnog overgenomen. In model G 1-1 is daartoe
een nieuwe rubriek ingevoegd: rubriek 6. De ruimte om eventuele opmerkingen te maken,
welke op model B voorkwam, is daarbij niet overgenomen.
In de consultatieversie van deze regeling stond in rubriek 6 van model G 1-1 nog expliciet
dat het gelijktijdig indienen van een verzoek tot registratie van een logo bij een
verzoek tot registratie van een aanduiding niet verplicht is. De met deze regeling
op die plaats vastgestelde tekst spoort politieke groeperingen nadrukkelijker aan
om ook hun logo te registreren. Deze aanpassing houdt verband met artikel 5 van de
Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten, zoals gewijzigd door het amendement-Leijten.6 Als de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft besloten dat
bij een Tweede Kamer- of Europees Parlementsverkiezing een experiment plaatsvindt
als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten,
dan zijn politieke groeperingen gehouden om gelijktijdig bij hun verzoek tot registratie
van hun aanduiding ook een verzoek tot registratie van hun logo in te dienen. Dat
de minister een dergelijk besluit heeft genomen, blijkt uit de bekendmaking daarvan
in de Staatscourant. Heeft de minister (nog) niet formeel besloten tot het houden
van een experiment bij de genoemde verkiezing, dan is het gelijktijdig indienen van
een verzoek tot registratie niet verplicht. Het met deze regeling vastgestelde model
is toepasbaar in beide situaties. Het advies van de Kiesraad om in het model tot uitdrukking
te brengen dat het besluit van het centraal stembureau op een verzoek tot registratie
van een logo geen impact heeft op zijn besluit op een verzoek tot registratie van
een logo is daarbij – hoewel op zich juist – niet overgenomen. Met name niet omdat,
zoals hiervoor beschreven, politieke groeperingen in sommige gevallen wel verplicht
zijn om gelijktijdig met een verzoek tot registratie van een aanduiding ook een verzoek
tot registratie van een logo in te dienen. Daarnaast pleegt de Kiesraad in de praktijk
op beide verzoeken ook één gecombineerd besluit te nemen.7 Ook op andere kleine punten is model G 1-1 aangepast. Zo zijn de technische eisen
voor het digitaal aanleveren van een logo in overeenstemming gebracht met het Kiesbesluit
(artikel G 2, tweede lid). In rubriek 2 is de tekst ‘De politieke groepering’ vervangen
door ‘Statutaire naam van de politieke groepering’. Beoogd is hiermee duidelijker
te maken dat op die plaats niet de aanduiding van de politieke groepering is bedoeld,
maar haar officiële (statutaire) naam. Het advies van de Kiesraad om politieke groeperingen
in deze rubriek ook naar (de vindplaats van) hun (officiële) website te vragen is
niet overgenomen. Dat zou in strijd zijn met het beginsel van minimale gegevensverwerking
zoals dit in de Algemene wet bestuursrecht is neergelegd.8 Model G 1-1 is bedoeld voor de registratie van een aanduiding (en logo) ten behoeve
van toekomstige verkiezingen. Het internetadres van een politieke groepering is daarbij
geen relevant gegeven. In rubriek 3 is de instructie verduidelijkt. Voorts is de lay-out
van het model geüniformeerd.
2.3. Stembiljet voor kiezers buiten Nederland
Met deze regeling is het model voor het stembiljet9 aangepast in die zin dat daarop niet langer staat vermeld dat de kiezer die per brief
stemt, het stemvakje dient in te kleuren met rood, zwart, blauw of groen. Ook wordt
van de kiezer niet langer gevraagd om ‘de witte stip’ in te kleuren. Deze wijzigingen
hangen direct samen met de in de Kieswet aangebrachte wijziging om het invullen van
het stembiljet voor de kiezers te vereenvoudigen (artikel M 7, eerste lid, van de
Kieswet). Verder is het model voor het stembiljet aangepast in die zin dat daarop
bij elke partij wordt vermeld hoeveel kandidaten op de lijst staan. Hieronder is een
voorbeeld in detail van deze vermelding afgebeeld. Indien achter de aanduiding (naam)
van een partij de vermelding in dit voorbeeld zou staan, heeft die partij 26 kandidaten
op de lijst staan.
![Voorbeeld van de vermelding op het stembiljet van het aantal kandidaten (hier 26) van een partij](stcrt-2022-18645-014.png)
Voorbeeld van de vermelding op het stembiljet van het aantal kandidaten (hier 26)
van een partij
2.4. Overzicht van de deelnemende kandidaten, geordend per lijst
Artikel M 6 van de Kieswet schrijft voor, voor zover hier van belang, dat de kiezer
die het is toegestaan om per brief te stemmen, een overzicht van de deelnemende kandidaten,
geordend per lijst, krijgt toegezonden. Het overzicht betreft een overzicht van door
het centraal stembureau geldig verklaarde lijsten met de daarop gehandhaafde kandidaten.
Aldus staan de kandidaten, de Kiesraad wijst daar terecht op, in het overzicht op
dezelfde wijze en in dezelfde volgorde als zij voorkomen op de door het centraal stembureau
geldig verklaarde lijsten met de daarop gehandhaafde kandidaten, met weglating van
de geboortedatum. Nadere aanduidingen van de naam, als bedoeld in artikel H 2, tweede
lid, van het Kiesbesluit staan in voorkomend geval dus ook in het overzicht. Met deze
regeling is de Kiesregeling aangevuld met een model voor een overzicht van deze lijsten
(model M 6-2; nieuw). Voor het model is aangesloten bij het overzicht van de kandidaten
geordend per lijst zoals de kiezers buiten Nederland dit ontvingen bij de Europees
Parlementsverkiezingen van 2014 en 2019 en de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 en
2021. Het advies van de Kiesraad om in het model tot uitdrukking te brengen dat de
geslachtsaanduiding, als bedoeld in artikel H 2, vierde lid, van het Kiesbesluit,
voorkomt in het overzicht, is overgenomen. Model M 6-2 is aangepast. Voor een nadere
aanduiding van de naam is in het model ruimte in de rubriek met de (achter)naam van
de kandidaat. Evenals in model M 6-1 (nieuw) wordt in dit model bij elke partij het
aantal kandidaten vermeld dat op de lijst staat.
2.5. Verzoekformulier voor vervangend briefstembewijs en vervangend briefstembewijs
Artikel M 6b van de Kieswet regelt dat aan de tot deelneming aan de stemming bevoegde
kiezer wiens briefstembewijs in het ongerede is geraakt of die geen briefstembewijs
heeft ontvangen, door de burgemeester van Den Haag op zijn verzoek een nieuw briefstembewijs
wordt verstrekt. Dit is een vervangend briefstembewijs. De modellen voor het aanvragen
van een vervangend briefstembewijs en voor het vervangend briefstembewijs (de modellen
M 6b-1 en M 6b-2) zijn inhoudelijk ongewijzigd overgenomen uit de Tijdelijke experimentenregeling
stembiljetten voor kiezers buiten Nederland.10 De kiezer wordt op het formulier niet meer gevraagd zijn geslacht in te vullen (zie
ook paragraaf 2.1). Waar voorheen twee versies bestonden van het model voor het aanvragen
van een vervangend briefstembewijs (een versie voor kiezers in Aruba, Curaçao of Sint
Maarten en een versie voor kiezers buiten het Koninkrijk der Nederlanden), zijn deze
versies nu in één model geïntegreerd.
3. Consultatie
Over deze regeling is advies gevraagd aan de Kiesraad en de burgemeester van Den Haag.
Ook heeft er internetconsultatie plaatsgevonden. Voor zover niet al eerder in deze
toelichting op deze adviezen is ingegaan, wordt dit hier gedaan.
Bij het indienen van een verzoek tot registratie als kiesgerechtigde buiten Nederland,
dient een kiesgerechtigde een kopie van een identiteitsbewijs over te leggen. De Kiesraad
heeft geadviseerd in het model te verduidelijken dat een kopie van de volledige voorzijde
en, indien van toepassing, de achterzijde van het document moet worden overgelegd,
waarbij geen delen zijn afgeschermd. Dit advies is overgenomen. Model D 3-1 is aangepast.
De suggestie om de aanvrager in de modellen D 3-1 en M 3 erop te wijzen dat de in
te vullen gegevens moeten overeenkomen met de gegevens zoals deze op diens identiteitsbewijs
staan, is eveneens overgenomen, al komt een dergelijke handelwijze altijd raadzaam
voor als er officiële documenten ingevuld moeten worden.
Een tweetal suggesties van de Kiesraad kan in deze regeling nog niet worden opgenomen.
Deze regeling is gebaseerd op de Kieswet zoals deze vanaf 1 oktober 2022 luidt. De
bedoelde suggesties hebben betrekking op de Kieswet zoals deze vanaf 1 januari 2023
komt te luiden. Zij zullen bij een volgende wijziging van de Kiesregeling worden betrokken.
Het betreft het advies om op het aanvraagformulier om per brief te mogen stemmen (model
M 3) melding te maken van de verplichting bij de aanvraag een kopie van een geldig
identiteitsdocument over te leggen en het schrappen van de verplichting een afschrift
uit het handelsregister over te leggen bij het indienen van een verzoek tot registratie
van een aanduiding (model G 1-1).
De burgemeester van Den Haag heeft in zijn reactie voorgesteld om in rubriek 1 van
model M 6b-1 een extra veld op te nemen, zodat kiesgerechtigden het e-mailadres waarmee
zij in de in artikel D 2, eerste lid, van de Kieswet bedoelde registratie zijn opgenomen,
kunnen actualiseren als dat in onbruik is geraakt dan wel alsnog hun e-mailadres kunnen
opgeven als zij het vervangend briefstembewijs per e-mail toegestuurd wensen te krijgen.
Dit advies is overgenomen.
Een eerder ontwerp van deze regeling is op www.internetconsultatie.nl in het openbaar ter advies aangeboden. Er zijn geen reacties ontvangen.
4. Administratieve en financiële lasten
Uit deze regeling vloeien geen administratieve of financiële lasten voort. Niet voor
de kiezers buiten Nederland en niet voor de gemeente Den Haag, die op grond van de
Kieswet verantwoordelijk is voor de organisatie van de verkiezingen ten behoeve van
de kiezers buiten Nederland. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het
dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen
(omvangrijke) gevolgen voor de regeldruk heeft.
5. Inwerkingtreding
De modellen zullen naar verwachting voor het eerst worden gebruikt bij de eerstvolgende
verkiezing waartoe kiezers buiten Nederland kiesgerechtigd zijn. Omdat de Wet tot
wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet
voor kiezers buiten Nederland de grondslag voor deze ministeriële regeling biedt,
treedt deze ministeriële regeling in werking op het moment dat deze wet in werking
treedt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot