Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 juli 2022, nr. WJZ/ 22059660, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling visserij in verband met het sluiten van gebieden in de Waddenzee voor garnalenvisserij

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel b, van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling visserij wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20a

Het is verboden te vissen met vistuigen geschikt voor het vangen van garnalen in de gebieden, genoemd in bijlage 6a.

B

In artikel 35, eerste lid, onderdeel c wordt ‘genoemd in de bijlagen 3a en 6’ vervangen door: ‘genoemd in de bijlagen 3a, 6 en 6a’.

C

Na Bijlage 6 wordt een bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage 6a, behorende bij artikel 20a: aanduiding van gebieden in de Waddenzee

Het gebied Eierlandsegat, begrensd door de lijn lopende over de punten met de coördinaten:

53⁰

09.9608

N

04⁰

52.5262

E

53⁰

09.9680

N

04⁰

52.8774

E

53⁰

09.9894

N

04⁰

53.3122

E

53⁰

10.8272

N

04⁰

52.5960

E

53⁰

11.2620

N

04⁰

52.1895

E

53⁰

11.4353

N

04⁰

51.8430

E

53⁰

12.1513

N

04⁰

52.2739

E

53⁰

13.0139

N

04⁰

52.7730

E

53⁰

15.0991

N

04⁰

59.1137

E

53⁰

15.1357

N

05⁰

01.7137

E

53⁰

14.2853

N

04⁰

59.1137

E

53⁰

11.6851

N

05⁰

01.8900

E

53⁰

10.7433

N

05⁰

01.8900

E

53⁰

07.0960

N

04⁰

55.4090

E

53⁰

07.1220

N

04⁰

53.9994

E

Het gebied Oostwad (Rottum), begrensd door de lijn lopende over de punten met de coördinaten:

53⁰

25.8571

N

06⁰

31.2300

E

53⁰

27.1156

N

06⁰

30.9674

E

53⁰

27.0799

N

06⁰

30.1245

E

53⁰

27.8936

N

06⁰

27.8045

E

53⁰

28.5432

N

06⁰

26.8630

E

53⁰

29.1522

N

06⁰

26.6089

E

53⁰

29.9037

N

06⁰

27.0758

E

53⁰

30.0419

N

06⁰

27.2732

E

53⁰

30.6613

N

06⁰

27.4448

E

53⁰

29.0558

N

06⁰

28.5521

E

53⁰

28.5329

N

06⁰

29.3692

E

53⁰

29.6200

N

06⁰

36.0297

E

53⁰

32.1268

N

06⁰

37.0734

E

53⁰

32.6019

N

06⁰

36.4622

E

53⁰

32.8222

N

06⁰

34.6692

E

53⁰

33.0501

N

06⁰

35.1340

E

53⁰

32.8513

N

06⁰

37.7738

E

53⁰

32.6228

N

06⁰

38.6252

E

53⁰

32.2882

N

06⁰

39.0647

E

53⁰

30.2798

N

06⁰

40.5409

E

53⁰

29.2054

N

06⁰

39.0853

E

53⁰

28.6538

N

06⁰

39.4972

E

53⁰

27.4733

N

06⁰

34.3680

E

53⁰

26.2709

N

06⁰

35.0134

E

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang 1 oktober 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 juli 2022

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

TOELICHTING

1. Inleiding

De Nederlandse Waddenzee is een uniek natuurgebied. Al eeuwenlang wonen en werken mensen in dit unieke gebied en komen bezoekers uit binnen- en buitenland om er uit te rusten of uit te waaien.

Ook garnalenvissers verdienen er hun brood. De garnalenvisserij heeft invloed op de natuur en visstand. Meer concreet kunnen hiervan de volgende aspecten worden genoemd:

  • met een hoge visserijdruk neemt het aantal (bodem)soorten in een gebied op korte termijn sneller af dan bij een lage of geen visserijdruk;

  • op langere termijn is in zogenoemde laag dynamische gebieden, waar van nature weinig bodemberoering voorkomt, een afname te zien in de spreiding aan soorten;

  • onbedoelde bijvangst belemmert het herstel van vissoorten; en

  • bodemberoerende garnalenvisserij belemmert het herstel van biogene harde structuren en de frequente beroering beschadigt oorspronkelijke structuren, zoals kienhout.

Het is wenselijk om, naast de wettelijk verplichte natuurmaatregelen op grond van de Wet natuurbescherming, de kwaliteit van dit natuurgebied een extra impuls te geven. Dit met de bedoeling om zowel de bodem beter te beschermen als de visserijdruk op de visbestanden in de Waddenzee te verminderen.

In 2014 hebben de visserijsector, natuurorganisaties en de betrokken overheden afspraken gemaakt over verduurzaming van de garnalenvisserij in de Waddenzee. De ambities zijn vastgelegd in het Convenant transitie garnalenvisserij en natuurambitie Rijke Waddenzee, beter bekend als het VisWad-akkoord1. Belangrijke doelen in dat convenant zijn het bevorderen van natuurherstel en een reductie van de garnalenvloot met een aantrekkelijk sociaaleconomisch perspectief voor de blijvende vissers.

De partijen streven ernaar de visserij-impact met de helft te verminderen. Hiervoor worden de volgende stappen genomen:

  • het instellen van beschermde gebieden, waarin geen garnalenvisserij plaatsvindt;

  • technische aanpassingen die zorgen voor een reductie van de invloed van de visserij op bodem en bijvangst;

  • het verlagen van het aantal vergunninghouders met 20% tot 30%; en

  • met een visplan wordt de visserij-inzet gereguleerd.

Als onderdeel van het Viswad-akkoord zijn in 2021 negentien visvergunningen voor garnalenvisserij opgekocht door het Waddenfonds. Er was in totaal € 10 miljoen beschikbaar uit het Waddenfonds. Met het opkopen van deze vergunningen is afgesproken dat de kombergingsgebieden Eierlandse gat en Oostwad, naast de gebieden die de convenantspartijen op vrijwillige basis al als beschermd gebied hadden geduid, zullen worden gesloten voor garnalenvisserij. Dit zijn laag dynamische gebieden, waarin de kans op natuurherstel het grootst is. Met een tenderregeling konden garnalenvissers bij inschrijving hun vergunningen vrijwillig inleveren. In ruil hiervoor ontvingen zij een compensatie. Op deze manier is het aantal vergunningen voor garnalenvisserij op de Waddenzee verkleind, met het oogmerk een aantal extra visgebieden in de Waddenzee te kunnen sluiten (circa 3.420 ha toegevoegd aan de eerder gesloten gebieden van circa 5.067 ha), zonder dat de druk van de garnalenvisserij op de resterende zones toeneemt. Het percentage te sluiten visgebied is afhankelijk gesteld van het aantal ingenomen vergunningen.

Naast een visvergunning voor garnalenvisserij op de Waddenzee, is er ook een schriftelijke toestemming van de Staat als eigenaar van het water nodig. Per 1 januari 2022 zijn de schriftelijke toestemmingen van de garnalenvissers in de Waddenzee voor zover mogelijk aangepast en zijn hiermee de kombergingsgebieden Eierlandse gat en Oostwad voor een groot deel van de garnalenvisserij gesloten. Met deze wijziging van de Uitvoeringsregeling visserij wordt de sluiting van deze gebieden nu ook publiekrechtelijk verankerd, zodat deze gebieden worden gevrijwaard van visserijimpact van de bodemberoerende garnalenvisserij en een ‘level playing field’ ontstaat, omdat de sluiting nu geldt voor alle vissers (ook die nog een doorlopende schriftelijke toestemming hadden). Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het beter beschermen van de natuur in het Natura2000-gebied Waddenzee en wordt recht gedaan aan de in het Viswad-convenant gemaakte afspraken, zoals het bereiken van een situatie van ‘level playing field’.

2. Waarom sluiten we gebieden?

Grotere aaneengesloten ongestoorde gebieden zijn belangrijk voor de visstand en natuur. Deze ongestoordheid draagt bij aan het herstel van kwetsbare natuurwaarden die gevoelig zijn voor directe en indirecte fysieke verstoring. Deze natuurwaarden staan aan de basis van een gezond marien ecosysteem. Verlagen van de visserijdruk in bepaalde gebieden in de Waddenzee leidt lokaal tot afname van bodemberoering en minder vertroebeling van water door visserij en kan leiden tot een verhoogde biodiversiteit van gevoeligere soorten en een natuurlijkere samenstelling van verschillende trofische (voedings)niveaus in het ecosysteem. Het herstel van het ecosysteem zal pas na langere tijd zichtbaar worden en zal alleen mogelijk zijn als er over een langere periode geen bodemberoering plaats vindt.

Het beter beschermen van de Waddenzee tegen storende factoren geeft mogelijk ook herstel van soortenpopulaties, doordat de Waddenzee de functie van kraamkamer beter kan vervullen, omdat lokaal in deze grote gebieden er geen onbedoelde bijvangst van jonge vis meer plaats vindt. Gebieden waar vissen ongestoord kunnen opgroeien en verblijven, dragen bij aan dit herstel. Voor visserij gesloten gebieden dragen als brongebied bij aan een gezond bevisbaar bestand. De maatregelen dragen daardoor mogelijk óók bij aan de aanwas van jonge vis en kunnen derhalve helpen de populatie op peil te houden, ook buiten de gesloten gebieden. Deze gesloten gebieden zullen van betekenis zijn voor de Waddenzee- en Noordzeepopulaties en op termijn dus ook ten goede komen aan de vissers.

3. Waarom deze gebieden?

Eierlandse gat

Het Eierlandse gat is een kleine, maar complete komberging. De invloed van zoet water ontbreekt en in het zeegat zijn delen zeer dynamisch. Iets verder naar binnen nemen de actuele en potentiële natuurwaarden, ook in het gebied onder de laagste laagwaterlijn dat nooit droogvalt (het sublitoraal), snel toe. Met de sluiting van het Eierlandse Gat wordt een (bijna) complete komberging met al de ecologisch belangrijke variatie in leefgebieden en gradiënten beschermd. In het gebied komen ook uitgebreide schelpkokerwormen voor. Deze komberging heeft veel potentie voor de vestiging van de platte oester en sublitorale waarden algemeen. Dit gebied wordt dan ook beschouwd als brongebied voor herstel en verbetering van de platte oesterriffen in de Nederlandse Waddenzee. Ook sluit dit gebied aan op het reeds voor de garnalenvisserij gesloten gebied in het kader van het VIBEG-akkoord2 in de Noordzeekustzone.

Oostwad

Delen van dit kombergingsgebied, Marsdiep en Vlie, hebben de potentie zich verder te ontwikkelen. Ook vanaf het wantij onder Terschelling oostwaarts zijn meerdere gebieden vanuit hun potentie het waard om meer bescherming te krijgen. Dit geldt ook voor die delen van kombergingen die aan de vastelandskust grenzen en onder invloed staan van zoetwater. Tevens is gekozen om het gebied ‘Rottum’, dat aansluit aan de hiervoor beschreven kombergingen, te sluiten. Deze (extra) sluiting sluit aan op het reeds gesloten Referentiegebied (huidige Bijlage 3 bij de Uitvoeringsregeling visserij) en zorgt derhalve voor een groter aaneengesloten gebied dat beschermd wordt waardoor natuur en vissen een groter gebied krijgen om zich ongestoord te ontwikkelen. De monitoring van het Referentiegebied geeft enig gevoel over de ecologische ontwikkeltermijnen. Na 17 jaar monitoring zien we daar nu de eerste signalen van ecologisch systeemherstel. Met deze sluitingsstap ‘Oostwad’ zijn zoveel mogelijk kenmerken van de ecologische potentie van de onderwaternatuur meegenomen.

In het onderzoek ‘Waddenmozaiek’3, wordt onder andere onderzocht in hoeverre spontaan natuurherstel plaatsvindt nadat een gebied is gesloten voor bodemberoerende visserij. Dit onderzoek laat actueel hogere natuurwaarden in de oostelijke uitlopers van de Lauwers zien, waaronder sublitoraal zeegras. De iets ondiepere delen van het sublitoraal van het Oostwad hebben ook potentie voor sublitoraal zeegras. Litoraal komt het zeegras op meerdere plekken in dit gebied al voor. Bij meer rust is natuurlijke uitbreiding ook naar het sublitoraal te verwachten. Volgens geschiktheidskaarten voor platte oester en natuurwaarden algemeen is de kans op het ontstaan van natuurlijk hard substraat (biobouwers, rif vormende structuren) hier groot.

4. Regeldrukeffecten

Middels de onderhavige regeling wordt de garnalenvisserij in de kombergingsgebieden Eierlandse gat en Oostwad verboden. Het bedrijfsleven dient daar kennis van te nemen en het visgedrag/patroon aan te passen. De onderhavige regeling brengt geen verandering in de administratieve lasten bij bedrijven en burgers. De regeldruk voor vissers is nihil. Daarnaast is er geen sprake van inhoudelijke nalevingskosten, aangezien op het moment ook al niet alle gebieden toegankelijk zijn voor de vissers.

5. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2022. Overeenkomstig het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving), treedt deze regeling met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking en zitten er minimaal twee maanden tussen het moment van publicatie en de inwerkingtreding van de regeling.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer


X Noot
1

Bijlage bij Kamerstukken II 2014/15, 29 684, nr. 117.

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstukken II 2011/12, 29 675, nr. 140.

Naar boven