Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg, en Sport van 18 januari 2022, kenmerk 3296077-1021755-DMO, houdende wijziging van de Stimuleringsregeling wonen en zorg in verband met verlenging van de initiatieffase

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Stimuleringsregeling Wonen en Zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2.4, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het subsidieplafond voor 2022 bedraagt € 1.500.000.

B

In artikel 5.1a vervalt de zinsnede 'met uitzondering van Hoofdstuk 2, dat in werking treedt met ingang van 15 april 2019 en vervalt met ingang van 1 januari 2022,'.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2022, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

TOELICHTING

De Stimuleringsregeling Wonen en Zorg (hierna: deze regeling) helpt sociale ondernemers en bewonersinitiatieven bij de bouw van geclusterde woonzorgarrangementen voor mensen met laag- of middeninkomen met levensloopbestendige of gemakkelijk aanpasbare woningen. Aan deze vormen is een grote behoefte. In de bestuurlijke afspraken wonen en zorg tussen Actiz, Aedes, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Zorgverzekeraars Nederland het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van april 2021 is de doelstelling opgenomen dat er de komende 10 jaar 50.000 geclusterde woningen bij komen. Ook de initiatieffase van deze regeling draagt daaraan bij. In de afgelopen 2 jaar is veelvuldig beroep gedaan op deze regeling voor een subsidie om een nieuwe woonzorgvorm op te zetten: in 2020 zijn er 69 aanvragen ingediend en in 2021 tot en met november, 45. Gezien de opgave om de komende 10 jaar 50.000 woningen te realiseren en het veelvuldige beroep op de regeling, wordt de regeling voortgezet. Daarbij wordt tevens het plafond verhoogd van 1 miljoen euro naar 1,5 miljoen euro.

Omdat de regeling, op grond van artikel 4.10 van de Comptabiliteitswet, een bepaling moet bevatten op grond waarvan de regeling vervalt na 5 jaar vanaf inwerkingtreding van de regeling, wordt de regeling niet langer verlengd dan tot 4 april 2024. Indien het op dat moment toch wenselijk is de regeling te verlengen, zal er eerst een evaluatie van de regeling plaatsvinden en zal het ontwerp van de regeling schriftelijk ter kennis worden gebracht van de Tweede Kamer.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder

Naar boven