Regeling van de Minister van Financiën van 28 juni 2022 2022-0000151130, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Regeling bekostiging financieel toezicht eenmalige handelingen in verband met het verlenen van crowdfundingdiensten

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019;

BESLUIT:

ARTIKEL I

In artikel 4, derde lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht eenmalige handelingen wordt na onderdeel EU.A8.06 een onderdeel ingevoegd, luidende:

EU.A8.07

Van de kennis, vaardigheden en ervaring van een lid van een leidinggevend orgaan of directie als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel l, van verordening (EU) nr. 2020/1503 (crowdfundingdienstverleners voor bedrijven) indien het de crowdfundingdienstverlener reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding van verordening (EU) nr. 2020/1503 op grond van artikel 2:96 of 4:3, vierde lid, van de Wft was toegestaan om crowdfundingdiensten aan te bieden in Nederland

€ 1.500

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

TOELICHTING

Als gevolg van de Regeling van de Minister van Financiën van 11 november 2021 tot wijziging van de Regeling bekostiging financieel toezicht eenmalige handelingen in verband met het vervallen van het systeem van combinatietarieven en de vergoeding voor inschrijving van subfondsen bij handelingen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) is onderdeel EU.A7 van artikel 4, derde lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht eenmalige handelingen vervallen.1 Dit onderdeel regelde de tarieven die de AFM in rekening kon brengen voor het toetsen van personen op betrouwbaarheid en geschiktheid in combinatie met de aanvraag van een (wijziging van een) vergunning op grond van bepaalde Europese verordeningen, waaronder de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven.2 Op basis van voornoemde regeling van 11 november 2021 kan de AFM voortaan op grond van onderdeel EU.A8 van artikel 4, derde lid, van de Regeling bekostiging financieel toezicht eenmalige handelingen een tarief in rekening brengen voor eerder vermelde handelingen, ongeacht of een toetsing in combinatie met een aanvraag tot (wijziging van) een vergunning geschiedt.

Onderdeel EU.A7.07 – op basis waarvan de AFM een lager tarief voor personentoetsingen in rekening kan brengen indien de toetsing in combinatie met een aanvraag voor een (wijziging van een) vergunning voor het verlenen van crowdfundingdiensten wordt aangevraagd en de crowdfundingdienstverlener reeds actief was voor de verordening crowdfundingdienstverleners voor bedrijven van toepassing was – kent echter geen equivalent in onderdeel EU.A8. Deze omissie wordt middels deze regeling hersteld.

Daar deze regeling herstel van een omissie betreft en de AFM zonder deze regeling voor een deel van de personentoetsingen geen heffing in rekening kan brengen, is een snelle inwerkingtreding gepast. In lijn met Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel c, van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt daarom afgeweken van het beleid met betrekking tot vaste verandermomenten; de regeling treedt daarom in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
2

Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937 (PbEU 2020, L 347).

Naar boven