Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 juni 2022, kenmerk 3388436-1031599-WJZ, houdende wijziging van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg, de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid en de Regeling Jeugdwet in verband met de aanvullende implementatie van Richtlijn 2005/36/EG en enkele andere aanpassingen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 32, eerste lid, en 33, eerste lid, van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties en artikel 1.1 van de Jeugdwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘alsmede tot erkenning van de beroepskwalificatie van de bachelor medisch hulpverlener’.

2. In het tweede lid vervalt onderdeel e, onder verlettering van de onderdelen f, g en h tot e, f en g.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De bescheiden, bedoeld in het tweede lid, onderdelen c tot en met g, zijn gesteld in het Nederlands of Engels, dan wel door een beëdigd vertaler in een van deze talen vertaald.

4. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Indien het document, bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, niet wordt afgegeven door de bevoegde autoriteiten, wordt dit vervangen door een attest, niet ouder dan drie maanden, afgegeven door een bevoegde, gerechtelijke autoriteit, een andere bevoegde overheidsautoriteit, een notaris of een bevoegde beroepsvereniging in het land van herkomst, waaruit blijkt dat de aanvrager tegenover die instantie of functionaris onder ede, dan wel plechtig heeft verklaard, dat ten aanzien van hem geen maatregel van kracht is als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e.

  • 5. Van de bescheiden, bedoeld in het tweede lid, onderdelen c tot en met g, wordt het originele exemplaar verstrekt dan wel een kopie die is gewaarmerkt door de instelling die het desbetreffende document heeft afgegeven, of door de daartoe bevoegde autoriteit in een lidstaat van de Europese Unie of andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Van het attest, bedoeld in het vierde lid, wordt het originele exemplaar verstrekt dan wel een kopie die is gewaarmerkt door de betreffende autoriteit, notaris, bevoegde beroepsvereniging als bedoeld in dat artikellid, dan wel door een in Nederland gevestigde notaris.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De bescheiden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en c tot en met en g, zijn gesteld in het Nederlands of Engels, dan wel door een beëdigd vertaler in een van deze talen vertaald.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Indien het document, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, niet wordt afgegeven door de bevoegde autoriteiten, wordt dit vervangen door een attest, niet ouder dan drie maanden, afgegeven door een bevoegde, gerechtelijke autoriteit, een andere bevoegde overheidsautoriteit, een notaris of een bevoegde beroepsvereniging in het land van herkomst, waaruit blijkt dat de aanvrager tegenover die instantie of functionaris onder ede, dan wel plechtig heeft verklaard, dat ten aanzien van hem geen maatregel van kracht is als bedoeld in het eerste lid, onder e.

  • 5. Van de bescheiden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met g, wordt het originele exemplaar verstrekt dan wel een kopie die is gewaarmerkt door de instelling die het desbetreffende document heeft afgegeven, of door de daartoe bevoegde autoriteit in een lidstaat van de Europese Unie of andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Van het attest, bedoeld in het vierde lid, wordt het originele exemplaar verstrekt dan wel een kopie die is gewaarmerkt door de betreffende autoriteit, notaris, bevoegde beroepsvereniging als bedoeld in dat artikellid, dan wel door een in Nederland gevestigde notaris.

C

In artikel 6, tweede lid, wordt ‘artikel 2, tweede lid, onderdeel d, e en i’ vervangen door ‘artikel 2, tweede lid, onderdelen d en g’.

ARTIKEL II

De Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het slot van artikel 13, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De werkzaamheden hebben in ieder geval de volledige verantwoordelijkheid voor de planning, de organisatie en de administratie van de verpleging van de patiënt omvat.

B

Na artikel 27 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 27a

Als bewijs van verworven vakbekwaamheid als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, 8, eerste lid, 13, eerste lid, 18, eerste lid, en 23, eerste lid, geldt tevens een in het land van oorsprong afgegeven verklaring van de opleidingsinstelling waar de betreffende opleiding met goed gevolg is afgerond, waaruit blijkt dat de aanvrager heeft voldaan aan de in die artikelen bedoelde opleidingseisen en waaruit blijkt wanneer de betreffende opleiding is afgerond.

ARTIKEL III

Artikel 2 van de Regeling Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede onderdeel komt te vervallen.

2. In het derde onderdeel (nieuw) wordt ‘als gezondheidszorgpsycholoog of als psychotherapeut’ vervangen door ‘als gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut of orthopedagoog-generalist’.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

TOELICHTING

Algemeen

Met deze regeling zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg, de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid en de Regeling Jeugdwet.

Het merendeel van de wijzigingen dat is doorgevoerd is noodzakelijk in verband met de aanvullende implementatie van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU 2005, L 255) (hierna: de richtlijn). De implementatie van deze richtlijn had oorspronkelijk op 20 oktober 2007 gerealiseerd moeten zijn. Aanvullende implementatie is vereist aangezien Nederland door de Europese Commissie in gebreke is gesteld vanwege een onvolledige dan wel incorrecte implementatie van de richtlijn. De transponeringstabel met daarin een artikelsgewijs overzicht van de artikelen van de richtlijn die met deze regeling (aanvullend) zijn geïmplementeerd is opgenomen als bijlage bij deze toelichting. Op dit moment wordt reeds gehandeld in overeenstemming met de uitgangspunten die naar aanleiding van de ingebrekestelling in de regelgeving zijn verankerd. De betreffende wijzigingen zijn daarom een codificatie van de praktijk. Voor de volledigheid zij opgemerkt dat ook een algemene maatregel van bestuur in procedure is om naar aanleiding van de ingebrekestelling enkele besluiten die betrekking hebben op de beroepen in de individuele gezondheidzorg aan te passen.

De precieze wijzigingen waarin deze regeling voorziet zijn in het artikelsgewijze deel van deze toelichting nader toegelicht.

De meeste wijzigingen hebben behoudens een enkele, niet wezenlijke verlichting van de regeldruk, geen gevolgen voor de regeldruk. De wijziging van de artikelen 2, derde lid, en 5, derde lid, van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg zorgt voor een verschuiving van de regeldruk. In de huidige praktijk worden bescheiden die bij een aanvraag tot erkenning van beroepskwalificaties of een melding voorafgaand aan de eerste dienstverrichting in het Duits of Frans worden overgelegd door de uitvoering naar het Nederlands vertaald. Deze regeling bepaalt dat Frans- en Duitstalige bescheiden niet langer worden geaccepteerd. Dit betekent dat de aanvrager gehouden is de bescheiden in het Nederlands of Engels te overleggen. Dit betekent voor aanvragers die de bescheiden niet in het Nederlands of Engels tot hun beschikking hebben dat ze de bescheiden door een beëdigd vertaler moeten laten vertalen. In de praktijk is het aantal aanvragers dat bescheiden aanlevert die in het Duits of Frans zijn opgesteld echter beperkt. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het materieel geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Dit onderdeel wijzigt artikel 2 van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Eerste lid

Sinds 1 mei 2022 is het experiment op basis waarvan de bachelor medisch hulpverlener tijdelijk was opgenomen in het BIG-register afgelopen. Derhalve geldt voor dit beroep ook de procedure voor erkenning van de beroepskwalificaties niet meer. Met het oog hierop is in het eerste lid – waarin is bepaald dat ten behoeve van een aanvraag voor de erkenning van beroepskwalificaties gebruik wordt gemaakt van een door de Minister beschikbaar gesteld formulier – de zinsnede die ziet op de bachelor medisch hulpverlener komen te vervallen.

Het voornemen is overigens om deze beroepsgroep op te nemen in artikel 3 Wet BIG1, waardoor de bachelor medisch hulpverlener vanaf het moment dat de daarvoor noodzakelijke wetswijziging in werking is getreden alsnog onder de werking van dit artikel(lid) valt.

Tweede lid

In het tweede lid, onderdeel e, was opgenomen dat bij een aanvraag tot erkenning van EU-beroepskwalificaties voor de sectorale gereglementeerde beroepen in de individuele gezondheidszorg ook cijferlijsten en beoordelingen van studieresultaten, praktijkperiode of stages moesten worden overgelegd. De Europese Commissie acht deze eis in strijd met artikel 7, vierde lid, van de richtlijn. Achtergrond hiervan is dat bij de beoordeling voor een aanvraag tot erkenning gekeken moet worden naar de wezenlijke verschillen tussen de inhoud van de opleiding in Nederland en de opleiding in het land van herkomst van de aanvrager. Cijferlijsten en beoordelingen zijn voor die analyse niet relevant. Door het schrappen van het tweede lid, onderdeel e, is de strijdigheid met artikel 7, vierde lid, van de richtlijn opgeheven.

Derde lid

Het derde lid is opnieuw vastgesteld. In dit artikellid is vastgelegd dat de bescheiden, bedoeld in tweede lid, onderdelen c tot en met g, in het Nederlands of Engels gesteld moeten zijn, dan wel door een beëdigd vertaler in één van die talen moet zijn vertaald. Dit betekent dat Duitstalige en Franstalige documenten niet langer worden geaccepteerd. Dit is ingegeven door de wens om de uitvoering efficiënter in te richten en aan te sluiten bij de vreemde taal die over het algemeen het best wordt beheerst. Wanneer in de praktijk vertalingen in het Frans en Duits worden overgelegd, dienen deze documenten door de uitvoering alsnog vertaald te worden naar het Nederlands. Dit levert een vertraging van de behandeling op en zorgt voor extra uitvoeringskosten. Daarnaast is de tweede zin komen te vervallen, omdat het vijfde lid voortaan regelt welke eisen worden gesteld aan een kopie.

Vierde lid

Bij de indiening van een aanvraag tot erkenning van beroepskwalificaties wordt een document gevraagd waaruit blijkt dat ten aanzien van de aanvrager geen bevoegdheidsbeperkingen gelden die berusten op een in het buitenland gegeven beslissing. Indien de aanvrager geen document kan overleggen waaruit blijkt dat er geen bevoegdheidsbeperkingen gelden omdat het niet wordt afgegeven door de bevoegde autoriteiten, kan op grond van het vierde lid een attest worden overgelegd. Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder d, van Bijlage VII bij de richtlijn.

Vijfde lid

In het vijfde lid is ter verduidelijking geëxpliciteerd dat van de bescheiden bedoeld in het tweede lid, onderdelen c tot en met g, en de attest, bedoeld in het vierde lid, een origineel exemplaar kan worden overgelegd of een gewaarmerkte kopie. Het waarmerken van een kopie houdt in dat een daartoe bevoegde autoriteit formeel bevestigt dat de kopie overeenkomt met het origineel.

Artikel I, onderdeel B

Met dit onderdeel is artikel 5 van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg gewijzigd. Het derde lid is opnieuw vastgesteld en er zijn twee nieuwe artikelleden toegevoegd. Eenzelfde wijzigingen zijn doorgevoerd in artikel 2 van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg. Zie voor een nadere toelichting hierbij dan ook de toelichting bij artikel I, onderdeel A, van de onderhavige regeling.

Artikel I, onderdeel C

Dit onderdeel wijzigt artikel 6 van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg. In verband met het schrappen van artikel 2, tweede lid, onderdeel e, is ook de verwijzing hiernaar in artikel 6, tweede lid, geschrapt. Hierbij is van de gelegenheid gebruikgemaakt om tevens de verwijzing naar artikel 2, tweede lid, onderdeel i, te wijzigen. Dat onderdeel was namelijk reeds bij een eerdere wijziging verletterd tot onderdeel h2 en is met de onderhavige regeling verletterd tot onderdeel g.

Artikel II, onderdeel A

Dit onderdeel wijzigt artikel 13 van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid. Bij de implementatie van artikel 33, eerste lid, van de richtlijn is verzuimd in de nationale wetgeving op te nemen dat verpleegkundigen die een erkenning willen aanvragen op basis van een verworven vakbekwaamheid, werkzaamheden moeten hebben verricht die de volledige verantwoordelijkheid voor de planning, de organisatie en de administratie van de verpleging van de patiënt hebben omvat. Dit onderdeel herstelt dat verzuim.

Artikel II, onderdeel B

In de artikelen 3, eerste lid, 8, eerste lid, 13, eerste lid, 18, eerste lid, en 23, eerste lid, van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid wordt als bewijsstuk van een verworven vakbekwaamheid een getuigschrift vereist van de in die artikelen aangewezen opleidingen. Die eis gaat volgens de Europese Commissie verder dan de richtlijn ten aanzien van de verschillende beroepen stelt, omdat dit lijkt te impliceren dat als vereiste geldt dat de betreffende persoon daadwerkelijk in het bezit moet zijn van het ‘papieren diploma’. Door het nieuwe artikel 27a in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid is geëxpliciteerd dat ook een verklaring van de betreffende opleidingsinstelling dat de opleiding met goed gevolg is volbracht kan dienen als bewijsmiddel.

Artikel III

Met ingang van 1 januari 2020 is de orthopedagoog-generalist opgenomen in artikel 3 Wet BIG. Naar aanleiding daarvan is de definitie van geregistreerde professional in het Besluit Jeugdwet aangepast. Abusievelijk is daarbij verzuimd de definitie van gekwalificeerde gedragswetenschapper in de Regeling Jeugdwet aan te passen. Met deze wijziging is daar alsnog in voorzien.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst. Achtergrond hiervan is allereerst dat een (groot) deel van deze wijzigingen verband houdt met de nadere implementatie van de richtlijn. Omdat Nederland in gebreke is met de implementatie van de richtlijn, is het wenselijk geacht dat de daarvoor relevante wijzigingen op zo kort mogelijke termijn in werking treden. Aangezien in de praktijk al wordt gewerkt overeenkomstig de richtlijn, leidt het gekozen tijdstip van inwerkingtreding niet tot uitvoeringsproblemen. Voor wat betreft de wijziging van artikel 2, eerste lid, van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg is relevant dat het experiment met de bachelor medisch hulpverlener met ingang van 1 mei jl. is afgelopen. Daarom kan sinds die datum ook geen erkenning van beroepskwalificaties voor dat beroep meer worden aangevraagd en derhalve heeft het voornoemde artikellid materieel geen betekenis meer. Het is dan ook wenselijk dat dit op zo kort mogelijke termijn vervalt.

De inwerkingtredingsdatum van de overige wijzigingen is, gezien die beperkte impact van die wijzigingen en het hanteren van één inwerkingtredingsdatum voor de uitvoeringspraktijk, eveneens vastgesteld op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

BIJLAGE: AANVULLENDE TRANSPONERINGSTABEL RICHTLIJN 2005/36/EG

Aanvullende transponeringstabel Richtlijn 2005/36/EG

Bepaling EU-regelgeving

Implementatie

Omschrijving beleidsruimte en toelichting keuze beleidsruimte

Artikel 7, vierde lid

Artikel 2, tweede lid, van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg

N.v.t.

Artikel 25, eerste lid

Artikel 27a van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid

N.v.t.

Artikel 28, eerste lid

Artikel 27a van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid

N.v.t.

artikel 33, eerste lid

Artikel 13, tweede lid, van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid

N.v.t.

artikel 35, eerste lid

Artikel 27a van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid

N.v.t.

artikel 1, onder d, van Bijlage VII

Artikel 2, vierde lid, van de Regeling erkenning EU- beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg en artikel 5, vierde lid, van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid

N.v.t.


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 29 282, nr. 454, p. 2.

Naar boven