Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 september 2010, nr. MEVA/BO-3020468, houdende wijziging van de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikel 33, eerste lid, van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 2, tweede lid, vervalt onderdeel f en worden de onderdelen g, h en i, aangeduid met achtereenvolgens de letters f, g en h.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

In de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg hierna: de regeling, zijn nadere regels gesteld omtrent de aanvraag tot erkenning van EG-beroepskwalificaties voor de gereglementeerde beroepen in de individuele gezondheidszorg. Dit zijn de in artikel 3 genoemde en de krachtens artikel 34 van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) geregelde beroepen.

Artikel 2 van die regeling behelst de procedure voor een aanvraag tot erkenning van beroepskwalificaties. In het tweede lid van artikel 2 is aangegeven welke gegevens bij de aanvraag moeten worden overgelegd.

In onderdeel f van artikel 2, tweede lid, was opgenomen een bewijs van inschrijving in een register indien in het land van herkomst een door een overheidsorgaan of door een organisatie van beoefenaren van het desbetreffende beroep ingesteld register in stand wordt gehouden. Hiermee zou de aanvrager kunnen aantonen dat er ten aanzien van hem geen bevoegdheidsbeperking in het land van herkomst van kracht is, ingeval hij dat niet aan zou kunnen tonen met een verklaring als bedoeld in onderdeel g van artikel 2, tweede lid.

De Europese Commissie heeft Nederland er op gewezen dat het eisen van een registratiebewijs zoals opgenomen onder artikel 2, tweede lid, onder f, niet in overeenstemming is met artikel 50, eerste lid, juncto bijlage VII, onder d van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.

In bijlage VII van deze richtlijn zijn de documenten die bij een aanvrage voor erkenning van beroepskwalificaties kunnen worden verlangd, limitatief opgesomd. Als bewijs dat er geen bevoegdheidsbeperkingen gelden, kan ingevolge punt 1 d. van bijlage VII alleen een document, afgegeven door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, worden verlangd waaruit blijkt dat aan die voorwaarden is voldaan.

Om deze reden wordt onderdeel f van artikel 2, tweede lid, geschrapt. Als bewijs dat er ten aanzien van de aanvrager geen bevoegdheidsbeperkingen in het land van herkomst gelden, kan betrokkene nu het document overleggen zoals aangegeven in onderdeel g van artikel 2, tweede lid.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

Naar boven