Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 19 januari 2022, nr. WJZ/ 21316133, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met de aanpassing van de subsidiemodule Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE)

De Minister voor Klimaat en Energie,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, en 5, eerste lid, van het Kaderbesluit EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.5.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel e komt te luiden:

  • e. een zonneboiler als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdeel b, die is geïnstalleerd voor 1 januari 2022, € 0,68 per kWh jaarlijkse zonne-energiebijdrage van de zonneboiler bij een apertuuroppervlakte van ten hoogste 10 vierkante meter en € 0,30 per kWh jaarlijkse zonne-energiebijdrage van de zonneboiler bij een apertuuroppervlakte van meer dan 10 vierkante meter;.

b. Onder verlettering van de onderdelen f en g tot g en h, wordt na onderdeel e een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • f. een zonneboiler als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdeel b, die is geïnstalleerd op of na 1 januari 2022, € 1,02 per kWh jaarlijkse zonne-energiebijdrage van de zonneboiler bij een apertuuroppervlakte van ten hoogste 10 vierkante meter en € 0,45 per kWh jaarlijkse zonne-energiebijdrage van de zonneboiler bij een apertuuroppervlakte van meer dan 10 vierkante meter;.

2. In het derde lid wordt ‘, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e,’ vervangen door ‘, bedoeld in het eerste lid, onderdelen e en f,’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Indien de zonneboiler naast warm tapwater tevens ruimteverwarming produceert, wordt de subsidie voor de zonneboiler, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, eenmalig verhoogd met:

    • a. € 225, indien de zonneboiler behoort tot de energie-efficiëntieklasse A+ voor ruimteverwarming;

    • b. € 450, indien de zonneboiler behoort tot de energie-efficiëntieklasse A++ of hoger voor ruimteverwarming.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 januari 2022

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

Doel en aanleiding

Met deze wijzigingsregeling wordt invulling gegeven aan de op 14 december 2021 door de Tweede Kamer aangenomen motie van het lid Grinwis1. Hierin wordt de regering verzocht om de subsidie voor zonnewarmte-installaties gelijk te trekken met die voor hybride warmtepompen in de ISDE-regeling.

De ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing) is daartoe zodanig aangepast dat er verhoogde subsidiebedragen gelden voor zonneboilers die zijn geïnstalleerd op of na 1 januari 2022. In lijn met de wijzigingsregeling van 1 december 20212 wordt niet langer 20%, maar 30% van de totale gemiddelde marktprijs van de desbetreffende investering gesubsidieerd.

Voor zonneboilers die zijn geïnstalleerd voor 1 januari 2022 blijven de subsidiebedragen gelden die ook al in 2021 gehanteerd werden. Ten aanzien van zonneboilers die zijn geïnstalleerd vanaf 1 januari 2022 is de onderhavige wijziging van de regeling bovendien alleen van toepassing voor aanvragen die zijn ingediend na de inwerkingtreding van deze wijziging. Hiermee wordt beoogd zoveel mogelijk te borgen dat de verhoogde subsidiebedragen daadwerkelijk een stimulerend effect hebben. Ten aanzien van zonneboilers die zijn geïnstalleerd voor 1 januari 2022, of waarvoor subsidie is aangevraagd voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling, kan immers worden aangenomen dat de verhoogde subsidiebedragen geen rol hebben gespeeld bij de investeringsbeslissing van de aanvrager.

Staatssteun

Voor de subsidieverlening onder de ISDE wordt een onderscheid gemaakt tussen zakelijke gebruikers en eigenaar-bewoners. Voor een precieze afbakening van de zakelijke gebruikers en eigenaar-bewoners, subsidiabele kosten, steunintensiteiten en voorwaarden voor specifieke investeringen wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de algemene toelichting van de herzieningsregeling 20213. Voor de in deze wijzigingsregeling opgenomen aanpassingen is het hierna volgende van belang.

Zakelijke gebruikers

De zakelijke gebruikers bestaan uit rechtspersonen (zoals ondernemingen, verenigingen (waaronder ook begrepen een VvE) en stichtingen) en natuurlijke personen, niet zijnde een eigenaar-bewoner (die bijvoorbeeld een onderneming in stand houden of woningen verhuren). De subsidie voor investeringen voor zonneboilers voor zakelijke gebruikers bevat staatssteun die gerechtvaardigd wordt op grond van artikel 41 van de algemene groepsvrijstellingsverordening4. Door deze aanpassing komt de steunintensiteit voor zonneboilers uit op om en nabij 30% van de investeringskosten, minus de voortbrengingskosten. De subsidiebedragen blijven hiermee binnen de toepasselijke steunintensiteit. Daarnaast is en blijft de steun transparant en heeft deze een stimulerend effect. Van de wijziging van deze subsidiemodule zal een kennisgeving aan de Europese Commissie worden gedaan, conform artikel 11, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Eigenaar-bewoners

Ook voor eigenaar-bewoners geldt dat zij subsidie kunnen aanvragen voor investeringen in zonneboilers. Omdat een eigenaar-bewoner geen onderneming in de zin van het staatssteunrecht is, is er bij de subsidieverlening aan deze groep geen sprake van staatssteun.

Regeldruk

Door de stijging van het subsidiepercentage worden meer aanvragen voor zonneboilers verwacht. Omdat het totaal beschikbare budget niet wordt verhoogd, is daarmee minder ruimte voor aanvragen voor warmtepompen, isolatiemaatregelen en warmtenetaansluitingen, die uit hetzelfde budget worden bekostigd. Er vindt dus een (lichte) verschuiving plaats. De regeldrukkosten voor de aanvraag van subsidie zijn voor de verschillende technieken gelijk. Netto is het regeldrukeffect daarom verwaarloosbaar. De totale administratieve lasten voor de ISDE werden in de hiervoor genoemde wijzigingsregeling van 1 december 2021 geschat op € 5.762.100. Dit is 2,24% van het totaal beschikbare subsidiebedrag in 2022 van € 257 miljoen. De onderhavige wijzigingsregeling zal dit niet (wezenlijk) veranderen.

Deze wijzigingsregeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). ATR heeft de wijzigingsregeling niet geselecteerd voor formele advisering, omdat deze geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat wordt in dit geval gerechtvaardigd omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten


X Noot
1

Kamerstukken II 2021/22, 32 813, nr. 945

X Noot
2

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 1 december 2021, WJZ/ 2129553, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met de openstelling van de subsidiemodule Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) (Stcrt. 2021, 48521)

X Noot
3

Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 9 december 2020, WJZ/ 20265125, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met de verbreding van de subsidiemodule Investeringssubsidie duurzame energie met energiebesparende isolatiemaatregelen en aansluiting op warmtenetten (Stcrt. 2020, 65131)

X Noot
4

Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187)

Naar boven