TOELICHTING
1. Doel en aanleiding
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022 in verband met een gewijzigde
openstelling van de subsidiemodule Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing
(hierna: ISDE).
2. Inhoud en achtergrond bij de ISDE
De ISDE, opgenomen in titel 4.5 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, beoogde
oorspronkelijk uitsluitend de productie van duurzame energie te stimuleren. De investeringssubsidie
van de ISDE is destijds ingevoerd ten behoeve van de realisatie van de duurzame energiedoelstelling
uit het Energieakkoord1. In 2019 is het Energieakkoord opgevolgd door het Klimaatakkoord2. Het Klimaatakkoord behelst afspraken over een maatregelenpakket dat Nederland moet voorbereiden
op een reductie van 49% aan broeikasgasemissie in 2030 ten opzichte van 1990. Met
de ISDE wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de energie- en klimaatdoelstellingen
en invulling te geven aan de ambitieuze afspraken uit het Klimaatakkoord. Om die reden
is de ISDE via een eerdere wijzigingsregeling3 (hierna: de herzieningsregeling 2021) met ingang van 1 januari 2021 uitgebreid met
subsidie voor extra investeringen in de productie van duurzame energie, energiebesparende
isolatiemaatregelen en de aansluiting op warmtenetten. Door deze uitbreiding kan voor
een nog groter aantal investeringen subsidie verstrekt worden aan zakelijke aanvragers
en eigenaar-bewoners.
3. Aanpassing van de ISDE (artikel I)
Ten aanzien van diverse investeringen van de ISDE is de Regeling nationale EZK- en
LNV-subsidies aangepast. Het gaat om de aanpassing van (product)eisen en voorwaarden,
de verhoging van enkele subsidiebedragen, de aanpassing van afwijzingsgronden en bijhorende
informatieverplichtingen.
3.1 Aanpassing producteisen voor enkele typen investeringen
Aanpassing producteisen voor investeringen in de productie van duurzame energie (artikelen
4.5.2, tweede lid, onderdelen c en d, en negende lid (oud), 4.5.12, derde lid, onderdelen
a, subonderdeel 1°, en b, subonderdeel 2°, en 4.5.13, tweede lid, onderdelen c, subonderdeel
1°, en d, subonderdeel 2°)
Op grond van de ISDE kan subsidie worden verstrekt voor een investering of combinatie
van investeringen bestemd voor de productie van duurzame energie. Deze subsidie wordt
(afhankelijk van het type investering) verstrekt aan (kortgezegd) zakelijke gebruikers
of eigenaar-bewoners ten behoeve van de aanschaf en het door een bouwinstallatiebedrijf
laten installeren van één of meer installaties, die zijn opgenomen in artikel 4.5.2,
tweede lid, onderdelen a tot en met d.
In artikel 4.5.2, tweede lid, onderdelen c en d, zijn de technische producteisen aangepast
voor de investeringen betreffende de installaties voor de productie van hernieuwbare
elektriciteit via zonnepanelen (hierna: zon-pv) en kleine windmolens (hierna: windturbines).
Aan zon-pv was de producteis verbonden dat de fotovoltaïsche zonnepanelen een gezamenlijk
vermogen diende te hebben van ten minste 15 kWp en ten hoogste 100 kWp. Aan windturbines
was de producteis verbonden dat het rotoroppervlak (het totale oppervlak dat door
de draaiende wieken van de windturbine bestreken wordt) per windturbine ten minste
50 m2 moest zijn en het gezamenlijk rotoroppervlak van meerdere windturbines ten hoogste
500 m2 moest bedragen.
De ISDE is aangepast, zodat voormelde bovengrenzen van het vermogen en het gezamenlijk
rotoroppervlak in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdelen c, subonderdeel 2°, en d,
subonderdeel 2°, en negende lid, zijn komen te vervallen. De reden hiervoor is dat
door deze bovengrenzen (in tegenstelling tot de beleidsmatige wens) teveel investeringen
niet in aanmerking kwamen voor subsidie. Daarnaast bleek dat in de praktijk kan worden
volstaan met de in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdelen c en d, opgenomen beperking
dat alleen installaties voor subsidie in aanmerking komen, indien deze op een aansluiting
met een doorlaatwaarde van maximaal 3*80 A worden aangesloten. Omdat voormelde bovengrenzen
in het vervolg niet meer van toepassing zijn, zijn ook de bijhorende informatieverplichtingen
betreffende de aanvraag voor subsidie en subsidievaststelling, opgenomen in de artikelen 4.5.12,
derde lid, onderdelen a, subonderdeel 1°, en b, subonderdeel 2°, en 4.5.13, tweede
lid, onderdelen c, subonderdeel 1°, en d, subonderdeel 2°, komen te vervallen.
Aanpassing en verduidelijking producteisen voor investeringen in energiebesparende
isolatiemaatregelen (artikelen 4.5.2, derde lid, 4.5.4, en 4.5.12, eerste lid, onderdeel
f)
Op grond van de ISDE kan subsidie worden verstrekt voor een investering of combinatie
van investeringen bestemd voor energiebesparende isolatiemaatregelen. Deze subsidie
werd verstrekt aan een eigenaar-bewoner ten behoeve van de investering betreffende
de aanschaf en het door een bouwbedrijf in een koopwoning laten aanbrengen van isolatiemateriaal
voor één of meer van de volgende typen energiebesparende isolatiemaatregelen: (a)
dakisolatie, (b) gevelisolatie, (c) glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie, (d) spouwmuurisolatie
en (e) vloer- of bodemisolatie. Ten aanzien van deze investeringen is een aantal aanpassingen
doorgevoerd.
Allereerst is in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel a, voor de investeringen in dakisolatie
verduidelijkt dat alleen afzonderlijk subsidie verstrekt wordt voor isolatie van het
bestaande dak enerzijds dan wel isolatie van de bestaande zolder- of vlieringvloer
anderzijds. Er wordt namelijk geen subsidie verstrekt voor de isolatie van zowel het
bestaande dak als de bestaande zolder- en vlieringvloer gezamenlijk. Ook is deze verduidelijking
doorgevoerd in de bepaling betreffende de hoogte van het subsidiebedrag, opgenomen
in artikel 4.5.4, eerste lid, onderdeel a, aanhef, en tweede lid onderdeel a, aanhef
(nieuw), en de bijhorende informatieverplichtingen voor de aanvraag voor subsidie,
opgenomen in artikel 4.5.12, eerste lid, onderdeel f.
Ten tweede is voor investeringen in alle voormelde isolatiemaatregelen, opgenomen
in artikel 4.5.2, derde lid, onderdelen a tot en met e, het minimum aantal vierkante
meters verlaagd dat per isolatiemaatregel geïsoleerd moet worden. Deze minimum waarden
moeten er voor zorgen dat de isolatiemaatregel voldoende substantieel is. Omdat in
de praktijk is gebleken dat bij de aanvankelijk gehanteerde (ambitieuzere) minimumwaarden
een (te hoog) aantal investeringen in isolatiemaatregelen voor bestaande koopwoningen
niet voor subsidie in aanmerking bleken te komen, zijn deze minimumwaarden verlaagd.
Deze verlaging leidt niet tot extra informatieverplichtingen voor de aanvraag voor
subsidie en subsidievaststelling, opgenomen in artikelen 4.5.12 en 4.5.13.
Ten derde zijn aanpassingen doorgevoerd in de artikelen 4.5.2, derde lid, onderdeel
e, en 4.5.4, eerste lid, onderdeel e, (nieuw, alsook een bepaling opgenomen in artikel
4.5.4, tweede lid, onderdeel e, (nieuw), zodat in het vervolg geen subsidie meer verstrekt
wordt voor de zogenaamde vloer- en bodemisolatie gezamenlijk. In de uitvoeringspraktijk
bleek de mogelijkheid om vloer- en bodemisolatie te combineren in samenhang met de
hiervoor opgenomen verschillende subsidiebedragen namelijk tot veel vragen en onduidelijkheid
te leiden. Daarbij bleek het toestaan van deze combinatie in de praktijk weinig toegevoegde
waarde te hebben. Daarom is besloten om het combineren van vloer- en bodemisolatie
niet langer te subsidiëren. Deze wijziging zorgt er dus voor dat in het vervolg uitsluitend
subsidie kan worden aangevraagd voor bodemisolatie dan wel vloerisolatie afzonderlijk.
Deze aanpassing brengt geen verandering in de informatieverplichtingen voor de aanvraag
voor subsidie en subsidievaststelling, opgenomen in artikelen 4.5.12 en 4.5.13.
3.2 Aanpassing subsidiebedragen voor diverse typen investeringen (artikelen 4.5.3,
eerste, tweede, derde en zesde lid, en 4.5.4, eerste en tweede lid (nieuw))
Voor investeringen in de productie van duurzame energie en investeringen in isolatiemaatregelen
zijn in voormelde artikelen (enkele) subsidiebedragen aangepast.
Van belang is dat in de ISDE mede met het oog op de eenvoud wordt gewerkt met forfaitaire
subsidiebedragen voor de verschillende typen investeringen. Er is bij het bepalen
van deze forfaitaire bedragen gekeken naar wat de gemiddelde marktprijs is voor de
verschillende investeringen. Hierbij is tot nog toe het uitgangspunt gehanteerd dat
de subsidie voor investeringen in de productie van duurzame energie door middel van
een ruimteverwarmingstoestel dan wel waterverwarmingstoestel circa 20% van de gemiddelde
marktprijs van de totale investeringskosten zou moeten bedragen. Hetzelfde uitgangspunt
is tot nog toe gehanteerd voor investeringen in isolatiemaatregelen. Het Kabinet heeft
echter in haar kamerbrieven over de stimulering van de (hybride) warmtepomp4 en de hoofdlijnen van een nationaal isolatieprogramma5 geconstateerd dat het stimulerend effect van deze subsidiebedragen onvoldoende is
om invulling te geven aan de ambities ten aanzien van een toename van de inzet van
(hybride) warmtepompen en het verbeteren van de isolatie van bestaande koopwoningen.
Tegen de voorgaande achtergrond is de ISDE op een wijze aangepast, zodat er verhoogde
subsidiebedragen gaan gelden voor warmtepompen en isolatiemaatregelen die zijn geïnstalleerd
respectievelijk zijn aangebracht op of na 1 januari 2022. Hierbij wordt uitgegaan
van circa 30%, in plaats van 20%, van de totale gemiddelde marktprijs van de desbetreffende
investering. Voor warmtepompen en isolatiemaatregelen die zijn geïnstalleerd respectievelijk
zijn aangebracht voor 1 januari 2022 blijven de subsidiebedragen gelden die ook al
in 2021 gehanteerd werden. Hiermee wordt beoogd zoveel mogelijk te borgen dat de verhoogde
subsidiebedragen daadwerkelijk een stimulerend effect hebben. Ten aanzien van warmtepompen
en isolatiemaatregelen die zijn geïnstalleerd respectievelijk zijn aangebracht voor
1 januari 2022 kan immers worden aangenomen dat de verhoogde subsidiebedragen geen
rol hebben gespeeld bij de investeringsbeslissing van de aanvrager.
Een uitzondering op de voorgaande onderverdeling vormen de subsidiebedragen voor een
ruimteverwarmingstoestel dan wel waterverwarmingstoestel die is uitgerust met een
relatief kleine warmtepomp met een vermogen tot 1 kW (lees: een warmtepomp die in
de praktijk meestal uitsluitend voor de verwarming van tapwater wordt ingezet). De
subsidiebedragen zijn voor deze warmtepompen gelijk in de gevallen waarin de installatie
voor, op of na 1 januari 2022 heeft plaatsgevonden, omdat het subsidiebedrag voor
deze kleine warmtepompen ook zonder verhoging in de meeste gevallen minimaal al 30%
van de gemiddelde totale subsidiabele kosten bedraagt.
3.3 Aanpassing afwijzingsgronden (artikelen 4.5.9, vierde lid, onderdelen b, aanhef
en subonderdeel 2°, en d (nieuw), en 4.5.12, eerste lid, onderdeel g (nieuw))
Artikel 4.5.9 bevat de afwijzingsgronden die, in aanvulling op de afwijzingsgronden
uit artikel 22 en 23 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies, van toepassing
zijn. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen (1) algemene afwijzingsgronden die van
toepassing zijn op alle typen investeringen en (2) specifieke afwijzingsgronden die
van toepassing zijn op één van de voormelde typen investeringen. Zo bevat de ISDE
ook specifieke afwijzingsgronden voor een investering of combinatie van investeringen
bestemd voor de aansluiting op warmtenetten. Op grond van de ISDE kan deze subsidie
worden verstrekt aan een eigenaar-bewoner dan wel vereniging van eigenaren ten behoeve
van het door een warmteleverancier aansluiten van (a) een bestaande koopwoning op
een individuele aansluiting op een warmtenet respectievelijk (b) een bestaand appartementencomplexop
een centrale aansluiting op een warmtenet, bedoeld in artikel 4.5.2, vierde lid, onderdelen
a respectievelijk b. Van belang is dat in artikel 4.5.9, vierde lid, de afwijzingsgronden
zijn opgenomen voor een subsidieaanvraag voor deze soort investering. Deze afwijzingsgronden
zijn aangepast.
Ten eerste is de afwijzingsgrond in artikel 4.5.2, onderdeel b, aanhef en subonderdeel
2°, aangepast. Op grond hiervan wordt een aanvraag voor subsidie afgewezen indien
voor een investering op grond van de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen
(SAH) een aanvraag voor subsidie ingediend kan worden door (onder meer) een lid van
de subsidieaanvrager, indien de subsidieaanvrager een vereniging van eigenaren (hierna:
VVE) is. Een (appartement)verhuurder, die lid is van een VVE, kan namelijk ook al
reeds op grond van de SAH subsidie aanvragen voor een centrale aansluiting op een
warmtenet. Voormelde afwijzingsgrond voorkomt dat voor dezelfde centrale aansluiting
op een warmtenet ook nog eens onder de ISDE subsidie kan worden aangevraagd door de
VVE in het geval door een lid van deze VVE al SAH-subsidie aangevraagd kan worden.
Vanaf 1 oktober 2021 kunnen echter ook zogenaamde gemengde VvE’s SAH-subsidie aanvragen
voor een centrale aansluiting op een warmtenet of individuele aansluitingen op een
warmtenet voor de appartementen van de bij haar aangesloten leden. Van een gemengde
VVE is sprake indien ten minste één van de leden van deze VVE optreedt als verhuurder
van ten minste één van de appartementen in het desbetreffende appartementencomplex.
De voormelde afwijzingsgrond is aangepast om te voorkomen dat in de situatie waarin
een gemengde VVE SAH-subsidie kan aanvragen er daarnaast ook nog eens door de leden
van deze VVE (lees: de appartementseigenaren) voor dezelfde investering ISDE-subsidie
aangevraagd kan worden. Aan deze aanpassing zijn geen extra informatieverplichtingen
verbonden voor de aanvraag voor subsidie en subsidievaststelling, opgenomen in artikel
4.5.12 en 4.5.13.
Ten tweede is onderdeel d (nieuw) aan artikel 4.5.2, vierde lid, toegevoegd. Hierdoor
wordt een aanvraag voor subsidie die betrekking heeft op een investering voor (een
individuele of collectieve) aansluiting op een warmtenet in het vervolg afgewezen
indien niet aannemelijk is dat de bestaande koopwoning of het bestaande appartementencomplex,
waarop de desbetreffende investering betrekking heeft, geen aansluiting op een warmtenet
had voordat deze investering plaatsvond. De voormelde aannemelijkheid hiervan zal
getoetst worden op grond van een verklaring van de eigenaar-bewoner dan wel van de
vereniging van eigenaren, waarvoor een nieuwe informatieverplichting is opgenomen
in artikel 4.5.12, onderdeel g, (nieuw). Hiermee wordt beoogd dat alleen investeringen
voor de aansluiting op warmtenetten gestimuleerd worden in de gevallen waarin deze
daadwerkelijk (substantieel) bijdragen aan de te realiseren klimaatdoelen. Een aanpassing,
wijziging of vervanging van een reeds bestaande aansluiting op een warmtenet wordt
dus niet gestimuleerd via de ISDE.
4. Openstelling ISDE in 2022 (artikel II)
In de tabel van artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2022
zal voor het jaar 2022 worden aangegeven in welke periode de diverse subsidiemodules
van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies worden opengesteld en wat het subsidieplafond
bedraagt. De openstelling van de ISDE wordt hieraan toegevoegd.
Voor de ISDE loopt de openstellingsperiode van 3 januari 2022 tot en met 31 december
2022. Er zijn twee subsidieplafonds vastgesteld:
-
− een subsidieplafond van € 228.000.000 voor investeringssubsidie voor de investering
in (1) een ruimteverwarmingstoestel dan wel waterverwarmingstoestel en/of zonneboiler,
(2) energiebesparende isolatiemaatregelen en (3) de aansluiting op een warmtenet;
en
-
− een subsidieplafond van € 30.000.000 voor investeringssubsidie voor de investering
in installaties voor de productie van hernieuwbare elektriciteit via fotovoltaïsche
zonnepanelen of via één of meer windturbines.
5. Staatssteun
Voor de subsidieverlening onder de ISDE wordt een onderscheid gemaakt tussen zakelijke
gebruikers en eigenaar-bewoners. Voor een precieze afbakening van de zakelijke gebruikers
en eigenaar-bewoners, subsidiabele kosten, steunintensiteiten en voorwaarden voor
specifieke investeringen wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de algemene toelichting
van de herzieningsregeling 20216. Voor de in deze wijzigingsregeling opgenomen aanpassingen is het hierna volgende
van belang.
5.1 Zakelijke gebruikers
De zakelijke gebruikers bestaan uit rechtspersonen (zoals ondernemingen, verenigingen
(waaronder ook begrepen een VvE) en stichtingen) en natuurlijke personen, niet zijnde
een eigenaar-bewoner (die bijvoorbeeld een onderneming in stand houden of woningen
verhuren).
Voor zakelijke gebruikers geldt als hoofdregel dat zij subsidie kunnen aanvragen voor
(vrijwel) alle typen investeringen die bestemd zijn voor de productie van duurzame
energie. De subsidie voor investeringen voor de productie van duurzame energie door
zakelijke gebruikers bevat staatssteun die gerechtvaardigd wordt op grond van artikel
41 van de algemene groepsvrijstellingsverordening7. Via deze wijzigingsregeling zijn de hoogte van de subsidiebedragen in artikel 4.5.3
aangepast. Door deze aanpassing komt de steunintensiteit uit op om en nabij 30% van
de investeringskosten, minus de voortbrengingskosten. De subsidiebedragen blijven
hiermee binnen de toepasselijke steunintensiteit. Ook hebben de doorgevoerde aanpassingen
in de producteisen en afwijzingsgronden van de investeringen voor de productie van
duurzame energie geen effect op de staatssteun aspecten. Daarnaast is en blijft de
steun transparant en heeft deze een stimulerend effect. Van de openstelling van de
ISDE zal een kennisgeving aan de Europese Commissie worden gedaan, conform artikel
11, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
Ook wordt ISDE-subsidie verleend aan VvE’s voor een investering voor de centrale aansluiting
op een warmtenet. Voor deze VvE’s geldt (vrijwel) hetzelfde regime als voor de (overige)
zakelijke gebruikers van de ISDE. De subsidie die voor een investering voor de centrale
aansluiting op een warmtenet aan een VVE verleend wordt bevat echter geen staatsteun.
Deze subsidie wordt namelijk alleen verleend aan VvE’s waarin zich (overwegend) eigenaar-bewoners
bevinden of andere leden die het woongenot van het desbetreffende appartement niet
exploiteren. De subsidie wordt dus niet verstrekt aan bijvoorbeeld gemengde VvE’s
waarin zich naast eigenaar-bewoners ook verhuurders (van woon en winkelruimte) bevinden,
die gezien worden als ondernemingen in de zin van het staatssteunrecht (entiteiten
die economische activiteiten verrichten)8. De reden hiervoor is dat een dergelijke gemengde VvE of één lid van de VvE op grond
van de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH) subsidie kan aanvragen
voor de investering voor een aansluiting op een warmtenet. Een aanvraag voor subsidie
van dit type gemengde VvE wordt dan ook afgewezen op grond van artikel 4.5.9, vierde
lid, onderdeel b, van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, die met onderhavige
wijzigingsregeling nog verder aangescherpt is. De voor deze aanscherping doorgevoerde
aanpassingen, alsook de aanpassing van de overige afwijzingsgronden en de bijhorende
informatieverplichtingen, hebben geen effect op (mogelijke) staatssteunaspecten van
de ISDE.
5.2 Eigenaar-bewoners
Voor eigenaar-bewoners geldt dat zij subsidie kunnen aanvragen voor investeringen
in warmtepompen, zonneboilers, energiebesparende isolatiemaatregelen en een individuele
aansluiting op een warmtenet. Omdat een eigenaar-bewoner geen onderneming in de zin
van het staatssteunrecht is, is er bij de subsidieverlening voor voormelde investeringen
aan deze groep geen sprake van staatssteun.
Met deze wijzigingsregeling zijn in de artikelen 4.5.3 en 4.5.4 enkele subsidiebedragen
opgehoogd voor investeringen in warmtepompen (voor een ruimteverwarmingstoestel dan
wel waterverwarmingstoestel) en energiebesparende isolatiemaatregelen. Ook is een
aantal afwijzingsgronden voor de aansluiting op een warmtenet aangepast. Deze aanpassingen
hebben geen effect op de staatsteun aspecten van de ISDE, omdat de aan de eigenaar-bewoners
te verlenen ISDE-subsidie geen staatssteun bevat.
6. Regeldruk
Op grond van de ISDE wordt subsidie verleend voor de investeringen, bedoeld in paragraaf
2, van deze toelichting. Bij deze subsidieverlening wordt een onderscheid gemaakt
tussen zakelijke gebruikers en eigenaar-bewoners waarvoor verschillende administratieve
lasten gelden. Voor een precieze afbakening van de zakelijke gebruikers en eigenaar-bewoners,
de specifieke investeringen waarvoor ISDE-subsidie verleend wordt en de administratieve
lasten
voor de diverse gebruikers wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de algemene toelichting
van de herzieningsregeling 20219. Er heeft echter een aantal inhoudelijke aanpassingen in de ISDE plaatsgevonden,
waaronder een (beperkte) aanvulling van de informatieverplichtingen. Deze aanpassingen
hebben beperkt invloed op de administratieve lasten voor de diverse gebruikers van
de ISDE.
6.1 Het effect van de aanpassingen op de individuele en totale administratieve lasten
Voor de diverse type subsidieaanvragers gelden verschillende informatieverplichtingen.
De in deze wijzigingsregeling opgenomen wijziging van de informatieverplichtingen
leidt per saldo nauwelijks tot een stijging van de administratieve lasten van de individuele
subsidieaanvragers, omdat het hier zeer beperkte wijzigingen betreft.
Ook hebben er inhoudelijke aanpassingen van de ISDE plaatsgevonden. Zo zijn bepaalde
subsidievoorwaarden en afwijzingsgronden aangepast, die leiden tot een beperking van
de ISDE aan de ene kant en uitbreiding van de ISDE aan de andere kant. Deze aanpassingen
zullen naar verwachting niet leiden tot een groter aantal subsidieaanvragen. Daarnaast
zijn ook diverse subsidiebedragen aangepast. Het betreft hier de ophoging van subsidiebedragen
voor investeringen in (1) warmtepompen (voor een ruimteverwarmingstoestel dan wel
waterverwarmingstoestel), met uitzondering van warmtepompen met een vermogen tot 1
kW en (2) voor investeringen in alle typen isolatiemaatregelen die zijn geïnstalleerd
of aangebracht op of na 1 januari 2022. Deze ophoging zal naar verwachting wel leiden
tot een groter aantal subsidieaanvragen voor deze typen investeringen. Er worden 17.000
extra subsidieaanvragen verwacht voor investeringen in een warmtepomp, waarvan de
ene helft van de subsidieaanvragen ingediend zal worden door eigenaar-bewoners en
de andere helft door zakelijke gebruikers van de ISDE. Ook worden er voor investeringen
in isolatiemaatregelen 24.000 extra subsidieaanvragen van eigenaar-bewoners verwacht
(zakelijke gebruikers komen namelijk niet in aanmerking voor subsidie voor isolatiemaatregelen).
6.2 Berekening van de toename van de administratieve lasten
Voor de berekening van de administratieve lasten is van belang dat voor de zakelijke
gebruikers van de ISDE (anders dan voor eigenaar-bewoners) geldt dat zij de aanvraag
voor subsidie voorafgaand aan de aanschaf van de desbetreffende installatie(s) doen.
Deze aanvraag kunnen zij indienen via het e-Loket van RVO.nl, waarbij in het aanvraagformulier
onder andere het adres of de adressen van plaatsing van de installatie(s) dienen te
worden aangegeven. Na toekenning van de subsidie kan de aanvrager de investering in
de desbetreffende installatie doen en moeten aan RVO digitaal een aantal documenten
worden aangeleverd (onder andere het definitieve adres of de definitieve adressen
van plaatsing van de installaties en de factuur en het betaalbewijs van de investering).
Het gehele subsidieproces (inclusief het voorbereiden van de aanvraag voor subsidie
en vaststelling, waaronder ook het lezen van de informatie op de website van RVO),
kost zakelijke gebruikers ongeveer 240 minuten bij een uurtarief van € 54. Dit tijdsbestek
is voor zakelijke gebruikers groter dan voor eigenaar-bewoners, omdat zij voorafgaand
aan de investering de subsidieaanvraag indienen en na realisatie een verzoek om vaststelling
moeten doen. Naast de circa 8.500 extra aanvragen door deze doelgroep wordt rekening
gehouden met een opslag van 10% voor aanvragen die worden afgewezen. De toename van
de administratieve lasten voor zakelijke gebruikers samenhangend met de bovengenoemde
verwachte totale toename van het aantal aanvragen door zakelijke gebruikers wordt
daarmee geschat op circa € 2.019.600.
Verder is van belang dat eigenaar-bewoners pas ISDE-subsidie kunnen aanvragen nadat
de investeringen hebben plaatsgevonden (dus de aanschaf gedaan is alsook het installeren,
aanbrengen of aansluiten voltooid is) en de factuur is betaald. Deze handelingen zouden
ook verricht moeten worden in het geval er geen subsidie zou worden verstrekt. De
eis van het verstrekken van een factuur bij de aanvraag voor subsidie levert daarom
geen extra administratieve lasten op voor deze gebruikers van de ISDE. De aanvraag
van subsidie gebeurt digitaal. Doordat de aanvraag achteraf plaatsvindt, weet een
eigenaar-bewoner welke investeringen er uiteindelijk uitgevoerd zijn en hoeven er
tussentijds geen wijzigingen of meldingen aan RVO.nl te worden doorgegeven. Het doen
van een subsidieaanvraag, inclusief het lezen van de informatie op de website van
RVO.nl en het verzamelen van de benodigde gegevens, kost dit type aanvrager naar verwachting
gemiddeld ongeveer 120 minuten voor de verschillende investeringen tezamen. Zoals
voorgeschreven in de Rijks brede methodiek voor regeldrukeffecten, wordt uitgegaan
van € 15 aan kosten per uur die een burger (lees: eigenaar-bewoner) besteedt aan administratieve
lasten. Naast de circa 32.500 extra aanvragen door deze doelgroep wordt rekening gehouden
met een opslag van 10% voor aanvragen die worden afgewezen. De toename van de administratieve
lasten voor eigenaar-bewoners samenhangend met de bovengenoemde verwachte totale toename
van het aantal aanvragen door eigenaar-bewoners wordt daarmee geschat op circa 1.072.500.
6.3 Totale administratieve lasten
De voorgaande toename van de administratieve lasten brengen de volgende totale administratieve
lasten met zich mee ten opzichte van de berekening uit hoofdstuk 5 van de algemene
toelichting van de herzieningsregeling 2021.
-
− De administratieve lasten van subsidieaanvragen door de zakelijke gebruikers kwamen
neer op circa € 900.000 (bij circa 3.800 aanvragen). De totale administratieve lasten
voor deze doelgroep bedragen, inclusief de toename, € 2.919.600.
-
− De administratieve lasten van subsidieaanvragen door eigenaar-bewoners kwamen neer
op € 1.770.000 (bij circa 53.760 aanvragen). De totale administratieve lasten voor
deze doelgroep bedragen, inclusief de toename, € 2.842.500.
De totale administratieve lasten voor de ISDE worden daarmee geschat op € 5.762.100.
Dit is 2,24% van het totaal beschikbare subsidiebedrag in 2022 van € 257 miljoen.
6.4 Adviescollege toetsing regeldruk
Deze wijzigingsregeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR).
Naar aanleiding hiervan is deze wijzigingsregeling niet geselecteerd voor formele
advisering, omdat deze geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
7. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van 3 januari 2022. Met deze inwerkingtredingsdatum
wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële
regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en minimaal
twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat wordt in dit geval gerechtvaardigd
omdat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.
Met deze wijzigingsregeling wordt de ISDE gewijzigd opengesteld. Hierdoor kunnen de
gebruikers van de ISDE spoedig (vanaf 3 januari 2022) subsidieaanvragen indienen.
Het vasthouden aan de systematiek van de vaste verandermomenten zou hebben betekend
dat subsidieaanvragen pas vanaf 1 april 2022 ingediend hadden kunnen worden, in plaats
van op de eerste werkdag van 2022 (3 januari 2022).
Tot slot hebben de gebruikers van de ISDE voldoende tijd om op grond van de gewijzigde
ISDE aanvragen voor te bereiden en in te dienen, omdat de ISDE wordt opengesteld van
3 januari 2022 tot en met 31 december 2022.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie,
D. Yeşilgöz-Zegerius