TOELICHTING
I. Algemeen
Deze regeling bevat de zestiende tranche van de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet
(hierna: Ru Chw).
Met artikel I wordt de Ru Chw aangevuld.
In onderdeel A wordt het project De Groote Wielen Noordoosthoek in de gemeente ‘s-Hertogenbosch
toegevoegd aan het experiment met ontwikkelingsgebieden in artikel 2.2 van de Crisis-
en herstelwet (hierna: Chw).
In onderdeel B worden drie gebieden toegevoegd aan het experiment met het bestemmingsplan met verbrede
reikwijdte als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet
(hierna: Bu Chw). Met dit experiment wordt vooruitgelopen op het omgevingsplan uit
de Omgevingswet (Stb. 2016, 156). Het gaat om gebieden in de gemeenten Delft, Rheden en Tilburg.
In onderdeel C wordt het gebied IJsseldistrict Velp in de gemeente Rheden toegevoegd aan het experiment
met het verleggen van planschade bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in
artikel 7w van het Bu Chw. Met dit experiment wordt het mogelijk om bij een bestemmingsplan
met verbrede reikwijdte het moment van het vaststellen van planschade te verleggen
van vaststelling van het bestemmingsplan naar het verlenen van de omgevingsvergunning
voor bouwen of voor een bestemmingsplanactiviteit. Het gebied wordt in deze tranche
van de Ru Chw ook toegevoegd aan het experiment met het bestemmingsplan met verbrede
reikwijdte, zie onderdeel B.
In onderdeel D worden vier gemeenten toegevoegd aan het experiment in artikel 6 van het Bu Chw.
Dit experiment maakt het mogelijk dat voor de bouw van tijdelijke woningen, waarmee
voor een periode van langer dan tien jaar wordt afgeweken van het bestemmingsplan,
niet de uitgebreide voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
(hierna: Wabo) toegepast hoeft te worden. Het gaat om het gehele grondgebied van de
gemeenten Eindhoven, Enschede, Meierijstad en Schagen.
In onderdeel E worden twee gebieden toegevoegd aan het experiment in artikel 7ah van het Bu Chw.
Dit experiment maakt het mogelijk om bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
te experimenteren met een andere wijze van kostenverhaal. Het gaat om gebieden in
de gemeenten Rheden en Tilburg.
In artikel II wordt de inwerkingtreding geregeld.
In artikel III wordt de citeertitel geregeld.
In de Beleidsregel aanmeldingen Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (Stcrt. 2019, 36718) is opgenomen dat projecten en gebieden alleen bij regeling worden aangewezen als
blijkt dat betrokkenheid van de gemeenteraad of provinciale staten is geborgd en de
kennisgeving aan of betrokkenheid van belanghebbenden is geborgd. Dat is hier het
geval. Voor de projecten en gebieden die bij deze regeling zijn toegevoegd geldt namelijk
dat nadere besluitvorming, zoals het vaststellen van een bestemmingsplan, noodzakelijk
is voordat het experiment daadwerkelijk kan worden toegepast. Daardoor is de betrokkenheid
van de gemeenteraad en de kennisgeving aan of betrokkenheid van belanghebbenden geborgd.
II. Artikelsgewijs
Onderdeel A
Algemeen
Aan het experiment met ontwikkelingsgebieden, bedoeld in artikel 2.2 van de Chw, wordt
het project De Groote Wielen in de gemeente ‘s-Hertogenbosch toegevoegd. Zoals in
de toelichting bij de eerste tranche van het Bu Chw (Stb. 2010, 289) is aangegeven, gaat het bij ontwikkelingsgebieden vooral om het mogelijk maken van
gewenste maatschappelijke ontwikkelingen die door het ontbreken van milieugebruiksruimte
niet van de grond komen. Te denken valt aan gebieden in transitie en aan intensivering
van ruimtegebruik op en rond bedrijventerreinen. De aanwijzing als ontwikkelingsgebied
maakt het mogelijk dat tijdelijk kan worden afgeweken van bepaalde milieunormen. Een
voorwaarde hiervoor is dat in het bestemmingsplan wordt gewaarborgd dat uiterlijk
binnen tien jaar nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden weer aan de
geldende milieunormen wordt voldaan.
De Groote Wielen, gemeente ’s-Hertogenbosch
De Groote Wielen is een woonwijk in ontwikkeling, gelegen in het noordoosten van de
gemeente ’s-Hertogenbosch. De Noordoosthoek is een van de deelgebieden van deze wijk,
waar de gemeente 2.300 tot 3.000 woningen met bijbehorende voorzieningen wil realiseren.
De Groote Wielen Noordoosthoek is in de zeventiende tranche van het Bu Chw (Stb. 2019, 53) al toegevoegd aan het experiment met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte.
De Noordoosthoek van De Groote Wielen is op dit moment agrarisch gebied. Binnen het
gebied is een loonwerkersbedrijf aanwezig. Dit bedrijf wordt door de gemeente aangekocht,
maar de eigenaren hebben in de overeenkomst bedongen nog tien jaar met hun bedrijf
op de gegeven locatie door te kunnen gaan. Hiervoor zal de gemeente ’s-Hertogenbosch
een tijdelijke bestemming opnemen in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte.
Door de milieuhindercirkel van het hoveniersbedrijf zal een deel van de nieuw te bouwen
woningen tijdelijk niet voldoen aan alle wettelijke eisen. Om deze tijdelijke situatie
mogelijk te maken wil de gemeente gebruikmaken van de instrumenten die de status van
het ontwikkelingsgebied op grond van de Chw biedt.
Onderdeel B
Algemeen
Aan het experiment van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in artikel 7c van
het Bu Chw worden drie gebieden toegevoegd. Met dit experiment kunnen de betrokken
gemeenten vooruitlopen op de inwerkingtreding van de Omgevingswet door het bestemmingsplan
te verbreden tot een integraler plan dat lijkt op een omgevingsplan.
De gemeenten hebben te kennen gegeven dat de bestaande regelgeving op het gebied van
ruimtelijke ordening beperkingen heeft voor het bereiken van de gewenste ontwikkelingen.
Met de mogelijkheden van artikel 7c van het Bu Chw wordt voorzien in de behoefte van
de gemeenten om een flexibel, ontwikkelingsgericht bestemmingsplan op te stellen.
Het gaat om gebieden in de gemeenten Delft, Rheden en Tilburg.
De gebieden die aan het experiment, bedoeld in artikel 7c van het Bu Chw, worden toegevoegd,
worden hieronder nader beschreven.
Schieoevers Noord, gemeente Delft
Het project Schieoevers Noord is met de zestiende tranche van het Bu Chw (Stb. 2018, 438) reeds aangewezen voor het experiment bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Het
doel van de gemeente is om Schieoevers Noord te herontwikkelen tot een gemengd gebied
waarin wonen en werken naast elkaar kunnen bestaan. Hiervoor is het nodig om het terrein
grotendeels te ‘dezoneren’ en te vervangen door individuele zones per bedrijf. Bij
de uitwerking daarvan is de huidige zonegrens van het industrieterrein Schieoevers
Noord als plangebied beschouwd. Dit is een ruimer gebied dan het plangebied van de
oorspronkelijke aanwijzing. Dit – in samenhang met aantal kleinere aanpassingen in
de plangrens – is reden geweest voor de gemeente Delft om te verzoeken tot een verruiming
van de aanwijzing voor het experiment bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor
het gehele plangebied van het ontwerpbestemmingsplan Schieoevers Noord (Kabeldistrict
en Nieuwe Haven).
IJsseldistrict Velp, gemeente Rheden
De gemeente Rheden wil in het IJsseldistrict in Velp een hoogwaardig stedelijk woongebied
met een centraal park ontwikkelen. Het IJsseldistrict omvat het gebied tussen de President
Kennedylaan, Waterstraat, Broekstraat en de A12 in Velp. Een groot deel van dit terrein
is nog in gebruik door Ziekenhuis Rijnstate, dat eind 2022 zal verhuizen naar een
nabijgelegen gemeente. In februari heeft de gemeenteraad van Rheden het Masterplan
IJsseldistrict vastgesteld, dat de ambities en uitgangspunten bevat voor de beoogde
gebiedsontwikkeling. In het gebied wil de gemeente 1.100 woningen bouwen, waarvan
50 sociale huurwoningen, 386 middenhuurwoningen en 150 betaalbare koopwoningen. Door
in dit gebied sociale woningen toe te voegen, ontstaat ruimte in kwetsbare wijken
om sociale woningen te slopen en te vervangen voor een ander woningtype, waardoor
in kwetsbare wijken het woningbestand meer gedifferentieerd wordt. De gemeente Rheden
heeft voor het IJsseldistrict hoge duurzaamheidsambities. De gemeente zet voor dit
gebied in op BREEAM ‘very good’ of vergelijkbaar. BREEAM staat voor Building Research
Establishment Environmental Assessment Method en is een certificeringsmethode voor
een duurzaam gebouwde omgeving. De gemeente Rheden kiest voor dit gebied een organische
ontwikkelstrategie. In het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wil de gemeente
kaders voor de ontwikkeling vastleggen. Het gaat onder meer om regels met betrekking
tot klimaatadaptatie en duurzaamheid.
Fabriekskwartier, gemeente Tilburg
Het Fabriekskwartier ligt aan de rand van het centrum van Tilburg, tussen de Piushaven
en het terrein van de voormalige AaBée fabriek (een als rijksmonument beschermd fabriekscomplex,
dat recent is herbestemd, en is onderdeel van de gebiedsontwikkeling Piushaven. Het
verouderde bedrijventerrein wordt getransformeerd naar een stoere, stedelijke buurt
waarin wonen met hoge dichtheid en stadsnatuur samenkomen. Het karakter van de Piushaven
en cultuurhistorische kwaliteiten dienen daarbij als inspiratiebron voor de ontwikkeling.
Met de ontwikkeling van het Fabriekskwartier worden 450 woningen mogelijk gemaakt
waarvan ten minste 20% betaalbare huurwoningen. Met het bestemmingsplan met verbrede
reikwijdte wil de gemeente Tilburg inzetten op het werken met kwaliteitseisen, normstellingen
en beleidsregels. Voor de ontwikkeling is een regiedocument opgesteld dat per fase
wordt uitgewerkt in een kavelpaspoort. Het regiedocument vormt samen met de kavelpaspoorten
de basis voor de beleidsregels. Daarnaast zet Tilburg in op innovatieve parkeeroplossingen door nieuwe concepten van mobiliteit, zoals MAAS (Mobility As A Service).
De verbrede reikwijdte maakt het voor Tilburg tot slot mogelijk om de doelstellingen
die zij gesteld hebben in kader van klimaatadaptatie en natuurinclusief bouwen op
te nemen in het bestemmingsplan.
Onderdeel C
Aan het experiment van planschade bij een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
in artikel 7w van het Bu Chw wordt het gebied IJsseldistrict Velp in de gemeente Rheden
toegevoegd. Met dit experiment wordt het mogelijk om het moment van vaststellen van
planschade te verleggen van vaststelling van het bestemmingsplan naar het verlenen
van de omgevingsvergunning voor bouwen of voor een bestemmingsplanactiviteit.
Planschade is schade die wordt geleden ten gevolge van rechtmatige planologische besluitvorming.
Dit is nu geregeld in afdeling 6.1 van de Wro. Op het plangebied dat met deze tranche
van de Ru Chw aan dit experiment worden toegevoegd, worden één of meerdere bestemmingsplannen
met verbrede reikwijdte van toepassing. In dergelijke bestemmingsplannen zal ruimte
worden geboden aan verschillende initiatieven (organische gebiedsontwikkeling). Omdat
bij organische gebiedsontwikkeling op voorhand niet duidelijk is of, en zo ja, in
hoeverre daadwerkelijk gebruik zal worden gemaakt van de ruimte die het plan biedt,
zal dit bij de vaststelling van het plan planschade tot gevolg kunnen hebben. Immers
op grond van afdeling 6.1 van de Wro is de vaststelling van een bestemmingsplan een
oorzaak waarbij, na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, om vergoeding
van planschade kan worden verzocht. Verder moet bij de beoordeling van de vraag of
sprake is van planschade worden uitgegaan van de maximale mogelijkheden van het plan,
wat kan leiden tot de uitkering van een hoger schadebedrag dan wanneer wordt uitgegaan
van de ontwikkelingen die daadwerkelijk worden gerealiseerd.
Om bovengenoemde ongewenste effecten bij organische gebiedsontwikkeling weg te nemen,
maakt dit experiment het mogelijk dat het moment van vaststellen van planschade wordt
verlegd van de vaststelling van het bestemmingsplan naar de vergunningverlening. Voor
een uitgebreide beschrijving van dit experiment wordt verwezen naar de toelichting
bij de zeventiende tranche van het Bu Chw (Stb. 2019, 53).
Het IJsseldistrict Velp wordt in deze tranche van de Ru Chw ook toegevoegd aan het
experiment met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte in artikel 7c van het Bu
Chw.
Onderdeel D
Algemeen
Aan het experiment in artikel 6 van het Bu Chw worden vier gemeenten toegevoegd. Op
grond van artikel 6 van het Bu Chw is de uitgebreide voorbereidingsprocedure, bedoeld
in artikel 3.10, eerste lid, onder a, van de Wabo, niet van toepassing op een aanvraag
om een omgevingsvergunning. Het gaat om een aanvraag om een omgevingsvergunning waarbij
ten behoeve van het bevorderen van duurzame en innovatieve toepassingen voor een activiteit
voor een bepaalde termijn toepassing wordt gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, onder
a, onder 3°, van de Wabo. In dat artikellid is bepaald dat een omgevingsvergunning
voor een activiteit die in strijd is met het bestemmingsplan kan worden verleend mits
de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.
Op grond van artikel 4, elfde lid, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht kan
tijdelijk worden afgeweken van het bestemmingsplan voor de duur van tien jaar. Hierop
is de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing, waardoor de procedure om een
omgevingsvergunning te verkrijgen voor het bouwen van tijdelijke woningen relatief
snel kan worden doorlopen, mits vaststaat dat de activiteit kan worden aangemerkt
als een stedelijk ontwikkelingsproject. Een termijn van tien jaar voor afwijking van
het bestemmingsplan is echter vaak te kort in verhouding tot de termijn om tot een
kostendekkende exploitatie te komen voor flexwoningen. Met de toevoeging van de desbetreffende
gemeenten aan het experiment in artikel 6 van het Bu Chw kan ook voor de vergunning
om tijdelijk af te wijken van het bestemmingsplan over een periode van meer dan tien
jaar gebruik worden gemaakt van de reguliere voorbereidingsprocedure en kan de bouw
van de tijdelijke woningen sneller ter hand worden genomen, mits vaststaat dat geen
MER hoeft te worden opgesteld. Overigens blijft op grond van artikel 3.10, eerste
lid, aanhef en onder e, van de Wabo de uitgebreide voorbereidingsprocedure onverminderd
van toepassing als een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist.
Van dat artikelonderdeel wordt immers met dit experiment niet afgeweken. Het experiment
kan dus uitsluitend worden toegepast voor projecten die vallen onder de door de gemeenteraad
op grond van artikel 6.5, derde lid, van het Besluit omgevingsrecht aangewezen categorieën
van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist.
De gebieden die met deze regeling worden toegevoegd aan het experiment, bedoeld in
artikel 6 van het Bu Chw, betreffen het gehele grondgebied van de gemeenten Eindhoven,
Enschede, Meierijstad en Schagen. Deze gemeenten zijn hieronder beschreven.
Gemeente Eindhoven
Mede door de snelle economische groei van de regio Eindhoven is de vraag naar woningen
in de gemeente Eindhoven de laatste jaren snel gestegen. Het woningaanbod stijgt niet
snel genoeg mee, waardoor het woningtekort is opgelopen tot ver boven de 10.000 woningen.
Tegelijkertijd stijgen de huur- en verkoopprijzen voor woningen en kunnen veel starters,
middeninkomens, studenten en mensen die met spoed een woning zoeken geen woning meer
vinden. Daarom wil de gemeente snel tijdelijke betaalbare huisvesting creëren. De
gemeente Eindhoven wil voor de zomer van 2022 de definitieve locaties bepalen voor
minimaal 500 tot mogelijk 2.000 verplaatsbare en betaalbare woningen, die de gemeente
voor het eind van 2023 wil realiseren. Het project zal in nauwe samenwerking met de
Eindhovense woningbouwcorporaties worden uitgewerkt. Daarmee wordt geborgd dat de
woningen daadwerkelijk terecht komen bij doelgroepen die de woningen het hardst nodig
hebben. De woningen zullen modulair gebouwd worden en worden na afloop van de door
de gemeente bepaalde termijn hergebruikt op een andere locatie. Ook de materialen
zullen worden hergebruikt. Alle woningen zijn gasloos, worden waar mogelijk voorzien
van zonnepanelen en er wordt veel gebruikgemaakt van hout. Bouwen met hout leidt tot
een lagere CO2-footprint dan traditionele bouw. Ook worden de locaties zodanig ingericht dat duurzame
mobiliteit wordt bevorderd.
Gemeente Enschede
De afgelopen en komende jaren is er een vergrote vraag naar huurwoningen in de gemeente
Enschede. Deze vraag is onder meer een gevolg van toegenomen krapte op de woningmarkt,
prijsstijgingen bij koopwoningen, waardoor de doorstroming vanuit huurwoningen stagneert
en toename van het aantal statushouders en Oekraïense vluchtelingen. De gemeente wil
graag studenten van de Universiteit Twente en Saxion Hogeschool na hun studie behouden
en talent uit andere regio’s aantrekken, gelet op de grote vraag naar werknemers bij
innovatieve bedrijven en startups in Enschede, Hengelo en Twente. Als onderdeel van
een oplossing wil de gemeente Enschede samen met twee woningbouwcorporaties binnen
twee jaar 100 tot 200 tijdelijke en modulaire woningen aan de markt toevoegen. De
afgelopen maanden heeft de gemeente Enschede circa 100 potentiële locaties beoordeeld,
waarvan nog vier mogelijke locaties over zijn. De gemeente Enschede wil gebruikmaken
van modulair, circulair en in de fabriek gebouwde woningen. Dat leidt onder meer tot
substantieel minder vervoersbewegingen van en naar de bouwplaats en daardoor minder
stikstofdepositie. Ook moeten de woningen zoveel mogelijk energieneutraal worden gebouwd.
Gemeente Meierijstad
De gemeente Meierijstad en de woningbouwcorporaties Area en Woonmeij willen op verschillende
locaties in de gemeente Meierijstad in totaal 250 flexibele sociale huurwoningen realiseren.
De woningen zijn bedoeld voor spoedzoekers. Met het verkrijgen van een woning heeft
deze doelgroep een vaste basis voor maatschappelijke participatie, bijvoorbeeld doordat
het mogelijk wordt om scholing te volgen of deel te nemen aan het arbeidsproces. In
gemeente Meierijstad is er sprake van een grote druk op de (sociale) woningmarkt.
Met de realisatie van flexwoningen is het mogelijk om op korte termijn de acute druk
op de woningmarkt binnen het betaalbare segment te verlichten, terwijl wordt gewerkt
aan structurele oplossingen. De woningen zullen zoveel mogelijk modulair en circulair
worden gebouwd en zullen maximaal vijftien jaar blijven staan.
Gemeente Schagen
De gemeente Schagen heeft inwoners gevraagd mee te denken over de opvang van Oekraïense
vluchtelingen. Hierop zijn veel reacties binnengekomen die variëren van het ter beschikking
stellen van vakantiehuisjes en stacaravans tot het plaatsen van tijdelijke woonunits
al dan niet bij reguliere woningen. De gemeente Schagen is bereid om medewerking te
verlenen voor de huisvesting van deze personen door circa 300 tijdelijke woningen
te realiseren op de volgende locaties:
-
• Schagen Oost;
-
• tussen de kernen Tuitjenhorn en Warmenhuizen;
-
• het voormalige HHNK-terrein ten zuiden van Petten;
-
• Parallelweg 45 in de kern ’t Zand.
Omdat mogelijk meerdere locaties noodzakelijk zijn, heeft de gemeente Schagen verzocht
om het gehele grondgebied van de gemeente aan te wijzen voor het experiment. Bij de
ontwikkeling van de tijdelijke woningen zijn zowel lokale bouwbedrijven, woningcorporaties
en particuliere eigenaren als de gemeente betrokken. De woningen voldoen aan de eisen
uit het Bouwbesluit 2012 en zijn daarmee tevens geschikt voor permanente bewoning.
De woningen zijn modulair en kunnen na afloop van de termijn van twintig jaar eenvoudig
opgepakt en verplaatst worden naar een nieuwe locatie voor een nieuwe functie. Dit
kan een recreatieve functie of huisvesting voor starters of statushouders zijn.
Onderdeel E
Algemeen
Aan het experiment met kostenverhaal gebaseerd op de Aanvullingswet grondeigendom
Omgevingswet (Stb. 2020, 112) in artikel 7ah van het Bu Chw worden twee gebieden toegevoegd. Met dit experiment
kunnen gemeenten bij het opstellen van een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet gebruikmaken van een regeling
voor kostenverhaal die past bij organische gebiedsontwikkeling. Bij dit systeem wordt
niet gewerkt met een tijdvak. Kenmerkend voor organische gebiedsontwikkeling is immers
dat niet bekend is of, en zo ja, wanneer gebruik wordt gemaakt van de ontwikkelmogelijkheden
die een bestemmingsplan biedt. Bij de regeling voor organische gebiedsontwikkeling
is het niet nodig dat alle kosten en opbrengsten van een te ontwikkelen gebied in
beeld zijn om de kosten te kunnen verhalen die gemoeid zijn met een voorgenomen activiteit
van een initiatiefnemer. De raming van de kosten kan een globale raming van de kosten
van een kostenverhaalsgebied inhouden, terwijl per activiteit voor de kosten een maximum
wordt gesteld. De opbrengsten bestaan uit een waardevermeerdering van de locatie waar
de activiteit wordt verricht. Kostenverhaal is alleen mogelijk voor zover de waardevermeerdering
van de locatie dat toelaat.
De gebieden die met deze regeling worden toegevoegd aan het experiment, bedoeld in
artikel 7ah van het Bu Chw, betreffen het IJsseldistrict Velp in de gemeente Rheden
en het Fabriekskwartier in de gemeente Tilburg. Deze gebieden worden hieronder beschreven.
IJsseldistrict Velp, gemeente Rheden
De gemeente Rheden wil het IJsseldistrict Velp organisch ontwikkelen tot een hoogwaardig
stedelijk woongebied met een centraal park. Het gebied wordt in deze tranche van de
Ru Chw toegevoegd aan artikel 7c van het Bu Chw, waarmee de gemeenteraad een bestemmingsplan
met verbrede reikwijdte kan opstellen (zie onderdeel B). Een van de belemmeringen
voor organische gebiedsontwikkeling is het systeem voor kostenverhaal dat in afdeling
6.4 van de Wro is opgenomen. De regeling in afdeling 6.4 van de Wro gaat ervan uit
dat ten tijde van de vaststelling van een bestemmingsplan de inkomsten en opbrengsten
volledig in beeld zijn. Dit betekent dat de ontwikkelingen in een bestemmingsplan
nauwkeurig moeten zijn vastgelegd. Dit past niet bij de organische ontwikkelstrategie
die de gemeente Rheden voor dit gebied heeft gekozen. Om voor deze problematiek een
oplossing te bieden, wordt het IJsseldistrict Velp toegevoegd aan het experiment met
kostenverhaal in artikel 7ah van het Bu Chw.
Fabriekskwartier, gemeente Tilburg
Het Fabrieksterrein wordt in deze tranche van de Ru Chw toegevoegd aan artikel 7c
van het Bu Chw, waarmee de gemeenteraad een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
kan opstellen (zie onderdeel B). In het plangebied is sprake van meerdere grondeigenaren.
De gemeente Tilburg wil in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kostenverhaalregels
opnemen zodat op voorhand duidelijkheid wordt gegeven aan toekomstige ontwikkelaars.
Artikel II
In artikel II wordt de inwerkingtreding geregeld. Er wordt afgeweken van de systematiek
van vaste verandermomenten en een invoeringstermijn van drie maanden, omdat door onmiddellijke
inwerkingtreding voor de doelgroep (verschillende overheden) aanmerkelijke publieke
nadelen worden voorkomen. De overheden die in deze regeling zijn betrokken, hebben
zelf verzocht om bij regeling te worden toegevoegd aan in het Bu Chw mogelijk gemaakte
experimenten. Enkele zijn ook al begonnen met de procedures die moeten leiden tot
besluiten waarin uitvoering wordt gegeven aan de experimenten waaraan de projecten
met deze regeling worden toegevoegd. Zij worden benadeeld als de besluitvormingsprocedure
voor deze projecten wordt vertraagd door toepassing van de regeling inzake vaste verandermomenten
en een invoeringstermijn van drie maanden. De regeling bevat verder geen regels waaraan
administratieve lasten verbonden zijn voor burgers en bedrijven of andere nadelen
als gevolg van de afwijking.
Artikel III
In artikel III wordt de citeertitel gegeven. Aan de hand van de citeertitel kan duidelijk
worden aangegeven in welke tranche een project of gebied aan een experiment is toegevoegd:
de Regeling uitvoering Crisis- en herstelwet (zestiende tranche).
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge