Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 15 juni 2022, nr. 32713080, houdende regels voor subsidieverstrekking aan samenwerkingsverbanden voor het bereiken van niet-ingeschreven jongeren ten behoeve van de stimulering van hun ontwikkeling (Subsidieregeling Wel in Ontwikkeling)

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

niet-ingeschreven kinderen en jongeren:

kinderen of jongeren als bedoeld in de Leerplichtwet 1969, die:

  • 1˚. niet staat ingeschreven op een school, leerplichtig zijn op grond van de Leerplichtwet 1969 en geen vrijstelling hebben op grond van artikel 5, onder a, van deze wet; of

  • 2˚. een ontheffing hebben op grond van artikel 5, onder a, Leerplichtwet 1969;

Minister:

Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;

ouders:

ouders of wettelijke vertegenwoordigers van niet-ingeschreven kinderen of jongeren;

samenwerkingsverband:

samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, tweede lid, van de WPO, landelijk samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, vijftiende lid, van de WPO, samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a, tweede lid, van de WVO, of landelijk samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a, zestiende lid, van de WVO;

WPO:

Wet op het primair onderwijs;

WVO:

Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten en kosten

  • 1. De Minister kan subsidie verstrekken aan een samenwerkingsverband voor de versterking van het waarborgen van het recht op onderwijs en ontwikkeling voor niet-ingeschreven kinderen en jongeren.

  • 2. De Minister kan de subsidie, bedoeld in het eerste lid, verstrekken voor in ieder geval de volgende directe en indirecte activiteiten in het kader van het project ‘Wel in Ontwikkeling’:

    • a. het opstellen van een concreet plan en het nemen van één of meer concrete maatregelen in overleg met de betrokken professionals, ouders en niet-ingeschreven kinderen en jongeren; of

    • b. overige activiteiten in het kader van het project ‘Wel in Ontwikkeling” die direct of indirect bijdragen aan het verkleinen van de afstand van niet-ingeschreven kinderen en jongeren tot het onderwijs.

  • 3. Een concrete maatregel als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, kan zowel immaterieel zijn, zoals het aanbieden van een cursus, training of huiswerkbegeleiding, of materieel, zoals het aanbieden van lesmethodes of een aangepast bureau.

Artikel 4. Subsidieplafond en subsidiebedrag

  • 1. Voor de subsidieverstrekking op grond van artikel 3 is een bedrag beschikbaar van € 5.800.000.

  • 2. Per samenwerkingsverband geldt een vast subsidiebedrag, dat is opgenomen in bijlage 1.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag kan tot en met 30 september 2022 worden ingediend. Aanvragen die na 30 september 2022 worden ingediend, worden afgewezen.

  • 2. De aanvraag bevat een activiteitenplan. Het activiteitenplan heeft betrekking op activiteiten die worden uitgevoerd in de periode tot het einde van het NP Onderwijs in 2025. De artikelen 3.4 en 3.5 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Per samenwerkingsverband kan ten hoogste één aanvraag worden ingediend.

  • 4. Voor de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van het digitale aanvraagformulier dat is bekendgemaakt op de website www.dus-i.nl.

Artikel 6. Vaststelling, betaling en besteding subsidie

  • 1. De Minister bepaalt het betaalritme in de beschikking.

  • 2. De subsidie wordt direct vastgesteld binnen 13 weken na indiening van de subsidieaanvraag.

  • 3. Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 7. Subsidieverplichting

  • 1. Elk samenwerkingsverband legt voor ten minste vijf niet-ingeschreven kinderen of jongeren in een plan vast:

    • a. hoe de samenwerking tussen de betrokken partijen eruit ziet om voor deze niet-ingeschreven kinderen en jongeren leren en ontwikkelen mogelijk te maken;

    • b. hoe de te nemen plannen of acties eruit zien, zodat de gekozen oplossingsrichtingen mogelijk ook voor anderen beschikbaar komen; en

    • c. welke middelen en mogelijkheden nodig zijn voor de niet-ingeschreven kinderen en jongeren om onderwijs mogelijk te maken en in hoeverre deze middelen en mogelijkheden aanwezig zijn.

  • 2. Elk samenwerkingsverband maakt op verzoek van de Minister inzichtelijk wat de effecten zijn geweest van de middelen, genomen maatregelen en het plan bedoeld in artikel 7 lid 1 en welk effect dat heeft gehad op het verkleinen van de afstand van het betreffende niet-ingeschreven kind tot het onderwijs.

  • 3. Indien bij een samenwerkingsverband sprake is van minder dan vijf bekende niet-ingeschreven kinderen of jongeren, dan wordt in het plan, bedoeld in het eerste lid, het aantal bekende niet-ingeschreven kinderen en jongeren beschreven.

Artikel 8. Verantwoording

  • 1. De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

  • 2. De subsidieontvanger toont op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.

Artikel 9. Hardheidsclausule

De Minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10. Aanpassing regeling aan de Wet voortgezet onderwijs 2020

Artikel 1 van deze regeling wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. In de begripsbepaling van het begrip ‘samenwerkingsverband’ wordt ‘samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a, tweede lid, van de WVO, of landelijk samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 17a, zestiende lid, van de WVO’ vervangen door ‘samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1.1 van de WVO 2020’.

  • 2. De begripsbepaling van het begrip ‘WVO’ komt te luiden:

    WVO 2020:

    Wet voortgezet onderwijs 2020.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2022, met uitzondering van artikel 10, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2022.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2026.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Wel in Ontwikkeling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

BIJLAGE 1 VERDELING BUDGET SAMENWERKINGSVERBANDEN

SWV

SWV_Naam

Totaal budget

PO0001

Reformatorisch Samenwerkingsverband PO

€ 97.224

PO2001

Stichting Samenwerkingsverband PO 20-01

€ 113.069

PO2101

Stg. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Friesland 2101

€ 134.463

PO2201

Samenwerkingsverband PO Noord-Drenthe.

€ 33.378

PO2202

Stichting samenwerkingsverband 22-02

€ 25.293

PO2203

SWV PO Hoogeveen, Meppel, Steenwijk e.o.

€ 38.893

PO2301

Samenwerkingsverband Twente Noord PO

€ 46.485

PO2302

Stichting Samenwerkingsverband 23-02

€ 79.717

PO2303

Sine Limite, Cooperatie Passend Ond. Deventer

€ 21.522

PO2304

Samenwerkingsverband PO Veld Vaart & Vecht

€ 31.414

PO2305

Stichting Passend Onderwijs 23-05

€ 69.681

PO2401

Stichting Leerlingzorg Primair Onderwijs Almere

€ 52.265

PO2402

Samenwerkingsverband PO Noordoostpolder-Urk

€ 16.328

PO2403

Stichting Samenwerkingsverband 24-03

€ 27.811

PO2501

Samenwerkingsverband IJssel/Berkel

€ 33.149

PO2502

SWV Oost Achterhoek

€ 16.565

PO2503

SWV Primair Passend Onderwijs Doetinchem

€ 27.946

PO2504

Samenwerkingsverband De Liemers PO

€ 19.465

PO2505

St. Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Apeldoorn

€ 31.575

PO2506

Samenwerkingsverband 25-06 PO

€ 67.928

PO2507

SWV Stromenland PO 2507

€ 77.179

PO2508

Coöperatie Betuws Primair Passend Onderwijs U.A.

€ 28.711

PO2509

SWV 25-09 PO

€ 52.442

PO2510

Vereniging van samenwerkingsverband Passen onderwijs Rijn & Gelderse Vallei PO

€ 62.105

PO2601

Samenwerkingsverband Utrecht PO

€ 77.178

PO2602

Samenwerkingsverband PO De Eem

€ 66.299

PO2603

Samenwerkingsverband PO Zuidoost Utrecht

€ 44.078

PO2604

Stichting Passenderwijs

€ 40.476

PO2605

Profi Pendi

€ 39.408

PO2701

Stichting Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland Passend PO

€ 31.234

PO2702

Samenwerkingsverband De Westfriese Knoop

€ 45.663

PO2703

Stichting Samenweringsverband Noord-Kennemerland PO

€ 51.395

PO2704

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Zuid-Kennemerland

€ 55.210

PO2705

Samenwerkingsverband PO 27-05 Zaanstreek

€ 38.299

PO2706

Stg. Samenwerkingsverband Waterland Primair Onderwijs

€ 31.324

PO2707

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Amsterdam/Diemen

€ 162.565

PO2708

Amstelronde passend onderwijs

€ 35.562

PO2709

Unita

€ 60.491

PO2710

SWV Passend Onderwijs Haarlemmermeer

€ 33.220

PO2711

Stichting SWV Passend Onderwijs IJmond

€ 39.121

PO2801

Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs regio Leiden

€ 50.191

PO2802

Stichting Passend Primair Onderwijs Delft e.o.

€ 51.846

PO2803

Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland

€ 29.282

PO2804

Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Hoeksche Waard

€ 15.760

PO2805

RiBA

€ 26.383

PO2806

Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam

€ 64.2511

PO2807

Stg. SWV Schiedam, Vlaardingen, Maassluis onderwijs dat past

€ 39.259

PO2808

Stg. Samenwerkingsverband Pas. Ond. Voorne-Putten/Rozenburg Prim. Ond

€ 34.505

PO2809

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Drechtsteden

€ 30.764

PO2810

Stichting Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Dordrecht

€ 24.232

PO2811

Stichting SWV Passend Primair Onderwijs Goeree-Overflakkee

€ 10.731

PO2812

Stichting Samenwerkingsverband PO Duin- en Bollenstreek

€ 39.137

PO2813

Stichting SWV Passend Onderwijs Rijnstreek

€ 27.999

PO2814

St Samenwerkingsverband PO Midden Holland

€ 44.570

PO2815

Stg. Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH)

€ 146.019

PO2816

Samenwerkingsverband Driegang

€ 39.036

PO2817

Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 28-17 Zoetermeer

€ 28.364

PO2818

Stg. SWV passend primair onderwijs Aan Den IJssel

€ 23.355

PO2902

Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Oosterschelderegio

€ 45.006

PO2903

Stichting Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Zeeuws-Vlaanderen

€ 16.341

PO3001

Stichting Passend Onderwijs Brabantse Wal

€ 21.308

PO3002

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Roosendaal-Moerdijk e.o.

€ 32.789

PO3003

SWV PO 30-03 Optimale Onderwijs Kans

€ 82.995

PO3004

Passend Onderwijs PO 30-04

€ 57.078

PO3005

Samenwerkingsverband Primair Onderwijs De Meierij

€ 68.002

PO3006

Samenwerkingsverband PO 3006

€ 47.433

PO3007

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Eindhoven e.o.

€ 54.508

PO3008

Samenwerkingsverband Passend onderwijs PO Helmond-Peelland

€ 61.211

PO3009

Stichting samenwerkingsverband Passend Onderwijs De Kempen

€ 40.944

PO3010

Samenwerkingsverband PO 30-10

€ 25.658

PO3101

Stichting SWV Primair passend Onderwijs Noord-Limburg

€ 51.539

PO3102

SWV PO 31-02 Midden Limburg

€ 29.175

PO3103

Stichting Samenwerkingsverband PO Weert-Nederweert

€ 12.204

PO3104

Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO Westelijke Mijnstreek

€ 23.823

PO3105

Sg. Passend Onderwijs Maastricht en Heuvelland PO

€ 29.883

PO3106

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Heerlen e.o.

€ 40.936

VO0001

Vereniging Reformatorisch Passend Onderwijs voor Voortgezet Onderwijs

€ 54.671

VO2001

Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO20.01

€ 40.840

VO2002

Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden V(S)O

€ 37.782

VO2101

Stichting VO Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Fryslan-Noard

€ 35.422

VO2102

Stichting Samenwerkingsverband Zuidoost-Friesland VO

€ 40.558

VO2103

Stichting Samenwerkingsverband Zuidwest Friesland Fultura VO

€ 15.082

VO2201

Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO22.01 Noord-en Midden Drenthe

€ 18.024

VO2202

Coöperatie VO-22-02 U.A.

€ 11.7431

VO2203

Stichting SWV-VO 22.03

€ 23.956

VO2301

Stichting Samenwerkingsverband Regio Almelo VO/VSO

€ 33.680

VO2302

Stichting SWV VO Twente Oost

€ 50.616

VO2303

Stichting Samenwerkingsverband VO Deventer

€ 12.463

VO2305

Stichting VO2305

€ 57.021

VO2307

Stichting Regionaal Samenwerkingsverband VO Noord Oost Overijssel

€ 13.997

VO2401

Stichting Leerlingzorg Voortgezet Onderwijs Almere

€ 32.483

VO2402

Stichting Aandacht+

€ 11.137

VO2403

Stichting Samenwerkingsverband VO Lelystad

€ 10.744

VO2501

Vereniging Samenwerkingsverband Regio Zutphen

€ 19.336

VO2502

SWV Slinge-Berkel

€ 23.614

VO2503

Samenwerkingsverband VO Doetinchem e.o.

€ 20.017

VO2505

Coöperatie SWV 25-05 U.A.

€ 29.306

VO2506

Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs V(S)O2506

€ 52.097

VO2507

Stichting Samenwerkingsverband V(S)O 2507 Nijmegen e.o.

€ 64.860

VO2508

Stichting Samenwerkingsverband Rivierenland

€ 21.511

VO2509

Stichting Leerlingenzorg NW-Veluwe

€ 31.740

VO2510

Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Ede, Wageningen en Rhenen

€ 18.353

VO2511

Stichting Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Barneveld-Veenendaal

€ 25.042

VO2601

Stichting SWV Utrecht/ Stichtse Vecht VO

€ 52.170

VO2602

Stichting Samenwerkingsverband V(S)O Eemland

€ 44.652

VO2603

Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht

€ 31.979

VO2604

Samenwerkingsverband VO Regio Utrecht West

€ 19.034

VO2605

Samenwerkingsverband VO Zuid-Utrecht

€ 24.491

VO2701

Stichting Samenwerkingsverband VO Kop van Noord Holland

€ 19.542

VO2702

Samenwerkingsverband VO West-Friesland

€ 30.256

VO2703

Samenwerkingsverband Noord-Kennemerland VO/VSO

€ 36.906

VO2704

SWV Voortgezet Onderwijs Midden Kennemerland 2704

€ 18.311

VO2705

Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs/speciaal VO Zuid-Kennemerland

€ 24.0881

VO2706

Coöperatief Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Zaanstreek u.a.

€ 23.347

VO2707

Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Waterland

€ 17.347

VO2708

Vereniging Samenwerkingsverband VO Amsterdam

€ 109.684

VO2709

Stichting VO Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden

€ 44.336

VO2710

Qinas, coöperatie samenwerkende schoolbesturen in het Gooi U.A.

€ 46.305

VO2801

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO2801

€ 38.042

VO2802

Samenwerkingsverband VO/VSO Midden-Holland en Rijnstreek

€ 42.615

VO2803

Samenwerkingsverband V(S)O Duin- en Bollenstreek

€ 24.075

VO2804

VO_Dordrecht

€ 15.606

VO2805

Coöperatie Regionaal SWV Passend Onderwijs VO Goeree-Overflakkee U.A.

€ 8.401

VO2806

SWV V(S)O Zuid Holland West

€ 90.687

VO2807

Stichting Regionaal Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Zoetermeer

€ 19.462

VO2808

Samenwerkingsverband VO Westland

€ 15.568

VO2809

Stichting Samenwerkingsverband VO Delflanden

€ 21.650

VO2810

Samenwerkingsverband Koers VO

€ 62.6851

VO2811

Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Nieuwe Waterweg Noord

€ 24.575

VO2812

Samenwerkingsverband VO Voorne-Putten-Rozenburg

€ 22.987

VO2813

SWV VO Oost-IJsselmonde/West-Alblasserwaard

€ 17.379

VO2814

Stichting Samenwerkingsverband VO Passend Onderwijs Gorinchem e.o.

€ 22.775

VO2815

Hoekse Waard

€ 8.986

VO2901

Stichting Passend voortgezet Onderwijs Walcheren

€ 13.544

VO2902

Coöperatie Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Oosterschelderegio

€ 12.903

VO2903

Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zeeuws-Vlaanderen

€ 11.087

VO3001

Stichting Samenwerkingsverband VO Bergen op Zoom e.o.

€ 16.376

VO3002

Stichting Samenwerkingsverband VO Roosendaal e.o.

€ 17.965

VO3003

St. Regionaal Samenwerkingsverband Breda en omgeving

€ 55.217

VO3004

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Tilburg e.o.

€ 42.334

VO3005

SWV Voortgezet Onderwijs de Meierij

€ 45.440

VO3006

Stichting samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs 30-06

€ 30.457

VO3007

Stichting Regionaal samenwerkingsverband v PO Eindhoven en Kempenland

€ 69.838

VO3008

Swv passend onderwijs VO-VSO Helmond-Peelland

€ 32.995

VO3009

Stichting Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs De Langstraat 30-09

€ 16.960

VO3101

Stichting Samenwerkingsverband VOVSO Noord-Limburg

€ 27.683

VO3102

Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO/VSO 31.02

€ 19.885

VO3103

Stichting Samenwerkingsverband VO Weert Nederweert Cranendonck

€ 9.841

VO3104

Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO 31-04

€ 17.008

VO3105

St. SWV Passen Onderwijs VO Maastricht e.o.

€ 21.012

VO3106

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Parkstad e.o. 3106

€ 25.292

X Noot
1

Aangepast wegens reeds ontvangen middelen middels projectsubsidie

TOELICHTING

Algemeen

Achtergrond

Het Nationaal Programma Onderwijs (hierna: NP Onderwijs) is een niet-structureel investeringsprogramma van het kabinet om de gevolgen van de coronacrisis voor leerlingen op te vangen. Voor het funderend onderwijs is 5,8 miljard euro beschikbaar gesteld tot en met het schooljaar 2024–2025. Dit geld is beschikbaar voor scholen om op basis van hun eigen analyse en inzichten te investeren, waarbij zij onder andere door middel van een opgestelde menukaart worden ondersteund. Het doel van het NP Onderwijs is om de door de coronacrisis ontstane vertragingen bij leerlingen in het funderend onderwijs op zowel cognitief als sociaal-emotioneel gebied in te halen. Daarnaast wordt ingezet op het welbevinden van de leerlingen. Deze middelen zijn ook bedoeld voor kinderen en jongeren die zijn uitgevallen in het onderwijs. Bij het uitzetten van het programma NP Onderwijs is de oproep gedaan aan scholen en gemeenten om de middelen van het NP Onderwijs in te zetten voor alle leerlingen die onder de verantwoordelijkheid van een school vallen, dus ook de leerlingen die staan ingeschreven, maar geen lessen op school volgen.1 2

Binnen het NP Onderwijs zijn, mede dankzij de ingediende motie van de Kamerleden Westerveld en Futselaar, middelen vrijgemaakt voor niet-ingeschreven kinderen en jongeren.3 Voor hen kan de afstand tot het onderwijs in de coronacrisis verder zijn toegenomen. Het doel is om hen weer in ontwikkeling en in verbinding te brengen met het onderwijs. Want ook zij hebben het recht om zich te ontwikkelen. Doordat deze kinderen en jongeren niet staan ingeschreven bij een school, zijn ze niet in beeld bij een school of samenwerkingsverband, en zijn daardoor niet meegenomen in eerdere berekeningen van het NP Onderwijs. Scholen ontvangen voor hen dus geen extra middelen via het NP Onderwijs.4 Deze groep kinderen en jongeren bestond ook al voor corona en is heel divers. Bij sommige kinderen en jongeren verloopt het proces bij de terugkeer naar onderwijs stroef. Er is afstand tot onderwijs en partijen komen onderling niet tot een passende oplossing. Dit gaat over een groep kinderen met diverse achtergronden en ervaringen, van nieuwkomersonderwijs tot een specialistische zorgbehoefte, tot een opgelopen schooltrauma.

Met niet-ingeschreven kinderen en jongeren worden de kinderen en jongeren bedoeld die:

  • absoluut verzuimen: dat wil zeggen, die niet ingeschreven staan op een school, leerplichtig zijn op grond van de Leerplichtwet 1969 en geen ontheffing hebben op grond van artikel 5, onder a, van die wet; of

  • een vrijstelling van de Leerplichtwet 1969 op grond van artikel 5 onder a hebben.

Kortom, dit zijn kinderen en jongeren waar nu geen schoolbestuur verantwoordelijk voor is. Wanneer sprake was van een inschrijving bij een school en daarmee sprake was van een verantwoordelijk schoolbestuur voor de leerling, zijn deze leerlingen meegenomen in de berekening van de middelen van het NP Onderwijs en zijn er dus middelen gereserveerd voor deze leerlingen. Deze regeling is derhalve gericht op die kinderen en jongeren waar vanuit het onderwijs voorheen geen middelen voor gereserveerd waren of samenwerkingsverbanden geen middelen aan mochten verstrekken, aangezien deze kinderen en jongeren niet staan ingeschreven bij een school en daarmee buiten het publieke stelsel vallen.

In een brief aan de Tweede Kamer heeft de toenmalige Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media de Kamer geïnformeerd over wat er voor thuiszitters wordt gedaan in het NP Onderwijs, en dan specifiek met de extra middelen voor niet op school ingeschreven kinderen.5

De middelen kunnen direct en indirect worden benut om kinderen en jongeren die nu niet ingeschreven staan te helpen en de afstand tot onderwijs te verkleinen. Hiertoe is door Stichting Gedragswerk, Ingrado en Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd een plan van aanpak opgesteld. Als onderdeel van dit plan zullen de drie bovengenoemde partijen samenwerkingsverbanden ondersteunen en zijn ze in gesprek met ouders, leerplichtambtenaren, gemeentes en samenwerkingsverbanden passend onderwijs, om te kijken wat een bijdrage kan leveren in de ontwikkeling van deze kinderen en jongeren.6

Vanuit het NP Onderwijs is in totaal 7 miljoen euro beschikbaar gesteld voor dit project. Hiervan wordt het grootste deel van de middelen (5,8 miljoen euro) rechtstreeks verstrekt aan samenwerkingsverbanden om, op basis van het hierboven genoemde plan van aanpak, de ondersteuning voor niet-ingeschreven kinderen en jongeren te versterken of de structuren rondom deze jongeren en hun ouders te versterken met als doel de afstand tot het onderwijs te verkleinen en de ontwikkelkansen te vergroten. Deze regeling maakt het voor samenwerkingsverbanden mogelijk om aanspraak te maken op de middelen. De overige middelen zijn via projectsubsidies toegekend aan de eerste vier pilot samenwerkingsverbanden en aan de partners die het project begeleiden en monitoren.

Doel van de subsidieregeling

Het doel van de subsidieregeling is het verstrekken van subsidie aan samenwerkingsverbanden passend onderwijs. De beschikbare middelen kunnen door het samenwerkingsverband direct of indirect worden ingezet voor niet-ingeschreven kinderen en jongeren:

  • Via de directe besteding van de middelen kan worden ingezet op een concrete ondersteuningsbehoefte van een niet-ingeschreven kind of jongere. Dit wordt gedaan in overleg met het niet-ingeschreven kind of jongeren, de ouders, het samenwerkingsverband en betrokken professionals. Een concrete ondersteuningsbehoefte kan zowel immaterieel (cursus, training, huiswerkbegeleiding) of materieel (lesboeken, aangepast bureau) zijn.7

  • De samenwerkingsverbanden gaan met de indirecte besteding van de middelen ten minste vijf casussen (of minder indien artikel 7 lid 3 van toepassing is) van thuiszitters bekijken en nalopen wat er is gebeurd waardoor een kind of jongere thuis is komen te zitten en wat zij kunnen doen om deze kinderen en jongeren wel in ontwikkeling te krijgen. Samenwerkingsverbanden in de regio’s hebben verschillende sociale partners en werkwijzen. Hierdoor kunnen de plannen van aanpak verschillen per samenwerkingsverband.

In het in te dienen activiteitenplan op het aanmeldformulier wordt op hoofdlijnen weergegeven welke activiteiten worden ondernomen. Het plan is op hoofdlijnen omdat het casus-afhankelijk is welke acties en maatregelen daadwerkelijk kunnen worden genomen. De middelen kunnen bijvoorbeeld worden ingezet voor de volgende activiteiten:

  • in gesprek gaan en blijven met niet-ingeschreven kinderen en jongeren en hun ouders;

  • samen de mogelijkheden verkennen voor leren en ontwikkelen en waar mogelijk deze direct inzetten voor een concrete ondersteuningsbehoefte gebruik makend van de middelen. Een concrete ondersteuningsbehoefte kan zowel immaterieel (cursus, training, huiswerkbegeleiding) of materieel (lesboeken, aangepast bureau) zijn;

  • het duiden van de benodigde inzet van alle benodigde partijen om onderwijs mogelijk te maken, indien de wens daartoe bestaat. De betrokken partijen kunnen verschillen per samenwerkingsverband. Hierbij kan gedacht worden aan een maatschappelijk werker, intern begeleider, een leerplichtambtenaar, onderwijsondersteuner of jeugdarts;

  • uitwerken in hoeverre deze inzet binnen de bestaande kaders en mogelijkheden ligt;

  • uitwerken welke extra inzet of mogelijkheden nodig zijn, ook om snelheid te brengen in het proces naar leren en ontwikkelen;

  • vastleggen hoe het plan er uit ziet om tot leren en ontwikkelen te komen;

  • afspraken maken over voortgang van proces, uitvoering van het plan, doorlooptijd en evaluatiemomenten.

Subsidiebedrag per samenwerkingsverband

In de bijlage van de regeling staat weergegeven hoeveel geld de samenwerkingsverbanden maximaal mogen aanvragen. Het bedrag van een aantal samenwerkingsverbanden (pilot-regio’s) is lager, omdat deze reeds middels een projectsubsidie middelen hebben ontvangen. Het bedrag per samenwerkingsverband voor de uitvoering van deze regeling is gebaseerd op het aantal ingeschreven leerlingen in het desbetreffende samenwerkingsverband t.o.v. het totaal aantal leerlingen in Nederland. Dit omdat de data waarop de regeling gebaseerd is, openbaar en transparant moet zijn. Er was geen manier om de verdeelsleutel te baseren op het aantal niet-ingeschreven kinderen en jongeren of het aantal vrijstellingen op grond van artikel 5 onder a waarbij gebruik kan worden gemaakt van data die openbaar en transparant is. Dit omdat samenwerkingsverbanden wettelijk gezien geen grondslag hebben om data te ontvangen over kinderen en jongeren die niet-ingeschreven staan bij het onderwijs. Voor de berekening van de middelen voor het schooljaar 2021–2022 zijn de leerlingaantallen van de leerplichttelling van het schooljaar 2019–2020 gebruikt. Voor de berekening van de middelen voor het schooljaar 2022–2023 zijn de leerlingaantallen van de leerplichttelling van het schooljaar 2020-2021 gebruikt.

Het is mogelijk voor samenwerkingsverbanden om de middelen van samenwerkingsverbanden te combineren. Hierbij blijft gelden dat samenwerkingsverbanden verantwoordelijk zijn voor de besteding van de aan hen toebedeelde middelen en voor de verantwoording daarover. Daarnaast wordt gestimuleerd dat de middelen in samenhang worden bezien met andere middelen die worden ontvangen voor verzuim. Zo ontvangen scholen binnen het reguliere NP Onderwijs middelen voor ingeschreven leerlingen die ze mogen inzetten voor verzuim. Binnen het reguliere NP Onderwijs ontvangen daarnaast gemeenten een specifieke middelen, welke zij mogen inzetten voor verzuim.

Inhoud

Om voor subsidie in aanmerking te komen, kan een penvoerder van een samenwerkingsverband een aanvraag indienen. Zij kunnen uiterlijk 30 september 2022 een aanvraag indienen. Die aanvraag moet voldoen aan de in de regeling gestelde voorwaarden. Na ontvangst van een positieve beschikking dient de aanvrager te voldoen aan de volgende subsidieverplichtingen:

  • Elk samenwerkingsverband stelt voor ten minste vijf niet-ingeschreven kinderen of jongeren vast in de plan van aanpak van deze niet- ingeschreven kinderen of jongeren:

    • hoe de samenwerking tussen de betrokken partijen eruit ziet om voor niet-ingeschreven kinderen en jongeren leren en ontwikkelen mogelijk te maken;

    • hoe de te nemen maatregelen of acties eruit zien, zodat de gekozen oplossingsrichtingen mogelijk ook voor anderen beschikbaar komen;

    • welke middelen en mogelijkheden nodig zijn voor de niet-ingeschreven kinderen en jongeren om onderwijs mogelijk te maken en in hoeverre deze middelen en mogelijkheden aanwezig zijn.

  • De subsidieontvanger neemt actief deel aan het monitoronderzoek dat wordt uitgevoerd gedurende en na afloop van het subsidietraject.

  • Vooraf wordt een steekproefcontrole ingericht welke uiterlijk 1 augustus 2025 zal worden uitgevoerd door DUS-i. De samenwerkingsverbanden moeten meewerken met de steekproef als ze hierbinnen vallen.

    • Op basis van een steekproefcontrole at random (ca. 10% van de subsidie-ontvangers) zal DUS-i bekijken of het samenwerkingsverband in staat is te verantwoorden wat de effecten zijn geweest van de middelen en mogelijkheden die zijn aangewend en welk effect dat heeft gehad op het verkleinen van de afstand van het betreffende niet-ingeschreven kind tot het onderwijs. Dit doen ze om vast te stellen of aan de inspanningsverplichting en subsidieverplichting is voldaan (bijv. Of er is weergegeven hoe de samenwerking tussen de betrokken partijen eruit ziet om voor niet-ingeschreven kinderen en jongeren leren en ontwikkelen mogelijk te maken). De samenwerkingsverbanden die een subsidiebedrag boven de € 125.000 ontvangen worden ook meegenomen met de steekproefcontrole.

Verantwoording

De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving met model G, onderdeel 1. De subsidieontvanger toont op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.

Deze keuze is gemaakt, zodat instellingen eventuele resterende middelen vrij mogen besteden aan activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt, mits de gesubsidieerde activiteiten volledig zijn verricht en aan alle subsidieverplichtingen is voldaan.

Indien samenwerkingsverbanden de ontvangen middelen tussen samenwerkingsverbanden combineren, blijven de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk voor de besteding van de aan hen toebedeelde middelen en voor de verantwoording hiervan.

Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie. Daarmee wordt afgeweken van het uitgangspunt van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten dat de regeling ten minste twee maanden voor inwerkingtreding wordt gepubliceerd. In dit geval is een afwijking van de vaste verandermomenten niet bezwaarlijk, omdat de regeling begunstigend is voor de subsidieontvangers en zij hiervan reeds op de hoogte zijn door middel van voorlichting.

Regeldruk

Op meerdere manieren is ervoor gezorgd dat deze regeling werkbaar is voor samenwerkingsverbanden. Voor samenwerkingsverbanden is het van belang dat de middelen uit deze regeling tijdig ingezet kunnen worden om de gevolgen van de coronacrisis effectief te kunnen tegengaan. Ook is het van belang dat in het bepalen van de aanvraag-, uitvoerings- en verantwoordingslast rekening wordt gehouden met het feit dat samenwerkingsverbanden vanwege de coronacrisis zwaarder belast zijn dan gewoonlijk.

Om de aanvraag- en uitvoeringslast te beperken is ervoor gekozen om samenwerkingsverbanden veel ruimte te geven in het vormgeven van hun activiteiten; het betreft een exploratief project. Daarnaast is de aanvraaglast beperkt door geen formele instemming van regionale partners als voorwaarde te stellen. Hierdoor zijn de aanvraageisen beperkt en meer procesmatig dan inhoudelijk van aard.

Daarnaast wordt de verantwoordingslast beperkt door het feit dat samenwerkingsverbanden eventuele resterende middelen vrij mogen besteden aan activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt, mits de gesubsidieerde activiteiten volledig zijn verricht en aan alle subsidieverplichtingen is voldaan. Er is weinig risico voor misgebruik; samenwerkingsverbanden betreffen bekostigde onderwijsinstellingen met wie OCW een vertrouwensband heeft. Ook worden de samenwerkingsverbanden begeleid door de landelijke partners en werken ze mee aan een monitoronderzoek, wat het risico op misbruik beperkt. Hierdoor kan de verantwoording van de subsidie geschieden in de jaarverslaglegging met het administratief lichtere model G, onderdeel 1.

Uitvoering, toezicht en handhaving

Deze regeling is aan de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) voorgelegd ter uitvoeringstoets. De regeling is door DUS-i uitvoerbaar geacht. OCW heeft het ADR gevraagd om advies te geven op het verantwoordingsregime en de risico-analyse wat is verwerkt in de regeling en nota.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
3

Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 202.

X Noot
4

Schoolbesturen in het voortgezet onderwijs ontvangen regulier wél middelen om in te zetten om verzuim te voorkomen en op te lossen, die ook voor de groep niet-ingeschreven kinderen en jongeren gebruikt mag worden. Zie ook: Kamerstuk 26 695, nr. 134.

X Noot
5

Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 279.

X Noot
6

Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 279

X Noot
7

In de Handreiking inhuur externen | Publicatie | Nationaal Programma Onderwijs (nponderwijs.nl) staat meer informatie en een praktisch stappenplan voor de inhuur van derden. Waar scholen staat genoemd in de handreiking kan ook samenwerkingsverbanden gelezen worden.

Naar boven