Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 23 juni 2022, nr. WJZ/22205133, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met de verlenging van de subsidiemodules TKI MKB-versterking, MKB innovatiestimulering topsectoren en Innovatieprestatiecontracten

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 4 van het Kaderbesluit EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.3.12 wordt ‘1 maart 2023’ vervangen door ‘1 januari 2024’.

B

In artikel 3.4.30 wordt ‘1 maart 2023’ vervangen door ‘1 januari 2024’.

C

In artikel 3.5.27 wordt '1 juli 2022' vervangen door ‘1 januari 2024’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 juni 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

1. Inleiding

Met de onderhavige regeling wordt de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES) gewijzigd, in verband met de verlenging van de subsidiemodules TKI MKB-versterking, MKB innovatiestimulering topsectoren (hierna gezamenlijk: subsidiemodule MIT) en de subsidiemodule Innovatieprestatiecontracten (hierna: subsidiemodule IPC), die zijn opgenomen in respectievelijk in titel 3.3, 3.4 en 3.5 van de RNES.

2. Subsidiemodule MIT en IPC

De subsidiemodule MIT is bedoeld voor het innovatieve MKB dat innoveert binnen het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (hierna: MTIB). Hiervoor kent zij drie instrumenten die direct door ondernemers worden aangevraagd: haalbaarheidsprojecten, kennisvouchers en R&D-samenwerkingsprojecten. Voorts kent zij nog twee instrumenten die door de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (hierna: TKI) worden aangevraagd: netwerkactiviteiten en innovatiemakelaars. De subsidiemodule MIT loopt sinds 2013 en is in 2017 voor het laatst geëvalueerd. In 2022 moet weer een evaluatie plaatsvinden.

Met de subsidiemodule IPC wordt steun verleend aan groepen MKB-ondernemingen in dezelfde regio, keten of branche om gezamenlijk een tweejarig innovatietraject uit te voeren voor de thuis- of exportmarkt onder de begeleiding van een penvoerder. De subsidiemodule is in 2007 geïnitieerd. De subsidiemodule IPC is in 2013 gedeeltelijk onderdeel en in 2014 uitsluitend onderdeel geweest van de subsidiemodule MIT. Vanaf 2015 is de subsidiemodule IPC opnieuw generiek opengesteld. Na 2015 is geen budget meer opengesteld voor het onderdeel IPC binnen de MIT. Na 2017 is er ook geen budget meer voor de generieke subsidiemodule IPC beschikbaar gesteld. In 2021 moest weer een evaluatie plaatsvinden.

3. Verlenging subsidiemodules

Op grond van artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 moet een subsidieregeling een tijdstip bevatten waarop de regeling vervalt. Dat tijdstip mag niet later zijn dan vijf jaar na inwerkingtreding van de regeling. De subsidiemodule MIT zou met ingang van 1 maart 2023 komen te vervallen. De subsidiemodule IPC zou met ingang van 1 juli 2022 komen te vervallen. Met onderhavige wijziging worden de subsidiemodules tot 1 januari 2024 verlengd.

De subsidiemodule MIT kent ieder jaar een reguliere openstelling tussen begin april en begin november. Het is niet mogelijk een openstelling te hebben voorbij de vervaldatum van een subsidiemodule. Om de subsidiemodule MIT open te kunnen stellen voor een periode die toegevoegde waarde heeft voor ondernemers in 2023 is het noodzakelijk om de vervaldatum te verlengen. De subsidiemodule MIT bevat ook een module voor MIT-innovatieprestatiecontracten, die is opgenomen in paragraaf 3.4.6 van de RNES. Deze module bevat verwijzingen naar de subsidiemodule IPC. Als de subsidiemodule IPC vervalt dan kan deze module ook niet meer gebruikt worden.

Daarnaast is er genoeg tijd nodig voor de evaluatie van de subsidiemodules MIT en IPC. De subsidiemodules worden gezamenlijk geëvalueerd vanwege de samenhang tussen de subsidiemodules MIT en IPC. Dit leidt tot extra kostenefficiëntie. Verder wordt er zo ook geput uit de beschikbare overlappende data van de subsidiemodules. De uitkomsten van de evaluatie kan aanleiding geven om inhoudelijke wijzigingen in de subsidiemodules door te voeren. De huidige vervaldatum geeft momenteel niet voldoende ruimte om dit zorgvuldig te kunnen doen. De subsidiemodule IPC zou vervallen voor afronding van de evaluatie en de subsidiemodule MIT zou vervallen voordat er invulling gegeven kan worden aan de conclusies van de evaluatie. De verlenging van de vervaldatum tot 1 januari 2024 geeft voldoende ruimte voor het bovenstaande.

Op grond van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 moet de aanpassing van een vervaldatum bij de Tweede Kamer worden voorgehangen. Onderhavige regeling is daarom aan de Tweede Kamer overgelegd (Kamerstukken II 2022/23, 32637 nr. 496).

4. Staatssteun

4.1 TKI MKB-versterking

De subsidiemodule TKI MKB-versterking bevat twee soorten categorieën waarvoor subsidie wordt gegeven. Allereerst kan op grond van deze subsidiemodule subsidie worden verleend voor netwerkactiviteiten. Deze subsidie is geen staatssteun (artikel 3.3.11, eerste lid, van de RNES). Ten tweede kan op grond van deze subsidiemodule subsidie worden verleend voor de ondersteuning door innovatiemakelaars. Deze subsidie is staatssteun die wordt gerechtvaardigd door artikel 28 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187) (hierna: algemene groepsvrijstellingsverordening) (artikel 3.3.11, tweede lid, van de RNES).

4.2 MKB innovatiestimulering topsectoren

De MIT-subsidiemodules bevatten staatssteun die, behoudens paragraaf 3.4.3 (MIT- kennisvouchers), wordt gerechtvaardigd door de artikelen 25 en 28 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (artikel 3.4.29, eerste lid, van de RNES). Subsidie die krachtens paragraaf 3.4.3 wordt verleend bevatten staatssteun en worden gerechtvaardigd door Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352) (hierna: algemene de-minimisverordening) (artikel 3.4.29, tweede lid, van de RNES).

4.3 Innovatieprestatiecontracten

De begunstigden van de te verstrekken subsidie op grond van paragraaf 3.5.2 en 3.5.4 zijn de IPC-deelnemers alsmede de IPC-penvoerder. Zij ontvangen door de subsidie een financieel voordeel dat selectief uitwerkt. Er is derhalve sprake van staatssteun aan de IPC-penvoerder en de IPC-deelnemers. Voor IPC-deelnemers blijft IPC binnen de door artikel 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening gegeven grenzen wat subsidiabele kosten en steunintensiteit betreft. Voor IPC-penvoerders geldt dat de staatssteun kan worden verstrekt als de-minimis steun indien de IPC-penvoerder voldoet aan de voorwaarden van de algemene de-minimisverordening.

5. Regeldruk

Deze wijzigingen in de subsidiemodules TKI MKB-versterking, MIT en de Innovatieprestatiecontracten leiden niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodule. De regeldruk wordt in kaart gebracht bij de openstelling van de subsidiemodules TKI MKB-versterking, MIT en de Innovatieprestatiecontracten.

6. Inwerkingtreding

De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven