Wijziging van Beleidsregel experimenten samenwerking regulier en speciaal onderwijs 2020 van 9 mei 2022, nr. 32508909, in verband met het verlengen van de duur van de aanvraagperiode van het experiment

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 2 van de Experimentenwet onderwijs en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I. BELEIDSREGEL SAMENWERKING REGULIER EN SPECIAAL ONDERWIJS 2020

De Beleidsregel samenwerking regulier en speciaal onderwijs 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het tweede lid van artikel 5 komt te luiden:

  • 2. Een aanvraag wordt voor het schooljaar 2020–2021 uiterlijk ingediend op 1 augustus 2020, voor het schooljaar 2021–2022 op 1 mei 2021, voor het schooljaar 2022–2023 op 1 juli 2022 en voor het schooljaar 2023–2024 op 1 mei 2023.

B

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Duur experiment

Een experiment wordt aangegaan voor ten hoogste zes jaar, aanvangend op 1 augustus onderscheidenlijk 1 mei van de in artikel 5, tweede lid, bedoelde periode. Van het tussentijds beëindigen van het experiment doet het bevoegd gezag mededeling aan de minister onder vermelding van de redenen.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Deze wijziging van de beleidsregel regelt de verlengde aanvraagprocedure voor het experiment samenwerking regulier en speciaal onderwijs.

I. Algemeen

In 2020 is de Beleidsregel experimenten samenwerking regulier en speciaal onderwijs gepubliceerd.1 Dit experiment regelt dat een (v)so-school of instelling, een speciale school voor basisonderwijs en een reguliere school voor basis- of voortgezet onderwijs die intensief willen gaan samenwerken, zes jaar als één school kunnen functioneren. Dat wil zeggen dat de groepen leerlingen van de deelnemende scholen onderling kunnen worden gemengd terwijl alle deelnemende scholen nog blijven bestaan.

Het doel van het experiment is het realiseren van intensieve samenwerking tussen regulier basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs in een geïntegreerde voorziening.

Tevens wordt onderzocht of het samengaan van scholen of vestigingen voor (v)so en regulier basisonderwijs en speciaal basisonderwijs bijdraagt aan:

  • het verbeteren van de kwaliteit van de onderwijsondersteuning in het reguliere onderwijs;

  • een grotere toegankelijkheid van het reguliere onderwijs voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte binnen de eigen regio (thuisnabij onderwijs).

  • welke knelpunten worden ervaren, waarvoor aanpassing van bestaande wet- en regelgeving nodig is.

De experimenten worden begeleid door het Steunpunt Passend Onderwijs, de evaluatie wordt uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen.

De scholen en instellingen houden gedurende het experiment hun BRIN-nummers. De leerlingen moeten in BRON geregistreerd blijven op de oorspronkelijke school van herkomst. Ook samenwerking met een nevenvestiging van een (v)so-school is mogelijk op basis van dit experiment. Op grond van deze beleidsregel konden aanvragen worden ingediend voor de schooljaren 2020–2021 en 2021–2022. Een experiment wordt aangegaan voor de periode van maximaal zes jaar van 1 augustus 2020 tot 1 augustus 2026 of van 1 augustus 2021 tot 1 augustus 2027. Er is in het licht van de roep om inclusiever onderwijs echter een groeiende behoefte aan de mogelijkheden die voornoemde beleidsregel biedt om te experimenteren met vormen van samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs. De komende jaren wordt daarnaast gewerkt aan de mogelijkheid kleine groepen leerlingen met een ernstige (meervoudige) beperking een plek te geven in het regulier basis en voortgezet onderwijs. Ter overbrugging wordt in het kader van het beleid rond inclusiever onderwijs de onderhavige beleidsregel verlengd met twee schooljaren. Aanvragen voor het schooljaar 2023/2023 kunnen worden ingediend tot 1 juli 2022, aanvragen voor het schooljaar 2023/2024 tot 1 mei 2023.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I. Beleidsregel samenwerking regulier en speciaal onderwijs 2020

A

De aanvraag wordt ingediend bij het Ministerie van OCW, onder vermelding van ‘Experiment samenwerking regulier en speciaal onderwijs’, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag.

Een aanvraag wordt ingediend door het bevoegd gezag van de deelnemende scholen en instellingen. Indien er meerdere bevoegde gezagsorganen betrokken zijn dienen zij gezamenlijk de aanvraag voor deelname aan het experiment in.

De scholen kunnen voor het schooljaar 2022–2023 een aanvraag indienen voor 1 juli 2022. Voor het schooljaar 2023–2024 dient de aanvraag voor 1 mei 2023 ingediend te zijn.

Een aanvraag moet bestaan uit de volgende onderdelen:

  • De medezeggenschapsraden van de deelnemende scholen en instellingen stemmen in met het experiment. Een bewijs van instemming moet bij de aanvraag worden gevoegd

  • Het samenwerkingsverband stemt in met het experiment. Indien de scholen in twee samenwerkingsverbanden liggen is van beide samenwerkingsverbanden instemming nodig. Bij de aanvraag moet een bewijs van instemming door het samenwerkingsverband/de samenwerkingsverbanden worden gevoegd. Deze bepaling geldt niet voor instellingen.

  • De gemeente(n) van de deelnemende scholen of instellingen stemt(/en) in met het experiment in verband met hun verantwoordelijkheid voor leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. Ook is het van belang dat de leerplichtambtenaren van de gemeenten waar de leerlingen wonen op de hoogte zijn dat de leerlingen weliswaar nog ingeschreven blijven staan op de (v)so-school of instelling maar daar geen onderwijs volgen. Bij de aanvraag moet daarom een bewijs van instemming door de gemeente/gemeenten worden gevoegd.

  • De wetenschappelijke begeleiding van het experiment wordt door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geregeld. Dit betekent wel dat wanneer men ervoor kiest om gebruik te maken van deze experimenteermogelijkheid, men tevens verplicht is om deel te nemen aan het wetenschappelijke onderzoek dat wordt uitgevoerd.

  • Onderdeel van de aanvraag is een plan van aanpak. Dit plan van aanpak gaat in op de inrichting van het experiment: visie, doelen, huisvesting, de wijze waarop de deelnemende scholen verwachten de doelen te gaan behalen en de planning. Het bevat tevens een voorstel voor het onderwijs- en ondersteuningsaanbod van de geïntegreerde voorziening. In het plan van aanpak dient te worden aangegeven hoe de deelnemende scholen tot deze afspraken verwachten te komen. Verder dient in het plan van aanpak aangegeven te worden hoe men het beschikbare geld van de aparte scholen inzet (begroting). In het experimenteerplan wordt aangegeven hoe dit experiment is ingebed in het systeem van kwaliteitszorg.

B

Het experiment wordt aangegaan voor de periode van zes jaar, van 1 augustus 2022 tot 1 augustus 2028 of van 1 augustus 2023 tot 1 augustus 2029.

Artikel II. Inwerkingtreding

Het experiment kan starten met ingang van het schooljaar 2022–2023 of met ingang van schooljaar 2023–2024. Dit betekent dat de aanvraag moet zijn ingediend voor 1 juli 2022 of 1 mei 2023. Dat betekent dat de wijziging van de beleidsregel zo snel mogelijk in werking moet treden.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

Naar boven