TOELICHTING
1. Inleiding
Per 1 januari 2015 is de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB
van kracht (hierna: de uitvoeringsregeling). De uitvoeringsregeling geeft
uitvoering aan de Europese verordeningen inzake de rechtstreekse betalingen van
het Europese landbouwbeleid. De uitvoeringsregeling wordt gewijzigd in verband
met de oorlog in Oekraïne. Met deze wijzigingsregeling wordt een extra
mogelijkheid gecreëerd om een voorschot aan te vragen.
2. Mogelijkheid tot vervroegde betaling GLB-inkomenssteun (artikel
4.2.a)
Artikel 4.2.a van de uitvoeringsregeling geeft invulling aan de
mogelijkheid om vervroegde betaling van inkomenssteun (de basis- en
vergroeningspremie) aan te vragen. Met deze vervroegde betaling wordt voorkomen
dat door de oorlog in Oekraïne liquiditeitsproblemen bij landbouwers ontstaan
als gevolg van de sterk gestegen kosten voor veevoer, kunstmest, energie en
arbeid (loonwerk). Er is een budget van ongeveer € 500 mln. hiervoor
gereserveerd.
In 2022 kunnen landbouwers nationale voorschotbetalingen aanvragen. Daarmee
kunnen landbouwers vanaf 19 juli 2022 circa 80% van de basis- en
vergroeningsbetaling als nationaal voorschot ontvangen. Het is belangrijk om
een marge aan te houden en niet 100% te betalen, omdat het voor 2022
beschikbare budget nog niet bekend is en omdat de aanvragen ten tijde van de
voorschotbetalingen nog niet aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden zijn
getoetst.
Indien landbouwers tijdig met de verzamelaanvraag de uitbetaling van de
basis- en vergroeningsbetaling hebben aangevraagd, kunnen zij in de periode van
7 tot en met 28 juni 2022 een aanvraag indienen voor een voorschotbetaling.
Deze aanvraag dient vergezeld te worden van een zogenaamde de-minimis
verklaring als bedoeld in Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van
18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de
landbouwsector (PbEU 2013, L 352). Hierin verklaren de landbouwers met het door
de voorschotbetaling genoten rentevoordeel en eventueel andere de-minimis steun
binnen de maximale ruimte van de de-minimis van € 20.000 te zullen blijven,
gerekend over drie boekjaren.
Een verkorte de-minimis verklaring zal onderdeel zijn van het door de
aanvrager in te vullen aanvraagformulier. Zonder deze verklaring is indiening
van een aanvraag niet mogelijk. RVO kan aanvullend een volledige de-minimus
verklaring opvragen, voorafgaand aan de voorschotbetaling.
Voor het berekenen van het rentevoordeel moet worden uitgegaan van het
verschil tussen de marktconforme rente (zoals bij een lening van een bank) en
de rente die werkelijk is betaald (in dit geval nihil). Bij het bepalen van de
marktconforme rente wordt uitgegaan van de actuele rekenrente bij commerciële
banken, die momenteel 4% bedraagt. De doorlooptijd waarover de rente dient te
worden berekend, is vanaf het moment van verstrekken van het voorschot tot en
met het definitief vaststellen van de basis- en vergroeningsbetaling. De
vaststelling vindt plaats in de periode van 1 december 2022 tot en met 30 juni
2023, de doorlooptijd waarover de rente moet worden berekend, bedraagt circa 12 maanden.
De voorschotbetaling vindt plaats op basis van een forfaitair bedrag van
€ 270 per voor uitbetaling opgegeven subsidiabele hectare, en wordt gemaximeerd
door het aantal betalingsrechten waarover de landbouwer volgens de registratie
bij RVO op 15 mei 2022 beschikt. Betalingsrechten die in 2022 door de
landbouwer zijn aangevraagd uit de nationale reserve, blijven buiten
beschouwing.
Er worden geen voorschotten betaald voor zover het voorschotbedrag lager is
dan € 400. Dit drempelbedrag wijkt af van artikel 2.4 van de
uitvoeringsregeling en hangt samen met het feit dat het voorschot slechts
betrekking heeft op de basis- en vergroeningsbetaling. Vanaf 1 december 2022
betaalt RVO de resterende basis- en vergroeningsbetaling uit, en ook de
eventuele extra betaling voor jonge landbouwers en/of de graasdierpremie. Voor
zover het uitbetaalde voorschot hoger is dan het bedrag waarop de landbouwer na
toetsing aan alle subsidiabiliteitscriteria recht heeft, vordert RVO het teveel
betaalde bedrag terug, zodat de EU-conformiteit gewaarborgd blijft.
Aan de voorschotbetaling kunnen geen rechten worden ontleend ten aanzien
van de subsidiabiliteit. Zoals aangegeven, worden de voorschotten berekend
enkel op basis van de door de landbouwer in de verzamelaanvraag verstrekte
gegevens, zonder dat enige toets is uitgevoerd ten aanzien van alle voorwaarden
waaraan moet worden voldaan in het kader van de basis- en
vergroeningsbetaling.
3. Regeldruk
De wijziging houdt voor landbouwers in dat zij een extra mogelijkheid
hebben om een aanvraag voor voorschotbetalingen in te kunnen dienen en daarbij
een zogenaamde de-minimisverklaring aan te leveren. Landbouwers, of hun
adviseur, vragen in het RVO systeem vervroegde betaling van inkomenssteun aan
en ondertekenen een korte verklaring waarin zij verklaren met de aangevraagde
steun binnen de de-minimisruimte van maximaal € 20.000 te blijven. Dit betreft
dus een extra administratieve handeling bovenop de reguliere aanvraag voor
inkomenssteun. De extra handeling is echter niet significant. De onderhavige
regelingswijziging brengt beperkte wijzigingen in informatieverplichtingen met
zich, derhalve heeft de regelingswijziging minimale gevolgen voor de regeldruk
voor landbouwers.
4. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt gepubliceerd. Hiermee
wordt niet aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het
kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10,
29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste
verandermomenten indien nodig om ernstige nadelen voor de sector te voorkomen,
hetgeen hier het geval is omdat het in het belang van de sector is dat de
voorschotbetalingen zo snel mogelijk kunnen plaatsvinden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer