Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 6 april 2022, kenmerk 3926840, tot wijziging van de Subsidieregeling vrijwilligersactiviteiten bij de sanctietoepassing 2023–2025 in verband met de beperking van de urenverantwoording van de inzet van vrijwilligers tot het subsidiejaar 2023

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op de artikelen 32 en 35 van de Wet Justitie-subsidies:

Besluit:

ARTIKEL I

De eerste volzin van artikel 6.2. van de Subsidieregeling vrijwilligersactiviteiten bij de sanctietoepassing 2023–2025 wordt vervangen door: De subsidieontvanger aan wie in het jaar 2023 een subsidie van meer dan of gelijk aan € 25.000 is verleend houdt voor dit jaar een administratie bij waaruit blijkt welke activiteit, in welke inrichting dan wel op welke plaats buiten de inrichting, door welke vrijwilliger, en gedurende hoeveel uur is verricht.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

TOELICHTING

Voor de jaren 2023 tot en met 2025 heeft mijn ambtsvoorganger een nieuwe subsidieregeling voor vrijwilligersactiviteiten in de sanctietoepassing vastgesteld.1 In deze regeling was als verplichting opgenomen dat vrijwilligersorganisaties die over de jaren 2023 tot en met 2025 voor meer dan € 25.000,– subsidie ontvangen, een administratie bijhouden. In deze administratie wordt inzichtelijk worden gemaakt welke activiteit welke activiteit, in welke inrichting dan wel op welke plaats buiten de inrichting, door welke vrijwilliger, gedurende hoeveel uren op een bepaalde dag is verricht. Hierdoor wordt duidelijk hoeveel uur per vrijwilligersactiviteit wordt besteed. Op basis van deze informatie kan voor de periode na 2025 worden bezien of de subsidie niet alleen op basis van het aantal (actieve) vrijwilligers kan worden verdeeld maar dat bij de toekenning van deze subsidie eveneens de duur van de activiteit een rol kan spelen. Deze verplichting was voor de vier grote vrijwilligersorganisaties Exodus, Gevangenzorg NL, Humanitas en Bonjo aanleiding zich te wenden tot de Vaste Kamercommissie van Justitie en veiligheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Tijdens het commissiedebat van 2 december 2021 waar de nieuwe subsidieregeling en in het bijzonder de verplichte urenverantwoording aan de orde zijn gekomen, heeft mijn ambtsvoorganger aangekondigd dat de urenverantwoording niet de gehele duur van 2023 tot en met 2025 zou gelden, maar voor één jaar, te weten 2022. Bij brief van 28 januari 2023 aan de Tweede Kamer heb ik aangegeven dat mijn ambtsvoorganger het jaar 2023 bedoelde en dat ik deze lijn volg. De urenverantwoording zal alleen in 2023 en niet ook in 2024 en 2025 worden verplicht. In 2024 en 2025 zal DJI, op basis van de beleidsinformatie uit de urenverantwoording 2023, een nieuwe bekostigings- en verantwoordingssystematiek ontwikkelen. De vrijwilligersorganisaties zullen daarbij worden betrokken. Per 2026 zullen de vrijwilligersorganisaties zich blijvend moeten verantwoorden of de subsidie is aangewend voor de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend. Daarvoor is een vorm van verantwoording nodig.2 Met het onderhavige besluit voer ik de toezegging van mijn ambtsvoorganger aan de Vaste Kamercommissie van Justitie en Veiligheid uit.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind.


X Noot
2

Kamerstukken II 2021-2022, 24 587, nr 824.

Naar boven