Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 april 2022, 3348384-1027396-VGP, houdende wijziging van de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen in verband met het verwijderen en toevoegen van stoffen aan deel A van de bijlage en enkele technische wijzigingen

3348384-1027396-VGP

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onderdeel a, en 4, eerste lid, van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen;

Besluit:

ARTIKEL I

Deel A van de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen wordt als volgt gewijzigd:

A

In hoofdstuk 0, paragraaf 0.11., Gebruikte afkortingen, wordt onder ’FCM Nr’ de volgende afkorting ingevoegd:

FRF =

vetreductiecoëfficiënt (Fat Reduction Factor), zoals bedoeld in paragraaf 4.1 van hoofdstuk 4 van bijlage V van Verordening (EU) nr. 10/2011

B

Tabel I-1 van hoofdstuk I wordt als volgt gewijzigd:

1. De volgende stoffen met bijbehorende gegevens worden verwijderd:

911296-54-3

bis(alkyl(C1-C4)hydroxyl-carbazoldifenyl)1,2-

dimethylcyclohexaan ether

0,05

FRF geldt; de stof mag niet gebruikt worden als startmateriaal of additief

bis[(dialkyl(C1-C4)carba-zol)-(fluor-dialkyl(C1-C8)-hydroxydifenyl)]-1,3-

propaan ether

0,05

FRF geldt; de stof mag niet gebruikt worden als startmateriaal of additief

bis(tetra alkyl (C1-C4)

hydroxytrifenyl)propaan ether

0,05

(4)

FRF geldt

2. De gegevens van de stoffen ‘5-tert-butyl-3-methyl-1,2-fenyleen dibenzoaat’, ‘colofonium, calcium- en zinkzouten, volgens hfdst IV, par 2.2 sub f’, ‘2-ethylhexaanzuur, nikkelzout’ en ‘2-ethylhexaanzuur, tin(II)zout’ komen te luiden:

1232839-86-9

5-tert-butyl-3-methyl-1,2-fenyleen dibenzoaat

0,05

SML is inclusief ontledingsproducten

colofonium, calcium- en zinkzouten, volgens hoofdstuk IV, par 2.2 sub f

SML(zink): zie bijlage II, Verordening (EU) nr. 10/2011

4454-16-4

2-ethylhexaanzuur, nikkelzout

30

alleen of met 2-ethylhexaanzuur of 2-ethylhexaanzuur, tinzout (als 2-ethylhexaanzuur);

SML(nikkel): zie bijlage II, Verordening (EU) nr. 10/2011

301-10-0

2-ethylhexaanzuur, tin(II)zout

30

alleen of met 2-ethylhexaanzuur of 2-ethylhexaanzuur, nikkelzout (als 2-ethylhexaanzuur)

3. Na de stof ‘ammoniumperoxodisulfaat’ worden de volgende stoffen met bijbehorende gegevens ingevoegd:

75-85-4

tert-amyl alcohol

 

(4)

13653-62-8

2,2-di-(tert-amylperoxy) butaan

NA

(1)

4. Na de stof ‘di-n-butylamine’ worden de volgende stoffen met bijbehorende gegevens ingevoegd:

1869105-01-0

3-(3,6-di-tert-butyl-9H-carbazol-9-yl)-5'-fluor-5-(2,4,4-trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-bifenyl]-2,2'-diol

0,05

(4) (6); FRF geldt

2036346-35-5

(((3'-(3,6-di-tert-butyl-9H-carbazol-9-yl)-5-fluor-2'-hydroxy-5'-(2,4,4-

trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-bifenyl]-2-

yl)oxy)methyl)diisopropylsilanol

0,05

(4) (6); FRF geldt

2036346-36-6

3-(3,6-di-tert-butyl-1-ethyl-9H-carbazol-9-yl)-5'-fluor-5-(2,4,4-trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-

bifenyl]-2,2'-diol

0,05

(4) (6); FRF geldt

1616555-80-6

3-(2,7-di-tert-butyl-9H-carbazol-9-yl)-2'-(3-((3'-(2,7-di-tert-butyl-9H-

carbazol-9-yl)-5-fluor-2'-hydroxy-5'-(2,4,4-tri-

methylpentaan-2-yl)-[1,1'-bifenyl]-2-

yl)oxy)propoxy)-5'-fluor-3'-methyl-5-(2,4,4-

trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-bifenyl]-2-ol

0,05

(4) (6); FRF geldt

1821136-42-8

3-(2,7-di-tert-butyl-9H-carbazol-9-yl)-5'-fluor-5-(2,4,4-trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-bifenyl]-2,2'-diol

0,05

(4) (6); FRF geldt

1821136-41-7

3-(2,7-di-tert-butyl-9H-carbazol-9-yl)-5'-fluor-3'-methyl-5-(2,4,4-trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-

bifenyl]-2,2'-diol

0,05

(4) (6); FRF geldt

2010152-49-3

3-(2,7-di-tert-butyl-9H-carbazol-9-yl)-5'-

(dimethyl(octyl)silyl)-3'-methyl-5-(2,4,4-trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-

bifenyl]-2,2'-diol

0,05

(4) (8); FRF geldt

5. Na de stof ‘N,N'-di-tert.butylethyleendiamine’ worden de volgende stoffen met bijbehorende gegevens ingevoegd:

1808206-88-3

3'',5,5''-tri-tert-butyl-5'-methyl-[1,1':3',1''-

terfenyl]-2,2'-diol

0,05

(4) (7); FRF geldt

2088749-18-0

3'',5,5''-tri-tert-butyl-5'-octyl-[1,1':3',1''-

terfenyl]-2,2'-diol

0,05

(4) (7); FRF geldt

6. Na de stof ‘dicumylperoxide’ wordt de volgende stof met bijbehorende gegevens ingevoegd:

911296-54-3

2,2'''-((((1R,2R)-

cyclohexaan-1,2-diyl)bis-methyleen))bis(oxy))-bis(3-(9H-carbazol-9-yl)-5-methyl-[1,1'-bifenyl]-

2-ol)

0,05

(4); FRF geldt

7. Na de stof ‘1,1,3,3-tetramethylbutylperoxy-2-ethylhexanoaat’ wordt de volgende stof met bijbehorende gegevens ingevoegd:

1118-71-4 en 55252-75-0

2,2,6,6-tetramethyl-3,5-heptadion, tautomeer mengsel met 5-hydroxy-2,2,6,6-tetramethylhept-4-een-3-on

0,05

(4)

8. Na de stof ‘2,4,4-trimethylpentyl-2-peroxyneodecanoaat’ wordt de volgende stof met bijbehorende gegevens ingevoegd:

1613243-54-1

3,6,9-trimethyl-3,6,9-tris(ethyl en/of propyl)-1,2,4,5,7,8-hexoxonaan

0,05

(1)

9. Na de stof ‘poly-N-vinyl-N-methylformamide, MG = 40.000’ worden de volgende stoffen met bijbehorende gegevens ingevoegd:

1613255-29-0

2',2'''-(propaan-1,3-

diylbis(oxy))bis(3-(2,7-di-tert-butyl-9H-

carbazol-9-yl)-5'-fluor-

3'-methyl-5-(2,4,4-

trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-bifenyl]-2-ol)

0,05

(4) (6); FRF geldt

2010152-48-2

2',2'''-(propaan-1,3-

diylbis(oxy))bis(3-(2,7-di-tert-butyl-9H-

carbazol-9-yl)-5'-

(dimethyl(octyl)silyl)-3'-methyl-5-(2,4,4-

trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-bifenyl]-2-ol

0,05

(4) (8); FRF geldt

1042662-40-7

6'',6'''''-(propaan-1,3-diylbis(oxy))bis(3,3'',5-tri-tert-butyl-5'-methyl- [1,1':3',1''-terfenyl]-2'-ol)

0,05

(4) (7); FRF geldt

2088749-17-9

6'',6'''''-(((diisopropyl-germaandiyl)bis

(methyleen))bis(oxy))-

bis(3,3'',5-tri-tert-butyl-5'-octyl-[1,1':3',1''-

terfenyl]-2'ol)

0,05

(4) (7); FRF geldt

2010152-47-1

6',6'''-(((diisopropyl-

silaandiyl)bis-

(methyleen))bis(oxy))-bis(3-(3,6-di-tert-butyl-9H-carbazol-9-yl)-3'-fluor-5-(2,4,4-trimethylpentaan-2-yl)-[1,1'-

bifenyl]-2-ol)

0,05

(4) (6); FRF geldt

10. De stofnaam ‘3,6,9-triethyl-3,6,9-trimethyl-1,4,7-triperoxaan’ komt te luiden: 3,6,9-triethyl-3,6,9-trimethyl-1,2,4,5,7,8-hexoxonaan.

11. De volgende voetnoten worden toegevoegd:

(6) De som van de migratie van alle stoffen gemarkeerd met (6) mag niet aantoonbaar zijn met een methode met een detectiegrens van 0,05 mg/kg.

(7) De som van de migratie van alle stoffen gemarkeerd met (7) mag niet aantoonbaar zijn met een methode met een detectiegrens van 0,05 mg/kg.

(8) De som van de migratie van alle stoffen gemarkeerd met (8) mag niet aantoonbaar zijn met een methode met een detectiegrens van 0,05 mg/kg.

C

Hoofdstuk II wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 1.1. komt te luiden:

1.1. Omschrijving

In het kader van deze regeling wordt onder papier en karton verstaan alle cellulose gebaseerde vezelmaterialen die vanuit een suspensie gevormd zijn tot een samenhangend vel of baan, al dan niet met toevoeging van vul- en/of hulpstoffen, en daarvan vervaardigde verpakkingen en gebruiksartikelen.

2. Paragraaf 1.2.1. komt te luiden:

1.2.1. Als grondstof voor de vervaardiging van papier en karton voor algemeen gebruik mogen uitsluitend worden gebruikt:

  • verse cellulose-gebaseerde vezelmaterialen, al dan niet gebleekt;

  • oud papier en karton;

  • vezels van kunststoffen, volgens Hoofdstuk I, al dan niet voorzien van een deklaag volgens Hoofdstuk X. paragraaf 3;

  • vezels van geregenereerde cellulose, volgens Hoofdstuk VIII;

  • vezels van textielproducten, volgens Hoofdstuk VII.

3. In paragraaf 1.2.2., onderdeel n, macromoleculaire verbindingen, wordt voor de stof ‘cellulosenitraat’ ingevoegd:

cellulose microvezels, geproduceerd met calciumcarbonaat, kaoline en/of andere toegestane minerale vulstoffen;

4. In paragraaf 1.2.2., onderdeel r, overige hulpstoffen, worden de volgende stoffen met bijbehorende gegevens verwijderd:

ammoniumbis(N-ethyl-2-perfluoroctaansulfonamideethyl)fosfaat, ten hoogste 15% ammoniummono(N-ethyl-2-perfluoroctaansulfonamideethyl)fosfaat bevattend;

copolymeren van 2-(perfluoroctylsulfonylaminomethyl)ethylmethacrylaat, 2,3-epoxypropylmethacrylaat, ethoxyethylacrylaat en methacryloylmethyl-trimethylammoniumchloride;

perfluoralkyl(C6-C16)(C6-C18)fosfaten van bis(2-hydroxyethyl)amine, ten hoogste 1%;

5. De tabel in paragraaf 1.3.3 wordt als volgt gewijzigd:

1o. Boven de tabel wordt de volgende kop geplaatst:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

2o. Na de stof ‘alkyl(C8-C18)sulfonaten’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

aluminium:

1

3o. ‘dibutyltindiacetaat: 0,01 (als tin)’ wordt vervangen door:

dibutyltindiacetaat:

0,01 (als dibutyltin)

4o. Na de stof ‘vetzure verbindingen met bis(2-hydroxyethyl)amine’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

zink:

5

5o. De volgende stoffen met hun SML worden verwijderd:

ammoniumbis(N-ethyl-2-perfluoroctaan-sulfonamideethyl)fosfaat:

3

perfluoralkyl(C6-C16)fosfaten van bis(2-hydroxyethyl)-amine, in totaal:

1

6. De titel van paragraaf 2 komt te luiden:

2. Papier en karton bestemd voor warm gebruik (gebruik als kookverpakking en voor de filtering van drinkwaren bij temperaturen hoger dan 80 °C)

7. Paragraaf 2.1. komt te luiden:

2.1. Omschrijving

In dit deel worden de eisen beschreven die gelden voor papier en karton dat is bestemd voor contact met eet- of drinkwaren bij temperaturen vanaf 80°C tot en met kooktemperatuur.

8. Paragraaf 2.2.1. komt te luiden:

2.2.1. Als grondstof voor de vervaardiging van papier en karton voor warm gebruik mogen uitsluitend worden gebruikt:

  • verse cellulose-gebaseerde vezelmaterialen, al dan niet gebleekt;

  • vezels van kunststoffen, volgens Hoofdstuk I, voor zover deze kunststoffen geen weekmakers bevatten, al dan niet voorzien van een deklaag volgens Hoofdstuk X. delen 1 en 2.

9. De tabel in paragraaf 2.3.2. wordt als volgt gewijzigd:

1°. Boven de tabel wordt de volgende kop geplaatst:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

2o. Na de stof ‘alkeeniminen’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

aluminium:

1

3o. Aan het slot wordt de volgende stof met SML toegevoegd:

zink:

5

D

Hoofdstuk III wordt als volgt gewijzigd:

1. De tabel in paragraaf 4.2. komt te luiden:

 

stof / groep stoffen

Product-categorie genoemd in paragraaf 3.3

SML (mg/kg)

   

I

II

III

I

II

4.2.1

monomeren en andere uitgangsstoffen:

         
 

acrylnitril

 

+

+

 

NA1

 

butadieen

+

+

+

NA1

NA1

 

butylacrylaat

   

+

   
 

chloorbutadiënen

 

+

+

 

0,05

 

chloorethylvinylether

   

+

   
 

dicyclopentadieen

 

+

+

 

0,05

 

divinylbenzeen

 

+

+

 

NA1

 

epichloorhydrine

 

+

+

 

NA1

 

2,3-epoxypropylacrylaat

   

+

   
 

ethaandioldimethacrylaat

 

+

+

 

0,05

 

etheen

 

+

+

   
 

ethylacrylaat

   

+

   
 

5-ethylideenbicyclo-[2.2.1]-hept-2-een

 

+

+

 

0,05

 

hexafluorpropeen, uitsluitend tezamen met vinylideenfluoride; molecuulgewicht van het elastomeer ten minste 70.000

 

+

+

 

0,05

 

1,4-hexadieen

 

+

+

   
 

isobuteen

+

+

+

   
 

isopreen (2-methyl-1,3-butadieen, CAS 78-79-5)

+

+

+

NA1

NA1

 

methacrylzuur

 

+

+

 

3

 

5-methyleenbicyclo-[2.2.1]-hept-2-een

 

+

+

 

0,05

 

monochloorazijnzure ester van 5-hydroxymethylbicyclo-[2.2.1]-hept-2-een

   

+

   
 

monochloortrifluoretheen, uitsluitend tezamen met vinylideenfluoride

 

+

+

 

0,05

 

propeen

 

+

+

   
 

rubber, natuurlijk

+

+

+

   
 

silanolen met tenminste een hydroxylgroep en een of meer methylgroepen aan elk siliciumatoom

 

+

+

   
 

siloxanen, met een waterstofatoom en een methylgroep aan elk siliciumatoom

+

+

+

   
 

siloxanen, met twee methylgroepen aan elk siliciumatoom en een vinylgroep aan de eindstandige siliciumatomen

+

+

+

   
 

styreen

+

+

+

   
 

tetrafluoretheen, uitsluitend tezamen met vinylideenfluoride en hexafluorpropeen; molecuulgewicht van het elastomeer tenminste 100.000

 

+

+

 

0,05

 

vinylacetaat

 

+

+

 

12

 

5-vinylbicyclo-[2.2.1]-hept-2-een

 

+

+

 

0,05

 

vinylideenfluoride

 

+

+

 

1

 

waterstof

+

+

+

   
             

4.2.2

hulpstoffen:

         
 

a. maasvormers:

         
 

6-aminohexylcarbaminezuur, uitsluitend in elastomeren, die vinylideenfluoride als bouwsteen bevatten, ten hoogste 1,5%

   

+

   
 

4,4’-bis(aminocyclohexyl)methaan-carbamaat, uitsluitend in elastomeren, die vinylideenfluoride als bouwsteen bevatten, ten hoogste 2,5%

   

+

   
 

4,4-bis(tert.butylperoxy)butaan-carbonzuur n-butylester

   

+

   
 

1,3-bis(tert.butylperoxyisopropyl)-benzeen

   

+

   
 

tert.butylcumylperoxide

 

+

+

 

NA1

 

tert.butylperoxybenzoaat

 

+

+

 

NA1

 

1,1-di-tert.butylperoxycyclohexaan

 

+

+

 

NA1

 

1,1-di-tert.butylperoxy-3,3,5-trimethylcyclohexaan

 

+

+

 

NA

 

2,4-dichloordibenzoylperoxide

 

+

+

 

NA1

 

dibenzoylperoxide

 

+

+

 

NA1

 

di-tert.butylperoxide

 

+

+

 

NA1

 

dicumylperoxide

+

+

+

NA12

NA1

 

2,4,6-tris(allyloxy)-s-triazine

 

+

+

   
 

zwavel

+

+

+

   
 

b. versnellers, in totaal ten hoogste 3%:

         
 

2-aminoethylcarbaminezuur, uitsluitend in elastomeren, die vinylideenfluoride als bouwsteen bevatten

   

+

   
 

2-benzothiazolyl-N,N-diethylthiocarbamyl-sulfide

   

+

   
 

1,3-bis(2-benzothiazolylmercapto-methyl)-ureum

   

+

   
 

N-tert.butyl-2-benzothiazolylsulfeenamide

   

+

   
 

N-cyclohexyl-2-benzothiazolylsulfeenamide

 

+

+

 

0,05

 

cyclohexylethylamine

   

+

   
 

dibutylxanthogeendisulfide

   

+

   
 

sym. diethylthioureum

   

+

   
 

1,3-difenylguanidine

 

+

+

 

0,05

 

1,3-difenyl-2-thioureum

   

+

   
 

N,N-dimethylcyclohexylammoniumzout van dibutyldithiocarbaminezuur

   

+

   
 

sym. dimethyldifenylthiuram-disulfide

+

+

+

0,12 3

13

 

2,6-dimethylmorfoline-2-thiobenz-thiazol

   

+

   
 

di-N-pentamethyleenthiuram-tetrasulfide

+

+

+

0,12 3

13

 

dithiobis(2-benzthiazol)

 

+

+

 

3

 

glycoldimercaptoacetaat

 

+

+

   
 

hexamethyleentetramine

   

+

   
 

kaliumpentamethyleendithiocarbamaat

   

+

   
 

koperdimethyldithiocarbamaat

   

+

   
 

2-mercaptobenzthiazol, ten hoogste 0,05%

 

+

+

 

3

 

2-mercaptoimidazoline

 

+

+

 

0,05

 

2-mercaptothiazoline

   

+

   
 

morfolinothio-2-benzthiazol

 

+

+

 

3

 

natriumdibutyldithiocarbamaat

   

+

   
 

natriumdimethyldithiocarbamaat

   

+

   
 

piperidiniumpentamethyleendithiocarbamaat

   

+

   
 

tetrabutylthiurammonosulfide

   

+

   
 

tetraethylthiuramdisulfide

+

+

+

0,12 4

14

 

tetramethylthiuramdisulfide

+

+

+

0,12 4

14

 

tetramethylthiurammonosulfide

+

+

+

0,12 4

14

 

tin(II)oleaat, uitsluitend in siliconenrubber

   

+

   
 

o-tolylbiguanidine

 

+

+

 

0,05

 

zinkbutylxanthogenaat

   

+

   
 

zinkdibutyldithiocarbamaat

+

+

+

0,12 5 6

15

 

zinkdiethyldithiocarbamaat

+

+

+

0,12 5 6

15 6

 

zinkdimethyldithiocarbamaat

+

+

+

0,12 5 6

15 6

 

zinkethylfenyldithiocarbamaat

+

+

+

0,12 5

15 6

 

zinkisopropylxanthogenaat

   

+

   
 

zink-2-mercaptobenzthiazol

+

+

+

0,32 6

36

 

zinkpentamethyleendithiocarbamaat

+

+

+

0,12 5 6

15 6

 

c. vertragers:

         
 

benzoëzuur

+

+

+

   
 

ftaalzuuranhydride

+

+

+

   
 

salicylzuur

   

+

   
 

d. activatoren:

         
 

dibutylamine

   

+

   
 

dibutylaminezout van oliezuur

   

+

   
 

diethylamine

   

+

   
 

glycerol

   

+

   
 

magnesiumcarbonaat

   

+

   
 

magnesiumoxide

 

+

+

   
 

tin(II)chloride

 

+

+

   
 

vetzuren, onvertakte, verzadigde en onverzadigde, met een even aantal koolstof-atomen, C8-C22, met een gehalte van ten hoogste 2% aan onverzeepbare bestanddelen

+

+

+

   
 

vetzuren, als hiervoor omschreven, amiden van

+

+

+

   
 

vetzuren, als hiervoor omschreven, als zouten met zink

+

+

+

6

6

 

zinkoxide

+

+

+

6

6

 

e. beschermende middelen:

         
 

N-alkyl(C14-C18)-N,N’,N’-triacetoyl-1,3-diaminopropaan

   

+

   
 

2,2-bis(3-tert.butyl-4-hydroxyfenyl)propaan veresterd met p-nonylfenylfosfiet

   

+

   
 

bis(2-hydroxy-3-cyclohexyl-5-methyl-fenyl)methaan

 

+

+

 

0,05

 

bis[2-hydroxy-3-(2-methylcyclohexyl)-5-methylfenyl]methaan

+

+

+

0,62

6

 

bis(2-hydroxy-3-nonyl-5-methylfenyl)-methaan

   

+

   
 

bis(2-hydroxy-3-tert.octyl-5-methylfenyl)-methaan

   

+

   
 

bis(4-methoxyfenyl)amine

   

+

   
 

2,4-bis-n-octylthio-6-(4’-hydroxy-3’,5’-di-tert.butylanilino)-1,3,5-triazine

+

+

+

3

30

 

2,4-bis(octylthiomethyl)-6-methylfenol

 

+

+

 

6

 

2,4-diaminotolueen

   

+

   
 

2,6-di-tert.butyl-4-fenylfenol

   

+

   
 

2,6-di-tert.butyl-4-methoxymethylfenol

   

+

   
 

2,6-di-tert.butyl-4-methylfenol

+

+

+

   
 

N-fenyl-N’-isohexyl-p-fenyleendiamine, ten hoogste 1,5%

   

+

   
 

p-kresol-dicyclopentadieen-isobutyleen, copolymeer, ten hoogste 1,4%

 

+

+

 

5

 

2,2’-methyleenbis(4-methyl-6-tert.butyl-fenol)

+

+

+

0,152

1,5

 

n-octadecyl-beta-(3,5-di-tert.butyl-4-hydroxyfenyl)propionaat

 

+

+

 

6

 

reactieproduct van styreen en difenylamine, niet voor contact met vette eet- en drinkwaren

 

+

+

 

0,05

 

reactieproducten van styreen of alfa-methylstyreen of alkenen, C3-C12, met fenol of methylfenol

 

+

+

 

0,05

 

styreen (2 mol) gecondenseerd met 1 mol van een mengsel van fenol en o-, m- en p-kresolen mits het eindproduct bij 25°C een Brookfield viscositeit heeft tussen 1.400 en 1.700 cP

   

+

   
 

tetrakis[methyleen(3,5-di-tert.butyl-4-hydroxyfenyl)propionaat]methaan

+

+

+

   
 

thiobis(2-methyl-4-hydroxy-5-tert.butyl-benzeen)

 

+

+

 

0,3

 

alfa-tocoferol

+

+

+

   
 

1,3,5-trimethyl-2,4,6-tris(3,5-di-tert.butyl-4-hydroxybenzyl)benzeen

 

+

+

   
 

tris(2,4-di-tert.butylfenyl)fosfiet

+

+

+

   
 

tris(mono- en dinonylfenyl)fosfiet, ten hoogste 1% tris(2-hydroxypropyl)amine bevattend

   

+

   
 

f. weekmakers:

         
 

acetyltributylcitraat

   

+

   
 

bis[2-(2-butoxyethoxy)ethyl]adipaat

   

+

   
 

butylacetylricinoleaat

   

+

   
 

butyllauraat

 

+

+

   
 

butyloleaat

 

+

+

   
 

butylstearaat

 

+

+

   
 

calciumstearaat

+

+

+

   
 

colofonium, volgens Hoofdstuk II

 

+

+

   
 

cumaron-indeen harsen

   

+

   
 

dibenzyladipaat

   

+

   
 

dibutylftalaat

 

+

+

 

0,3

 

dibutylsebacaat

 

+

+

   
 

di-n-decyladipaat

   

+

   
 

di-n-hexylazelaat

   

+

   
 

di-isodecyladipaat

   

+

   
 

di-isooctyladipaat

 

+

+

   
 

di(2-ethylhexyl)ftalaat

 

+

+

 

1,5

 

di-isooctylsebacaat

   

+

   
 

di-n-octylftalaat

 

+

+

 

1,5

 

di-n-octylsebacaat

 

+

+

   
 

esters van triethyleenglycol en ftaalzuur en benzoëzuur

   

+

   
 

fenol-formaldehydcondensatieproducten, geen andere hulpstoffen bevattend dan in Hoofdstuk I zijn toegelaten

 

+

+

   
 

lijnolie

   

+

   
 

montaanwas, bestaande uit:

1) montaanzuren C26-C32

2) esters hiervan met ethaandiol of 1,3-butaandiol

3) of het calciumzout van deze zuren en mits het product voldoet aan de zuiverheidseisen gesteld in deel B (Methoden van Onderzoek)

 

+

+

   
 

n-octyl-n-decyladipaat

   

+

   
 

paraffine, microkristallijne, waarvan de absorptie van ultraviolet licht voldoet aan de waarden gesteld in deel B (Methoden van Onderzoek)

+

+

+

   
 

paraffine, vaste, inbegrepen synthetische, waarvan de absorptie van ultraviolet licht voldoet aan de waarden gesteld in deel B (Methoden van Onderzoek)

 

+

+

   
 

paraffine, vloeibare (geraffineerde minerale olie) die voldoet aan de volgende specificatie:

– kleur zwakker dan Standaard Saybolt 30

– geur vrijwel afwezig

– de absorptie van ultraviolet licht voldoet aan de waarden gesteld in deel B (Methoden van Onderzoek)

+

+

+

   
 

petrolatum (vaseline), volgens Hoofdstuk X, paragraaf 7, onderdeel f

 

+

+

   
 

polybuteen

 

+

+

   
 

polycyclopentadieenhars, bereid door polymerisatie van een mengsel in hoofdzaak bestaande uit cyclopentadieen en het dimeer daarvan afkomstig uit de tussen 80°C en 180°C kokende fractie gedestilleerd uit het door kraking onder toevoeging van stoom uit aardolie verkregen product. Het polymerisatie-proces wordt door hydrogenering van het polymeer gevolgd.

De harsen moeten voldoen aan de volgende specificatie:

– viscositeit bij 140°C ten minste 2000 cP

– verwekingspunt ten minste 95°C (ASTM E 28)

– broomgetal ten hoogste 2 (ASTM D 1159)

– asgehalte ten hoogste 0,1% (ASTM D 482)

– een 10% oplossing in tolueen moet ten minste een kleur 22 op de Saybolt kleurschaal hebben (ASTM D 156)

 

+

+

   
 

polyetheen, volgens Hoofdstuk I, molecuulgewicht > 200

+

+

+

   
 

polypropeen, volgens Hoofdstuk I

+

+

+

   
 

polypropeenadipaat

 

+

+

   
 

polystyreen, volgens Hoofdstuk I

 

+

+

   
 

1,2-propaandiol

   

+

   
 

raapolie

 

+

+

   
 

ricinusolie (volgens de Europese Farmacopee)

 

+

+

   
 

sojaolie, al dan niet met zwavel gemodificeerd (faktis)

 

+

+

 

0,05

 

sojaolie, geëpoxideerd, met een oxiraangehalte tussen 6,4 en 8%

 

+

+

   
 

triethyleenglycoldicaproaat

   

+

   
 

triethyleenglycoldicaprylaat

   

+

   
 

vetzuren, als onder 4.2.2 d. omschreven, veresterd met pentaerythritol

   

+

   
 

g. vulstoffen:

         
 

bariumsulfaat

 

+

+

 

1 (als Ba)

 

carbonaten van calcium, magnesium en zink

+

+

+

6

6

 

katoen (losse vezels of weefsel)

   

+

   
 

kurk

   

+

   
 

oxiden van aluminium, calcium, magnesium, silicium en titaan

+

+

+

   
 

roet (furnace black en channel black) en andere koolstofproducten, zoals grafiet en cokespoeder, waarvan de zuiverheid voldoet aan de volgende eisen:

– Primaire deeltjes van 10-300 nm, geaggregeerd tot 100-1200 nm, die agglomeraten kunnen vormen met afmetingen tussen 300 nm en enkele mm.

– Met tolueen extraheerbare stoffen: maximaal 0,1%, bepaald volgens de methode van ISO-norm 6209.

– Uv-absorptie van een cyclohexaanextract bij 386 nm: extinctie < 0,02 voor een cuvet van 1 cm of < 0,1 voor een cuvet van 5 cm, bepaald volgens een algemeen erkende analysemethode.

– Benzo[a]pyreengehalte: maximaal 0,25 mg/kg roet.

 

+

+

   
 

silicaten van aluminium, calcium, kalium, magnesium en natrium, inclusief diatomeeënarde, glasvezel, infusoriën-aarde, kaolien, klei, mica en talk

 

+

+

   
 

vezels van kunststoffen, volgens Hoofdstuk I; van geregenereerde cellulose, volgens Hoofdstuk VIII en van zuivere cellulose

   

+

   
 

zinksulfide

 

+

+

 

6

 

h. emulgatoren en emulsiestabilisatoren:

         
 

alkyl(C8-C18)benzeensulfonaten,

natriumzouten

 

+

+

 

307

 

alkyl(C8-C18)sulfaten, natriumzouten

 

+

+

 

307

 

alkyl(C8-C18)sulfonaten, natriumzouten

 

+

+

 

307

 

colofonium, gedismuteerd, zoals omschreven in Hoofdstuk II, als

ammonium-, kalium- en natriumzouten

   

+

   
 

hydroxyethylcellulose

   

+

   
 

lecithine, peroxidegetal maximaal 10

+

+

+

   
 

methylcellulose

   

+

   
 

naftaleensulfonzuur-formaldehyd-condensatieproduct, natriumzout

   

+

   
 

polyetheenoxide(4-14)ethers van octyl- of nonylfenol

 

+

+

 

5

 

polyetheenoxide(4-14)ethers van eenwaardige, primaire, onvertakte, verzadigde, alcoholen, C12-C18

+

+

+

0,52

5

 

vetzuren, als onder 4.2.2 d. omschreven, veresterd met glycerol tot mono-, di- en triglyceriden

+

+

+

   
 

vetzuren, als onder 4.2.2 d. omschreven, als zouten met ammonium, kalium, natrium of zink

+

+

+

6

6

 

i. kleurstoffen en pigmenten:

         
 

volgens Hoofdstuk XI.

         
 

j. overige hulpstoffen:

         
 

azodicarbonamide

   

+

   
 

benzeensulfonhydrazide, ten hoogste 3%

   

+

   
 

bis(2-hydroxyethyl)ether

 

+

+

 

308

 

ethaandiol

 

+

+

 

308

 

tert.butylperoxyacetaat

   

+

   
 

4-tert.butyl-o-thiokresol

   

+

   
 

dialkyl(C8-C18)dimethylammoniumchloride

   

+

   
 

diethylxanthogeendisulfide

   

+

   
 

divinyltetramethyldisilazaan

+

+

+

   
 

dodecylmercaptaan

   

+

   
 

ethyleendiaminetetraazijnzuur, natriumzouten

+

+

+

   
 

ethynylcyclohexanol

+

+

+

1,82

 
 

glycine, natriumzout

   

+

   
 

hexachloorplatinazuur

+

+

+

   
 

hexamethyldisilazaan

+

+

+

   
 

kaliumperoxodisulfaat

   

+

   
 

lijm van dierlijke herkomst

   

+

   
 

p-menthaanhydroperoxide

   

+

   
 

2-methylbutyn-3-ol-2

+

+

+

32

 
 

natriumformaldehydsulfoxylaat

   

+

   
 

natriumnitriet

   

+

   
 

natriumpolysulfide

   

+

   
 

natriumsulfide

   

+

   
 

organopolysiloxanen (siliconen), twee methylgroepen aan elk siliciumatoom bevattend, molecuulgewicht 13500-30000

+

+

+

1,52

 
 

polyetheenoxide, molecuulgewicht > 200

+

+

+

   
 

polyetheenoxide(8-14), veresterd met laurine-, olie-, ricinol- of stearinezuur

 

+

+

   
 

polypropeenoxide, molecuulgewicht > 400

 

+

+

   
 

regeneraten van elastomeren, voor zover hun samenstelling in overeenstemming is met dit hoofdstuk en geen andere hulpstoffen bevattend dan overeenkomt met de betreffende categorie

 

+

+

   
 

sorbinezuur

+

+

+

   
 

thioxylenolen

 

+

     
 

tri-n-decylmercaptaan

   

+

   
 

tris-2-hydroxyethylamine, uitsluitend in vormlosmiddelen

+

+

+

NA1

NA1

 

tris(2-hydroxyethyl)aminefosfaat, uitsluitend in vormlosmiddelen

+

+

+

NA1

NA1

 

ureum

 

+

+

   
 

xyleenformaldehydharsen, ten hoogste 3%

 

+

+

   
 

zink-4-tert.butylthiofenolaat, ten hoogste 0,3%

   

+

   
 

zinkpentachloorthiofenolaat, ten hoogste 0,3%

   

+

   
 

k. oplosmiddelen:

         
 

voor zover het eindproduct blijft voldoen aan het bepaalde in artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1935/2004

+

+

+

   
X Noot
1

Met NA (niet aantoonbaar) wordt bedoeld een waarde van ten hoogste 0,01.

X Noot
2

Voor praktische toepassing wordt aangenomen dat men voor een kind vijf wegwerpspenen per dag gebruikt. De specifieke migratielimiet per speen is derhalve een vijfde deel van de in de tabel vermelde waarde. Voor meermalig te gebruiken spenen en fopspenen is het in bijlage deel B, hoofdstuk I, onderdeel 4.2.1, onder 5, en onderdeel 4.2.2, onder 1, bepaalde ten aanzien van onderzoek van voorwerpen die bestemd zijn om meerdere malen met levensmiddelen in contact te komen van overeenkomstige toepassing.

X Noot
3

SML voor de som van sym. dimethyldifenylthiuram-disulfide en di-N-pentamethyleenthiuram-tetrasulfide.

X Noot
4

SML voor de som van tetraethylthiuramdisulfide, tetramethylthiuramdisulfide en tetramethylthiurammonosulfide

X Noot
5

SML voor de som van zinkdibutyldithiocarbamaat, zinkdiethyldithiocarbamaat, zinkdimethyldithiocarbamaat, zinkethylfenyldithiocarbamaat en zinkpentamethyleendithiocarbamaat.

X Noot
6

SML(T) voor zink = 5.

X Noot
7

SML voor de som van de natriumzouten van alkyl(C8-C18)benzeensulfonaten, alkyl(C8-C18)sulfaten en alkyl(C8-C18)sulfonaten.

X Noot
8

SML voor de som van bis(2-hydroxyethyl)ether en ethaandiol.

2. De tabel in paragraaf 5.7. komt te luiden:

 

SML (mg/kg)

 

Productcategorie genoemd in paragraaf 3.3

stof / groep stoffen

I

II

aluminium

1

1

6-aminohexaanlaktam

1,51

15

aromatische aminen

NA 12

NA2

benzthiazol

0,051

0,5

dibenzylamine

0,051

0,5

mercaptanen

NA 12

NA2

zink

5

5

X Noot
1

Voor praktische toepassing wordt aangenomen, dat men voor een kind vijf wegwerpspenen per dag gebruikt. De specifieke migratielimiet per speen is derhalve een vijfde deel van de in de tabel vermelde waarde. Voor meermalig te gebruiken spenen en fopspenen is het in bijlage deel B, hoofdstuk I, onderdeel 4.2.1, onder 5, en onderdeel 4.2.2, onder 1, bepaalde ten aanzien van onderzoek van voorwerpen die bestemd zijn om meerdere malen met levensmiddelen in contact te komen van overeenkomstige toepassing.

X Noot
2

Met NA (niet aantoonbaar) wordt – voor praktische toepassing – bedoeld een waarde van ten hoogste 0,05.

E

Hoofdstuk IV wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 2.1., onderdeel c, metallische deklagen, wordt als volgt gewijzigd:

1°. ‘gehalte aan lood: ten hoogste 0,05%’ wordt vervangen door ‘gehalte aan lood: ten hoogste 0,01%’.

2°. Aan het slot worden de volgende zinnen toegevoegd:

Voor met zirkonium gepassiveerd metaal geldt de volgende aanvullende bepaling. Als in de levensmiddelen waarmee het metaal in contact komt de eigenschappen van azijnzuur overheersen, moet met zirkonium gepassiveerd metaal zijn voorzien van een coating van organische polymeren. Deze bepaling is niet van toepassing op met zirkonium gepassiveerd metaal in contact met niet-zure levensmiddelen of in contact met levensmiddelen waarin de eigenschappen van andere zuren dan azijnzuur overheersen.

2. In paragraaf 2.2., onderdeel g, onder 6°., overige hulpstoffen, wordt voor de stof ‘organopolysiloxanen’ ingevoegd:

fosforzure esters van geëpoxideerd polybutadieen met eindstandige hydroxyl-groepen, CAS 1429907-37-8, alleen te gebruiken in deklagen op metaal;

3. De tabel in paragraaf 4.3. wordt als volgt gewijzigd:

1°. Boven de tabel wordt de volgende kop geplaatst:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

2°. Na de stof ‘sec. alifatische aminen’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

aluminium:

5

3°. Na de stof ‘formaldehyd en hexamethyleentetramine, in totaal’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

fosforzure esters van geëpoxideerd polybutadieen met eindstandige hydroxylgroepen:

0,05

4°. Het onderdeel ‘lood: 0,1’ wordt vervangen door:

lood:

0,012

5°. Het onderdeel ‘nikkel: 1’ wordt vervangen door:

nikkel:

0,14

6°. Na de stof ‘vanadium’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

zink:

5

7°. Het onderdeel ‘zirkonium: 22’ wordt vervangen door:

zirkonium:

23

8°. Onderaan de tabel wordt na voetnoot 1, onder vernummering van voetnoot 2 tot voetnoot 3, de volgende voetnoot ingevoegd:

2 Niet van toepassing op vertind staalplaat dat gebruikt wordt als verpakking van levensmiddelen.

4. In paragraaf 4.5. worden de eerste twee alinea’s verwijderd.

F

De lijst bestanddelen in paragraaf 4.2., van hoofdstuk V, wordt vervangen door:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

antimoon:

0,04

arseen:

0,01

barium:

1

boor:

1

cadmium:

0,01

cerium:

1

chroom:

0,1

fluor:

1

kobalt:

0,05

lithium:

0,6

lood:

0,1

mangaan:

0,6

nikkel:

0,02

rubidium:

1

zirkonium:

2

G

In hoofdstuk VI wordt boven de tabel in paragraaf 2.3.3 de volgende kop geplaatst:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

H

In hoofdstuk VII wordt de tabel in paragraaf 3.2 als volgt gewijzigd:

1. Boven de tabel wordt de volgende kop geplaatst:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

2. Na de stof ‘alkyl(C8-C18)sulfaten, in totaal:’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

aluminium:

1

3. Aan het slot wordt de volgende stof met SML toegevoegd:

zink:

5

I

In hoofdstuk IX wordt in paragraaf 3.2. boven de tabel de volgende kop geplaatst:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

J

Hoofdstuk X wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 3., onderdeel a, monomeren, wordt als volgt gewijzigd:

1°. Na de stof ‘2-acrylamido-2-methylpropaansulfonzuur en de ammonium-, kalium- en natriumzouten’ wordt de volgende stof met bijbehorende gegevens ingevoegd:

adipinezuurdihydrazide, CAS 1071-93-8; alleen te gebruiken als crosslinker in acrylcopolymeren met keto-zijgroepen, in deklagen op plastics en niet in direct contact met voedsel;

2°. Na de stof ‘N,N-dimethyl-2-aminoethylmethacrylaat’ wordt de volgende stof met bijbehorende gegevens ingevoegd:

N-(1,1-dimethyl-3-oxobutyl)acrylamide, CAS 2873-97-4, alleen te gebruiken als comonomeer in acrylcopolymeren, om keto-zijgroepen te induceren die met adipinezuurdihydrazide zijn gecrosslinked, in deklagen op plastics en niet in direct contact met voedsel;

3°. Het onderdeel ‘1,2-bis(triethoxysilyl)ethaan, 0,05 mg/kg, alleen voor gebruik onder hydrofobe deklagen, geen methoden voor migratie beschikbaar’ wordt vervangen door ‘1,2-bis(triethoxysilyl)ethaan, alleen voor gebruik onder hydrofobe deklagen’.

4°. Het onderdeel ‘methacrylzuur, 2-hydroxypropylester, CAS 277813-02-1’ wordt vervangen door ‘methacrylzuur, 2-hydroxypropylester, CAS 27813-02-1’.

5°. Onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma wordt de volgende stof met bijbehorende gegevens toegevoegd:

tetramethyl-bis(4-hydroxyfenyl)methaan, reactieproduct met epichloorhydrine (TMBPF-DGE), CAS 113693-69-9.

2. In paragraaf 6., onderdeel l, watervastmakende middelen, wordt de volgende stof verwijderd:

diethanolaminezouten van mono- en bis(1H,1H,2H,2H-perfluoralkyl(C8-C18)fosfaten;

3. In paragraaf 7., onderdeel a, monomeren, wordt na de stof ‘tetraethyleenpentamine’ de volgende stof met bijbehorende gegevens ingevoegd:

2,2,4,4-tetramethylcyclobutaan-1,3-diol, CAS 3010-96-6;

4. De tabel in paragraaf 12.3. wordt als volgt aangepast:

1°. Boven de tabel wordt de volgende kop geplaatst:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

2°. Na de stof ‘pimaricine’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

adipinezuurdihydrazide:

0,05

3°. Na de stof ‘allylethers van eenwaardige alcoholen, C1-C18 en meerwaardige alcoholen, C2-C12, in totaal’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

aluminium:

1

4°. Het onderdeel ‘2,2-bis(4-hydroxyfenyl)propaan, bis(2,3-epoxypropyl)-ether: (bisfenol A, diglycidylether = BADGE: volgens HFDST: 1 par: 3.4’ wordt vervangen door:

2,2-bis(4-hydroxyfenyl)propaan, bis(2,3-epoxypropyl)-ether (bisfenol A, diglycidylether = BADGE):

volgens Verordening (EG) nr. 1895/2005

5°. Na de stof ‘bis{1-[(2-hydroxypropyl)amino]propaan-2-yl} adipaat (reactieproduct van N,N,N’,N’-tetrakis(2-hydroxypropyl)adipamide)’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

1,2-bis(triethoxysilyl)ethaan

0,053

6°. Het onderdeel ‘dibutyltindilauraat en dibutyltinoxide, in totaal: 0,05 (als tin)’ wordt vervangen door:

dibutyltindilauraat en dibutyltinoxide, in totaal:

0,01 (als dibutyltin)

7°. Na de stof ‘N,N-dimethyl-2-aminoethylmethacrylaat’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

N-(1,1-dimethyl-3-oxobutyl)acrylamide

0,05

8°. De volgende stof met zijn SML wordt verwijderd:

mono- en bis(1H,1H,2H,2H-perfluoralkyl(C8-C18)fosfaten, diethanolaminezouten, in totaal:

1

9°. Na de stof ‘N,N,N',N'-tetrakis(2-hydroxypropyl)adipamide’ worden de volgende stoffen met SML ingevoegd:

tetramethyl-bis(4-hydroxyfenyl)methaan, reactieproduct met epichloor-hydrine (TMBPF-DGE):

SML (T) = 0,2 mg/kg (som van TMBPF, TMBPF-DGE, TMBPF-DGE.H2O en TMBPF-DGE.2H2O)4

SML(T) = 0,05 mg/kg (som van TMBPF-DGE.HCl, TMBPF-DGE.2HCl en TMBPF-DGE.HCl.H2O)4

2,2,4,4-tetramethylcyclobutaan-1,3-diol:

5

10°. Na de stof ‘vinylesters van verzadigde en onverzadigde, een- en meerwaardige, alifatische en cyclische carbonzuren (met uitzondering van vinylacetaat en vinylpropionaat), in totaal:’ wordt de volgende stof met SML ingevoegd:

zink:

5

11°. Aan de voetnoten onder de tabel worden de volgende voetnoten toegevoegd:

3 Geen analysemethode voor het bepalen van de migratie beschikbaar.

4 TMBPF: tetramethyl bisfenol F; TMBPF-DGE: tetramethyl bisfenol F – diglycidylether, synoniem aan tetramethyl-bis(4 hydroxyfenyl) methaan, reactieproduct met epichlorohydrine.

K

De lijst bestanddelen in paragraaf 4., onderdeel a, van hoofdstuk XI, wordt vervangen door:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

aluminium:

1

antimoon:

0,04

arseen:

0,01

barium:

1

cadmium:

0,01

chroom:

0,1

ijzer:

48

kobalt:

0,05

koper:

5

kwik:

0,005

lithium:

0,6

lood:

0,01

mangaan:

0,6

nikkel:

0,02

seleen:

0,01

zink:

5

L

Hoofdstuk XII, paragraaf 3.3, komt te luiden:

3.3 De specifieke migratie mag onder redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden vermenigvuldigd met de van toepassing zijnde factor vermeld in bijlage deel B, hoofdstuk I, tabel 4.1, niet meer bedragen dan:

stof / groep stoffen

SML (mg/kg)

in tabel XII-1 genoemde stoffen:

de daar aangegeven waarde

epoxygroepen bevattende stoffen, andere dan geëpoxideerde sojaolie:

QM(T) = 5 mg/kg in EP (als epoxygroep, MG = 43)

zink:

5

ARTIKEL II

  • 1. Verpakkingen en gebruiksartikelen die voldoen aan de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen zoals deze luidde op 30 juni 2022 en voor 1 januari 2023 in de handel zijn gebracht mogen verhandeld worden totdat de voorraden zijn uitgeput.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op verpakkingen en gebruiksartikelen van papier en karton en op deklagen, indien die de in artikel I, onderdeel C, tweede lid, respectievelijk de in artikel I, onderdeel J, tweede lid, genoemde stoffen bevatten.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, EJ. Kuipers

TOELICHTING

1. Algemeen

Deze regeling strekt ten eerste tot toevoeging van nieuwe stoffen aan deel A van de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen die de afgelopen jaren door belanghebbenden zijn aangevraagd en door de Commissie G4 zijn beoordeeld. De Commissie G4 bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) – de voorganger van de op 1 juli 2020 ingestelde Nederlandse Commissie beoordeling veiligheid voedselcontactmaterialen (NCbvv)1 – voerde vanouds de risicobeoordelingen uit voor nationale toelatingen in het kader van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen.

De Commissie G4 heeft naar aanleiding van uitgevoerde risicobeoordelingen geadviseerd dat bepaalde stoffen kunnen worden toegelaten en onder welke voorwaarden dat zou kunnen.

Ten tweede past deze regeling de afgifte van lood aan. In november 2019 heeft de Gezondheidsraad haar advies over loodinname via kraanwater2 gepubliceerd. In zijn nadere reactie op dit advies heeft het kabinet onder meer aangegeven dat de norm voor de afgifte van lood door metalen voedselcontactmaterialen zal worden aangepast3. Die toegezegde aanpassing wordt in deze wijziging doorgevoerd.

Daarnaast worden op advies van de Commissie G4 enkele andere aanscherpingen van specifieke migratielimieten voor metalen doorgevoerd. Deze aanscherpingen hebben betrekking op aluminium, nikkel en zink.

Ten derde wordt met deze regeling de goedkeuring ingetrokken van alle stoffen die de door EFSA beoordeelde PFAS’en (PFOA, PFOS, PFNA en PFHxS) als uitgangsstof, verontreiniging of afbraakproduct hebben. Ook de opgenomen migratielimieten voor deze stoffen worden verwijderd. Deze aanpassing vloeit voort uit de op 12 september 2019 door de Tweede Kamer aangenomen motie-Kröger4. Hierin verzocht de Kamer de regering om te onderzoeken of in Nederland een verbod op een groep gefluoreerde stoffen, de zogenaamde PFAS’en, in voedselverpakkingen van papier en karton mogelijk is en de Kamer hierover binnen drie maanden te informeren. Aanvankelijk leek een generiek verbod (generieke intrekking van goedkeuring) van deze stoffen in deze Warenwetregeling niet mogelijk, omdat het effect op de voedselveiligheid de rechtvaardigingsgrond vormt om stoffen in de regeling op te nemen of te schrappen en er geen aanwijzingen waren dat de stoffen tot problemen voor de voedselveiligheid zorgen. Uit een herbeoordeling van vier PFAS’en door de European Food Safety Authority5 (de Europese autoriteit voor de voedselveiligheid, hierna: EFSA) is echter gebleken dat deze stoffen toxischer zijn dan voorheen gedacht.

Verder worden enkele technische wijzigingen en correcties doorgevoerd.

2. Consultatie

Het ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)6. Deze consultatie heeft geleid tot twee reacties.

In de eerste reactie werden twee onderwerpen besproken. Ten eerste werd geconstateerd dat de nieuw voorgestelde SML voor lood in hoofdstuk IV (metalen) voor onduidelijkheid zou kunnen zorgen. Aangedrongen werd op het herformuleren van de verplichtingen.

Technisch is het zeer lastig om met simulanten een betrouwbare meting te doen van de migratie (afgifte) van lood uit vertind plaatstaal (blik). Volgens betrokkenen was het maximumgehalte aan lood in vertind plaatstaal (0,05% van het tin) aan de hoge kant. Daarop is het maximumgehalte aan lood in tin voor deklagen verlaagd van 0,05% naar 0,01%. Dit is de waarde die ook wordt vermeld in de internationale norm (EN 10333) voor vertind blik. Door dit maximale loodgehalte van tin werd, in combinatie met het maximumgehalte aan tin in Verordening (EG) nr. 1881/20067, de specifieke migratielimiet voor lood overbodig. Daarom is de uitzondering van de SML voor lood voor enkele voedingsmiddelen in paragraaf 4.5. geschrapt en vervangen door een voetnoot in de tabel in paragraaf 4.3. die de SML niet van toepassing verklaart op producten die verpakt zijn in vertind plaatstaal. Met deze wijzigingen wordt aan het verzoek tot meer duidelijkheid en coherentie met andere voorschriften tegemoetgekomen.

De tweede opmerking betrof de formulering van de eis dat met zirkonium gepassiveerd metaal in bepaalde gevallen van een organische coating moet worden voorzien. De formulering is aangepast, om duidelijk te maken dat deze verplichting alleen van toepassing is bij contact met zure levensmiddelen en uitsluitend als deze het zure karakter ontlenen aan azijnzuur en niet aan andere zuren.

De tweede reactie tijdens de consultatieperiode betrof een commentaar dat inging op de veiligheid van de stof TMBPF-DGE, waarvan het gebruik in hoofdstuk X (deklagen) onder bepaalde voorwaarden wordt toegelaten. De opmerkingen over deze stof zijn vervolgens getoetst door het RIVM, dat tot de conclusie kwam dat de te verwachten blootstelling aan de stof ruim beneden als veilig beschouwde gehalten blijft. De toelating van de stof is daarom niet aangepast.

3. 3. Notificatie

Het ontwerp van deze regeling is gemeld aan de Europese Commissie ter voldoening aan artikel 5, eerste lid, van Richtlijn (EU) 2015/15358. De notificatie bij de Europese Commissie is noodzakelijk, aangezien artikel I van deze regeling technische voorschriften bevatten in de zin van richtlijn (EU) 2015/1535. Naar aanleiding van deze notificatie zijn geen opmerkingen gemaakt door de Europese Commissie of een Europese lidstaat.

4. Gevolgen voor regeldruk

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven. De kennisnemingskosten zijn nihil. Er zijn beperkte nalevingskosten. In enkele gevallen wordt uit voedselveiligheidsoverwegingen de Specifieke Migratie Limiet (hierna: SML) van stoffen aangescherpt; in die gevallen zullen bedrijven moeten nagaan of hun producten nog aan de wetgeving voldoen en zullen zij, zo nodig, de producten aan de nieuwe eisen moeten aanpassen.

Het bedrijfsleven heeft aanvragen ingediend voor de toelating van bepaalde stoffen in verpakkingen en gebruiksartikelen. Deze regeling zorgt onder andere voor het toevoegen van stoffen aan diverse hoofdstukken van deel A van de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen. Door de toevoeging van deze stoffen kan het bedrijfsleven gebruik gaan maken van deze stoffen. Dit brengt positieve bedrijfseffecten met zich mee.

De kosten voor bedrijven worden ook gematigd doordat er een redelijke overgangsperiode is waarin producten die in de betreffende vorm al eerder op de markt zijn gebracht, na de inwerkingtreding nog op de markt mogen worden gebracht. Deze overgangsperiode is echter niet van toepassing op verpakkingen en gebruiksartikelen die de in artikel I, onderdeel C, tweede lid, en onderdeel J, tweede lid, met name genoemde PFAS bevatten. Bij navraag bij de sector is gebleken dat papier en karton dat deze PFAS bevat, niet op de Nederlandse markt wordt gebracht, zodat niets een uit volksgezondheidsoogpunt wenselijke onmiddellijke inwerkingtreding in de weg staat.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het wel gevolgen voor de regeldruk heeft, maar deze hierboven toereikend in beeld zijn gebracht.

5. Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

Het ontwerp van deze regeling is in verband met de eventuele gevolgen voor de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid voorgelegd aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. De NVWA geeft aan dat er beperkingen zijn in de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid. Deels zijn deze van tijdelijke aard, deels vergen zij een aanpassing van de werkwijze bij het goedkeuren van nieuwe stoffen.

Tijdelijke beperkingen die samenhangen met te ontwikkelen analysemethoden

De NVWA constateert dat er op dit moment voor een aantal nieuw of anders gereguleerde stoffen of groepen van stoffen geen adequate analysemethoden voorhanden zijn. Voor zover dit betrekking heeft op analysemethoden voor al gereguleerde stoffen, die niet langer toegestaan zijn, bestond deze beperking al langer. Wel kan het nodig zijn om bij het niet-langer toelaten van stoffen of bij het verlagen van de Specifieke Migratielimiet (SML) de gevoeligheid van bestaande methoden te verhogen. Het is van belang dat de benodigde nieuwe methoden of methoden met een verhoogde gevoeligheid ontwikkeld worden.

Afwezigheid van referentiematerialen

De NVWA constateert een beperking van meer structurele aard met het ontbreken van een verplichting aan producenten om referentiematerialen ter beschikking te stellen. Als een nieuwe stof voor het gebruik in voedselcontactmaterialen wordt toegelaten, is het van belang dat standaardmateriaal beschikbaar is voor het analyseren van een bepaalde verontreinigingen en afbraak- en reactieproducten. Zonder dit materiaal wordt de ontwikkeling van adequate analysemethoden ernstig belemmerd.

Tot nu toe is bij het in behandeling nemen van aanvragen voor nieuw toe te laten stoffen door de NCbvv inderdaad niet gevraagd om het aanleveren van referentiemateriaal. Het Ministerie van VWS zal met de NCbvv overleggen om de verplichting om deze materialen beschikbaar te stellen op te nemen in de vereisten bij het indienen van dossiers ter beoordeling. Daarnaast zal het ministerie in overleg gaan met de indieners van al toegelaten stoffen om waar mogelijk referentiematerialen te verkrijgen. In overleg met de NVWA zal ook contact worden opgenomen met het Joint Research Centre van de Europese Commissie om te zorgen dat bij het verzamelen en opslaan van referentiematerialen zoveel mogelijk een geharmoniseerde aanpak bestaat.

6. Artikelsgewijs

Artikel I

Inhoudelijke wijzigingen op grond van dossierbeoordelingen door de Commissie G4

Voor de stoffen die nieuw worden opgenomen in hoofdstuk I (kunststoffen), hoofdstuk II (papier en karton), hoofdstuk IV (metalen) en hoofdstuk X (deklagen) van deel A van de bijlage bij de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen (hierna: WVG) is een dossier ingediend door aanvragers die om toelating van deze stoffen in de desbetreffende hoofdstukken hebben gevraagd. De beoordeling van de dossiers leidt tot opneming van deze stoffen met bijbehorende restricties.

In tabel I-1 van hoofdstuk I (kunststoffen) worden de volgende stoffen met hun restricties toegevoegd:

  • 2,2-di-(tert-amylperoxy)butaan;

  • het afbraakproduct daarvan, tert-amylalcohol; met als voetnoot dat het niet mag worden gebruikt als uitgangsmateriaal of additief;

  • 2,2,6,6-tetramethyl-3,5-heptadion, tautomeer mengsel met 5-hydroxy-2,2,6,6-tetramethylhept-4-een-3-on (ook in Duitsland aangemeld en beoordeeld);

  • 3,6,9-trimethyl-3,6,9-tris(ethyl en/of propyl)-1,2,4,5,7,8-hexoxonaan (ook in Duitsland aangemeld en beoordeeld).

Daarnaast worden in tabel I-1 vijftien afbraakstoffen toegevoegd van een hulpstof (katalysator) die wordt ingezet bij de productie van plastic. Voor al deze stoffen geldt dat zij alleen als ontledingsproduct mogen voorkomen en dat de SML (individueel en per groep) 0,05 mg/kg bedraagt. Ook deze stoffen zijn in Duitsland aangemeld en met hetzelfde resultaat beoordeeld. Met deze vermeldingen konden drie andere vermelde stoffen worden geschrapt.

In hoofdstuk II (papier en karton) wordt na een positieve beoordeling de stof ‘cellulose microvezels, geproduceerd met calciumcarbonaat, kaoline en/of andere toegestane minerale vulstoffen’ toegevoegd.

In hoofdstuk IV (metalen) wordt de volgende stof met restrictie en voetnoot toegevoegd:

  • Fosforzure esters van geëpoxideerd polybutadieen met eindstandige hydroxyl-groepen; CAS Nr. 1429907-37-8; SML = 0,05 mg/kg; alleen te gebruiken in deklagen op metaal.

In hoofdstuk X (deklagen) worden de volgende aanpassingen aangebracht:

  • In paragraaf 3, onderdeel a, (monomeren) worden twee stoffen toegevoegd waarover de EFSA opinies heeft uitgebracht. Omdat het coatings betreft, vallen deze evaluaties buiten het mandaat van de EFSA, hetgeen betekent dat deze stoffen en hun restricties niet worden opgenomen in EU-regelgeving. De commissie G4 heeft geen herevaluaties uitgevoerd en heeft de EFSA-opinies inclusief restricties overgenomen. Het gaat om de onderstaande vermeldingen:

    • adipinezuur dihydrazide; CAS Nr. 1071-93-8; SML = 0,05 mg/kg; alleen te gebruiken als crosslinker in acrylcopolymeren met keto-zijgroepen, in deklagen op plastics en niet in direct contact met voedsel;

    • N-(1,1-dimethyl-3-oxobutyl)acrylamide; CAS Nr. 2873-97-4; SML = 0,05 mg/kg; alleen te gebruiken als comonomeer in acrylcopolymeren, om keto-zijgroepen te induceren die met adipinezuur dihydrazide zijn gecrosslinked, in deklagen op plastics en niet in direct contact met voedsel.

  • In paragraaf 3, onderdeel a (monomeren) wordt de onderstaande stof toegevoegd: tetramethyl-bis(4-hydroxyfenyl)methaan, reactieproduct met epichloor-hydrine (TMBPF-DGE), CAS 113693-69-9. Deze nieuw toegevoegde stof heeft veel overeenkomsten met ‘BADGE’ (= Bisfenol A, DiGlycidylEther = bis(4-hydroxyfenyl)propaan, bis(2,3-epoxypropyl)ether = 2,2-bis(4-hydroxyfenyl)propaan, bis(2,3-epoxypropyl)ether = 2,2-bis(4-hydroxyfenyl)propaan, bis(2,3-epoxypropyl)ether) en ‘BFDGE (= Bisfenol-F-DiGlycidyl-Ether = bis(hydroxyfenyl)methaan-bis(2,3-epoxypropyl)ethers), die beide zijn opgenomen in de WVG.

  • In paragraaf 7, onderdeel a (monomeren) wordt de onderstaande stof toegevoegd:2,2,4,4-tetramethylcyclobutaan-1,3-diol (TMCD), CAS Nr. 3010-96-6.

  • De restricties voor TMBPF-DGE en TMCD zijn elders in hoofdstuk X opgenomen, en wel in de tabel onder paragraaf 12.3.

Inhoudelijke wijzigingen om invulling te geven aan de motie Kröger voor het verbieden van bepaalde gefluoreerde verbindingen

In hoofdstuk II (papier en karton) worden in paragraaf 1.2.2.r. (overige hulpstoffen) de volgende fluorhoudende stoffen verwijderd:

  • ammoniumbis(N-ethyl-2-perfluoroctaansulfonamideethyl)fosfaat, ten hoogste 15% ammoniuono(N-ethyl-2-perfluoroctaansulfonamideethyl)fosfaat bevattend;

  • copolymeren van 2-(perfluoroctylsulfonylaminomethyl)ethylmethacrylaat, 2,3 epoxypropyl-metcrylaat, ethoxyethylacrylaat en methacryloylmethyl-trimethylammoniumchloride;

  • perfluoralkyl(C6-C16)(C6-C18)fosfaten van bis(2-hydroxyethyl)amine, ten hoogste 1%.

In hoofdstuk II worden verder in paragraaf 1.3, punt 1.3.3, ook de bijbehorende limieten geschrapt.

Ook wordt – in hoofdstuk X (deklagen), paragraaf 6 (Oplossingen in water) onder l. (watervast-makende middelen) – de volgende stof geschrapt:

  • diethanolaminezouten van mono- en bis(1H,1H,2H,2H-perfluoralkyl(C8-C18)fosfaten (deze PFAS kan in een coating op papier en karton aangebracht worden).

Ook de SML van deze stof, opgenomen in hoofdstuk X, paragraaf 12.3 wordt geschrapt.

Aanpassingen om de Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen in lijn te brengen met Verordening (EU) 10/20119

Zink

Met Verordening (EU) 2016/141610 is per 14 september 2018 in Verordening (EU) 10/2011 de restrictie voor de hoeveelheid zink die maximaal uit plastic mag migreren, verlaagd van 25 naar 5 mg/kg. Zinkhoudende stoffen die volgens de WVG in plastic gebruikt mogen worden, zijn: ‘zinknaftenaat’ en ‘colofonium, calcium- en zinkzouten, volgens hoofdstuk IV, par 2.2 sub f’. Zinknaftenaat heeft al een restrictie die volstaat, namelijk ‘SML(zink): zie bijlage II van Verordening (EG) 10/2011’). Deze formulering voorkomt dat de WVG bij een volgende wijziging van de SML voor zink van de Europese verordening opnieuw moet worden gewijzigd. De formulering mist echter bij ‘colofonium, … zinkzouten’. Hoewel de restrictie in Verordening (EU) 10/2011 prevaleert boven de WVG, is het wel wenselijk dat de WVG geen andere normen stelt. Dit is nu aangepast.

Nikkel

Met Verordening (EU) 2017/75211 is per 19 mei 2019 in Verordening (EU) 10/2011 een restrictie opgenomen voor de hoeveelheid nikkel die maximaal uit plastic mag migreren, namelijk 0,02 mg/kg. Deze limiet is vanwege de rechtstreekse werking van de Verordening ook van toepassing op nikkelhoudende verbindingen die in hoofdstuk I, Tabel I-1 van de WVG zijn opgenomen. In Tabel I-1 is voor ‘2 ethylhexaanzuur, nikkelzout’ een SML van 1 mg/kg voor nikkel opgenomen. Duidelijkheidshalve wordt de SML in de WVG nu aangepast naar: ‘Zie bijlage II, Verordening (EU) nr. 10/2011’. Deze formulering voorkomt dat het WVG bij een volgende wijziging van de SML voor nikkel in de Europese verordening opnieuw moet worden gewijzigd.

Overige aanpassingen op basis van advies van de Commissie G4

Dibutyltinverbindingen

Op advies van de Commissie G4 wordt in de hoofdstukken II en X de migratielimiet voor de som van alle dibutyltinverbindingen in de WVG verlaagd tot 10 μg/kg als dibutyltin.

Lood

De wijziging van de SML van lood (van 100 μg/kg naar 10 μg/kg) in metaal die is toegezegd in de eerder genoemde Kamerbrief van 2 juli 2020, is opgenomen in paragraaf 4.3 van hoofdstuk IV (metalen). Dezelfde aanscherping is doorgevoerd in hoofdstuk XI (kleurstoffen). In hoofdstuk V (glas en glaskeramiek) blijft deze relatief hoge SML voor lood nog staan, omdat de Europese Commissie werkt aan wetgeving die ook een SML voor lood in dit soort materialen (waaronder loodkristal en volloodkristal) zal bevatten. Het is niet gewenst dat de wetgeving op dit punt binnen korte tijd twee maal verandert.

Aluminium

Met de eerder genoemde Verordening (EU) 2016/1416 is per 14 september 2018 in Verordening (EU) 10/2011 een restrictie opgenomen voor de hoeveelheid aluminium die maximaal uit plastic mag migreren: 1 mg/kg.

Op advies van de Commissie G4 wordt deze SML voor aluminium van 1 mg/kg in de WVG overgenomen in alle hoofdstukken waar aluminium in voorkomt, behalve in hoofdstuk IV (metalen). Het gaat om de hoofdstukken II, III, VII, X en XI. Als in de toekomst de SML voor aluminium in plastics wordt aangepast, zal worden overwogen of het wenselijk en haalbaar is om ook de SML’s in deze hoofdstukken aan te passen.

In hoofdstuk IV (metalen) wordt voor aluminium een SML van 5 mg/kg opgenomen. Deze waarde is afkomstig uit de ‘Resolution on Metals and Alloys’ van de Raad van Europa (2013)12 en is gebaseerd op het ALARA-principe (Als Low As Reasonably Achievable).

Nikkel

Met Verordening (EU) 2017/752 is per 19 mei 2019 in Verordening (EU) 10/2011 een restrictie opgenomen voor de hoeveelheid nikkel die maximaal uit plastic mag migreren, namelijk 0,02 mg/kg. Op advies van de Commissie G4 is besloten deze SML ook te laten gelden voor andere materialen waarin het gebruik van nikkel is toegelaten, en wel in hoofdstukken V en XI. Hoewel dit in hoofdstuk V de enige aanpassing van de tabel is, is uit leesbaarheidsoverwegen besloten in dat hoofdstuk de gehele tabel opnieuw vast te stellen. Als in de toekomst de SML voor nikkel in plastics wordt aangepast, zal worden overwogen of het wenselijk en haalbaar is om ook de SML’s voor nikkel in deze hoofdstukken aan te passen.

Voor metalen is een SML van 0,02 voor nikkel niet haalbaar. Daarom wordt in hoofdstuk IV (metalen) voor nikkel een SML van 0,14 mg/kg opgenomen. Ook deze waarde is afkomstig uit de ‘Resolution on Metals and Alloys’ van de Raad van Europa (2013) en is gebaseerd op het ALARA-principe (Als Low As Reasonably Achievable).

Zink

Sinds 14 september 2018 geldt met Verordening (EU) 2016/1416 een SML van 5 mg/kg voor zink in plastic. Op advies van de Commissie G4 is besloten deze restrictie ook te laten gelden voor andere materialen en die dus in de andere hoofdstukken van de WVG op te nemen. Dit is van toepassing op hoofdstukken II, III, IV, VII, X, XI en XII. Deze SML gaat dus ook gelden voor metalen; ook in de ‘Resolution on Metals and Alloys’ van de Raad van Europa (2013), is voor zink een SRL (Specific Release Limit) opgenomen van 5 mg/kg.

Correcties en verduidelijkingen

Op grond van hoofdstuk I tabel I-1 geldt voor 2-ethylhexaanzuur een SML van 30 mg/kg (alleen of samen met 2 ethylhexaanzuur, nikkel of tinzout (als 2-ethylhexaanzuur)). Deze som SML van 30 mg/kg zou dus ook vermeld moeten zijn bij ‘2-ethylhexaanzuur, nikkelzout’ en ‘2 ethylhexaanzuur, tinzout’. Hier stond echter abusievelijk een somlimiet van 0,05 mg/kg (als 2-ethylhexaanzuur) vermeld.

In hoofdstuk I wordt daarnaast de vermelding van twee reeds opgenomen stoffen veranderd:

3,6,9-triethyl-3,6,9-trimethyl-1,4,7-triperoxaan wordt 3,6,9-triethyl-3,6,9-trimethyl-1,2,4,5,7,8-hexoxonaan. Deze nieuwe stofnaam is vastgesteld volgens dezelfde systematiek als de nieuw in te voegen stof 3,6,9-trimethyl-3,6,9-tris(ethyl en/of propyl)-1,2,4,5,7,8-hexoxonaan, die hieronder is vermeld. Deze naam is vastgesteld in overleg met BfR. Voor 5-tert-butyl-3-methyl-1,2-fenyleen dibenzoaat was bij de migratierestrictie foutievelijk ‘FRF geldt’ vermeld; deze vermelding is verwijderd.

In hoofdstuk II wordt de omschrijving van papier en karton verduidelijkt. Dit gebeurt naar aanleiding van de discussie over PFAS in nieuwe materialen zoals producten gebaseerd op vezels van suikerriet. Hoewel ook met de bestaande definitie producten uit alternatieve bronnen van cellulosevezels al onder het begrip ‘papier en karton’ vielen, bleek daarover in praktijk onduidelijkheid te bestaan. De bestaande omschrijving en vervaardigingseisen waren namelijk niet duidelijk over de aard van de gebruikte (cellulose)vezels. Naast producten uit vezels met een ‘klassieke’ oorsprong (met name vezels van hout en stro) wordt ook papier en karton geproduceerd uit ontsloten vezels van alternatieve bronnen van cellulose, zoals bijvoorbeeld tomatenloof en suikerriet. Het is van belang duidelijk te maken dat dergelijke producten ook onder papier en karton vallen. De omschrijving is daarop aangepast, waarbij is aangesloten bij de definitie die werd gebruikt door het Kenniscentrum Papier en Karton in zijn rapport ‘Recycling van papier en karton in Nederland in 2019’ en die op haar beurt is gebaseerd op de definitie van de Confederation of European Paper Industries (CEPI). Deze definitie dekt alle papier en karton dat is geproduceerd vanuit ontsloten cellulosevezels in suspensie. Producten op basis van intact natuurlijk materiaal (zoals hout, kurk, bamboe, palmbladeren), al dan niet gelijmd en al dan niet voorzien van een coating, vallen hier niet onder. Ook producten die plantaardige vezels bevatten maar bijeengehouden worden door een kunsthars vallen niet onder papier en karton. Dergelijke producten vallen onder de kunststoffen, geregeld in Verordening (EU) 10/2011, die overigens zeer restrictief is in het toelaten van plantaardig materiaal als additief in plastic.

In hoofdstuk III (rubberproducten) is geconstateerd dat de aanduiding van de voetnoten in tabel 4.2 ‘Stoffen die voor de vervaardiging van rubberproducten mogen worden gebruikt’ niet duidelijk en soms niet correct is. Correctie en verduidelijking leidt tot zoveel wijzigingen dat besloten is de tabel opnieuw vast te stellen. De toelatingen van de stoffen en de bijbehorende voorwaarden in de tabel zijn daardoor niet veranderd. Wel zijn enkele andere wijzigingen doorgevoerd. Zo is de SML van stoffen die ook voorkomen in Verordening (EU) 10/2011 en daar een andere SML hebben, hier aangepast. Ook is de detectielimiet voor ‘niet aantoonbaar’ gelijkgesteld aan die in Verordening (EU) 10/2011. Daarnaast is de stof ‘p-kresol-dicyclopentadieen-isobutyleen, copolymeer’ toegevoegd, met de SML die ook in Verordening (EU) 10/2011 geldt en met het maximum van 1,4%, dat ook gebruikt wordt in de aanbevelingen van het Duitse BfR. Blijkens de omschrijving van ‘rubber’ in paragraaf 1.1 kan rubber ook natuurlijk rubber bevatten. Natuurlijk rubber was echter niet als toegelaten substantie opgenomen; ook dit is in de tabel gecorrigeerd.

In hoofdstuk X was abusievelijk de migratielimiet voor de in 2014 nieuw toegelaten stof 1,2-bis(triethoxysilyl)ethaan niet in paragraaf 12.3 opgenomen.

Zoals hierboven beschreven, zijn in hoofdstuk XI (en wel in de tabel in paragraaf 4, onderdeel a) enkele wijzigingen aangebracht. Eén waarde (voor aluminium) is toegevoegd en twee waarden (voor nikkel en voor zink) zijn gewijzigd. De overige waarden in de tabel zijn niet aangepast. Wel is een nieuwe tabelkop toegevoegd. Uit het oogpunt van leesbaarheid is besloten de hele tabel opnieuw vast te stellen.

Artikel II

In artikel II is een overgangstermijn opgenomen. De overgangstermijn bestaat uit twee delen: een periode van zes maanden gedurende welke verpakkingen en gebruiksartikelen die in die vorm al eerder op de markt waren, nog in de handel mogen worden gebracht en een niet begrensde periode gedurende welke producten die al in de handel zijn gebracht, nog mogen worden verhandeld. Deze overgangsperiode sluit aan bij de periode die in de Europese Unie wetgeving over voedselcontactmaterialen gebruikelijk is.

Voor de handel in verpakkingen en gebruiksartikelen die bepaalde met name genoemde PFAS bevatten is geen overgangsperiode voorzien, aangezien gebleken is dat deze op dit moment in Nederland niet verhandeld worden en het uit volksgezondheidsoogpunt zeer wenselijk is dat deze ook gedurende een overgangsperiode niet alsnog op de markt verschijnen.

Artikel III

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de regeling. Voor de inwerkingtreding is aangesloten bij de vaste verandermomenten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers


X Noot
2

Gezondheidsraad, 2019: Loodinname via kraanwater, zie https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2019/11/06/loodinname-via-kraanwater.

X Noot
3

Kamerbrief van 2 juli 2020, Kamerstukken II 2019/20, 27 625, nr. 506.

X Noot
4

Motie van het lid Kröger, Kamerstukken II 2018/19, 32 793, nr. 441.

X Noot
5

Risk to human health related to the presence of perfluoroalkyl substances in food, zie https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/10.2903/j.efsa.2020.6223.

X Noot
6

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van industrie en handel, van consumenten, van betrokken ministeries en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

X Noot
7

Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PbEU 2006, L 364).

X Noot
8

Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241).

X Noot
9

Verordening (EU) nr. 10/2011 van de Commissie van 14 januari 2011 betreffende materia-len en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PbEU 2011, L 12).

X Noot
10

Verordening (EU) 2016/1416 van de Commissie van 24 augustus 2016 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EU) nr. 10/2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PbEU 2016, L 230).

X Noot
11

Verordening (EU) 2017/752 van de Commissie van 28 april 2017 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EU) nr. 10/2011 betreffende materialen en voorwerpen van kunststof, bestemd om met levensmiddelen in contact te komen (PbEU 2017, L 113).

X Noot
12

Council of Europe Resolution CM/(2013)9 on metals and alloys used in food contact materi-als and articles, https://www.edqm.eu/medias/fichiers/list_of_contents_metals_and_alloys_1st_edition.pdf.

Naar boven