Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 18 april 2022, nr. VO/32290895, houdende wijziging van de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden in verband met aanvullende bekostiging voor schoolcampussen met een breed onderwijsaanbod

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 82, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING AANVULLENDE BEKOSTIGING VO-SCHOLEN IN UITZONDERLIJKE OMSTANDIGHEDEN

De Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische rangschikking wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

BAG:

basisregistratie adressen en gebouwen als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;.

2. De begripsbepaling van het begrip minister komt te luiden:

minister:

Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs;.

B

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a. Aanvullende bekostiging schoolcampus met een breed onderwijsaanbod

  • 1. De Minister kan de aanvullende bekostiging, bedoeld in artikel 3, op aanvraag van het bevoegd gezag ook verstrekken indien:

    • a. het in artikel 3, tweede lid, onderdelen a tot en met e, bedoelde onderwijs binnen een scholengemeenschap is verdeeld over twee vestigingen, die hemelsbreed gemeten maximaal 300 meter van elkaar gelegen zijn; en

    • b. er door het bevoegd gezag een bijdrage wordt geleverd aan het tegengaan van segregatie doordat de leerlingen van de verschillende schoolsoorten samenkomen op de vestigingen in reguliere onderwijstijd. Het bevoegd gezag voldoet hieraan indien:

      • 1°. de eerste twee leerjaren, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van het vbo tot en met vwo wordt verzorgd op één van de vestigingen; of

      • 2°. onderwijs in de leerjaren, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b tot en met e, van het vbo tot en met het vwo, wordt verzorgd op één van de vestigingen; of

      • 3°. het bevoegd gezag aantoont dat minimaal 50% van de leerlingen minimaal 20% van hun onderwijstijd gedurende het schooljaar onderwijs volgt op beide vestigingen.

  • 2. De hemelsbreed gemeten afstand tussen twee vestigingen wordt berekend door de afstand in meters te bepalen met de formule: √((x1 – x2)2 + (y1 – y2)2), waarin x1 en y1 de BAG-coördinaten zijn van het adres van de ene vestiging en x2 en y2 de BAG-coördinaten zijn van het adres van de andere vestiging. Daarbij wordt uitgegaan van de adresgegevens van beide vestigingen zoals opgenomen in de Basisregistratie Instellingen.

  • 3. Het bevoegd gezag kan voor een vestiging één keer gebruikmaken van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt uiterlijk op 1 mei van enig kalenderjaar bij de Minister ingediend. Aanvragen die na 1 mei zijn ontvangen, worden afgewezen. De aanvraag geschiedt met gebruikmaking van het aanvraagformulier in de bijlage.

  • 5. In afwijking van het vierde lid wordt de aanvraag in 2022 uiterlijk op 1 juni bij de Minister ingediend. De aanvraag wordt afgewezen als deze na 1 juni is ontvangen.

  • 6. De Minister besluit voor 1 augustus van het kalenderjaar van aanvraag of de aanvullende bekostiging wordt toegekend. De aanvullende bekostiging wordt jaarlijks in november uitbetaald. De toekenning geldt tot en met het jaar 2026, mits voldaan blijft worden aan de voorwaarden uit het eerste lid.

  • 7. Het bevoegd gezag maakt er bij de Minister schriftelijk melding van indien niet meer wordt voldaan aan het eerste lid. De toekenning zal dan voor het kalenderjaar daaropvolgend stoppen.

  • 8. Artikel 3, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op de aanvullende bekostiging bedoeld in het eerste lid.

C

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘bedoeld in de artikelen 3 tot en met 6’ vervangen door ‘bedoeld in de artikelen 3 en 4 tot en met 6’.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

2. De beschikking en betaling van de aanvullende bekostiging bedoeld in artikel 3a vindt jaarlijks in één termijn plaats in november.

ARTIKEL II. WIJZIGING AANPASSINGSREGELING WVO 2020

Artikel XV van de Aanpassingsregeling WVO 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel A wordt in de alfabetische rangschikking van het voorgestelde artikel 1 een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

BAG:

basisregistratie adressen en gebouwen als bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;.

B

In onderdeel E wordt aan het slot van het voorgestelde artikel 8a toegevoegd ‘en artikel 6.1, vierde lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020’.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

BIJLAGE, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3A, VIERDE LID, VAN DE REGELING AANVULLENDE BEKOSTIGING VO-SCHOLEN IN UITZONDERLIJKE OMSTANDIGHEDEN

Aanvraagformulier aanvullende bekostiging schoolcampus met een breed onderwijsaanbod

Dit formulier

Met dit formulier dient u een aanvraag in om in aanmerking te komen voor de aanvullende bekostiging voor een schoolcampus met een breed onderwijsaanbod. U dient dit formulier uiterlijk op 1 mei in of in 2022 uiterlijk op 1 juni. Uiterlijk op 1 augustus wordt een beslissing genomen over uw aanvraag. De beschikking en betaling vindt uiterlijk plaats in november.

Opsturen

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Directie Voortgezet Onderwijs

Postbus 16375

2500 BL Den Haag

Of per e-mail naar: dienstpostbus.povoko@minocw.nl.

Meer informatie

duo.nl/zakelijk

ICO/VO (070) 757 51 22 bereikbaar van 09:00-13:00 op werkdagen.

1 Gegevens bevoegd gezag

1.1 Bevoegd gezag-nummer

1.2 Naam bevoegd gezag

1.3 Correspondentieadres

1.4 Postcode en plaats

2 Gegevens contactpersoon

2.1 Achternaam

2.2 Voorletter(s)

2.3 Telefoon

2.4 E-mailadres

3 Aanvullende bekostiging schoolcampus met een breed onderwijsaanbod

Er zijn twee mogelijkheden waarop de aanvrager kan voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen. De eerste is door spreiding van het onderwijsaanbod over de twee (of meer) dichtbij elkaar gelegen vestigingen. De tweede is door te motiveren dat leerlingen van verschillende onderwijssoorten elkaar in reguliere onderwijstijd ontmoeten op de vestigingen.

Lees verder in de toelichting

3.1 Gegevens van de twee vestigingen die hemelsbreed gemeten maximaal 300 meter van elkaar gelegen zijn en samen een breed onderwijsaanbod bieden.

Vestiging 1

BRIN-vestigingsnummer

Straat en huisnummer

Postcode en plaats

Geef in de tabel aan in welke leerjaren van welke onderwijssoorten bekostigde leerlingen zijn ingeschreven op teldatum t-1 op vestiging 1 zet een kruisje in het bijbehorende vakje:

 

Leerjaar 1

Leerjaar 2

Leerjaar 3

Leerjaar 4

Leerjaar 5

Leerjaar 6

Vbo

           

Mavo

           

Havo

           

Vwo

           

Vestiging 2

BRIN-vestigingsnummer

Straat en huisnummer

Postcode en plaats

Geef in de tabel aan in welke leerjaren van welke onderwijssoorten bekostigde leerlingen zijn ingeschreven op teldatum t-1 op vestiging 2, zet een kruisje in het bijbehorende vakje:

 

Leerjaar 1

Leerjaar 2

Leerjaar 3

Leerjaar 4

Leerjaar 5

Leerjaar 6

Vbo

           

Mavo

           

Havo

           

Vwo

           

Let op: Uit de gegevens die DUO tot zijn beschikking heeft wordt gecontroleerd of wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 3a, eerste lid, onderdeel b, onder 1° of 2°, van de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden.

3.2 Motivatie bevoegd gezag

Mochten de opgegeven vestigingen niet voldoen aan artikel 3a, eerste lid, onderdeel b, onder 1° of 2°, dan kunt u motiveren waarom wordt voldaan aan het volgende criterium:

Minimaal 50% van de leerlingen volgt minimaal 20% van hun onderwijstijd onderwijs op beide vestigingen.

4 Ondertekening

Het bevoegd gezag verklaart bij wijzigingen de Minister schriftelijk op de hoogte te stellen indien er niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van de regeling.

4.1 Nummer bevoegd gezag

4.2 Achternaam tekenbevoegde

4.3 Voorletter(s) tekenbevoegde

4.4 Telefoon

4.5 E-mail

4.6 Plaats

4.7 Datum

4.8 Handtekening

Toelichting

Algemeen

De aanvraag voor aanvullende bekostiging schoolcampus met een breed aanbod is gebaseerd op de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden.

Een scholengemeenschap heeft een schoolcampus met een breed onderwijsaanbod indien op de betreffende vestigingen op de teldatum leerlingen staan ingeschreven in:

  • a. de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs;

  • b. het vierde leerjaar van het vbo;

  • c. het vierde leerjaar van het mavo;

  • d. het vijfde leerjaar van het havo; en

  • e. het zesde leerjaar van het vwo.

De afstand wordt gebaseerd op de gegevens zoals vastgelegd in RIO en berekend op basis van de formule opgenomen in artikel 3a, tweede lid, van de regeling.

Om in aanmerking te komen voor de aanvullende bekostiging moet tevens voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

  • 1. De twee vestigingen moeten dichtbij elkaar gelegen zijn op hemelsbreed een gemeten afstand van maximaal 300 meter;

  • 2. De leerlingen van vbo tot en met vwo komen samen in reguliere onderwijstijd.

Onder de tweede voorwaarde wordt het volgende verstaan:

  • 1. De eerste twee leerjaren van het vbo tot en met het vwo wordt verzorgd op één van de vestigingen; of

  • 2. Het vierde leerjaar van het vbo en mavo, het vijfde leerjaar van het havo en het zesde leerjaar van het vwo worden verzorgd op één van de vestigingen; of

  • 3. Het bevoegd gezag toont aan dat minimaal 50% van de leerlingen minimaal 20% van hun onderwijstijd gedurende het schooljaar onderwijs volgt op beide vestigingen.

Onderdelen één en twee worden door DUO gecontroleerd op basis van de gegevens die vastgelegd zijn in RIO en BAG. Mochten de vestigingen in uw aanvraag niet aan deze voorwaarden voldoen dan moet u aannemelijk maken waarom het derde onderdeel voor deze vestigingen opgaat.

TOELICHTING

Algemene toelichting

Vestigingen van scholen voor voortgezet onderwijs waarop het onderwijsaanbod van vbo tot en met vwo wordt aangeboden, kunnen een bijdrage leveren aan het tegengaan van segregatie, doordat leerlingen van verschillende onderwijsniveaus elkaar ontmoeten. Ook kunnen op deze vestigingen leerlingen soepeler op- en afstromen, zonder dat zij naar een andere school hoeven. Voor deze vestigingen is reeds geregeld dat zij een aanvullend bedrag ontvangen.

De regeling voor vestigingen met een breed onderwijsaanbod wordt uitgebreid met een aanvraagregeling voor scholen die als campus het brede onderwijsaanbod aanbieden en zo een bijdrage leveren aan het tegengaan van segregatie.1 Met deze uitbreiding wordt invulling gegeven aan de motie Van Meenen.2 De Tweede Kamer stelt dat brede scholengemeenschappen ook als campus kunnen zijn georganiseerd, waarbij zij als twee vestigingen zijn georganiseerd, maar wel in dezelfde mate een bijdrage kunnen leveren aan het tegengaan van segregatie als brede scholen die op één vestiging zijn georganiseerd. Hiervoor is het wel van belang dat de vestigingen dicht bij elkaar liggen en de leerlingen van vbo tot en met vwo elkaar daadwerkelijk ontmoeten in de schoolgebouwen.

De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de aanvullende bekostiging als schoolcampus met een breed onderwijsaanbod zijn:

  • 1. De twee vestigingen moeten dichtbij elkaar gelegen zijn op hemelsbreed een gemeten afstand van maximaal 300 meter;

  • 2. De leerlingen van vbo tot en met vwo komen samen in reguliere onderwijstijd.

Om in aanmerking te komen voor het aanvullende bedrag, dat gelijk is aan het vaste bedrag voor de hoofdvestiging, moet een brede scholengemeenschap voldoen aan beide voorwaarden. Waarbij onder de tweede voorwaarde het volgende wordt verstaan:

  • 1. De onderbouw van het vbo tot en met het vwo wordt verzorgd op één van de vestigingen; of

  • 2. De bovenbouw van het vbo tot en met het vwo wordt verzorgd op één van de vestigingen; of

  • 3. Het bevoegd gezag toont aan dat minimaal 50% van de leerlingen minimaal 20% van hun onderwijstijd onderwijs volgt op beide vestigingen.

Er is voor een aanvraagregeling gekozen omdat het niet mogelijk is om deze voorwaarden geautomatiseerd te toetsen. Schoolbesturen moeten uiterlijk op 1 mei een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor de aanvullende bekostiging, met uitzondering van het kalenderjaar 2022. In dat jaar kan een aanvraag worden ingediend voor 1 juni zodat schoolbesturen voldoende tijd hebben na publicatie van de regeling om een aanvraag in te dienen. Schoolbesturen ontvangen uiterlijk 1 augustus een beslissing over hun aanvraag voor aanvullende bekostiging in november. Om dit proces mogelijk te maken is het noodzakelijk om af te wijken van de vaste verandermomenten. De beschikking geldt tot en met het jaar 2026. De regeling wordt voor het einde van 2026 geëvalueerd. Er wordt dan bekeken hoe de implementatie verloopt, of de criteria voldoen en of er aanpassingen moeten komen in de regeling.

Het bevoegd gezag kan slechts één keer een aanvraag doen voor een vestiging. In de situatie waarin een vestiging een campus kan vormen met twee aparte andere vestigingen, kan het bevoegd gezag dus niet meerdere aanvragen doen waarin dezelfde vestiging voorkomt. Dat betekent in onderstaand voorbeeld dat bevoegd gezag x voor eenmaal het bedrag aanvullende bekostiging in aanmerking kan komen.

Bevoegd gezag x met drie vestigingen a, b en c:

  • Vestigingen a + b vormen een campus;

  • Vestigingen a + c vormen een campus;

  • Vestigingen b + c voldoen samen niet aan de voorwaarden voor het vormen van een brede campus.

Aanvullende bekostiging kan worden aangevraagd voor de combinatie van vestigingen a + b of vestigingen a + c.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

Aan de begripsbepaling worden twee begrippen toegevoegd die relevant zijn bij het bepalen van de afstand tussen twee vestigingen. Tevens wordt de begripsbepaling voor Minister gewijzigd.

Artikel I, onderdeel B

Met deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt voor een bevoegd gezag dat het brede onderwijsaanbod op een schoolcampus aanbiedt, en daarmee het onderwijsaanbod heeft verspreid over meerdere vestigingen, om ook in aanmerking te komen voor de aanvullende bekostiging. Hiertoe moet het bevoegd gezag een aanvraag indienen.

Het eerste lid bevat de voorwaarden waaraan de vestigingen van de school moeten voldoen. Onderdeel a, bevat het eerste criterium, namelijk de afstand tussen de vestigingen. Vestigingen die hemelsbreed verder dan 300 meter van elkaar liggen kunnen niet als campus fungeren, omdat de kans dat leerlingen van beide vestigingen samenkomen in reguliere onderwijstijd klein is. Daarmee zou niet op dezelfde wijze een bijdrage worden geleverd aan het tegengaan van segregatie als bij vestigingen waar het gehele onderwijsaanbod op één vestiging wordt georganiseerd. Er is gekozen voor een ruime afstand, omdat het gaat om een hemelsbrede afstand.

Het tweede criterium, onderdeel b, gaat over het samenkomen van de leerlingen. Dit is van belang omdat de motie als doelstelling het tegengaan van segregatie benoemt. Dat is in lijn met de doelen van de aanvullende regeling voor brede vestigingen: het tegengaan van segregatie en een betere doorstroom van leerlingen in hetzelfde schoolgebouw. Om dit criterium te verduidelijken zijn er drie situaties opgenomen waarin leerlingen elkaar daadwerkelijk tegenkomen in het schoolgebouw en/of al bekend zijn met de school van het niveau waarnaar zij eventueel doorstromen:

  • 1. De eerste twee leerjaren van het vbo tot en met het vwo wordt verzorgd op één van de vestigingen; of

  • 2. Het vierde leerjaar van het vbo en mavo, het vijfde leerjaar van het havo en het zesde leerjaar van het vwo worden verzorgd op één van de vestigingen; of

  • 3. Het bevoegd gezag toont aan dat minimaal 50% van de leerlingen minimaal 20% van hun onderwijstijd gedurende het schooljaar onderwijs volgt op beide vestigingen.

De afstand tussen de vestigingen (criterium a) en de verdeling van het aanbod over de vestigingen (criterium b1 en b2) zal op basis van DUO-gegevens gecontroleerd worden. Criterium b3 wordt op basis van documentatie en toelichting van de aanvrager beoordeeld door een beoordelingscommissie.

Het tweede lid bevat de formule voor het berekenen van de hemelsbrede afstand tussen de twee vestigingen. Deze formule wordt ook gebruikt in de Regeling aanvullende bekostiging geïsoleerde vestigingen vo.

Het derde, vierde en vijfde lid gaan over de aanvraag. Het bevoegd gezag kan per vestiging slechts één keer een aanvraag doen. Een aanvraag kan worden ingediend voor 1 mei van enig kalenderjaar bij DUO, met uitzondering van het kalenderjaar 2022. In dat jaar kan een aanvraag worden ingediend voor 1 juni. Voor de aanvraag dient gebruik gemaakt te worden van het aanvraagformulier uit de bijlage bij de regeling. Dit aanvraagformulier is ook terug te vinden op de website van DUO. De aanvrager hoeft slechts één keer een aanvraag in te dienen.

Het zesde lid gaat over de toekenning. In het zesde lid wordt bepaald dat het bevoegd gezag voor 1 augustus een beslissing ontvangt of de aanvullende bekostiging per november is toegekend. De beschikking geldt tot en met 2026 en beslaat daarmee een maximale periode van vijf jaar bij een aanvraag in 2022 tot één jaar bij een aanvraag in 2026. De beschikking blijft gelden zolang er aan de voorwaarden van toekenning wordt voldaan. De aanvrager moet, op grond van het zevende lid, OCW informeren als hij niet meer voldoet aan de voorwaarden. Dit heeft tot gevolg dat de toekenning per het kalenderjaar daaropvolgend stopt.

In het achtste lid wordt bepaald dat de hoogte van de aanvullende bekostiging gelijk is aan het vaste bedrag voor de hoofdvestiging zoals dat ook geldt voor vestigingen met een breed onderwijsaanbod. Tevens wordt hier bepaald dat de bekostiging slechts wordt verstrekt aan vestigingen die aan de voorwaarden in artikel 2 eerste lid van het besluit bekostiging WVO 2021 voldoen.

Artikel I, onderdeel C

Onderdeel C regelt de bepalingen voor het beschikken en betalen van de aanvullende bekostiging.

Artikel II (wijziging Aanpassingsregeling WVO 2020)

Met artikel XV van de Aanpassingsregeling WVO 2020 (Stcrt. 2022, 993) wordt artikel 1 van de Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden geheel opnieuw vastgesteld. Om te voorkomen dat de begripsbepalingen die met onderhavige regeling worden toegevoegd met ingang van 1 augustus 2022 onbedoeld weer komen te vervallen, wordt ook de Aanpassingsregeling WVO 2020 gewijzigd.

De Regeling aanvullende bekostiging vo-scholen in uitzonderlijke omstandigheden is mede gebaseerd op artikel 2, vierde lid, van het Besluit bekostiging WVO 2021. Deze bepaling gaat met ingang van 1 augustus 2022 op in het Uitvoeringsbesluit WVO 2020. Daarom wordt met ingang van die datum een verwijzing naar artikel 6.1, vierde lid, van het Uitvoeringsbesluit WVO 2020 toegevoegd aan de omhangbepaling in artikel 8a.

Artikel III (Inwerkingtreding)

De regeling treedt zo spoedig mogelijk na bekendmaking in werking zodat er in 2022 al gebruik gemaakt kan worden van de mogelijkheid om aanvullende bekostiging aan te vragen voor een schoolcampus met een breed onderwijsaanbod. Indien aangesloten zou worden bij de vaste verandermomenten voor wet- en regelgeving, dan is er onvoldoende tijd om de betaling nog in 2022 te laten plaatsvinden.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

Motie van het lid Van Meenen over het gelijkstellen van brede scholengemeenschappen met twee locaties binnen een beperkte straal aan die met één locatie; Kamerstukken II 2020/2021, 31 289, nr. 446.

X Noot
2
Naar boven