TOELICHTING
Met deze wijzigingsregeling wordt het bedrag van de jaarlijkse bijdrage
aangepast dat is verbonden aan de inschrijving van een onderneming,
rechtspersoon of nevenvestiging in het handelsregister van de Kamers van
Koophandel en Nijverheid BES (hierna: de Kamers). Hiertoe wordt de Financiële
regeling handelsregister BES 2022 gewijzigd.
In de Handelsregisterwet 2009 BES is per 1 januari 2022 de basis gelegd
voor een nieuwe heffingssystematiek voor deze bijdrage (Wet tot wijziging van
de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet
2009 BES (Stb. 2020,
16)). In het Besluit houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit
2009 BES in verband met de wijziging van de Handelsregisterwet 2009 BES
(Stb. 2021,
69, hierna: het besluit) is bepaald wat het gewicht van de jaarlijkse
bijdrage is, uitgesplitst naar de rechtsvorm van een onderneming of
rechtspersoon (artikel 32a van het besluit). Daarbij is bepaald dat bij
ministeriële regeling het bedrag wordt vastgesteld waarmee dat gewicht wordt
vermenigvuldigd (hierna: het basistarief). Vervolgens is de jaarlijkse bijdrage
vastgesteld in artikel 2 van de Financiële regeling handelsregister BES 2022
(Stcrt. 2021,
23102, hierna: de regeling).
Bij de inwerkingtreding van de bovengenoemde nieuwe regelgeving per
1 januari 2022 ontstond in Caribisch Nederland bij ondernemers kritiek over de
hoogte van het basistarief. Naar aanleiding van deze kritiek, en gelet op het
feit dat er sinds de vaststelling van de hoogte van het basistarief tijdens de
eerste golf van de COVID-19 pandemie in mei 2020 al enige tijd is verstreken,
hebben het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Kamers nogmaals
gekeken naar de uitgangspunten en de parameters die ten grondslag lagen aan de
vaststelling van de hoogte van het basistarief, en is er opnieuw een berekening
gemaakt om de hoogte vast te stellen. Op basis van deze nieuwe berekening wordt
met deze wijzigingsregeling het basistarief verlaagd.
Dit basistarief wordt aangepast van USD 80 naar USD 60 (artikel 2, eerste
lid, van de regeling). Dat is USD 60 maal het gewicht per rechtsvorm dat in
artikel 32a, tweede lid, van het besluit is opgenomen. Hiermee wordt tegelijk
het bedrag van de bijdrage bij de eerste inschrijving van een onderneming,
rechtspersoon of nevenvestiging vastgesteld (artikel 2, tweede lid, van de
regeling). Dat is gelijk aan een jaarlijkse bijdrage.
Het eerder vastgestelde bedrag van USD 80 was gebaseerd op een inschatting
door de Kamers van de kostenontwikkeling vanaf 1 januari 2021, de destijds
beoogde datum van inwerkingtreding van de gewijzigde wet- en regelgeving. Deze
inschatting werd gedaan eind mei 2020, tijdens de eerste golf van de COVID-19
pandemie. In deze onzekere periode, waarin nog niet duidelijk was hoe alle
steunmaatregelen eruit zouden gaan zien en zouden gaan uitpakken, zagen de
Kamers een sterke afname van het aantal afgenomen diensten, en daarmee de
inkomsten uit inkomstenbronnen niet zijnde de jaarlijks bijdrage, en ging men
uit van een lagere gemiddelde jaarlijkse groei van het aantal inschrijvingen en
een stijging van het aantal opgeheven ondernemingen en faillissementen als
gevolg van de COVID-19 pandemie ten opzichte van voorgaande jaren. Om er zeker
van te zijn dat de Kamers over voldoende middelen zouden beschikken om een
adequaat serviceniveau te kunnen garanderen, werd het basistarief vastgesteld
op USD 80.
Inmiddels is gebleken dat, mede dankzij de geboden steunmaatregelen, zoals
de Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19
BES en de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van
werkgelegenheid, het aantal actief geregistreerde ondernemers in de afgelopen
periode meer is toegenomen dan verwacht, evenals de inkomsten uit
inkomstenbronnen niet zijnde de jaarlijks bijdrage. Het basistarief van USD 80
is daardoor hoger dan nodig is voor het goed kunnen functioneren van de Kamers.
Op basis van een actuele inschatting door de Kamers, die is gebaseerd op een
nieuwe berekening, kan het basistarief worden verlaagd naar USD 60.
Deze aanpassing van het basistarief leidt tot een sterk gemitigeerde
verhoging van de jaarlijkse bijdrage voor vennootschappen, het globaal gelijk
blijven van de jaarlijkse bijdrage voor verenigingen en stichtingen en een
verlaging van de jaarlijkse bijdrage voor eenmanszaken, ten opzichte van de
jaren voor 2022.
Om de ondernemers in Caribisch Nederland niet onnodig te confronteren met
hoge kosten, en de ontstane kritiek over de verhoging van de jaarlijkse
bijdrage weg te nemen, is besloten om de verlaging van het basistarief door te
voeren met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022. De terugwerkende kracht kan
worden gerechtvaardigd, omdat de regeling niet belastend, maar juist voordelig
is voor de doelgroep van de regeling.
In de loop van het jaar zal worden bekeken hoe de voorgenomen
tariefverlaging uitpakt voor zowel de ondernemers als de Kamers. Wanneer
daartoe aanleiding bestaat, zal opnieuw besluitvorming plaatsvinden over de
hoogte van het basistarief voor de jaren erna.
De tariefaanpassing is afgestemd met de direct betrokkenen in Caribisch
Nederland, de belangenverenigingen van ondernemers en stichtingen en de
Kamers.
Tarieven vallen niet onder de definitie van 'regeldruk'. Derhalve is hier
geen sprake van administratieve lasten voor bedrijven of burgers, en evenmin
van inhoudelijke nalevingskosten.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens