Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 21 april 2022, nr. WJZ/ 22164767, houdende wijziging van de Financiële regeling handelsregister BES 2022 in verband met aanpassing bedrag jaarlijkse bijdrage

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 12, vierde en vijfde lid, van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES, artikel 14, tweede lid, van de Handelsregisterwet 2009 BES en artikel 32a van het Handelsregisterbesluit 2009 BES;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 2, eerste lid, van de Financiële regeling handelsregister BES 2022 wordt ‘USD 80’ vervangen door ‘USD 60’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 21 april 2022

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

TOELICHTING

Met deze wijzigingsregeling wordt het bedrag van de jaarlijkse bijdrage aangepast dat is verbonden aan de inschrijving van een onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging in het handelsregister van de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES (hierna: de Kamers). Hiertoe wordt de Financiële regeling handelsregister BES 2022 gewijzigd.

In de Handelsregisterwet 2009 BES is per 1 januari 2022 de basis gelegd voor een nieuwe heffingssystematiek voor deze bijdrage (Wet tot wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES (Stb. 2020, 16)). In het Besluit houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit 2009 BES in verband met de wijziging van de Handelsregisterwet 2009 BES (Stb. 2021, 69, hierna: het besluit) is bepaald wat het gewicht van de jaarlijkse bijdrage is, uitgesplitst naar de rechtsvorm van een onderneming of rechtspersoon (artikel 32a van het besluit). Daarbij is bepaald dat bij ministeriële regeling het bedrag wordt vastgesteld waarmee dat gewicht wordt vermenigvuldigd (hierna: het basistarief). Vervolgens is de jaarlijkse bijdrage vastgesteld in artikel 2 van de Financiële regeling handelsregister BES 2022 (Stcrt. 2021, 23102, hierna: de regeling).

Bij de inwerkingtreding van de bovengenoemde nieuwe regelgeving per 1 januari 2022 ontstond in Caribisch Nederland bij ondernemers kritiek over de hoogte van het basistarief. Naar aanleiding van deze kritiek, en gelet op het feit dat er sinds de vaststelling van de hoogte van het basistarief tijdens de eerste golf van de COVID-19 pandemie in mei 2020 al enige tijd is verstreken, hebben het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Kamers nogmaals gekeken naar de uitgangspunten en de parameters die ten grondslag lagen aan de vaststelling van de hoogte van het basistarief, en is er opnieuw een berekening gemaakt om de hoogte vast te stellen. Op basis van deze nieuwe berekening wordt met deze wijzigingsregeling het basistarief verlaagd.

Dit basistarief wordt aangepast van USD 80 naar USD 60 (artikel 2, eerste lid, van de regeling). Dat is USD 60 maal het gewicht per rechtsvorm dat in artikel 32a, tweede lid, van het besluit is opgenomen. Hiermee wordt tegelijk het bedrag van de bijdrage bij de eerste inschrijving van een onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging vastgesteld (artikel 2, tweede lid, van de regeling). Dat is gelijk aan een jaarlijkse bijdrage.

Het eerder vastgestelde bedrag van USD 80 was gebaseerd op een inschatting door de Kamers van de kostenontwikkeling vanaf 1 januari 2021, de destijds beoogde datum van inwerkingtreding van de gewijzigde wet- en regelgeving. Deze inschatting werd gedaan eind mei 2020, tijdens de eerste golf van de COVID-19 pandemie. In deze onzekere periode, waarin nog niet duidelijk was hoe alle steunmaatregelen eruit zouden gaan zien en zouden gaan uitpakken, zagen de Kamers een sterke afname van het aantal afgenomen diensten, en daarmee de inkomsten uit inkomstenbronnen niet zijnde de jaarlijks bijdrage, en ging men uit van een lagere gemiddelde jaarlijkse groei van het aantal inschrijvingen en een stijging van het aantal opgeheven ondernemingen en faillissementen als gevolg van de COVID-19 pandemie ten opzichte van voorgaande jaren. Om er zeker van te zijn dat de Kamers over voldoende middelen zouden beschikken om een adequaat serviceniveau te kunnen garanderen, werd het basistarief vastgesteld op USD 80.

Inmiddels is gebleken dat, mede dankzij de geboden steunmaatregelen, zoals de Regeling subsidie financiering vaste lasten getroffen ondernemingen Covid-19 BES en de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, het aantal actief geregistreerde ondernemers in de afgelopen periode meer is toegenomen dan verwacht, evenals de inkomsten uit inkomstenbronnen niet zijnde de jaarlijks bijdrage. Het basistarief van USD 80 is daardoor hoger dan nodig is voor het goed kunnen functioneren van de Kamers. Op basis van een actuele inschatting door de Kamers, die is gebaseerd op een nieuwe berekening, kan het basistarief worden verlaagd naar USD 60.

Deze aanpassing van het basistarief leidt tot een sterk gemitigeerde verhoging van de jaarlijkse bijdrage voor vennootschappen, het globaal gelijk blijven van de jaarlijkse bijdrage voor verenigingen en stichtingen en een verlaging van de jaarlijkse bijdrage voor eenmanszaken, ten opzichte van de jaren voor 2022.

Om de ondernemers in Caribisch Nederland niet onnodig te confronteren met hoge kosten, en de ontstane kritiek over de verhoging van de jaarlijkse bijdrage weg te nemen, is besloten om de verlaging van het basistarief door te voeren met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022. De terugwerkende kracht kan worden gerechtvaardigd, omdat de regeling niet belastend, maar juist voordelig is voor de doelgroep van de regeling.

In de loop van het jaar zal worden bekeken hoe de voorgenomen tariefverlaging uitpakt voor zowel de ondernemers als de Kamers. Wanneer daartoe aanleiding bestaat, zal opnieuw besluitvorming plaatsvinden over de hoogte van het basistarief voor de jaren erna.

De tariefaanpassing is afgestemd met de direct betrokkenen in Caribisch Nederland, de belangenverenigingen van ondernemers en stichtingen en de Kamers.

Tarieven vallen niet onder de definitie van 'regeldruk'. Derhalve is hier geen sprake van administratieve lasten voor bedrijven of burgers, en evenmin van inhoudelijke nalevingskosten.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Naar boven