Besluit van 15 januari 2021, houdende wijziging van het Handelsregisterbesluit 2009 BES in verband met de wijziging van de Handelsregisterwet 2009 BES

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 3 november 2020, nr. WJZ / 20267026;

Gelet op de artikelen 9, tweede lid, 13 en artikel 14, tweede lid, van de Handelsregisterwet 2009 BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 december 2020, nr. W18.20.0402/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 13 januari 2021, nr. WJZ / 20313441;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Handelsregisterbesluit 2009 BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 vervalt.

B

In artikel 14 vervalt «, alsmede het bedrag van de ingebrachte gelden en waarde van de ingebrachte goederen.»

C

In artikel 15 vervalt onderdeel e, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt.

D

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste en het tweede lid vervallen.

2. Voor het derde lid komt de aanduiding «3.» te vervallen.

E

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De Secretaris is ambtshalve bevoegd tot het inschrijven van een wijziging, na onderzoek of na op andere wijze kennis gekregen te hebben, in de volgende gegevens van een ingeschreven onderneming, hoofdvestiging, nevenvestiging of rechtspersoon:

    • a. het adres;

    • b. de omschrijving van het uitgeoefende bedrijf;

    • c. de communicatiegegevens, zoals het telefoonnummer, en, voor zover van toepassing, het faxnummer, het e-mailadres en het internetadres.

2. Aan het tweede lid wordt toegevoegd: «of indien de Secretaris op andere wijze kennis heeft gekregen van die wijziging».

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 13 van de Handelsregisterwet 2009 BES is het verstrekken van gegevens over de samenstelling van ondernemingen of rechtspersonen uitsluitend gerangschikt naar natuurlijke personen aan een bestuursorgaan niet mogelijk, tenzij het verzoek daartoe wordt gedaan door:

    • a. een officier van justitie, ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten op grond van het Wetboek van Strafrecht BES;

    • b. de Belastingdienst voor Caribisch Nederland voor de uitvoering van zijn taken op grond van de Belastingwet BES.

F

Na artikel 32 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 5a. Bijdrage eerste inschrijving en jaarlijkse bijdrage onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging

Artikel 32a
  • 1. Bij ministeriële regeling wordt het bedrag van de bijdrage bij de eerste inschrijving van een onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging en van de jaarlijkse bijdrage als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Handelsregisterwet 2009 BES, vastgesteld.

  • 2. Het gewicht van de jaarlijkse bijdrage is:

    Rechtsvorm

    Gewicht jaarlijkse bijdrage

    Ondernemingen toebehorende aan een natuurlijk persoon

    1

    Verenigingen, stichtingen en stichtingen particulier fonds

    2

    Vennootschappen onder firma en maatschappen

    2

    Commanditaire vennootschappen

    3

    Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen

    3

    Kleine naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid

    3

    Grote naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid

    5

    Vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land

    5

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid worden naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid als grote vennootschappen gekwalificeerd, indien het minimum aantal functionarissen dat de vennootschap volgens de statuten heeft of het aantal geregistreerde functionarissen, groter is dan een.

G

Het opschrift van paragraaf 6 komt te luiden: § 6. Slotbepalingen.

H

Artikel 33 vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 januari 2021

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Uitgegeven de zestiende februari 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

1.1 Aanleiding en inhoud van de regeling

De wet tot wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES (Staatsblad 2020, 16, hierna: de wet), lost knelpunten op die de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES in de praktijk ervaren en leidt tot een vermindering van de regeldruk. De belangrijkste wijzigingen van deze wet zijn dat de verkiezingen voor het bestuur van de Kamer voor Koophandels en Nijverheid BES (hierna: de Kamers) worden vereenvoudigd, dat een regeling voor financieel toezicht op de Kamers is toegevoegd en dat de basis wordt gelegd voor een nieuwe heffingssystematiek voor de jaarlijkse bijdrage voor inschrijving in het handelsregister. Verder bevat het wetsvoorstel een aantal technische wijzigingen.

Dit besluit tot wijziging van het Handelsregisterbesluit 2009 BES is onderdeel van de uitvoeringsregelgeving, die tegelijk met de wet in werking zal treden. In dit wijzigingsbesluit zijn de regels opgenomen voor de nieuwe heffingssystematiek voor de jaarlijkse bijdrage voor inschrijving in het handelsregister. De wet bevat de grondslag om die systematiek in een algemene maatregel van bestuur te regelen. In artikel 14, eerste lid, is bepaald dat bij de eerste inschrijving van een onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging, en vervolgens jaarlijks na het jaar van die eerste inschrijving, voor elke ingeschreven onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging een bijdrage is verschuldigd. Die bijdrage wordt bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgesteld. Hierbij kunnen regels worden gesteld over de verhouding naar rechtsvorm en grootte, niet zijnde het maatschappelijk kapitaal, in relatie tot de hoogte van de bijdrage tussen de verschillende ondernemingen en rechtspersonen.

Zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij de wet, leidt de systematiek in de huidige wet, waarbij de hoogte van de jaarlijkse bijdrage voor inschrijving in het handelsregister afhangt van het eigen vermogen van een onderneming, tot onduidelijkheden en discussie over de hoogte van het eigen vermogen. Dat komt mede doordat wijzigingen daarin niet of nauwelijks worden doorgegeven aan de Kamers ten behoeve van het handelsregister. De in de (gewijzigde) wet opgenomen nieuwe systematiek is gebaseerd op de rechtsvorm en de grootte van het bedrijf. De onderlinge verhouding van ondernemingen en rechtspersonen wordt bepaald aan de hand van een indeling in categorieën, met daarbij vermelde gewichten. Deze gewichten zijn een vermenigvuldigingsfactor. In de memorie van toelichting is een tabel opgenomen met de voorgestelde indeling.

Aangegeven is dat over die tabel nader overleg zou plaatsvinden in het kader van de uitvoeringsregelgeving. Dat overleg heeft plaatsgevonden met de direct betrokkenen in Caribisch Nederland. Dit zijn de belangenverenigingen van ondernemers, notarissen, administratiekantoren, belastingconsulenten, de Kamers en de bestuurscolleges van de openbare lichamen. Daarbij hebben de Kamers, ter onderbouwing van de tabel, een inschatting gemaakt van de kosten per categorie, gebaseerd op de hoeveelheid werk die zij ten aanzien van de verschillende rechtsvormen hebben. Als gevolg daarvan zijn er enkele aanpassingen aangebracht in de in de memorie van toelichting opgenomen tabel. Zo is het gewicht van de jaarlijkse bijdrage voor verenigingen, stichtingen en stichtingen particulier fonds niet gesteld op 1, maar op 2. De hoeveelheid werk voor deze rechtsvormen is aanzienlijk meer dan voor eenmanszaken, met name vanwege de frequente bestuurswisselingen. Daarnaast is het gewicht voor alle coöperaties op 3 gesteld, en niet, voor coöperaties met een aantal werknemers (FTE) van 50 of hoger, op 8, zoals is opgenomen in de memorie van toelichting. Gegeven het uiterst geringe aantal coöperaties is het niet zinvol daar een onderscheid in te maken. Ook zijn onderlinge waarborgmaatschappijen toegevoegd. Deze waren ten onrechte nog niet opgenomen in de tabel. Tevens is de categorie «vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land» toegevoegd. Ook die was nog niet opgenomen in de tabel, terwijl deze rechtsvormen relatief frequent voorkomen.

Voor de naamloze vennootschappen en de besloten vennootschappen wordt de indeling naar grootte gewijzigd. Het criterium van het aantal werknemers (FTE) wordt vervangen door een indeling op basis van het aantal bestuurders of functionarissen van een vennootschap. Het aantal FTE wordt niet geregistreerd in het handelsregister, waar ook geen wettelijke grondslag voor is. Daarnaast hebben de Kamers geen betrouwbare bron waaruit deze informatie zou kunnen worden verkregen. Er wordt gekozen voor een indeling naar het aantal bestuurders of functionarissen, omdat dat nadrukkelijk samenhangt met de hoeveelheid werk die dergelijke inschrijvingen met zich brengen. Enerzijds wordt gekeken naar het minimale aantal functionarissen dat de vennootschap volgens de statuten heeft, en anderzijds naar het daadwerkelijke aantal geregistreerde functionarissen. Indien een van beide groter is dan een (1), wordt de vennootschap als «groot» gekwalificeerd, met een gewicht van 5. Kleine naamloze en besloten vennootschappen behouden het gewicht van 3.

De tabel met deze gewichten wordt in deze algemene maatregel van bestuur vastgelegd, in artikel 32a, tweede lid (nieuw), van het Handelsregisterbesluit 2009 BES. Aan de hand van de daarin opgenomen rechtsvorm van het bedrijf en het bijbehorende gewicht, of factor, wordt de hoogte van de jaarlijkse bijdrage voor dat bedrijf bepaald. Dat gebeurt door het gewicht te vermenigvuldigen met een vastgesteld bedrag. Dat bedrag kan, zoals ook in de memorie van toelichting is aangegeven, in een ministeriële regeling worden vastgesteld, omdat het gedetailleerde voorschriften van administratieve aard betreft. Dat is dan ook in artikel 32a, eerste lid, bepaald.

Deze tarievensystematiek is ontleend aan het systeem, zoals dat voorheen, op basis van de Handelsregisterwet 2007, gold voor de Kamer van Koophandel in Nederland. De indeling sluit aan bij de hoeveelheid werk die de Kamers voor elk van de categorieën bedrijven verrichten, en weerspiegelt daarmee voor elke categorie de werkelijke kosten die zijn verbonden aan de instandhouding van het handelsregister.

In dit wijzigingsbesluit is niet alleen de basis voor de jaarlijkse bijdrage geregeld, maar ook de basis voor het bedrag van de bijdrage bij de eerste inschrijving. In het nieuwe artikel 32a, eerste lid, van het Handelsregisterbesluit 2009 BES is bepaald dat het bedrag van de bijdrage bij de eerste inschrijving van een onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Handelsregisterwet 2009 BES in de ministeriële regeling wordt vastgesteld.

Daarnaast wordt met dit wijzigingsbesluit geregeld dat de Kamer ook ambtshalve wijzigingen mag inschrijven, als de Kamer op een andere wijze kennis heeft gekregen van gewijzigde gegevens. De Kamer kan nu alleen wijzigingen inschrijven als die wijziging reeds elders in het door haar gehouden register is ingeschreven (artikel 9, eerste lid, Handelsregisterwet 2009 BES). De wet bevat daarvoor de basis, namelijk de (nieuwe) mogelijkheid in artikel 9, tweede lid, om bij algemene maatregel van bestuur te kunnen bepalen dat de Kamer ambtshalve wijzigingen mag inschrijven, als de Kamer op andere wijze kennis heeft gekregen van gewijzigde gegevens, bijvoorbeeld informatie van overheden zoals de bestuurscolleges of informatie uit andere basisregisters. In de praktijk worden mutaties in de gegevens niet altijd doorgegeven. Het doel is dat het handelsregister minder vervuild wordt met verouderde gegevens en dat informatie die de Kamers daaruit verstrekken altijd het meest actueel en betrouwbaar is. In dit wijzigingsbesluit wordt bepaald welke wijzigingen de Kamer zelf in het handelsregister mag inschrijven als zij op die genoemde andere wijze kennis heeft gekregen van die wijzigingen. Artikel 32, eerste en tweede lid, van het Handelsregisterbesluit 2009 BES worden daartoe aangevuld. Dit wordt nader toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.

Verder wordt een nieuw, vierde, lid toegevoegd aan artikel 32, ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer, met twee uitzonderingen. In het derde lid van artikel 32 is reeds bepaald dat het handelsregister niet is in te zien op basis van persoonlijke gegevens en een adres. Dit is ter uitvoering van artikel 13 van de Handelsregisterwet 2009 BES waarin is bepaald dat ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de (natuurlijke) personen die in het handelsregister staan ingeschreven bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor daarbij aangewezen gegevens of bescheiden beperkingen kunnen worden vastgesteld ten aanzien van het bepaalde in artikel 11. In artikel 11 is bepaald dat het handelsregister en de bescheiden door een ieder kunnen worden ingezien tegen betaling.

Met dit wijzigingsbesluit wordt tevens bepaald dat het verstrekken van gegevens over de samenstelling van ondernemingen of rechtspersonen uitsluitend gerangschikt naar natuurlijke personen aan een bestuursorgaan niet mogelijk is, tenzij het verzoek daartoe wordt gedaan door een officier van justitie ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten dan wel door de Belastingdienst voor Caribisch Nederland voor de uitvoering van zijn taken. Het is daarvoor noodzakelijk dat zij de gegevens van natuurlijke personen in verband met de samenstelling van ondernemingen of rechtspersonen in kunnen zien. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag aan wie een onderneming toebehoort. Deze bepaling en deze uitzonderingen gelden ook al in Nederland op grond van artikel 28, derde lid, van de Handelsregisterwet 2007.

Deze uitzonderingen zijn in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens BES. Die wet regelt dat persoonsgegevens alleen verwerkt mogen worden voor bepaalde doelen en, onder andere, ter uitvoering van een wettelijke verplichting. Die wet is van toepassing op het verwerken van persoonsgegevens van de Belastingdienst BES in het kader van de Belastingwet BES en ook van de officier van justitie in het kader van het Wetboek van Strafrecht BES, omdat deze wetten niet zijn uitgezonderd in artikel 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES.

Daarom wordt hier met dit wijzigingsbesluit een bepaling voor het verwerken van persoonsgegevens door deze bestuursorganen opgenomen in dit besluit.

Tot slot worden nog enkele kleine wijzigingen in het Handelsregisterbesluit 2009 BES aangebracht die voortvloeien uit de wet en de nieuwe tarievensystematiek, en worden enkele verouderde bepalingen geschrapt. Deze wijzigingen worden toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.

1.2 Regeldrukgevolgen

Zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij de wet, zal de hoogte van de verwachte lastenreductie in de toelichting bij het ontwerpbesluit tot wijziging van het Handelregisterbesluit 2009 BES en de ministeriële regeling nader worden gekwantificeerd. Zoals eveneens aangegeven in de memorie van toelichting bij de wet, is de verwachting dat de lastendruk voor bedrijven en de Kamers door dit besluit zal afnemen.

De nieuwe indeling in categorieën van rechtspersonen en omvang van de onderneming is eenduidiger en leidt naar verwachting tot minder discussie, omdat het financiële criterium van het vermogen van de onderneming wordt losgelaten. Het criterium waarmee wordt bepaald wat een ingeschrevene moet betalen, wordt eenvoudiger en duidelijker voor de ingeschrevenen. De verplichting voor elke ingeschreven onderneming, rechtspersoon of nevenvestiging, waarvan er in Caribisch Nederland op dit moment in totaal 5.270 zijn, om jaarlijks bij de Kamer aangifte te doen van het eigen vermogen, komt met de inwerkingtreding van de wet te vervallen. Ervan uitgaande dat een ondernemer gemiddeld 1 uur tijd spendeert aan het doen van deze aangifte, zal de regeldruk door het vervallen van deze verplichting, uitgaande van het gemiddeld uurloon van USD 40, afnemen met in totaal USD 210.800 per jaar.

Uit onderzoek is verder gebleken dat de hoeveelheid werk voor de Kamers duidelijker kan worden opgemaakt uit de rechtsvorm. De grotere eenvoud van de regeling zorgt ervoor dat de ondernemers niet meer periodiek het in de onderneming gestoken kapitaal hoeven te bewijzen. De Kamers hoeven dat ook niet allemaal meer te controleren, en periodiek de actuele gegevens op te vragen. Dat leidt naar schatting tot een vermindering van de uitvoeringslasten voor de Kamers van enkele honderden arbeidsuren per jaar (à USD 40 per uur).

2. Artikelen

Artikel I, onderdeel A

In artikel 6 van het Handelsregisterbesluit 2009 BES is bepaald dat een opgave ter inschrijving in het handelsregister en een opgave tot wijziging van hetgeen in het handelsregister is ingeschreven, wordt gedaan uiterlijk een week nadat het op te geven feit is geschied, met vermelding van de dag van ingang daarvan. Dit artikel komt te vervallen, omdat deze bepaling reeds met de wet geheel in artikel 8, eerste lid, van de Handelsregisterwet 2009 BES is opgenomen.

Artikel I, onderdeel B

In artikel 14 wordt bepaald dat een natuurlijke persoon aan wie de onderneming toebehoort, diens persoonlijke gegevens opgeeft. Daarbij is ook bepaald dat diegene het bedrag van de ingebrachte gelden en de waarde van de ingebrachte goederen moet opgeven. Deze komen met dit wijzigingsbesluit te vervallen. Deze gegevens waren nodig om de hoogte van de jaarlijkse bijdrage voor inschrijving in het handelsregister te kunnen bepalen. Die hoogte hing af van het eigen vermogen van een onderneming. Door de nieuwe tarievensystematiek, die is toegelicht in het algemeen deel van deze nota van toelichting, zijn deze echter niet meer relevant.

Artikel I, onderdeel C

In artikel 15 is bepaald welke gegevens worden opgegeven van een vennootschap onder firma. Onderdeel e komt te vervallen, namelijk het bedrag van de ingebrachte gelden en de waarde van de ingebrachte goederen. Ook hiervoor geldt dat deze niet meer nodig zijn om de jaarlijkse bijdrage te kunnen bepalen, gezien de nieuwe tarievensystematiek.

Artikel I, onderdeel D

De eerste twee leden van artikel 26 van het Handelsregisterbesluit 2009 BES bevatten verouderde bepalingen die kunnen komen te vervallen. In het eerste lid is bepaald dat degene aan wie een onderneming toebehoort, of die vennoot onder firma, dan wel beherend vennoot in een commanditaire vennootschap, en die gehuwd is onder huwelijkse voorwaarden waarbij geheel of gedeeltelijk van de wettelijke gemeenschap van goederen of van de wettelijke regelen omtrent het bestuur van de gemeenschap van goederen wordt afgeweken, die huwelijkse voorwaarden ook moet opgeven.

In het tweede lid is bepaald dat ook ontbinding van de gemeenschap van goederen moet worden opgegeven. Dergelijke bepalingen blijken niet meer relevant en zijn evenmin opgenomen in het Handelsregisterbesluit 2008 dat voor Nederland geldt.

Artikel I, onderdeel E

Met dit artikel worden de eerste twee leden van artikel 32 van het Handelregisterbesluit 2009 BES gewijzigd en wordt een vierde lid toegevoegd.

Zoals aangegeven in het algemeen deel van deze nota van toelichting, maakt de wet het mogelijk om bij dit besluit te bepalen dat ook wijzigingen in bepaalde gegevens die op andere wijze kunnen blijken dan uit het eigen register door de Kamer ambtshalve kunnen worden doorgevoerd. Die andere wijze houdt bijvoorbeeld in dat informatie van overheden verkregen is of uit andere basisregisters.

In het eerste lid is reeds bepaald dat de Secretaris van de Kamer na onderzoek ambtshalve bevoegd is tot het inschrijven van een wijziging in het adres van een ingeschreven onderneming of rechtspersoon. Deze bepaling wordt ingevolge de wet in twee opzichten verruimd. In de eerste plaats wordt toegevoegd dat de Secretaris ook na op andere wijze kennis van wijzigingen te hebben gekregen daartoe bevoegd is. In de tweede plaats worden nieuwe gegevens toegevoegd naast het adres van een ingeschreven onderneming of rechtspersoon (onder a), namelijk ook: de omschrijving van het uitgeoefende bedrijf (b), en de communicatiegegevens, zoals het telefoonnummer, het eventuele faxnummer, het e-mailadres en het internetadres (c).

In het tweede lid is reeds bepaald dat de Secretaris bevoegd is tot het inschrijven van een wijziging van de persoonlijke gegevens van een ingeschreven natuurlijke persoon indien de persoonlijke gegevens reeds in een andere inschrijving in het door de Kamer gehouden register staan. Net als bij het eerste lid wordt daar met dit wijzigingsbesluit aan toegevoegd dat de Secretaris ook op andere wijze kennis kan hebben gekregen van die wijziging (laatste zinsnede).

In het derde lid was reeds bepaald dat het inzien van het handelsregister en de daarin opgenomen bescheiden niet mogelijk is op basis van persoonlijke gegevens en een adres.

In het nieuwe vierde lid wordt bepaald dat het verstrekken van gegevens over de samenstelling van ondernemingen of rechtspersonen uitsluitend gerangschikt naar natuurlijke personen aan een bestuursorgaan niet mogelijk is, tenzij het verzoek daartoe wordt gedaan door de officier van justitie dan wel de Belastingdienst voor Caribisch Nederland. Dit is reeds toegelicht in het algemeen deel van deze nota van toelichting.

Artikel I, onderdeel F

In deze nieuwe paragraaf 5a en dit nieuwe artikel 32a is de bijdragesystematiek voor ingeschreven ondernemingen, rechtspersonen of nevenvestigingen opgenomen. Dit is toegelicht in het algemeen deel van deze nota van toelichting.

Artikel I, onderdeel G

Omdat ingevolge het volgende wijzigingsartikel de uitgewerkte overgangsbepaling, artikel 33, vervalt, kan in de titel van paragraaf 6 de aanduiding overgangsbepaling komen te vervallen.

Artikel I, onderdeel H

Artikel 33 vervalt omdat dit artikel uitgewerkt overgangsrecht bevat.

Artikel II

Dit artikel bevat de inwerkingtredingsbepaling. Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de datum dat de wijziging van de Handelsregisterwet 2009 BES in werking treedt. Dit zal bij koninklijk besluit worden vastgesteld.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven