Besluit van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties tot het vaststellen van de tijdstippen, bedoeld in artikel 47, eerste en vijfde lid, van het Besluit basisregistratie personen en artikel 94, eerste lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 47, eerste en vijfde lid, van het Besluit basisregistratie personen en artikel 94, eerste lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het tijdstip, bedoeld in artikel 47, eerste lid, van het Besluit basisregistratie personen waarop de onderzoeken uiterlijk dienen te geschieden is 31 december.

  • 2. Het tijdstip, bedoeld in artikel 47, vijfde lid, van het Besluit basisregistratie personen waarop de uittreksels uiterlijk dienen te worden verzonden is 30 april, volgend op de uiterste datum waarop de onderzoeken dienen te geschieden.

  • 3. Het tijdstip, bedoeld in artikel 94, eerste lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 waarop de controle uiterlijk dient plaats te vinden is 31 december.

  • 4. Het tijdstip, bedoeld in artikel 94, eerste lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 waarop de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties uiterlijk dient te zijn geïnformeerd is 30 april, volgend op de uiterste datum waarop de controle dient plaats te vinden.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na publicatie in de Staatscourant.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Digitalisering en Koninkrijksrelaties namens deze, Algemeen Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Als u het niet eens bent met deze beslissing:

Bent u het niet eens met deze beslissing? Belanghebbenden kunnen bezwaar maken binnen zes weken na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit wordt geplaatst. Het bezwaarschrift kunt u per e-mail verzenden naar: info@rvig.nl. Uw bezwaarschrift kunt u ook per post versturen naar Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG), Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Vermeld altijd de reden van uw bezwaar en het kenmerk van het besluit.

Het indienen van bezwaar schort de werking van dit besluit niet op. Dit betekent dat hetgeen bepaald in dit besluit ook tijdens de behandeling van uw bezwaarschrift van kracht blijft.

TOELICHTING

Door middel van het onderhavige besluit wordt bepaald dat de onderzoeken, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, Wet Basisregistratie Personen (Wet BRP) en de controle, bedoeld in artikel 94, eerste lid, Paspoort Uitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN) uiterlijk op 31 december dienen te zijn afgerond. Bij dit besluit wordt tevens bepaald dat uiterlijk op 30 april volgend op voornoemde 31 december het resultaat van de onderzoeken als bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, Wet BRP en artikel 94, eerste lid, PUN moet worden verzonden.

Op grond van artikel 4.3, eerste lid, Wet BRP verricht het college van burgemeester en wethouders (college van B&W) periodiek een onderzoek naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie, voor zover het de gemeentelijke voorziening betreft of het college verantwoordelijk is voor de bijhouding. Het college van B&W zendt op grond van artikel 4.3, tweede lid, Wet BRP periodiek een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan de Autoriteit Persoonsgegevens. Deze verplichtingen zijn van overeenkomstige toepassing op de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) waar het gaat om de centrale voorzieningen (artikel 4.3, derde lid, Wet BRP). Het college van B&W zendt tevens periodiek een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan de Minister van BZK (artikel 4.3, vierde lid, Wet BRP). Dit proces wordt de ‘zelfevaluatie BRP’ genoemd.

Een vergelijkbaar proces van onderzoek en informeren vindt plaats op grond van artikel 94, eerste lid, PUN. Dit proces ziet toe op de toepassing van de beveiligingsmaatregelen en de overige aspecten van het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten. Het proces wordt aangeduid als de ‘zelfevaluatie Reisdocumenten’.

Vanaf de introductie van de Wet BRP in 2014 bepaalde artikel 47 van het Besluit BRP het tijdstip waarop respectievelijk het onderzoek diende te zijn afgerond en de resultaten van het onderzoek diende te worden toegezonden. Het Besluit BRP bepaalde dat de onderzoeken jaarlijks, uiterlijk op 31 december diende te geschieden. Tevens bepaalde het Besluit BRP dat de uittreksels met de resultaten van het onderzoek jaarlijks, uiterlijk op 14 februari volgend op de uiterste datum dat het onderzoek diende te geschieden, moesten worden verzonden. Bij wijziging van het Besluit BRP van 18 september 20211 is dit gewijzigd in die zin dat is bepaald dat de tijdstippen van onderzoek en verzending worden vastgesteld door de Minister van BZK. Artikel 94 PUN bevatte dezelfde uiterste tijdstippen voor de controle en verzending van de resultaten ten aanzien van de toegepaste beveiligingsmaatregelen en overige aspecten van het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten. Bij wijziging van artikel 94 PUN van 1 februari 20222 is dit artikel op eenzelfde wijze geformuleerd als artikel 47 van het Besluit BRP, zodat ook hier is bepaald dat de afronding respectievelijk de verzending jaarlijks uiterlijk op een door de Minister van BZK vast te stellen tijdstip geschiedt.

Om aan de uitvoering van deze jaarlijkse onderzoeken meer flexibiliteit te kunnen bieden en deze beter te laten aansluiten op de procedure die gemeenten volgen bij het jaarlijks afleggen van verantwoording over interne informatieveiligheid aan de gemeenteraad, is het wenselijk geacht dat de uiterste tijdstippen voor afronding van de onderzoeken en verzending van de resultaten bij separaat besluit door de Minister van BZK worden bepaald. Gelet hierop is door middel van de wijziging in artikel 47, eerste en vijfde lid, van het Besluit BRP, en artikel 94, eerste lid, PUN, bepaald dat de afronding respectievelijk de verzending jaarlijks uiterlijk op een door de Minister van BZK vast te stellen tijdstip geschiedt.

De in het onderhavige besluit vastgestelde tijdstippen zijn gelijk aan de tijdstippen die gelden voor de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA). Dit is de audit waarmee gemeenten jaarlijks verantwoording afleggen aan de gemeenteraad over de staat van de interne informatieveiligheid. ENSIA is een initiatief van gemeenten en de Ministers van BZK en SZW. ENSIA heeft als doel om zo efficiënt en effectief mogelijk verantwoording af te leggen over de staat van de interne informatieveiligheid. Bij het onderhavige besluit worden nu om redenen van efficiëntie en effectiviteit dezelfde tijdstippen gehanteerd voor de zelfevaluatie BRP en de zelfevaluatie Reisdocumenten. Hierdoor zal het voor gemeenten eenvoudiger zijn om alle onderzoeken op hetzelfde tijdstip uit te voeren.

Nu de voornoemde wijziging van Besluit BRP en PUN in werking zijn getreden na 31 januari 20213, geldt voor het onderzoeksjaar 2021 dat het tijdstip van afronding van respectievelijk het onderzoek en de controle nog geregeld is in Besluit BRP oud en PUN oud. Voor het onderzoeksjaar 2021 geldt dat de resultaten van de onderzoeken uiterlijk op 30 april 2022 dienen te worden verzonden.


X Noot
3

Datum inwerkingtreding wijziging Besluit BRP is 1 januari 2022; datum inwerkingtreding wijziging PUN is 5 februari 2022.

Naar boven