TOELICHTING
1. Algemeen
Strekking
Deze regeling wijzigt de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Bonaire (Trm Bonaire),
de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Sint Eustatius (Trm Sint Eustatius) en
de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 Saba (Trm Saba). Deze regeling is gebaseerd
op de ingevolge de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 geldende bepalingen van de
Wet publieke gezondheid (Wpg).
Pijlers ter bestrijding van de epidemie
Ter bestrijding van de epidemie van covid-19, veroorzaakt door het virus SARS-CoV-2
(het virus) gelden al gedurende twee jaren ingrijpende maatregelen. Die maatregelen
zijn gebaseerd op drie pijlers:
-
• een acceptabele belasting van de zorg: ziekenhuizen moeten kwalitatief goede zorg
kunnen leveren aan zowel covid-19-patiënten als aan patiënten binnen de reguliere
zorg;
-
• het beschermen van kwetsbare mensen in de samenleving;
-
• het zicht houden op en inzicht hebben in de verspreiding van het virus.
Daarbij geldt als uitgangspunt het sociaalmaatschappelijk perspectief gericht op het
beperken van economische en maatschappelijke schade op korte termijn, aandacht voor
structurele maatschappelijke en economische schade en het voorkomen dat de lasten
onevenredig neerslaan bij bepaalde groepen. De epidemie en de maatregelen hadden en
hebben een grote impact op zowel het individu als de samenleving als geheel.
Het kabinet heeft de ambitie besluitvorming over de maatregelen te plaatsen in een
breder perspectief, waarin de sociaalmaatschappelijke en economische vitaliteit en
continuïteit van de samenleving gelijkwaardig en nevengeschikt is aan de toegankelijkheid
van de gehele zorgketen voor iedereen, en waarin het openhouden van de samenleving
het uitgangspunt is.
2. Epidemiologische situatie
De epidemiologische situatie in Caribisch Nederland is gunstig. Het aantal besmettingen
in Caribisch Nederland is momenteel namelijk weliswaar relatief hoog, voornamelijk
op Bonaire en Sint Eustatius, maar er is vooralsnog geen sprake van een toenemende
druk op de zorg en de situatie blijft beheersbaar. Het hoge aantal besmettingen is
mogelijk een gevolg van de versoepelingen van maatregelen die stapsgewijs doorgevoerd
worden. Op Sint Eustatius betreft het een grote uitbraak onder jongeren.
De gezaghebber van Bonaire heeft per 4 maart 2022 alle maatregelen die krachtens ministeriële
regeling op het eiland kunnen gelden, afgeschaald en sinds 23 maart 2022 geldt geen
testverplichting meer voor volledig gevaccineerde en herstelde reizigers. Ook in Saba
gelden niet langer eilandelijke maatregelen. Het inreisbeleid is nog wel van kracht.
In Sint Eustatius worden de eilandelijke maatregelen ten slotte verder versoepeld.
Sint Eustatius hanteert sinds 11 maart 2022 een 'extra light' covid-19-beleid. Dit
houdt in dat restaurants, bars en contactberoepen 50% van hun bezettingscapaciteit
mogen gebruiken. Ook zijn er nog restricties ten aanzien van evenementen en grote
groepen. In Sint Eustatius is het risico dat reizigers met zich brengen groter dan
op de andere eilanden of in Europees Nederland wegens de lage vaccinatiegraad en beperkte
zorgcapaciteit. Daarom zijn de inreismaatregelen voor Sint Eustatius nog steeds strikter
dan op de andere eilanden of voor Europees Nederland.
3. Hoofdlijnen regeling
Vervallen bevoegdheden
Door de gunstige ontwikkelingen in het epidemiologische beeld maken de gezaghebbers
ter zake een groot aantal bevoegdheden geen gebruik meer van hun bevoegdheid plaatsen
aan te wijzen waar de bij ministeriële regeling vastgestelde maatregelen gelden.1 Het is voor een groot deel van de maatregelen ook niet langer noodzakelijk dat de
gezaghebbers dat ter bestrijding van de epidemie van covid-19 kunnen doen. De verwachting
is dat deze maatregelen ook niet opnieuw ingezet zullen hoeven worden. Daarom kunnen
verschillende artikelen vervallen. Het gaat hierbij voornamelijk om artikelen die
een grote impact hebben op de sociaalmaatschappelijke en economische vitaliteit van
de samenleving: artikelen die de volledige sluiting van een bioscoop, essentiële winkel,
seksinrichting, casino, sport- en fitnessgelegenheid, onderwijsinstelling, kinderopvang,
publieke plaats, wellnesscentrum en het openbaar vervoer regelen; artikelen die een
volledig verbod op contactberoepen, en evenementen regelen; artikelen die een verbod
leggen op de vorming van kleine groepen (waarbij per eiland gedefinieerd wordt wat
een kleine groep is) en artikelen die de inzet regelen van het coronatoegangsbewijs
of een gezondheidscheck. Artikelen die restricties stellen aan evenementen, openingstijden
of groepsgroottes of die betrekking hebben op hygiënemaatregelen blijven wel behouden.
Deze hebben een minder grote impact op de maatschappij en kunnen effectief ingezet
worden om de verspreiding van het virus tegen te gaan of te vertragen.
De artikelen over de inzet van mondkapjes moeten, anders dan in Europees Nederland,
voor Caribisch Nederland in de regelingen behouden blijven om deze per direct in te
kunnen stellen wanneer nodig. In de risicoanalyse voor Bonaire, Sint Eustatius, Saba,
Curaçao, Aruba en Sint Maarten van 17 maart 2022 adviseert het RIVM om voor de Caribische
eilanden, vanwege een andere uitgangspositie dan Europees Nederland, een specifieke
afweging te maken en beleid te hanteren dat mogelijk afwijkt van het beleid in Europees
Nederland. Ten opzichte van Europees Nederland kent Caribisch Nederland een kwetsbare
zorgcapaciteit, is er een groot verschil in de mate van aanwezigheid en effectiviteit
van bestaande surveillancemethoden om oplevingen en virusvarianten vroegtijdig op
te sporen, is er een hoger percentage mensen met een verhoogd risico op ernstig beloop
van covid-19, is het er gebruikelijker dat meerdere generaties, inclusief bejaarden,
samenleven in één woning en is er sprake van grote aantallen binnenkomende reizigers
in relatie tot de lokale bevolking. Om bovenstaande redenen moet in Caribisch Nederland
snel gereageerd kunnen worden bij een nieuwe uitbraak en het behoud van de mondkapjesplicht
in de regelingen maakt dat mogelijk.
Vrij reizen naar Bonaire en Saba
Naast eilandelijke maatregelen worden ook de inreismaatregelen voor Caribisch Nederland
versoepeld. In reactie op het OMT-advies naar aanleiding van de 144e bijeenkomst aan Europees Nederland over het vervallen van inreismaatregelen heeft
het RIVM geadviseerd om ook voor Bonaire de inreismaatregelen op te heffen. Het eiland
had de testverplichting per 23 maart 2022 al opgeheven voor gevaccineerde en herstelde
reizigers en zal dit nu ook doen voor alle overige reizigers. De gezondheidsverklaring
blijft nog wel een vereiste.
Het RIVM heeft geadviseerd om de inreismaatregelen voor Saba en Sint Eustatius geleidelijk
af te schalen. Saba bouwt daarom eerst de maatregelen af die gelden voor reizigers
zodra zij op het eilanden komen en wijst alle landen aan als laagrisicogebieden en
zal per 1 mei 2022 de volledige inreismaatregelen laten vervallen.
Om snel te kunnen handelen bij een opleving van het virus, is ervoor gekozen de bepalingen
omtrent de testverplichtingen in de Trm Bonaire en Trm Saba te behouden. De bepalingen
hebben voor Bonaire direct en voor Saba per 1 mei 2022 echter geen effect, omdat geen
landen aangewezen zijn als hoogrisicogebieden.
Reizen zonder test bij aankomst naar Sint Eustatius
Gezien de relatief lage vaccinatiegraad op Sint Eustatius – in vergelijking tot Saba,
Bonaire en Europees Nederland – gecombineerd met het momenteel hoge aantal besmettingen
onder jongeren behoudt Sint Eustatius vooralsnog inreismaatregelen. Wel zal hier de
test bij aankomst komen te vervallen. Dit betekent dat alleen nog een test voorafgaand
aan de reis naar Sint Eustatius verplicht is.
4. Noodzaak en evenredigheid
Hoewel het aantal besmettingen in Caribisch Nederland hoog is, neemt de druk op de
zorg niet toe. De omikronvariant is besmettelijker dan voorgaande varianten, maar
lijkt minder ernstige gezondheidsklachten te veroorzaken. Het ligt dan ook voor de
hand om de eilandelijke maatregelen en maatregelen ten aanzien van inreizen af te
schalen, net zoals dit in Europees Nederland de afgelopen periode is gebeurd. Om grootschalige
influx en circulatie van het virus te voorkomen, dient dit zeker in Caribisch Nederland
stapsgewijs te gebeuren. Een kleine uitbraak kan wegens de kleinschaligheid van de
eilanden en beperkte zorgcapaciteit immers grote gevolgen hebben. Met deze wijzigingsregeling
komt een groot aantal maatregelen te vervallen, die niet langer noodzakelijk geacht
worden om op korte termijn in te zetten.
Het kabinet en de openbare lichamen zetten in op het beschikbaar houden van de gehele
zorgketen, waarbij eventuele maatregelen zo min mogelijk maatschappelijke en (sociaal)economischer
impact hebben. Maatregelen waarvan verwacht wordt dat zij niet opnieuw ingezet zullen
worden, komen met deze wijzigingsregeling te vervallen. De gezaghebbers kunnen daarna
niet langer plaatsen aanwijzen waar die maatregelen gelden. Bij een eventuele uitbraak
kunnen maatregelen waarvoor een wettelijke basis bestaat op grond van de Tijdelijke
wet maatregelen covid-19 wel opnieuw ingezet worden door ze – indien nodig: met spoed
– opnieuw op te nemen in een tijdelijke regeling voor een of meerdere van de eilanden.
5. Regeldruk
Deze wijzigingsregeling levert geen extra regeldruk op. Het betreft het laten vervallen
van een groot aantal bevoegdheden voor de gezaghebbers. Het Adviescollege toetsing
regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat
de toelichting de gevolgen voor de regeldruk toereikend in beeld brengt.
Artikelsgewijs
Artikel I
Dit artikel wijzigt de Trm Bonaire.
Onderdeel A
Doordat een aantal artikelen vervalt, wordt een aantal begripsbepalingen niet meer
gebruikt in de Trm Bonaire. Deze begripsbepalingen kunnen daarom vervallen. Dit onderdeel
voert deze wijziging door in artikel 1.1.
Onderdeel B
Door de gunstige ontwikkelingen in het epidemiologische beeld, wijst de gezaghebber
voor een groot aantal maatregelen geen plaatsen meer aan waar die gelden en is het
ook niet langer noodzakelijk dat de gezaghebber dit kan doen ter bestrijding van de
epidemie. Daarom kunnen verschillende artikelen vervallen. Dit onderdeel zorgt hiervoor.
De groepsvormingsverboden, opgenomen in hoofdstuk 3, kunnen grotendeels vervallen.
De gezaghebber behoudt de bevoegdheid gebieden aan te wijzen waar het verboden is
zich in groepsverband op te houden in grote groepen (vijftig, vijfenzeventig en honderd
personen).
Vrijwel alle maatregelen ten aanzien van publieke plaatsen, zoals opgenomen in hoofdstuk
4, komen te vervallen. Maatregelen om het nachtleven te beperken (sluitingstijden
eet- en drinkgelegenheden en casino’s en de sluiting van discotheken) blijven en de
gezaghebber behoudt de bevoegdheid om daarvoor de plaatsen aan te wijzen.
In hoofdstuk 5 vervallen de diverse maatregelen waardoor (bepaalde) sportevenementen
op door de gezaghebber aan te wijzen plaatsen in het geheel verboden zijn, zoals opgenomen
in artikel 5.5.
Verder vervalt de maatregel waardoor op door de gezaghebber aan te wijzen plaatsen
evenementen, waar de aard van de activiteit erin gelegen is dat wordt gezongen, geschreeuwd
of gedanst, alleen georganiseerd mogen worden met de inzet van coronatoegangsbewijzen,
zowel op basis van 3G (gevaccineerd, genezen of getest) als op basis van 1G (getest).
Dit betreffen de artikelen 5.5a en 5.6. Om deze reden kan ook paragraaf 6b vervallen,
dat algemene regels bevat over de inzet van coronatoegangsbewijzen.
In hoofdstuk 6, overige maatregelen, vervallen de maatregelen over de uitoefening
van contactberoepen (artikel 6.6), dagbesteding voor ouderen (artikel 6.6a), onderwijsinstellingen
(artikelen 6.7 en 6.8), kinderopvang (artikel 6.9), recreatief personenvervoer (artikel
6.13) en logementen (artikel 6.16). Verder vervallen de uitzonderingen op de testverplichtingen
voor gevaccineerde en herstelde reizigers, aangezien de testverplichtingen niet langer
gelden. Artikel 6.14 over alcoholgebruik op openbare plaatsen was van rechtswege al
komen te vervallen doordat de wettelijke basis daarvoor per 1 maart 2022 is vervallen.2
Onderdeel C
Artikel 4.4 bevat maatregelen (op door de gezaghebber aangewezen plaatsen) over de
openstelling van eet- en drinkgelegenheden. Het is niet langer noodzakelijk om de
bezettingscapaciteit in eet- en drinkgelegenheden te beperken. Om die reden vervallen
met dit onderdeel het eerste, vierde en (abusievelijk ooit behouden, want gelijkluidend
aan het eerste lid) vijfde lid, waarbij de overige leden vernummerd worden.
De maatregel om het nachtleven te beperken blijft, maar deze wordt wel ingeperkt.
Om die reden vervallen de onderdelen a en b van artikel 4.4, tweede lid. De gezaghebber
heeft daarmee niet langer de bevoegdheid plaatsen aan te wijzen waar een eet- en drinkgelegenheid
niet voor publiek opengesteld mag worden tussen 18.00 uur en 06.00 uur en tussen 20.00
uur en 06.00 uur. De onderdelen c tot en met e blijven behouden en worden verletterd
tot de onderdelen a tot en met c.
In het derde lid (oud) werd verwezen naar het tweede lid (oud). Aangezien het tweede
lid is vernummerd tot het eerste lid, wordt met dit onderdeel deze verwijzing aangepast.
Onderdeel D
Met dit onderdeel vervalt de maatregel dat op door de gezaghebber aangewezen plaatsen
een casino slechts opengesteld mag worden met een bezettingscapaciteit van vijftig
procent (artikel 4.11, eerste lid). Het tweede en derde lid zijn vernummerd tot eerste
en tweede lid.
Onderdeel E
Op grond van artikel 5.1 mag op een door de gezaghebber aangewezen plaats een evenement
alleen georganiseerd worden met een maximaal aantal deelnemers. Ook op dit punt is
het niet langer noodzakelijk alle maatregelen te behouden. De gunstige ontwikkelingen
omtrent de omikronvariant maken het niet langer noodzakelijk dat kleine evenementen
verboden worden. Daarom vervalt de maatregel op door de gezaghebber aangewezen plaatsen
een evenement buiten slechts te organiseren tot en met vijfentwintig en vijftig deelnemers
(eerste lid, onder a en b). Ten aanzien van een evenement binnen vervalt deze maatregel
voor evenementen tot en met vijfentwintig deelnemers (tweede lid, onder a). Daarnaast
vervalt de maatregel dat op door de gezaghebber aangewezen plaatsen evenementen in
het geheel zijn verboden (binnen, buiten en ongeplaceerd). Dit onderdeel laat daarom
het derde tot en met zesde lid vervallen.
Onderdeel F
Artikel 5.3a bevat de maatregel om op door de gezaghebber aangewezen plaatsen het
aantal personen dat aanwezig mag zijn bij een huwelijksvoltrekking of uitvaart te
beperken. Hierbij wordt gedifferentieerd naargelang van het aantal personen op grond
van het derde lid, onder a (honderd), b (vijfenzeventig), c (vijftig), d (dertig)
of e (tien). Het eerste lid bevat maatregelen ten aanzien van groepsvorming op door
de gezaghebber aangewezen plaatsen. Het tweede lid bevat maatregelen op door de gezaghebber
aangewezen plaatsen om respectievelijk het aantal personen dat aanwezig mag zijn bij
een huwelijksvoltrekking of uitvaart op een publieke plaats te beperken dan wel het
aantal personen dat als deelnemer aan het evenement van een huwelijksvoltrekking of
uitvaart aanwezig mag zijn. De maatregel om het aantal personen dat aanwezig mag zijn
te beperken tot tien, dertig en vijftig personen komt met dit onderdeel te vervallen.
Daarnaast wordt in het eerste en tweede lid verwezen naar artikelen in hoofdstuk 3
en hoofdstuk 4, die met deze regeling komen te vervallen. Dit onderdeel zorgt ervoor
dat naar de juiste artikelen wordt verwezen.
Onderdeel G
Artikel 5.4 bevat maatregelen op door de gezaghebber aan te wijzen plaatsen over toeschouwers
bij sportevenementen. Met dit onderdeel vervallen de maatregel om sportevenementen
met toeschouwers te verbieden (oude eerste lid) en de bevoegdheid sportevenementen
te verbieden waar toeschouwers gebruik kunnen maken van een drinkgelegenheid waar
alcoholhoudende drank wordt verstrekt (oude tweede lid). Gelet hierop, zijn het derde
tot en met vijfde lid vernummerd.
In het eerste lid (nieuw), op grond waarvan het verboden is op door de gezaghebber
aangewezen plaatsen sportevenementen te organiseren, zowel binnen als buiten, met een maximaal aantal toeschouwers vervalt de maatregel om sportevenementen te
beperken tot maximaal vijfentwintig en maximaal vijftig toeschouwers. De noodzaak
om dergelijke kleine sportevenementen te verbieden, is niet langer aanwezig.
Om diezelfde reden vervalt in het tweede lid (nieuw), op grond waarvan het verboden
is op door de gezaghebber aangewezen plaatsen sportevenementen te organiseren in een
publieke binnenruimte met een maximaal aantal toeschouwers de maatregel om sportevenementen te beperken
tot maximaal vijfentwintig toeschouwers.
Dit geldt ook voor het derde lid (nieuw), op grond waarvan het verboden is op door
de gezaghebber aangewezen plaatsen sportevenementen buiten te organiseren met een
maximaal aantal toeschouwers. Dit betreft dan de maatregel om sportevenementen te
beperken tot maximaal vijfentwintig en maximaal vijftig toeschouwers.
Onderdelen H en I
Er zullen geen landen meer aangewezen worden als hoogrisicogebieden. De aanwijzing
van de eilanden onderling en Europees Nederland als hoogrisicogebied gebeurt niet
met een aanwijzingsbesluit, zoals voor overige landen, maar met de regeling zelf.
Deze onderdelen zorgen ervoor dat de reisregels ook niet meer gelden voor reizigers
uit Europees Nederland die naar Bonaire reizen.
Artikel II
Dit artikel wijzigt de Trm Sint Eustatius.
Onderdeel A
Doordat een aantal artikelen vervalt, wordt een aantal begripsbepalingen niet meer
gebruikt in de Trm Sint Eustatius. Deze begripsbepalingen kunnen daarom vervallen.
Dit onderdeel voert deze wijziging door in artikel 1.1.
Onderdeel B
Op grond van artikel 3.1 is het verboden op door de gezaghebber aangewezen plaatsen
zich in groepsverband op te houden met een bepaald maximumaantal personen. Op dit
punt is het niet langer noodzakelijk alle maatregelen te behouden. De gunstige ontwikkelingen
omtrent de omikronvariant maken het niet langer noodzakelijk dat kleine groepsvormingen
verboden worden. Daarom vervalt het verbod zich op door de gezaghebber aan te wijzen
plaatsen op te houden in groepsverband met personen die behoren tot verschillende
huishoudens, met meer dan tien personen behorende tot twee huishoudens en met meer
dan vier, vijftien en vijfentwintig personen. Gelet hierop, vervallen de onderdelen
a en tot en met e, waarbij onderdeel f verletterd wordt. Om een extra mogelijkheid
tot versoepelingen in te bouwen, wordt het maximumgroepsverband niet alleen op vijftig,
maar ook op honderd personen bepaald op door de gezaghebber aan te wijzen plaatsen
(artikel 3.1, onder b).
Onderdeel C
Door de gunstige ontwikkelingen in het epidemiologische beeld, wijst de gezaghebber
voor een groot aantal maatregelen geen plaatsen meer aan waar die gelden en is het
ook niet langer noodzakelijk dat de gezaghebber dit kan doen ter bestrijding van de
epidemie. Daarom kunnen verschillende artikelen vervallen. Dit onderdeel zorgt hiervoor.
De artikelen 3.3, 4.3, 5.3 en 6.8 kunnen vervallen, op grond waarvan het is verboden
op door de gezaghebber aan te wijzen plaatsen zich in groepsverband op te houden in
een winkel met meer dan vijf of tien personen (3.3), een publieke plaats slechts voor
publiek open te stellen indien ten hoogste vijftien personen gelijktijdig als publiek
aanwezig zijn (4.3), een evenement met meer dan vijftien personen te organiseren (5.3)
en onderwijsactiviteiten te verrichten indien meer dan vijftien personen per zelfstandige
ruimte zich in groepsverband ophouden in een gebouw van een onderwijsinstelling (6.8).
Een mogelijk verbod op dermate kleine groepen is niet langer noodzakelijk.
Enkele artikelen vervallen die een volledige sluiting of totaalverbod behelzen. Het
gaat om de artikelen 4.4 (sluiting publieke plaatsen), 4.6 (sluiting eet- en drinkgelegenheden),
4.8 (sluiting winkels), 4.9 (sluiting seksinrichtingen), 4.10 (sluiting wellnesscentra)
en 4.11 (sluiting casino’s) in hoofdstuk 4 van de regeling (regels over publieke plaatsen),
om de artikelen 5.4 (verbod op evenementen), 5.5 (verbod op sportevenementen) en 5.6
(verbod op sportevenementen met toeschouwers) in hoofdstuk 5 (regels over evenementen)
van de regeling en om 6.7 (verbod op uitoefening contactberoepen), 6.9 (verbod op
fysiek onderwijs) en 6.10 (sluiting kinderopvang) in hoofdstuk 6 van de regeling (overige
maatregelen).
Op grond van artikel 6.13, eerste en tweede lid, moest een persoon komend vanuit een
door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, na overleg met de gezaghebber,
aangewezen gebied in het bezit zijn van een negatieve antigeentestuitslag of negatieve
NAAT-testuitslag voor besmetting met het virus. De test moest afgenomen worden direct
na aankomst op het eiland. Deze testverplichting komt te vervallen, waardoor dit onderdeel
artikel 6.13 laat vervallen.
In Sint Eustatius zijn coronatoegangsbewijzen tot op heden niet ingezet en dit lijkt
ook niet noodzakelijk op korte termijn. Paragraaf 6a, dat algemene bepalingen over
de inzet van coronatoegangsbewijzen bevat, vervalt daarom.
Onderdelen D en I
Inhoudelijk kunnen de artikelen 4.2 en 5.2 vervallen, op grond waarvan het is verboden
op door de gezaghebber aangewezen plaatsen een publieke plaats slechts voor publiek
open te stellen indien ten hoogste vijfentwintig personen gelijktijdig als publiek
aanwezig zijn en een evenement met meer dan vijfentwintig personen te organiseren.
Omdat het noodzakelijk is het minst vergaande middel in te zetten om de verspreiding
van het virus tegen te gaan, wordt de maatregel genomen op door de gezaghebber aan
te wijzen plaatsen een publieke plaats slechts voor publiek open te stellen indien
ten hoogste honderd personen gelijktijdig als publiek aanwezig zijn en een evenement
te organiseren met meer dan honderd deelnemers. In de artikelen 4.2 en 5.2 wordt 'vijfentwintig'
daarom vervangen door 'honderd'.
Onderdeel E
Artikel 4.3 vervalt met deze regeling (artikel II, onderdeel C). De verwijzing in
artikel 4.3a naar artikel 4.3 dient daarom te vervallen. Dit onderdeel voert deze
wijziging door.
Onderdeel F
Artikel 4.5, regels over de openstelling van eet- en drinkgelegenheden, kan grotendeels
vervallen. Dit geldt niet voor het eerste lid, onder e, op grond waarvan contactregistratie
plaatsvindt en het daarmee verbonden tweede tot en met vierde lid. Artikel 4.5 wordt
met dit onderdeel opnieuw vastgesteld, waarbij het eerste lid, onder a tot en met
d, is vervallen (maximale bezettingscapaciteit, placeerplicht, gezondheidscheck en
verplichte sluitingstijden).
Onderdeel G
Op grond van artikel 4.5a is het verboden op door de gezaghebber aangewezen plaatsen
een eet- en drinkgelegenheid open te stellen voor publiek indien de beheerder er geen
zorg voor draagt dat er geen reserveringen worden aangenomen van meer dan een bepaald
aantal personen. Ook op dit punt is het niet langer noodzakelijk alle varianten van
maatregelen te behouden. Een verbod op kleine groepen is in het licht van de gunstige
epidemiologische ontwikkelingen niet langer noodzakelijk en proportioneel. Daarom
vervalt met dit onderdeel het verbod ten aanzien van groepen van vier personen (oude
eerste lid, onder a) en groepen die bestaan uit personen behorend tot meer dan twee
huishoudens (oude eerste lid, onder d). De onderdelen b en c zijn in lijn hiermee
verletterd.
Het derde lid (sluiting binnenruimten) en vierde lid (verbod op het schenken van alcohol)
kunnen in het geheel vervallen.
Onderdeel H
Artikel 4.7 vervalt grotendeels. De noodzaak is vervallen om de binnenruimten van
sport- en fitnessgelegenheden in geheel te sluiten, om maximaal vijf personen toe
te laten in binnenruimten van sport- en fitnessgelegenheden en om buitenruimten van
sport- en fitnessgelegenheden te sluiten. Het eerste, tweede, vierde en vijfde lid
kunnen daarom vervallen. Met dit onderdeel wordt artikel 4.7 opnieuw vastgesteld,
waarbij alleen het oude derde lid resteert.
Artikel III
Dit artikel wijzigt de Trm Saba.
Onderdeel A
Doordat een aantal artikelen vervalt, wordt een aantal begripsbepalingen niet meer
gebruikt in de Trm Saba. Deze begripsbepalingen kunnen daarom vervallen. Dit onderdeel
voert deze wijziging door in artikel 1.1.
Onderdeel B
Door de gunstige ontwikkelingen in het epidemiologische beeld, wijst de gezaghebber
voor een groot aantal maatregelen geen plaatsen meer aan waar die gelden en is het
ook niet langer noodzakelijk dat de gezaghebber dit kan doen ter bestrijding van de
epidemie. Daarom kunnen verschillende artikelen vervallen. Dit onderdeel zorgt hiervoor.
De groepsvormingsverboden, opgenomen in hoofdstuk 3, kunnen grotendeels vervallen.
Het blijft verboden voor reizigers uit hoogrisicogebieden (A, B en zeer hoog) zich
gedurende vijf dagen na het inreizen in Saba op door de gezaghebber aan te wijzen
plaatsen in groepsverband op te houden met meer dan vijfentwintig personen (artikel 3.3).
In hoofdstuk 4 (regels over publieke plaatsen) vervalt het totaalverbod om op door
de gezaghebber aangewezen plaatsen bepaalde plaatsen open te stellen voor publiek.
Het gaat om publieke plaatsen in het algemeen (artikel 4.2), restaurants (artikel
4.3), sport- en fitnessgelegenheden (artikel 4.6) en winkels (artikel 4.7).
In hoofdstuk 5 vervallen de maatregelen waardoor op door de gezaghebber aangewezen
plaatsen evenementen in het geheel (artikel 5.2) en sportevenement met toeschouwers
(artikel 5.3) verboden zijn.
In hoofdstuk 6, overige maatregelen, vervallen de maatregelen op door de gezaghebber
aangewezen plaatsen over de uitoefening van contactberoepen (artikel 6.6), onderwijsinstellingen
(artikelen 6.7 en 6.8) en kinderopvang (artikel 6.9). In Saba zijn coronatoegangsbewijzen
tot op heden niet ingezet en dit lijkt ook niet noodzakelijk op korte termijn. Paragraaf
6a, dat algemene bepalingen over de inzet van coronatoegangsbewijzen bevat, vervalt
daarom ook.
Onderdeel C
In artikel 4.3a werd verwezen naar artikel 4.2. Dit artikel vervalt met deze regeling.
Dit onderdeel past deze verwijzing aan.
Onderdelen D tot en met F
Geen landen zullen meer aangewezen worden als hoogrisicogebieden. De aanwijzing van
de eilanden onderling en Europees Nederland als hoogrisicogebied gebeurt niet met
een aanwijzingsbesluit, zoals voor overige landen, maar met de regeling zelf. Deze
onderdelen zorgen ervoor dat de reisregels ook niet meer gelden voor reizigers uit
Bonaire en Europees Nederland die naar Saba reizen.
Onderdeel G
Verder vervallen de uitzonderingen op de testverplichtingen voor gevaccineerde en
herstelde reizigers, aangezien de testverplichtingen niet langer gelden. Dit onderdeel
laat de betreffende artikelen vervallen (artikel 6.13a tot en met 6.14).
Het RIVM heeft geadviseerd de testverplichtingen per 1 mei 2022 te laten vervallen
en niet daarvoor al. Het verval van deze artikelen is daarom in een apart onderdeel
opgenomen (en niet in onderdeel B), dat later in werking treedt dan een groot deel
van de overige artikelen en onderdelen van deze regeling.
Artikel IV Inwerkingtreding
Deze ministeriële regeling moet op grond van artikel 58c, tweede lid, Wpg binnen twee
dagen nadat zij is vastgesteld aan beide Kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
De regeling treedt ingevolge artikel 58c, tweede lid, Wpg niet eerder in werking dan
een week na deze overlegging en vervalt als de Tweede Kamer binnen die termijn besluit
niet in te stemmen met de regeling. Gelet op de daarmee gemoeide belangen is het de
bedoeling dat de regeling op 20 april 2022 in werking treedt, met uitzondering van
artikel III, onderdelen D tot en met G, die op 1 mei 2022 in werking treden conform
het advies van het RIVM. Hierbij wordt afgeweken van de zogeheten vaste verandermomenten
en de minimuminvoeringstermijn van drie maanden.3
Op grond van artikel 8.1 Trm vervalt de Trm op het tijdstip waarop hoofdstuk Va Wpg
vervalt. Het gaat hier om een uiterste vervaldatum. Als de noodzaak al eerder ontvalt
aan deze regeling of onderdelen ervan, zal de regeling eerder worden ingetrokken of
aangepast. In artikel 58c, zesde lid, Wpg is immers geëxpliciteerd dat maatregelen
zo spoedig mogelijk worden gewijzigd of ingetrokken als deze niet langer noodzakelijk
zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties,
E.J. Kuipers