De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Minister voor Medische Zorg en
Sport,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.29a, vijfde en
zesde lid, van de Regeling zorgverzekering;
Besluit:
Artikel 1. Begripsbepaling
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- Covid-19:
-
ziekte veroorzaakt door coronavirus-SARS-CoV-2;
- minister:
-
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
- verzekerde:
-
verzekerde als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van de Zorgverzekeringswet;
- zorgverzekeraar:
-
zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet;
- Zvw-pgb:
-
Zvw-pgb als bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de Zorgverzekeringswet.
Artikel 2. Verstrekken compensatie
-
1. De minister kan aan zorgverzekeraars eenmalig een compensatie verstrekken voor bedragen
die zij hebben vergoed op grond van artikel 2.29a, vijfde lid, van de Regeling zorgverzekering.
-
2. De bedragen, bedoeld in het eerste lid, zijn:
-
a. door de desbetreffende verzekerden ten laste gebracht van hun Zvw-pgb, voor zorg die
in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 niet is geleverd als gevolg
van de maatregelen in verband met Covid-19;
-
b. door de verzekerden bijgehouden in een registratie als bedoeld in artikel 2.29a, zesde
lid, van de Regeling zorgverzekering en ter beschikking gesteld aan de zorgverzekeraar;
-
c. door de zorgverzekeraar reeds vergoed.
Artikel 3. Bedrag compensatie
De compensatie per verzekeraar bedraagt niet meer dan een door de minister vast te
stellen bedrag op basis van registraties als bedoeld in artikel 2.29a, zesde lid,
van de Regeling zorgverzekering, van de vergoede bedragen, bedoeld in artikel 2, en
overeenkomstig de aanvraag en het oordeel van de accountant uit de controleverklaring,
bedoeld in artikel 4, derde lid.
Artikel 4. De aanvraag
-
1. De compensatie wordt op aanvraag vastgesteld.
-
2. Voor de aanvraag wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.
-
3. De aanvraag wordt ondertekend door een persoon die daartoe bevoegd is.
-
4. De aanvraag gaat vergezeld van:
-
a. een specificatie van het aangevraagde bedrag, indien de compensatie minder dan € 125.000
bedraagt, of
-
b. een controleverklaring van een interne of externe accountant met certificerende bevoegdheid,
indien de compensatie € 125.000 of meer bedraagt.
-
5. De aanvraag wordt uiterlijk 15 april 2021 ontvangen.
Artikel 5. Besluit en uitbetaling
-
1. De minister beslist binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel
4.
-
2. De minister betaalt het bedrag van de compensatie in één keer uit.
-
3. De minister kan een besluit tot toekenning van een compensatie intrekken indien:
-
a. de aanvrager aan wie een compensatie is toegekend onjuiste of onvolledige informatie
heeft verschaft, waardoor een compensatie ten onrechte is toegekend;
-
b. het besluit tot toekenning van een compensatie anderszins onjuist was en de aanvrager
dat wist, dan wel behoorde te weten.
Artikel 6. Meewerken aan onderzoek
De zorgverzekeraar die compensatie ontvangt werkt, onder meer door het verschaffen
van de daartoe benodigde inlichtingen, gegevens en bescheiden, mee aan door of namens
de minister ingesteld onderzoek dat erop is gericht de minister inlichtingen te verschaffen
die van belang zijn voor de ontwikkeling van het beleid van de minister.
Artikel 7. Inwerkingtreding en vervaldatum
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari
2022.
Artikel 8. Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel compensatie zorgverzekeraars
niet-geleverde zorg Zvw-pgb.
TOELICHTING
Algemeen
De onderhavige beleidsregel is tot stand gekomen naar aanleiding van de Regeling van
de Minister van VWS van 29 juni 2020 (hierna: de Regeling).1
Op grond van de Regeling is onder andere artikel 2.29a van de Regeling zorgverzekering
(hierna: Rzv) gewijzigd. In artikel 2.29a, vijfde lid, van de Rzv is bepaald dat de
bedragen die conform artikel 2.29a, eerste en tweede lid, van de Rzv, kunnen worden
vergoed voor zorg die op grond van een Zvw-pgb is verleend, ook vergoed kunnen worden
indien die zorg niet is verleend als gevolg van de maatregelen in verband met Covid-19.
Als gevolg van deze wijziging is de onderhavige beleidsregel tot stand gekomen. Op
grond van de Zvw is het namelijk niet mogelijk om de bedragen die zijn vergoed voor
niet-geleverde zorg ten laste te doen komen van de systematiek van de risicoverevening.
Zoals ook in de toelichting bij de Regeling uiteen is gezet, is het daarom noodzakelijk
dat zorgverzekeraars voorzien worden van aparte middelen die bestemd zijn om de beoogde
niet-geleverde zorg te financieren. De onderhavige beleidsregel voorziet daarin.
Op grond van de beleidsregel kan aan zorgverzekeraars eenmalig een compensatie worden
verstrekt voor bedragen die zij hebben vergoed op grond van artikel 2.29a, vijfde
lid, van de Rzv. Het gaat om bedragen die:
-
a) door de desbetreffende verzekerden ten laste zijn gebracht van hun Zvw-pgb, voor zorg
die in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 niet is geleverd als gevolg
van de maatregelen in verband met Covid-19;
-
b) door de verzekerden zijn bijgehouden in een registratie als bedoeld in artikel 2.29a,
zesde lid, van de Rzv en ter beschikking zijn gesteld aan de zorgverzekeraar; en
-
c) door de zorgverzekeraar reeds zijn vergoed en uitbetaald.
Het bedrag van de compensatie per verzekeraar voor voornoemde vergoede bedragen wordt
bepaald op basis van de door de zorgverzekeraar in te dienen aanvraag. Die aanvraag
vermeldt de bedragen die de verzekeraar heeft vergoed. Bij de aanvraag wordt, afhankelijk
van de hoogte van het aan te vragen bedrag, een specificatie dan wel een controleverklaring
gevoegd van een interne of externe accountant (Registeraccountant (RA) of Administratie-accountant
(AA)) met certificerende bevoegdheid. Dit kan derhalve ook een interne accountant
van de zorgverzekeraar zijn. De aanvraag wordt uiterlijk 15 april 2021 ontvangen.
De minister beslist vervolgens binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag, waarbij
de compensatie direct wordt vastgesteld en in één keer wordt uitbetaald.
Gevolgen voor de regeldruk
De onderhavige beleidsregel heeft gevolgen voor de regeldruk van de zorgverzekeraars
die aanspraak willen maken op de compensatie van de door hen vergoede declaraties
van niet-geleverde zorg in het Zvw-pgb, omdat de zorgverzekeraar het totaalbedrag
berekent en daarover informatie aanlevert bij het ministerie van VWS.
In totaal zijn er ongeveer 21 risicodragende zorgverzekeraars. De verwachting is dat
alle zorgverzekeraars een beroep zullen doen op voorliggende beleidsregel voor compensatie
van de gedeclareerde niet-geleverde zorg. De verwachting is zorgverzekeraars 15 uur
nodig hebben voor het indienen van een aanvraag inclusief een controleverklaring,
verstrekt door een interne of externe accountant (RA of AA) met certificerende bevoegdheid.
Voor het bedrijfsleven wordt € 54 per uur aan regeldrukkosten gehanteerd voor hoogopgeleide
medewerkers. Dit maakt de totale regeldrukkosten: 21 * € 54 * 15 = € 17.010
Artikelsgewijs
Artikel 2
Artikel 2 bepaalt voor welke vergoede bedragen een compensatie wordt verstrekt aan
zorgverzekeraars. Het tweede lid noemt een aantal specifieke voorwaarden. Zoals in
het bovenstaande is genoemd, gaat het om vergoede bedragen die:
-
a) door de desbetreffende verzekerden ten laste zijn gebracht van hun Zvw-pgb, voor zorg
die in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020 niet is geleverd als gevolg
van de maatregelen in verband met Covid-19,
-
b) door de verzekerden zijn bijgehouden in een registratie als bedoeld in artikel 2.29a,
zesde lid, van de Regeling zorgverzekering en ter beschikking zijn gesteld aan de
zorgverzekeraar, en
-
c) door de zorgverzekeraar reeds is vergoed en uitbetaald.
Artikel 3
Het bedrag van de compensatie per zorgverzekeraar wordt bepaald op basis van de aanvraag,
die vermeldt welke bedragen de zorgverzekeraar heeft vergoed.
Artikel 4 en 5
Ter controle van de aanvraag wordt, afhankelijk van de hoogte van het aan te vragen
bedrag, een specificatie van het aangevraagd bedrag gevraagd (als de compensatie minder
dan € 125.000 bedraagt), dan wel een controleverklaring van een interne of externe
accountant (Registeraccountant (RA) of Administratie-125.000 bedraagt).
De aanvraag wordt uiterlijk 15 april 2021 ontvangen. Op de aanvraag wordt binnen 13
weken na ontvangst van de aanvraag beslist. De compensatie wordt direct vastgesteld
en in één keer uitbetaald. Overigens kan de beslistermijn op grond van artikel 4:5
van de Algemene wet bestuursrecht worden opgeschort als de aanvraag onvolledig is.
Onder de omstandigheden genoemd in het derde lid kan een besluit tot toekenning van
een compensatie worden ingetrokken.
Artikel 6
Het is van belang om inzicht te krijgen in de realisatie van het beleid. Aan de hand
van dat inzicht kan het beleid verder ontwikkeld worden. Verzekeraars zijn derhalve
verplicht om mee te werken aan onderzoek daarnaar. Ook kunnen inlichtingen nodig zijn
voor de evaluatie van beleid. In het besluit op de aanvraag wordt opgenomen wat in
dit kader van verzekeraars wordt verwacht.
Het gaat hier niet om onderzoek gericht op (het verschaffen van inlichtingen voor)
het nemen van een beslissing over het verstrekken van een compensatie.
Artikel 7
In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM),
treedt deze beleidsregel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Dit om het mogelijk te maken dat
verzekeraars spoedig een aanvraag kunnen indienen en hen spoedig een compensatie te
kunnen verstrekken.
Deze beleidsregel vervalt met ingang van 1 januari 2022.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge