Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 23 februari 2021, nr. IENW/BSK-2021/19941, houdende wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 3, eerste lid, onderdeel f, van de Kaderwet subsidies I en M en artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De bijlage bij artikel 6, eerste lid, van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor komt te luiden:

BIJLAGE BIJ ARTIKEL 6, EERSTE LID, VAN DE TIJDELIJKE SUBSIDIEREGELING GOEDERENVERVOER PER SPOOR

Subsidiebedrag1 per gereden kilometer

2021

gewichtsklasse van de trein

 

tot en met 120 ton

€ 0

vanaf 121 tot en met 160 ton

€ 0,19

vanaf 161 tot en met 320 ton

€ 0,50

vanaf 321 tot en met 600 ton

€ 1,05

vanaf 601 tot en met 1.000 ton

€ 1,96

vanaf 1.001 tot en met 1.600 ton

€ 1,66

vanaf 1.601 tot en met 3.000 ton

€ 2,31

vanaf 3.001 ton

€ 2,02

X Noot
1

De subsidiebedragen worden niet jaarlijks geïndexeerd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Deze regeling strekt tot verhoging van de subsidiebedragen per gereden treinkilometer. Hiertoe is per 1 januari 2021 het subsidieplafond verhoogd. Ten opzichte van goederenvervoer over de weg is het spoorgoederenvervoer duurzamer. Het leidt tot lagere emissies per tonkilometer. Vanwege deze voordelen is het van groot belang dat de marktpositie van het spoorgoederenvervoer toeneemt of ten minste behouden blijft. Spoorgoederenvervoerders wordt daarom een subsidie verleend als stimulans om hun marktpositie ten opzichte van andere vervoersmodaliteiten en de buurlanden te verbeteren.

De redenen voor de verhoging van de subsidiebedragen en het subsidieplafond worden hierna verder uiteengezet.

Achtergrond

De Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor strekt ter uitvoering van het Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer (Kamerstukken II 2017/18, 29 984, nr. 782). Met de subsidie heeft de goederenvervoersector de mogelijkheid zijn positie te verbeteren ten opzichte van de buurlanden en ten opzichte van andere vervoersmodaliteiten.

De subsidie

Door middel van een subsidie wordt voorzien in een gedeeltelijke tegemoetkoming in de hogere kosten die de spoorgoederenvervoerders moeten dragen ten opzichte van de wegvervoerders. In de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is over de periode van vijf jaar (2019 tot en met 2023) een budget van € 70 miljoen gereserveerd.Voor 2021 is het subsidieplafond verhoogd naar € 17,6 miljoen1. De verhoging van de subsidiebedragen beoogt een gelijk speelveld ten opzichte van Duitsland, waar de kosten van het goederenvervoer per spoor lager zijn dan in Nederland. Daarnaast is de verhoging een extra compensatie voor de stijging van de kosten voor het gebruik van hoofdspoorweginfrastructuur, waar goederenvervoerders mee geconfronteerd worden op grond van artikel 62 van de Spoorwegwet.

Uitvoering, toezicht en handhaving

De wijzigingsregeling leidt niet tot aanpassing in de uitvoering van de regeling, het toezicht daarop of de handhaving daarvan.

Gevolgen

De onderhavige wijzigingen brengen geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee. Om die reden is de regeling niet voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk.

Internetconsultatie

Er is geen internetconsultatie uitgevoerd voor deze regeling, omdat hier sprake is van een ministeriële regeling die geen ingrijpende veranderingen teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. De gewijzigde bijlage is afgestemd met ProRail.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

De subsidiebedragen worden onder meer verhoogd in verband met verhoging van de gebruikskosten. Voor de meeste goederenvervoerders is het belangrijkste onderdeel van de gebruikskosten de vergoeding voor de dienst treinpad: een bedrag per gereden kilometer dat mede wordt bepaald door het gewicht van de trein. In verband met de vergoeding voor de dienst treinpad zijn de subsidiebedragen per kilometer uitgesplitst naar gewichtsklasse van de trein. Het subsidiebedrag per treinkilometer wordt berekend op basis van het verwachte aantal treinkilometers en het totale beschikbare subsidiebedrag.

De subsidie wordt gedurende het jaar door middel van een periodieke betaling aan spoorwegondernemingen verstrekt in de vorm van een voorschot dat 90% bedraagt van het op grond van artikel 6, eerste lid, te verstrekken bedrag. Na afloop van het kalenderjaar wordt het definitieve subsidiebedrag per spoorwegonderneming bepaald, gebaseerd op het daadwerkelijke aantal gerealiseerde treinkilometers voor het betreffende jaar en getoetst aan het subsidieplafond.

Artikel II

De regeling treedt in werking op de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2021. Voor inwerkingtreding per 1 januari 2021 is gekozen omdat de subsidie per kalenderjaar wordt verleend.

Met de terugwerkende kracht wordt afgeweken van de vaste verandermomenten van regelgeving. Daarnaast wordt afgeweken van de minimum invoeringstermijn. De reden van het afwijken is dat de afstemming met de goederenvervoerders en ProRail pas in de loop van december 2020 was afgerond, waarna te weinig tijd resteerde om de regeling op te stellen en te publiceren vóór 1 januari 2021. De terugwerkende kracht en het afwijken van de minimum invoeringstermijn worden aldus gerechtvaardigd door het feit dat de regelgeving een achterstand heeft opgelopen ten opzichte van in de praktijk noodzakelijk gebleken ontwikkelingen die legalisering achteraf behoeven, als genoemd in de toelichting op de Aanwijzingen voor de Regelgeving 5.62.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven