Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 17 december 2021, nr. WJZ/21207879, tot instelling van de Adviescommissie verdeling 3,5 GHz-band en waarborging nood-, spoed- en veiligheidscommunicatie (Instellingsbesluit Adviescommissie Verdeling 3,5 GHz-band en NSV-communicatie)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

3,5 GHz-band:

frequentieruimte binnen het frequentiebereik 3400–3800 MHz;

adviescommissie:

Adviescommissie Verdeling 3,5 GHz-band en NSV-communicatie;

Inmarsat:

Inmarsat Solutions B.V., gevestigd te ’s-Gravenhage, en Inmarsat Global Limited, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk;

Minister:

Minister van Economische Zaken en Klimaat;

NSV-communicatie:

communicatie die Inmarsat thans met behulp van het grondstation in Burum verzorgt in opdracht van de Internationale Organisatie voor Mobiele Satellieten ten behoeve van het Wereldomvattend Maritieme Systeem voor Noodgevallen en Veiligheid, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Verdrag inzake de Internationale Organisatie voor Mobiele Satellieten.

Artikel 2

  • 1. Er is een Adviescommissie Verdeling 3,5 GHz-band en NSV-communicatie.

  • 2. De adviescommissie heeft tot taak de Minister te adviseren over hoe en per wanneer de 3,5 GHz-band in heel Nederland ter beschikking kan worden gesteld voor mobiele communicatie, op een wijze die de verzorging van de NSV-communicatie waarborgt.

  • 3. De adviesaanvraag, bedoeld in het tweede lid, valt uiteen in de volgende deelvragen:

    • a. Wat en hoeveel is het frequentiegebruik ten behoeve van de NSV-communicatie in de 3,5 GHz-band?;

    • b. In hoeverre is het realistisch de NSV-communicatie afzonderlijk te verzorgen van de commerciële diensten die Inmarsat momenteel verzorgt met behulp van het grondstation in Burum en met gebruikmaking van de 3,5 GHz-band?;

    • c. Welke mogelijke oplossingen zijn er om de NSV-communicatie te waarborgen en tegelijkertijd te komen tot een zo spoedig mogelijke beschikbaarstelling van de 3,5 GHz-band voor mobiele communicatie, en wat is daarvoor nodig van de Minister, Inmarsat, en overige belanghebbenden?;

    • d. Wat is van de in onderdeel c bedoelde oplossingen de meest doelmatige en doeltreffende oplossing?, en

    • e. Vanaf welke datum heeft Inmarsat in Burum niet langer bescherming nodig voor borging van de NSV-communicatie, indien de door de commissie geadviseerde oplossing deze bescherming overbodig maakt?.

  • 4. Bij de uitvoering van de taak, bedoeld in het tweede lid, hanteert de adviescommissie de volgende uitgangspunten:

    • a. in lijn met de verplichtingen op grond van Richtlijn (EU) nr. 2018/1972 en het kabinetsbeleid, moet zo snel als mogelijk 300 MHz aaneengesloten spectrum volledig vrij worden gemaakt ten behoeve van landelijk exclusief gebruik voor mobiele communicatie;

    • b. in de 3,5 GHz-band wordt 100 MHz bestemd voor lokaal mobiel gebruik;

    • c. de NSV-communicatie blijft beschikbaar, ongeacht door wie of hoe en waar de diensten worden aangeboden;

    • d. de reeds gestelde beleids- en veilingdoelstellingen voor de verdeling van de 3,5 GHz-band blijven ongewijzigd, en

    • e. de te adviseren oplossing heeft een zo breed mogelijk draagvlak bij de belanghebbenden.

  • 5. Bij de uitvoering van de taak, bedoeld in het tweede lid, raadpleegt de adviescommissie in ieder geval:

    • a. Inmarsat;

    • b. aanbieders van een openbaar elektronisch communicatienetwerk met één of meer vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte voor mobiele communicatie in andere frequentiebanden dan de 3,5 GHz-band, en

    • c. houders van een vergunning in de 3,5 GHz-band wier vergunningen aflopen in 2026.

Artikel 3

De adviescommissie brengt uiterlijk 1 mei 2022 haar schriftelijke eindrapport uit aan de Minister en wordt vier weken nadat het eindrapport is uitgebracht opgeheven.

Artikel 4

  • 1. De adviescommissie bestaat uit een voorzitter en drie andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de Minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de Minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

Artikel 5

  • 1. De adviescommissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De Minister voorziet in het secretariaat van de adviescommissie.

  • 3. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de adviescommissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de adviescommissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 4. De adviescommissie verstrekt desgevraagd aan de Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 6

  • 1. Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18, trede 10, van paragraaf 6.3, van de CAO Rijk, en de arbeidsduurfactor op 0,222.

  • 2. Aan de andere leden wordt, voor zover zij niet werkzaam zijn bij een bekostigde instelling voor hoger onderwijs, een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18, trede 10, van paragraaf 6.3, van de CAO Rijk, en de arbeidsduurfactor op 0,222.

  • 3. Ter vergoeding van de werkzaamheden van een lid dat werkzaam is bij een bekostigde instelling voor hoger onderwijs wordt een vergoeding van € 160 exclusief BTW per uur aan diens werkgever vergoed.

  • 4. De gastdeskundigen ontvangen een vergoeding per vergadering van € 299.

Artikel 7

Ter gelegenheid van de instelling van de adviescommissie worden voor een periode van 17 december 2021 tot en met het tijdstip waarop de adviescommissie wordt opgeheven, tot lid van de adviescommissie benoemd:

  • a. de heer ir. Hans de Jong, tevens voorzitter;

  • b. de heer prof. dr. ir. Bart Smolders;

  • c. de heer dr. Jan Willem Velthuijsen, en

  • d. de heer prof. mr. dr. Johan Wolswinkel.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 17 december 2021.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Adviescommissie Verdeling 3,5 GHz-band en NSV-communicatie.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

TOELICHTING

Inleiding

Op grond van artikel 54, eerste lid, onder a van richtlijn 2018/1972/EU (hierna: ‘de Code’) zijn EU lidstaten verplicht om uiterlijk 31 december 2020 alle passende maatregelen te nemen om het gebruik van voldoende grote blokken in de band van 3,4 tot 3,8 GHz (hierna: ‘de 3,5 GHz-band) toe te staan.1 In aanvulling daarop is in het uitvoeringsbesluit 2019/235/EU bepaald dat, onverminderd de bescherming en de voortgezette exploitatie van ander bestaand gebruik in deze band, lidstaten de 3,5 GHz-band op niet-exclusieve basis dienen toe te wijzen en beschikbaar te stellen voor terrestrische elektronische communicatienetwerken. In de praktijk komt dit neer op het beschikbaar stellen voor mobiele communicatie, zoals 4G en 5G. Dit moet de aanleg en uitrol van onder meer 5G-netwerken ondersteunen, en daarmee een basis bieden voor het vergroten van de maatschappelijke en economische welvaart en innovatie. In onder meer de Nota Mobiele Communicatie2 en verscheidene Kamerbrieven3 is ingegaan op het voornemen tot verdeling van de 3,5 GHz-band voor mobiele communicatie. Op 26 april 2021 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat vervolgens een besluit genomen tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 (hierna: ‘NFP’), waarmee de toewijzing en ter beschikking stelling van de 3,5 GHz band voor voornoemd doel is geregeld. Daarin werd geregeld dat er 300 MHz beschikbaar komt voor mobiele communicatie op landelijk exclusieve basis (3450 MHz–3750 MHz), en 100 MHz voor mobiele (elektronische) communicatie op lokale schaal (3400–3450 MHz en 3750 MHz–3800 MHz).

Inmarsat is een onderneming die diverse satellietcommunicatiediensten levert voor de maritieme (en luchtvaart-)sector. In opdracht van de Internationale Maritieme Organisatie en ter uitvoering van het Verdrag inzake de Internationale Organisatie voor Mobiele Satellieten (IMSO-Verdrag) levert zij internationale communicatiediensten voor nood-, spoed-, en veiligheidsverkeer voor scheep- (en lucht)vaart. Hiervoor gebruikt zij primair een satellietgrondstation in Burum, Friesland. Om de vereiste betrouwbaarheid van deze dienst te kunnen waarborgen heeft zij een secundair satellietgrondstation in Fucino (Italië) als back-upvoorziening. Voor deze dienst wordt gebruik gemaakt van frequenties in de 3,5 GHz-band (specifiek: 3550 MHz tot 3676 MHz) voor de ontvangst van signalen (ruimte-aarde).

In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft TNO onderzocht of co-existentie tussen het gebruik van Inmarsat en mobiele communicatie zoals 4G of 5G mogelijk is. Dit onderzoek uit 2019, waarbij Inmarsat overigens is geraadpleegd, wees uit dat TNO pessimistisch was ten aanzien van de praktische haalbaarheid van co-existentie in dezelfde frequentieband. Bescherming van het gebruik van Inmarsat kan alleen door aanzienlijke geografische en technische gebruiksbeperkingen te stellen aan het gebruik voor mobiele communicatie in de betreffende frequentieband. De beperkingen zijn van dien aard dat de betreffende frequenties dan praktisch onbruikbaar worden voor landelijke mobiele communicatie. Inmarsat heeft zelf onderzoek laten doen naar onder meer co-existentie door RealWireless. Onderdelen van deze onderzoeksresultaten zijn vertrouwelijk met het ministerie gedeeld.

Op grond van beide onderzoeken heeft de toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat geconcludeerd dat er een keuze moet worden gemaakt tussen voortzetting van het gebruik door Inmarsat, of beschikbaarstelling voor mobiele communicatie waarbij Inmarsat de nood-, spoed-, en veiligheidscommunicatiediensten vanuit een andere locatie dan Nederland levert. In een brief aan de Tweede Kamer van 17 december 2020 en in voornoemde NFP-wijziging heeft zij ervoor gekozen om het gebruik van Inmarsat niet te beschermen tegen mobiele communicatiediensten, maar de frequenties beschikbaar te stellen voor mobiele communicatie. Ook heeft zij in de brief van 17 december 2020 aangegeven dat verhuizing van de relevante dienstverlening in de 3,5 GHz-band naar het buitenland wat haar betreft de enige overgebleven optie is. Inmarsat ziet risico’s in verhuizing naar het buitenland maar heeft hiertoe wel vast een aantal stappen ondernomen.

Besluit tot instelling van een onafhankelijke adviescommissie

In reactie op het besluit tot wijziging van het NFP is Inmarsat een beroeps- en voorlopige voorzieningsprocedure gestart. Op 30 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in de zaak en voornoemde NFP-wijziging geschorst.4 De voorzieningenrechter heeft daarbij aangegeven ‘[dat de voorzieningenrechter, red] het geraden [acht, red] dat verweerder spoedig in overleg gaat met Inmarsat en andere partijen om tot een oplossing te komen die de nood-, spoed- en veiligheidscommunicatie waarborgt’.

Tegen deze achtergrond heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat besloten een adviescommissie in te stellen die wordt gevraagd te adviseren hoe hij op een verantwoorde wijze kan komen tot het zo spoedig mogelijk ter beschikking stellen van de 3,5 GHz-band voor mobiele communicatie, op een wijze die ook de nood-, spoed-, en veiligheidscommunicatie die Inmarsat verzorgt waarborgt. Dit instellingsbesluit strekt hiertoe.

De adviescommissie wordt gevraagd rekening te houden met het waarborgen van de nood-, spoed-, en veiligheidscommunicatie voor de veiligheid van scheep- en luchtvaart, de relevante verdragsrechtelijke bepalingen en unierechtelijke besluiten met betrekking tot het borgen van het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer, het economisch en maatschappelijk belang van elektronische communicatie (incl. bestaand gebruik) en in het bijzonder mobiele communicatie in de 3,5 GHz-band, de juridische verplichtingen van de Staat met betrekking tot de 3,5 GHz-band, de beleidskaders van het frequentiebeleid en de doelstellingen voor de verdeling van de 3,5 GHz band, en de financiële consequenties van mogelijke oplossingen. Daarbij wordt de adviescommissie gevraagd in ieder geval een drietal (soorten) belanghebbenden te raadplegen, te weten: Inmarsat, de MNO’s en – kort gezegd – lokale vergunningenhouders met vergunningen die doorlopen tot in 2026. Daarnaast ligt het voor de hand dat de adviescommissie andere partijen raadpleegt, waaronder IMSO, de gebruikers van de NSV-communicatie die door Inmarsat wordt verzorgd, (vertegenwoordigers van) gebruikers van mobiele communicatie in (Noord-)Nederland, de KVNR, de Kustwacht, of (vertegenwoordigers van) gebruikers van diensten die door bestaande vergunninghouders in de 3,5 GHz-band worden geleverd.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok


X Noot
1

Het startschot voor harmonisatie van de 3,5 GHz-band voor mobiele communicatie is in 2007 gegeven door de World Radio Conference, en is in 2008 in Europa met een harmoniseringsbeschikking van de Europese Commissie (2008/411/EG) de volgende fase ingegaan.

X Noot
3

Kamerstukken II 2017/18 24 095, nr. 459, Kamerstukken II 2018/19 24 095, nr. 492 en Kamerstukken II 2019/20 24 095, nr. 526.

X Noot
4

Rb. Rotterdam (voorzieningenrechter), 30 juni 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:6106.

Naar boven