ARTIKEL I
De Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong wordt als volgt
gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De begripsbenaming ‘ean-code’ wordt vervangen door ‘EAN-code’.
2. In de begripsbepaling van ‘garantie van oorsprong voor niet-netlevering’ wordt ‘artikel
1.1 van het Besluit hernieuwbare energie vervoer 2015’ vervangen door ‘artikel 1 van
het Besluit energie vervoer’.
3. In de begripsbepaling van ‘meetverantwoordelijke’ wordt na ‘erkend’ ingevoegd ‘,
degene die op grond van de voorwaarden, bedoeld in artikel 12b, eerste lid, onderdeel
b, van de Gaswet, door de netbeheerder van het landelijk hoofdtransportnet voor gas
is erkend’.
4. In de begripsbepaling van ‘net’ wordt ‘artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de
Warmtewet’ vervangen door ‘artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet’.
5. De begripsbepaling ‘richtlijn 2009/28/EG’ vervalt.
B
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie’
vervangen door ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie’.
2. In het tweede lid wordt na ‘zuiver biogas’ ingevoegd ‘en waarvan het nominaal elektrisch
vermogen van de installatie gelijk is of kleiner is dan 2 MW.
C
In artikel 28, derde lid, wordt na ‘garanties van oorsprong’ ingevoegd ‘of certificaten
van oorsprong’.
D
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.
b. In onderdeel e wordt ‘garantie van garantie van oorsprong’ vervangen door ‘garantie
van oorsprong’.
2. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt ‘2021’ vervangen door ‘2022’.
b. In onderdeel d wordt ‘garantie van garantie van oorsprong’ vervangen door ‘garantie
van oorsprong’.
3. Het vierde lid komt te luiden:
E
In bijlage 1A, onder 3, onderdeel a, wordt na het subonderdeel ‘zonne-energie (ga
verder met vraag 3h)’ een subonderdeel ingevoegd, luidende:
F
In bijlages 2B en 2C, onder 2.2, onderdeel h, wordt ‘NEN-EN 1434-2:2007’ telkens vervangen
door ‘NEN-EN 1434-2:2015+A1:2018’.
G
In bijlage 2E, onder 2.2, vervallen de laatste twee volzinnen en komt onderdeel h,
te luiden:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze wijzigingsregeling worden wijzigingen aangebracht in de Regeling garanties
van oorsprong en certificaten van oorsprong (hierna: de regeling). Doel van deze wijzigingsregeling
is het vastleggen van de tarieven voor 2022 (artikel I, onderdeel D). Daarnaast wordt
van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele wijzigingen door te voeren ter actualisering
en om omissies te herstellen.
2. Tarieven 2022 voor CertiQ en Vertogas (onderdeel D)
CertiQ en Vertogas, die namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna:
Minister) garanties van oorsprong (hierna: gvo’s) voor elektriciteit, warmte en gas
uit hernieuwbare bronnen of certificaten van oorsprong voor elektriciteit uit niet-hernieuwbare
bronnen (hierna: cvo’s) aanmaken, afboeken en overboeken, hebben voorstellen gedaan
voor de tarieven voor 2022. Deze voorstellen zijn overgenomen. De tarieven voor gvo’s
voor elektriciteit en warmte uit hernieuwbare bronnen en voor cvo’s voor elektriciteit
uit niet-hernieuwbare bronnen blijven gelijk aan de tarieven voor 2021. De tarieven
voor gvo’s voor gas uit hernieuwbare bronnen stijgen licht ten opzichte van 2021 in
verband met een inflatiecorrectie. De tariefvoorstellen zijn door CertiQ en Vertogas
voorgelegd aan hun deelnemersraad.
3. Andere wijzigingen op volgorde van regeling
Met onderdeel A worden meerdere wijzigingen worden doorgevoerd in de begripsbepalingen
in artikel 1 van de regeling. De begripsbenaming ‘EAN-code’ wordt nu met hoofdletters
geschreven in lijn met de toepassing van het begrip in de rest van de regeling (onder
1). Verwijzingen naar andere regelgeving wordt geactualiseerd (onder 2 en 4). De begripsbepaling
meetverantwoordelijk ziet per abuis niet op gas en dat wordt hiermee hersteld (onder
3). De begripsbepaling ‘richtlijn 2009/28/EG’ vervalt omdat het begrip in de regeling
niet wordt toegepast (onder 5).
Onderdeel B wijzigt artikel 7 van de regeling. Artikel 7 van de regeling gaat over
het meetprotocol dat producenten moeten opstellen. In het eerste lid, onderdeel a,
wordt een verwijzing geactualiseerd (onder 1). Daarnaast wordt het tweede lid, dat
ziet op het meetprotocol voor het opwekken van duurzame elektriciteit door middel
van naar zijn aard zuiver biogas, gewijzigd (onder 2). Eerder is artikel 7, tweede
lid, van de regeling aangepast (Stcrt. 2020, 63117), omdat abusievelijk werd verondersteld dat productie-installaties voor het opwekken
van duurzame elektriciteit door middel van naar haar aard zuiver biogas met een nominaal
elektrisch vermogen groter dan 2 MW, niet zouden voorkomen. Bij nader inzien blijken
dit soort productie-installaties met een nominaal elektrisch vermogen van groter dan
2 MW wel voor te komen. Zonder de wijziging van artikel 7 is voor dergelijke productie-installatie
zowel het opstellen van een meetprotocol als een assurancerapport vereist. Voor dergelijke
productie-installaties met een nominaal elektrisch vermogen groter dan 2 MW is een
assurancerapport voldoende (artikel 17, eerste lid, onderdeel a, van de regeling).
Door de wijziging van artikel 7 wordt ook verduidelijkt dat deze producenten onder
de uitzondering vallen van artikel 10, tweede lid, waardoor zij geen maandelijks meetrapport
hoeven op te stellen.
Onderdeel C wijzigt artikel 28 van de regeling. Abusievelijk was in het derde lid
– in tegenstelling tot het eerste en tweede lid – nog niet opgenomen dat dit artikellid
ook ziet op cvo’s. Door de wijziging wordt verduidelijkt dat ook bij cvo’s de Minister
de producent vier weken de tijd kan geven om het meetrapport of het assurancerapport
alsnog aan de verplichte eisen te laten voldoen en als daar geen of onvoldoende gehoor
aan wordt gegeven het aantal cvo’s vermindert.
Onderdeel E wijzigt bijlage 1A van de regeling. Bijlage 1A bevat het formulier dat
de producent moet gebruiken voor het verzoek aan de netbeheerder om vast te stellen
of dienst productie-installatie geschikt is voor de opwekking van elektriciteit uit
hernieuwbare energiebronnen of uit andere energiebronnen dan wel of sprake is van
een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling, alsmede of de inrichting
om te meten geschikt is voor de meting van de elektriciteit die met de productie-installatie
wordt opgewekt. Bijlage 1A was abusievelijk niet van toepassing op een productie-installatie
voor opwekking van elektriciteit door middel van geothermie; hiermee is deze omissie
hersteld.
Onderdelen F en G wijzigingen bijlage 2B, 2C en 2E. Deze bijlages bevatten de meetvoorwaarden
waar een meetprotocol aan moet voldoen van een producent die een productie-installatie
in stand houdt voor het opwekken van duurzame elektriciteit, hernieuwbare warmte respectievelijke
HR-WKK-elektriciteit. Deze meetprotocollen moeten onder meer aan NEN-EN 1434-2:2007
voldoen. Deze norm is ingetrokken en vervangen door de nieuwere versie NEN-EN 1434-2:2015+A1:2018.
4. Regeldruk
Doel van deze wijzigingsregeling is het vastleggen van de tarieven voor 2022 (artikel
I, onderdeel D). Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele wijzigingen
door te voeren ter actualisering en om omissies te herstellen. Deze wijzigingsregeling
leidt niet tot additionele regeldruk.
5. Inwerkingtreding en vaste verandermomenten
Deze wijzigingsregeling treedt in werking op het vaste verandermoment 1 januari 2022.
Wel wordt er afgeweken van de termijn van publicatie van twee maanden voorafgaand
aan deze datum. Aangezien het gaat om de publicatie van tarieven die gaan gelden voor
2022 en de overige wijzigingen tekstuele actualiseringen en herstel van enkele omissies
betreffen, kan worden afgeweken van het kabinetsbeleid op het gebied van de vaste
verandermomenten.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie, D. Yesilgöz-Zegerius