ARTIKEL I
De Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 1 komt de omschrijving van het begrip ‘productie-installatie’ te luiden:
een installatie bestemd voor het opwekken van energie, bestaande uit één of meer productie-eenheden
en die is gelegen in Nederland of binnen de Nederlandse exclusieve economische zone.
B
Artikel 7, tweede lid, komt te luiden:
C
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
D
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie’ vervangen
door ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie’.
2. In het vierde lid wordt ‘Indien in een productie-installatie biomassa wordt verwerkt’
vervangen door ‘Indien in een productie-installatie biomassa of overige brandstoffen
worden verwerkt’.
F
In artikel 22, tweede lid, wordt ‘artikel 18, eerste en tweede lid’ vervangen door
‘artikel 19, eerste en tweede lid’.
G
In artikel 26, tweede lid, wordt ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie’ vervangen
door ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie’.
H
Artikel 28, tweede lid, komt te luiden:
-
2. Indien het in artikel 11, eerste en tweede lid, artikel 12, eerste lid, of artikel
17, tweede lid, bedoelde tijdstip van indiening van het meetrapport of het assurancerapport
wordt overschreden, vermindert de minister het aantal garanties van oorsprong of certificaten
van oorsprong op de rekening van de rekeninghouder met toepassing van de formule:
hoeveelheid af te boeken garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong = [EHE/365
* OT] / 1 MWh,
waarbij:
EHE = de hoeveelheid energie, opgewekt in de periode waarop het meetrapport of het
assurancerapport betrekking heeft;
OT = aantal overschrijdingstijdvakken van één dag.
I
Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid en derde lid wordt ‘2020’ telkens vervangen door ‘2021’.
2. Het vierde lid komt te luiden:
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
TOELICHTIG
1. Inleiding
Met deze wijzigingsregeling worden wijzigingen aangebracht in de Regeling garanties
van oorsprong en certificaten van oorsprong. Doel van deze wijzigingsregeling is tweeledig,
(1) het doorvoeren van enkele wijzigingen van technische aard en (2) het vastleggen
van de tarieven voor 2021 (Artikel I, onderdeel I).
2. CertiQ en Vertogas
CertiQ en Vertogas, die namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat gvo’s
voor elektriciteit, warmte en gas uit hernieuwbare bronnen aanmaken, afboeken en overboeken,
hebben voorstellen gedaan voor de tarieven voor 2021. Deze voorstellen zijn overgenomen.
De tarieven voor garanties van oorsprong voor elektriciteit en warmte uit hernieuwbare
bronnen blijven gelijk aan de tarieven voor 2020. De tarieven voor garanties van oorsprong
voor gas uit hernieuwbare bronnen stijgen licht ten opzichte van 2020 in verband met
een inflatiecorrectie van 1,5%. De tariefvoorstellen zijn door CertiQ en Vertogas
voorgelegd aan hun deelnemersraad.
3. Andere wijzigingen op volgorde van regeling
De definitie van productie-installatie wordt verduidelijkt om zo te bevestigen dat
installaties net over de Nederlandse grens in bijvoorbeeld België of Duitsland ook
bij een aansluiting op een Nederlands net geen garanties van oorsprong kunnen ontvangen.
Het betreft hier geen inhoudelijke wijziging. Uit de definitie van producent en uit
artikel 73, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 blijkt reeds dat een producent
in Nederland gevestigd moet zijn. De oude definitie van productie-installatie bleek
verwarring op te leveren in de praktijk en is om die reden aangepast (Artikel I, onderdeel
A).
Ten aanzien van productie-installaties voor het opwekken van duurzame elektriciteit
door middel van naar haar aard zuiver biogas met een nominaal elektrisch vermogen
groter dan 2 MW, is gebleken dat deze in de praktijk niet voorkomen. Deze specificering
is daarom onnodig en verwijderd (Artikel I, onderdeel B).
De derde aanpassing voorkomt een dubbele rapportageverplichting voor productie-installaties,
of meerdere vergelijkbare productie-installaties, waarvan het totale nominaal elektrisch
vermogen groter is dan 2 MW. Deze installaties moeten op grond van artikel 17 een
assurance-rapportage aanleveren. Op basis van (het oude) artikel 10 van de Regeling
garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong zouden zij ook nog per kalendermaand
een meetrapport moeten opstellen. Dit is een dubbele rapportageverplichting. Om die
reden worden dit soort installaties uitgezonderd van het maandelijks opstellen van
een meetrapport (Artikel I, onderdeel C).
In het gewijzigde vierde lid van artikel 11 van de Regeling garanties van oorsprong
en certificaten van oorsprong (Artikel I, onderdeel D) wordt voorgeschreven dat ook
bij het gebruik van overige brandstoffen de producent gelijktijdig met het overleggen
van het meetbericht het gewogen percentage in zijn productie-installatie ingezette
biomassa of overige brandstoffen gelijktijdig met het meetbericht moet overleggen.
Dit is een correctie in verband met de introductie van certificaten van oorsprong,
waarbij ook niet-hernieuwbare energieproductie kan worden gecertificeerd.
Artikel 13 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong (Artikel
I, onderdeel E) wordt geschrapt, omdat voor afvalverbrandingsinstallaties bij het
niet tijdig indienen van een meetrapport zowel een vermindering van het gewogen maandelijks
rendement als een vermindering van het aantal garanties van oorsprong stond. De correctiebepaling
in artikel 28 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong,
die geldt voor alle soorten productie-installaties blijft van toepassing en is afdoende.
Artikel 28 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong is
op enkele punten aangepast, zodat het artikel aansluit bij het gegeven dat sinds 1 januari
2020 ook certificaten van oorsprong worden uitgegeven (Artikel I, onderdeel H).
Voorts zijn enkele kleine verwijzingen geactualiseerd. De wijzigingen treden met ingang
van 1 januari 2021 in werking.
4. Regeldruk
Deze wijzigingsregeling leidt niet tot additionele regeldruk.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes