Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 25 november 2020, nr. WJZ/ 20256006, tot wijziging van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong in verband met het vaststellen van tarieven voor 2021 en enkele technische wijzigingen

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 77 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 66l van de Gaswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt de omschrijving van het begrip ‘productie-installatie’ te luiden:

een installatie bestemd voor het opwekken van energie, bestaande uit één of meer productie-eenheden en die is gelegen in Nederland of binnen de Nederlandse exclusieve economische zone.

B

Artikel 7, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Voor het verkrijgen van garanties van oorsprong stelt een producent die een productie-installatie in stand houdt voor het opwekken van duurzame elektriciteit door middel van naar zijn aard zuiver biogas iedere vijf jaar een meetprotocol vast dat voldoet aan de meetvoorwaarden die zijn opgenomen in bijlage 2B.

C

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op producenten als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onderdeel a.

D

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie’ vervangen door ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie’.

2. In het vierde lid wordt ‘Indien in een productie-installatie biomassa wordt verwerkt’ vervangen door ‘Indien in een productie-installatie biomassa of overige brandstoffen worden verwerkt’.

E

Artikel 13 vervalt.

F

In artikel 22, tweede lid, wordt ‘artikel 18, eerste en tweede lid’ vervangen door ‘artikel 19, eerste en tweede lid’.

G

In artikel 26, tweede lid, wordt ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie’ vervangen door ‘Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie’.

H

Artikel 28, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Indien het in artikel 11, eerste en tweede lid, artikel 12, eerste lid, of artikel 17, tweede lid, bedoelde tijdstip van indiening van het meetrapport of het assurancerapport wordt overschreden, vermindert de minister het aantal garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong op de rekening van de rekeninghouder met toepassing van de formule:

    hoeveelheid af te boeken garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong = [EHE/365 * OT] / 1 MWh,

    waarbij:

    EHE = de hoeveelheid energie, opgewekt in de periode waarop het meetrapport of het assurancerapport betrekking heeft;

    OT = aantal overschrijdingstijdvakken van één dag.

I

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid en derde lid wordt ‘2020’ telkens vervangen door ‘2021’.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De tarieven voor 2021 voor garanties van oorsprong voor gas uit hernieuwbare energiebronnen bedragen voor:

    • a. aanmaken, per garantie van oorsprong: € 0,502;

    • b. afboeken, per garantie van oorsprong: € 0,083;

    • c. overboeken, met uitzondering van het overboeken naar de rekening van de Nederlandse Emissieautoriteit, per garantie van oorsprong: € 0,090;

    • d. lidmaatschap voor producenten, per jaar: € 914,00;

    • e. lidmaatschap voor handelaren, per jaar: € 4.060,00.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 november 2020

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

TOELICHTIG

1. Inleiding

Met deze wijzigingsregeling worden wijzigingen aangebracht in de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong. Doel van deze wijzigingsregeling is tweeledig, (1) het doorvoeren van enkele wijzigingen van technische aard en (2) het vastleggen van de tarieven voor 2021 (Artikel I, onderdeel I).

2. CertiQ en Vertogas

CertiQ en Vertogas, die namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat gvo’s voor elektriciteit, warmte en gas uit hernieuwbare bronnen aanmaken, afboeken en overboeken, hebben voorstellen gedaan voor de tarieven voor 2021. Deze voorstellen zijn overgenomen. De tarieven voor garanties van oorsprong voor elektriciteit en warmte uit hernieuwbare bronnen blijven gelijk aan de tarieven voor 2020. De tarieven voor garanties van oorsprong voor gas uit hernieuwbare bronnen stijgen licht ten opzichte van 2020 in verband met een inflatiecorrectie van 1,5%. De tariefvoorstellen zijn door CertiQ en Vertogas voorgelegd aan hun deelnemersraad.

3. Andere wijzigingen op volgorde van regeling

De definitie van productie-installatie wordt verduidelijkt om zo te bevestigen dat installaties net over de Nederlandse grens in bijvoorbeeld België of Duitsland ook bij een aansluiting op een Nederlands net geen garanties van oorsprong kunnen ontvangen. Het betreft hier geen inhoudelijke wijziging. Uit de definitie van producent en uit artikel 73, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 blijkt reeds dat een producent in Nederland gevestigd moet zijn. De oude definitie van productie-installatie bleek verwarring op te leveren in de praktijk en is om die reden aangepast (Artikel I, onderdeel A).

Ten aanzien van productie-installaties voor het opwekken van duurzame elektriciteit door middel van naar haar aard zuiver biogas met een nominaal elektrisch vermogen groter dan 2 MW, is gebleken dat deze in de praktijk niet voorkomen. Deze specificering is daarom onnodig en verwijderd (Artikel I, onderdeel B).

De derde aanpassing voorkomt een dubbele rapportageverplichting voor productie-installaties, of meerdere vergelijkbare productie-installaties, waarvan het totale nominaal elektrisch vermogen groter is dan 2 MW. Deze installaties moeten op grond van artikel 17 een assurance-rapportage aanleveren. Op basis van (het oude) artikel 10 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong zouden zij ook nog per kalendermaand een meetrapport moeten opstellen. Dit is een dubbele rapportageverplichting. Om die reden worden dit soort installaties uitgezonderd van het maandelijks opstellen van een meetrapport (Artikel I, onderdeel C).

In het gewijzigde vierde lid van artikel 11 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong (Artikel I, onderdeel D) wordt voorgeschreven dat ook bij het gebruik van overige brandstoffen de producent gelijktijdig met het overleggen van het meetbericht het gewogen percentage in zijn productie-installatie ingezette biomassa of overige brandstoffen gelijktijdig met het meetbericht moet overleggen. Dit is een correctie in verband met de introductie van certificaten van oorsprong, waarbij ook niet-hernieuwbare energieproductie kan worden gecertificeerd.

Artikel 13 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong (Artikel I, onderdeel E) wordt geschrapt, omdat voor afvalverbrandingsinstallaties bij het niet tijdig indienen van een meetrapport zowel een vermindering van het gewogen maandelijks rendement als een vermindering van het aantal garanties van oorsprong stond. De correctiebepaling in artikel 28 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong, die geldt voor alle soorten productie-installaties blijft van toepassing en is afdoende.

Artikel 28 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong is op enkele punten aangepast, zodat het artikel aansluit bij het gegeven dat sinds 1 januari 2020 ook certificaten van oorsprong worden uitgegeven (Artikel I, onderdeel H).

Voorts zijn enkele kleine verwijzingen geactualiseerd. De wijzigingen treden met ingang van 1 januari 2021 in werking.

4. Regeldruk

Deze wijzigingsregeling leidt niet tot additionele regeldruk.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven