ARTIKEL I
De tabel, behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies
2021, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de rij met titel 4.2, artikel 4.2.121, ERA-NET energie-call ACT, wordt '€ 4.000.000'
vervangen door '€ 5.527.947'.
2. Onder de tweede rij met titel 4.3, artikel 4.3.2, eerste lid, onderdeel a, wordt
een rij ingevoegd, luidende:
|
|
|
|
01-12-2021 t/m 11-03-2022
|
€ 25.500.000
|
3. Onder de tweede rij met titel 4.3, artikel 4.3.2, eerste lid, onderdeel b, wordt
een rij ingevoegd, luidende:
|
|
|
|
01-12-2021 t/m 11-03-2022
|
€ 18.700.000
|
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze wijzigingsregeling wordt de Regeling openstelling EZK- en LNV subsidies 2021
gewijzigd.
Het subsidieplafond voor de submodule ERA-NET energieprojecten (energie-call ACT,
artikel 4.2.121 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, hierna: RNES) van
de subsidiemodule Topsector energieprojecten (titel 4.2 van de RNES) opgehoogd met
€ 1.527.947,–. Er is extra budget vrij gemaakt om zoveel mogelijk kwalitatief goede
aanvragen te kunnen honoreren.
Daarnaast wordt de subsidiemodule Risico’s dekken voor aardwarmte, titel 4.3 van de
RNES, voor een nieuwe periode opengesteld. De nieuwe openstelling loopt van 1 december
2021 tot en met 11 maart 2022. Het subsidieplafond voor de subsidie voor een aardwarmteproject
(artikel 4.3.2, eerste lid, onderdeel a, van de RNES) bedraagt € 25.500.000. Het subsidieplafond
voor de subsidie voor een diep aardwarmteproject (artikel 4.3.2, eerste lid, onderdeel
b, van de RNES) bedraagt € 18.700.000. Het doel van de subsidiemodule Risico’s dekken
voor aardwarmte, bekend als de Garantieregeling Aardwarmte, is het afdekken van het
geologisch risico dat het boren van putten voor de toepassing van aardwarmte met zich
meebrengt. Het betreft het risico dat op de beoogde locatie(s) een minder grote volumestroom
of een minder gunstige temperatuur kan worden onttrokken dan op basis van een gedegen
geologisch vooronderzoek mocht worden verwacht.
2. Staatssteun
De subsidie die op grond van de submodule ERA-NET energieprojecten verleend wordt,
bevat staatssteun, die wordt gerechtvaardigd door de artikelen 25 (steun voor onderzoeks-
en ontwikkelingsprojecten), 38 (investeringssteun ten behoeve van energie-efficiëntiemaatregelen)
en 41 (investeringssteun ter bevordering van energie uit hernieuwbare energiebronnen)
van de algemene groepsvrijstellingsverordening (zie artikel 4.2.127 van de RNES).
Omdat deze subsidiemodule verder ongewijzigd blijft, verandert er niets in de staatssteunaspecten.
De subsidiemodule Risico’s dekken voor aardwarmte behelst investeringssteun die moet
worden aangemerkt als staatssteun. De steun is gericht op het verkrijgen van energie
uit hernieuwbare energiebronnen. De randvoorwaarden voor dergelijke steun zijn omschreven
in artikel 41 van de algemene groepsvrijstellingsverordening. De voorwaarden voor
de investeringssteun voor deze subsidiemodule zijn te vinden in de RNES (Stcrt. 2014, 20679).
3. Regeldruk
Met de ophoging van het subsidieplafond van de submodule ERA-NET energieprojecten
worden geen informatieverplichtingen gewijzigd. Bij de openstelling werden twaalf
aanvragen verwacht, waarvan zes te verlenen. De administratieve lasten bedroegen toen
€ 88.848, ofwel 2,22 procent van het beschikbare subsidieplafond van € 4 miljoen.
De berekening is gedaan voor de informatieverplichtingen die de Nederlandse overheid
stelt. Nu de tender gesloten is en er budget bijkomt, zijn er veertien aanvragen daadwerkelijk
ingediend, waarvan er zes verleend kunnen worden. Met het extra budget wordt het totale
subsidieplafond € 5.527.947. De administratieve lasten bedragen dan € 92.628, ofwel
1,68 procent van het beschikbare budget.
De subsidiemodule Risico’s dekken voor aardwarmte wordt ongewijzigd opengesteld. Informatieverplichtingen
blijven ongewijzigd. De openstelling van de subsidiemodule Risico’s dekken voor aardwarmte
leidt per aanvraag daardoor niet tot een toe- of afname van de administratieve lasten
bij de gebruikers ten opzichte van eerdere openstellingen. Met het opengestelde budget
kunnen gemiddeld vier projecten aangevraagd en gehonoreerd worden. De totale administratieve
lasten bedragen € 25.950 oftewel 0,06 procent van het beschikbare budget van € 44,2
miljoen.
De regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk en is niet geselecteerd
voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
4. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met deze datum wordt afgeweken van de
systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen
met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden
voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat
de doelgroepen gebaat zijn bij spoedige inwerkingtreding.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat – Klimaat en Energie,
D. Yeşilgöz-Zegerius