32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 904 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2021

De hybride warmtepomp is een belangrijk warmtealternatief voor de cv-ketel en in veel gevallen een kansrijke techniek om reeds op korte termijn stappen te nemen in zowel het (stapsgewijs) verduurzamen van de woningvoorraad als het verlagen van het aardgasgebruik. Om optimaal gebruik te maken van de natuurlijke investeringsmomenten, bijvoorbeeld bij vervanging van ketelinstallaties, zet het demissionaire kabinet aanvullende stappen om deze techniek te stimuleren.

Een hybride warmtepomp zal een belangrijke rol spelen in het reduceren van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving en dan met name op de korte termijn in gebieden waar de komende 10 tot 15 jaar geen volledig aardgasvrije alternatieven, zoals een warmtenet, voorzien zijn (Kamerstuk 30 196, nr. 754). Bewoners en eigenaars kunnen ook in deze situatie al belangrijke stappen richting verduurzaming zetten door te isoleren en op het moment dat het hen past een hybride warmtepomp aan te schaffen. Met de installatie van een hybride warmtepomp kan het aardgasverbruik gemiddeld 60%1 worden gereduceerd. Op de lange termijn kan de hybride warmtepomp in sommige gevallen ook een volledig aardgasvrij warmtealternatief zijn, in combinatie met duurzame gassen.

In deze brief zal ik, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, allereerst ingaan op de aanvullende financiële stimulering van de (hybride) warmtepomp waar in de begroting 2022 middelen voor zijn gereserveerd, vervolgens geef ik een stand van zaken van de motie Van der Lee/Bontenbal (Kamerstuk 32 813, nr. 786) en tot slot neem ik uw Kamer graag mee in het actieplan hybride warmtepomp.

Het kabinet zet in op drie sporen. Met het oog op effectief klimaatbeleid en draagvlak is het van belang om op korte termijn in te zetten op 1) subsidiëring en op 2) stimulering, via afspraken met de sector en een publiekscampagne. Dit draagt bij aan opschaling, kostendaling en productverbetering van de hybride warmtepomp. Op deze manier wordt de hybride warmtepomp voor bewoners en gebouweigenaren steeds meer haalbaar en betaalbaar. Dit biedt vervolgens de benodigde ruimte om na te denken over 3) de uitfasering van de cv-ketel, ofwel normering, zoals verzocht in de motie van de leden Van der Lee en Bontenbal. Elk van deze drie sporen wordt hieronder verder toegelicht.

Financiële stimulering hybride warmtepomp via de ISDE

De huidige «investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing» (ISDE) ondersteunt eigenaar-bewoners van koopwoningen, VvE’s en zakelijke gebruikers door een deel van de investeringskosten te dekken voor verschillende duurzame technieken. Via deze regeling wordt onder meer subsidie verstrekt voor (hybride) warmtepompen. Vanuit het oogpunt van eenvoud gaat het daarbij om in de regeling vastgestelde subsidiebedragen. De hoogte van deze bedragen is op dit moment gebaseerd op het uitgangspunt dat de subsidie 20% van de gemiddelde totale investeringskosten bedraagt.

Gezien de gewenste opschaling van de inzet van (hybride) warmtepompen voor de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving en mede in het licht van mogelijke normering van verwarmingsinstallaties in de toekomst worden de bovengenoemde subsidiebedragen in de ISDE verhoogd naar een niveau waarbij de subsidie 30% van de gemiddelde totale investeringskosten bedraagt. Hiermee zal de aanschaf van een (hybride) warmtepomp voor meer mensen aantrekkelijk worden en zullen er naar verwachting aanmerkelijk grotere aantallen (hybride) warmtepompen met ISDE-subsidie worden aangeschaft. Om dit mogelijk te maken wordt het budget voor de ISDE de komende drie jaar (2022–2024) verhoogd met in totaal € 282 miljoen2 Naast het op deze wijze aantrekkelijker maken van de aanschaf van een (hybride) warmtepomp wordt € 3 miljoen uitgetrokken voor een begeleidende publiekscampagne, als onderdeel van het actieplan hybride warmtepomp.

Aanvullend op de beleidsmaatregelen voor de hybride warmtepomp wordt ook uitgewerkt hoe het Nationaal Isolatie Programma (NIP) wordt vormgegeven. Hierover wordt uw Kamer later geïnformeerd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties.

Actieplan Hybride Warmtepomp

Om de gewenste opschaling te bereiken ter verduurzaming van de gebouwde omgeving is een samenwerking van alle betrokken partijen nodig. Om die reden stelt de sector, en verschillende brancheorganisaties, samen met de Ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een actieplan hybride warmtepomp op. Het doel is om in de komende 3–4 jaar belemmeringen voor de hybride warmtepomp weg te nemen en op deze manier een robuuste basis te bieden voor de verdere uitrol van deze techniek.

Stand van zaken Motie Van der Lee/Bontenbal

Uw Kamer heeft op 9 juli jl. de motie van de leden Van der Lee en Bontenbal (Kamerstuk 32 813, nr. 786) aangenomen, die de regering verzoekt om «normering voor te bereiden die de uitrol van hybride warmtepompen stimuleert».

Op basis van de huidige ruimte is het kabinet reeds bezig met het in beeld brengen van de (juridische) haalbaarheid en de wenselijkheid van normering. Een definitieve analyse van de speelruimte voor normering en daaropvolgende besluitvorming is pas mogelijk na bekendwording van de voorstellen voor drie Europese richtlijnen. Ik licht dat hieronder nader toe.

Zoals verzocht in de motie ben ik de mogelijkheden voor normering om de hybride warmtepomp verder te stimuleren aan het uitwerken. Ik zie normering als een belangrijk middel om in de toekomst op natuurlijke momenten zoveel mogelijk cv-ketels in woningen en andere gebouwen te laten vervangen door duurzamere alternatieven, zoals de hybride warmtepomp. Hierbij hecht ik wel waarde aan het zorgvuldige proces dat partijen met elkaar in aanloop naar het Klimaatakkoord hebben doorlopen en de afspraak die daarin gemaakt is om eventuele prestatie-eisen aan verwarmingsinstallaties pas na 2025 in te voeren3.

Onder normering versta ik het uitfaseren van apparaten die volledig functioneren op fossiele brandstoffen, zoals de mono cv-ketel4, om deze op natuurlijke momenten te laten vervangen door duurzamere alternatieven, zoals de hybride warmtepomp. Het omgekeerde, een verplichting van de hybride warmtepomp als apparaat, is namelijk restrictiever voor de eindgebruiker en sluit daarnaast niet aan bij de juridische mogelijkheden die er op dit moment zijn om te normeren binnen Europese regelgeving.

Voor het normeren van de hybride warmtepomp, begrepen als het uitfaseren van de mono cv-ketel, zijn verschillende Europese richtlijnen van belang. De Ecodesign-richtlijn, de richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) en de richtlijn hernieuwbare energie (RED) zijn hierbij het meest relevant. De Ecodesign-richtlijn stelt eisen aan onder andere verwarmingsapparaten en bepaalt de interne-marktkaders voor de handel in deze goederen. De EPBD bevat regelgeving ten aanzien van de energieprestatie van gebouwen en de betreffende installaties in gebouwen. De RED ten slotte bevat regelgeving ter bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen.

De Ecodesign-richtlijn, de EPBD en de RED worden herzien in het kader van het Fit for 55-pakket van de Europese Commissie en de Renovation Wave-mededeling van de Commissie (Kamerstuk 22 112, nr. 2982)5. Het RED-voorstel is reeds gepubliceerd op 14 juli jl. Uw Kamer heeft hiervan een eerste beoordeling ontvangen via een BNC-fiche6. Het voorstel bevat een nieuwe verplichting die het gebruik van minimumniveaus van hernieuwbare energie in gebouwen voorschrijft, in lijn met de EPBD. Aangezien de EPBD later dit jaar wordt herzien, kan het kabinet nu geen goede inschatting maken van het effect en de reikwijdte van deze voorgestelde verplichting. Publicatie van het EPBD-voorstel is naar verwachting op 14 december 2021. Publicatie van de herziene Ecodesign-richtlijn is naar verwachting in maart 2022. Uw Kamer ontvangt na publicatie een eerste kabinetsbeoordeling van deze twee voorstellen via een BNC-fiche.

In lijn met het BNC-fiche voor de RED zet dit kabinet zich op EU-niveau, vooruitlopend op de publicatie van de EPDB en Ecodesign voorstellen en samen met gelijkgestemde lidstaten, in voor het realiseren van meer nationale speelruimte om normering mogelijk te maken. Uw Kamer zal hier in 2022 nader over geïnformeerd worden.

Tot slot

Samengevat, vertrouw ik erop dat deze maatregelen ertoe zullen leiden dat de hybride warmtepomp in de komende jaren een belangrijke bijdrage gaat leveren aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving en dat het voor steeds meer bewoners en gebouweigenaren een aantrekkelijk warmte-alternatief wordt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Gemiddeld kunnen aardgasreducties van 60% worden bereikt, dit hangt echter sterk af van het type woning en installatie (Ecorys, 2021, Waarde van de hybride warmtepomp voor de warmtetransitie in de gebouwde omgeving)

X Noot
2

De benodigde middelen zijn gereserveerd in de begroting van 2022 en ik zal pas tot uitgaven overgaan nadat uw Kamer en de Eerste Kamer de begroting hebben geautoriseerd.

X Noot
3

Klimaatakkoord, p. 21. Link: Klimaatakkoord | Publicatie | Klimaatakkoord

X Noot
4

Het woord «mono» in «mono cv-ketel» duidt hier op het feit dat alleen op zichzelf staande cv-ketels worden uitgefaseerd. Een deel van de hybride warmtepompen kan namelijk aan een bestaande cv-ketel worden gemonteerd, waardoor volledige uitfasering van dit type cv-ketels averechts zou werken.

X Noot
5

«Fit for 55»: het EU-Klimaatstreefdoel voor 2030 bereiken op weg naar klimaatneutraliteit, COM (2021) 550 Final.

Naar boven