Registratiewet 1970. Vermelding BSN en RSIN in het elektronische aangiftebericht

Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 9 december 2021, nr. 2021-25132

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat een goedkeuring voor situaties waarin een voor de overdrachtsbelasting belastingplichtige verkrijger op het tijdstip van de verkrijging nog geen Burgerservicenummer of Rechtspersonen Samenwerkingsverbanden Informatienummer heeft en dit daardoor niet in het elektronische aangiftebericht kan worden vermeld.

1. Inleiding

In onderdeel 2 van dit besluit is een goedkeuring opgenomen die erin voorziet dat onder omstandigheden de vermelding van het Burgerservicenummer (BSN) of het Rechtspersonen Samenwerkingsverbanden Informatienummer (RSIN) in het elektronische aangiftebericht achterwege kan blijven en afzonderlijk door de notaris of verkrijger wordt aangeleverd bij de Belastingdienst.

De goedkeuring in dit besluit wordt verleend met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (de hardheidsclausule).

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

BSN

Burgerservicenummer

RSIN

Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatienummer

2. Nog geen BSN/RSIN op tijdstip verkrijging

Op grond van het bepaalde in artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970 doet de notaris aangifte overdrachtsbelasting door registratie van de akte, bedoeld in artikel 3 van de Registratiewet 1970, alsmede door het insturen van een elektronisch bericht, het zogenoemde elektronische aangiftebericht.

Met ingang van 1 januari 20221 is de voorgeschreven inhoud van het elektronische aangiftebericht uitgebreid, waardoor meer informatie door de notaris via het aangiftebericht wordt verstrekt.2 Eén van de aan te leveren gegevens betreft het BSN of RSIN van de verkrijger (artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970). Het komt voor dat een voor de overdrachtsbelasting belastingplichtige verkrijger op het moment van passeren van de akte nog geen BSN of RSIN heeft. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij buitenlandse verkrijgers die een aanvraag voor een BSN of RSIN hebben ingediend maar aan wie dit BSN of RSIN nog niet is toegekend. Hierdoor kan de notaris niet voldoen aan de eis van vermelding van het BSN of RSIN in het elektronisch aangiftebericht. Dit gevolg vind ik niet wenselijk en daarom keur ik het volgende goed.

Goedkeuring

Ik keur goed dat de vermelding van het BSN of RSIN in het elektronische aangiftebericht, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970, achterwege kan blijven als op het tijdstip van de verkrijging nog geen BSN of RSIN is toegekend aan de voor de overdrachtsbelasting belastingplichtige verkrijger.

Handelwijze

In situaties waarin gebruik wordt gemaakt van deze goedkeuring, wordt op de volgende wijze gehandeld:

  • 1. De verkrijger doet de aanvraag voor een BSN of RSIN voor het tijdstip van het passeren van de akte.

  • 2. De notaris vermeldt in het elektronische aangiftebericht de gegevens ten behoeve van de identificatie van de verkrijger en de reden waarom de verkrijger nog geen BSN of RSIN heeft.

  • 3. Binnen twee maanden na het passeren van de akte wordt het BSN of RSIN alsnog door de notaris of de verkrijger aangeleverd.

Toelichting aanleveren BSN en RSIN

Het toegekende BSN of RSIN kan op verschillende wijzen worden aangeleverd. Allereerst is het mogelijk dat de notaris binnen de aangiftetermijn, maar voordat de betaling op aangifte plaatsvindt, een correctiebericht op het elektronische aangiftebericht instuurt. Indien dit niet mogelijk is, kan de notaris een digitaal verzoekschrift insturen. Verder is het ook mogelijk dat de notaris of de verkrijger zelf de Belastingdienst per brief informeert over het alsnog toegekende BSN of RSIN met vermelding van de naam van de notaris en de datum van de akte waarin de verkrijging is opgenomen of het meesturen van een kopie van de eerste pagina van de akte. De brief kan worden gericht aan:

Belastingdienst/Overdrachtsbelasting

Postbus 4660

3502 HP Utrecht.

3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 december 2021

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken


X Noot
1

Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 31 december 2020 tot wijziging van onder meer enige uitvoeringsregelingen op het gebied van belastingen en toeslagen (Stcrt 2020, 64029)

X Noot
2

Artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970, zoals dat luidde op 31 december 2021, blijft tot en met 31 maart 2022 van toepassing op notarissen die niet kunnen voldoen aan artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970, zoals dat luidt met ingang van 1 januari 2022.

Naar boven