Besluit van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 december 2021, nr. 2021-0000665009, houdende instelling van de regeringscommissaris Informatiehuishouding

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a) Programma Open op Orde:

Programma ter verbetering van de informatiehuishouding van de rijksoverheid, bestaande uit het generiek actieplan informatiehuishouding rijksoverheid Open op Orde en de individuele actieplannen van de rijksoverheidsorganisaties;

b) Minister:

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

c) Rijksoverheidsorganisaties:

De kerndepartementen en de daaronder ressorterende dienstonderdelen, Sui-Generis-organisaties, Hoge Colleges van Staat en publiekrechtelijke ZBO’s.

Artikel 2

  • 1. Er is een Regeringscommissaris Informatiehuishouding;

  • 2. De Regeringscommissaris Informatiehuishouding is onder verantwoordelijkheid van de Minister belast met het bevorderen van de uitvoering van het Programma Open op Orde.

Artikel 3

De Regeringscommissaris Informatiehuishouding heeft de volgende taken:

  • a) als boegbeeld het initiatief nemen in het opbouwen en in stand houden van politiek en bestuurlijk draagvlak voor het programma Open op Orde;

  • b) het voeren van, en zitting nemen in, overleggen en het onderhouden van een nauwe samenwerkingsrelatie met de betrokken rijksoverheidsorganisaties;

  • c) het stimuleren dat rijksoverheidsorganisaties, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, de informatiehuishouding verbeteren en de doelen van het programma Open op Orde halen, en met de betrokken rijksoverheidsorganisaties knelpunten in de uitvoering van het programma Open op Orde benoemen en oplossingen aandragen;

  • d) zo nodig rijksoverheidsorganisaties op de voortgang aanspreken en indien het de voortgang van het programma Open op Orde ten goede komt en voor de realisatie van het programma Open op Orde noodzakelijk is, voorstellen doen aan de Minister om bevoegdheden in te zetten;

  • e) het signaleren van ontwikkelingen en bewaken van de voortgang van de uitvoering van het programma Open op Orde en daarover rechtstreeks adviseren aan de Minister;

  • f) het inzichtelijk laten maken van maatschappelijke effecten van de uitvoering van het Programma Open op Orde;

  • g) het op verzoek bijstaan van de Minister, bij de behandeling van het programma Open op Orde in het parlement, waarbij de Regeringscommissaris Informatiehuishouding desgewenst het woord kan voeren over feiten en omstandigheden betreffende het programma Open op Orde;

  • h) het adviseren over, en het doen van, voorstellen voor verbeteringen ten aanzien van het functioneren van het sturingssysteem.

Artikel 4

  • 1. De Regeringscommissaris Informatiehuishouding heeft een bureau ter ondersteuning van de werkzaamheden en een budget dat toereikend is voor de toebedeelde taken. De middelen hiervoor worden verstrekt vanwege het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2. De Regeringscommissaris Informatiehuishouding maakt waar mogelijk gebruik van de faciliteiten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3. De archiefbescheiden van de Regeringscommissaris Informatiehuishouding en het bijbehorende bureau worden na beëindiging van de werkzaamheden van de Regeringscommissaris Informatiehuishouding of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 5

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

  • 2. Dit besluit vervalt op een door de Minister te bepalen tijdstip.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Regeringscommissaris Informatiehuishouding.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

TOELICHTING

Algemeen

Het kabinet heeft in de kabinetsreactie van 15 januari 20211 op het rapport ‘Ongekend Onrecht’ van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (hierna: POK) aangekondigd maatregelen te treffen. Deze maatregelen hebben onder meer betrekking op de verbetering van de informatiehuishouding van de rijksoverheid. Substantiële investeringen worden gedaan om achterstanden sneller in te lopen, de informatiehuishouding toekomstbestendig te maken en om beter in te spelen op de informatiebehoeftes van de samenleving, het parlement en het kabinet.

Op 6 april jl. heeft het kabinet het generieke actieplan informatiehuishouding rijksoverheid ‘Open op Orde’ aan de Tweede Kamer aangeboden.2 Dit meerjarenplan richt zich op de benodigde structurele verbetering van de informatiehuishouding binnen de gehele rijksoverheid, als onderdeel van de bredere kabinetsreactie op het POK-rapport. De rijksoverheidsorganisaties hebben elk hun eigen opgaven en verschillende uitgangsposities. Daarom heeft elke organisatie ook een eigen actieplan opgesteld. In de kabinetsreactie van 15 januari 2021 is aangegeven dat met de benoeming van een regeringscommissaris onder verantwoordelijkheid van de Minister, het kabinet iemand met extra gezag wil laten werken aan het op orde brengen van de informatiehuishouding.

Vanwege de urgentie van de opgave heeft versterking van sturing en toezicht langs de volgende lijnen plaatsgevonden.

  • 1. Programma Open op Orde en versterking regie door BZK

    Op 6 april jl. heeft het kabinet het generieke actieplan ‘Open op Orde’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit meerjarenplan richt zich op de structurele verbetering van de informatiehuishouding binnen de gehele rijksoverheid. Voor de verbetering van de informatiehuishouding is tot en met 2026 € 787 miljoen beschikbaar gesteld.

    De inhoudelijke en financiële regie van het programma Open op Orde ligt bij het ministerie van BZK. De ambtelijke organisatie die hiermee belast is, is in de afgelopen maanden versterkt om deze rol goed in te kunnen vullen.

    Rijksoverheidsorganisaties zijn verantwoordelijk voor hun eigen informatiehuishouding en maken ook hun eigen actieplannen voor de verbetering ervan. Zij kunnen daarvoor een beroep doen op de beschikbare € 787 miljoen. De rijksoverheidsorganisaties rapporteren aan het programma Open op Orde over de uitvoering van hun actieplannen. De regeringscommissaris Informatiehuishouding zal, op basis van deze voortgangsrapportages, rijksoverheidsorganisaties stimuleren in hun aanpak en aanspreken op de voortgang.

  • 2. Versterking onafhankelijk toezicht door de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed (O&E)

    De Inspectie O&E houdt onafhankelijk toezicht op de informatiehuishouding van Rijksorganen vanuit de eisen die de Archiefwet hieraan stelt. De Inspectie O&E wordt met structurele gelden aanzienlijk uitgebreid, waardoor zij meer en diepgaander onderzoek kan doen. Thema- en jaarrapporten van de Inspectie O&E worden door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorzien van een beleidsreactie en met de Tweede Kamer gedeeld. Rapporten van de Inspectie O&E vormen een belangrijke bron voor zowel het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (O&I) als de regeringscommissaris Informatiehuishouding. De rode draden uit de rapporten waarop rijksbrede acties nodig zijn worden meegenomen in het programma Open op Orde. De regeringscommissaris Informatiehuishouding bespreekt met de rijksoverheidsorganisaties het beeld uit de rapporten van de Inspectie O&E en stimuleert ze om zo nodig een stap extra te doen.

  • 3. Onafhankelijke monitoring en advisering door het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (O&I)

    Op 5 oktober jl. heeft de Eerste Kamer de Wet open overheid, de Woo aangenomen. De Woo treedt naar verwachting 1 mei 2022 in werking. Bij de inwerkingtreding van de Woo zal een permanent en onafhankelijk adviescollege op het gebied van openbaarheid en informatiehuishouding worden ingesteld. Het Adviescollege O&I zal de regering en de beide Kamers gevraagd en ongevraagd adviseren over de uitvoering van de regels over openbaarmaking van publieke informatie.

    Het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (O&I) zal daarnaast periodiek de Minister adviseren over de aanpassing van het meerjarenplan en rapporteert daarbij over de stand van de informatiehuishouding in het bestuur, de voortgang van de uitvoering van het meerjarenplan en de toegang tot de publieke informatie. Ook deze adviezen worden gedeeld met de Tweede Kamer. De regeringscommissaris Informatiehuishouding stimuleert vervolgens dat door de rijksoverheidsorganisaties uitvoering wordt gegeven aan de adviezen van het Adviescollege O&I en kan waar nodig – net als het Adviescollege O&I – de rijksoverheidsorganisaties daarop aanspreken.

    Een goed samenspel tussen de regeringscommissaris Informatiehuishouding en het Adviescollege O&I is van wezenlijk belang, mede gelet op het feit dat met het programma Open op Orde invulling wordt gegeven aan het meerjarenplan voor de informatiehuishouding van het Rijk zoals bedoeld in artikel 6.2 van de Woo.

Ten aanzien van de verhouding van de regeringscommissaris Informatiehuishouding tot de andere actoren die op het terrein van de informatiehuishouding een (wettelijke) taak vervullen, wordt opgemerkt dat de benoeming van een regeringscommissaris Informatiehuishouding de bestaande (wettelijke) verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken onverlet laat en de regeringscommissaris Informatiehuishouding waar nodig vooraf de afstemming zoekt met het Adviescollege O&I.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bevat de definitiebepalingen.

Artikel 2

In dit artikel is de regeringscommissaris Informatiehuishouding in het leven geroepen (eerste lid). In het tweede lid is bepaald dat de regeringscommissaris de taken uitvoert onder verantwoordelijkheid van de Minister. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is gelet op de portefeuilleverdeling de coördinerend bewindspersoon.

Artikel 3

In dit artikel zijn de taken opgenomen die zijn opgedragen aan de regeringscommissaris Informatiehuishouding. Het gaat hier om diverse taken, waarvan enkele hieronder nader zijn toegelicht.

  • b. het voeren van, en zitting nemen in, overleggen en het onderhouden van een nauwe samenwerkingsrelatie met de betrokken rijksoverheidsorganisaties.

    De regeringscommissaris Informatiehuishouding neemt ten minste zitting in de Programmaraad Open Overheid en maakt gebruik van het bestaande en versterkte sturingssysteem.

  • c. het stimuleren dat rijksoverheidsorganisaties, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, de informatiehuishouding verbeteren en de doelen van het programma Open op Orde halen, en met de betrokken rijksoverheidsorganisaties knelpunten in de uitvoering van het programma Open op Orde benoemen en oplossingen aandragen.

    De regeringscommissaris Informatiehuishouding stimuleert dat door rijksoverheidsorganisaties uitvoering wordt gegeven aan hun actieplannen onder het programma Open op Orde, de adviezen van het Adviescollege O&I en de constateringen in de rapporten van de Inspectie O&E. De regeringscommissaris bespreekt met de rijksoverheidsorganisaties het beeld uit de voortgangsrapportages van Open op Orde, de rapporten en de adviezen, en stimuleert rijksoverheidsorganisaties om zo nodig een stap extra te doen. De regeringscommissaris Informatiehuishouding kan daarbij voorstellen doen voor het aanpakken van mogelijke knelpunten zoals: capaciteitstekorten, juridische kaders of benodigde financiën.

  • d. zo nodig rijksoverheidsorganisaties op de voortgang aanspreken en indien het de voortgang van het programma Open op Orde ten goede komt en voor de realisatie van het programma Open op Orde noodzakelijk is, voorstellen doen aan de Minister om bevoegdheden in te zetten;

    De regeringscommissaris Informatiehuishouding kan, vanuit zijn signalerende rol, de Minister adviseren zijn coördinerende bevoegdheden in te zetten of op de verdeling van de budgetten bij te sturen, als de voortgang van het programma Open op Orde dreigt te stagneren.

  • f. het inzichtelijk laten maken van maatschappelijke effecten van de uitvoering van het Programma Open op Orde.

    In de aanbiedingsbrief van het Generiek actieplan informatiehuishouding van 6 april 2021 aan de Tweede Kamer is meegedeeld: ‘De volledigheid en betrouwbaarheid van overheidsinformatie dient de democratische verantwoording, maar ook de individuele belangen van rechthebbende en rechtzoekende burgers. Het is daarom zaak dat de rijksinformatiehuishouding de komende jaren sterk wordt verbeterd en transparantie hierbij het leidende principe wordt.’

    De regeringscommissaris Informatiehuishouding zal zorgdragen dat het principe van transparantie en de maatschappelijke effecten van het programma Open op Orde, inzichtelijk worden gemaakt.

  • h. het adviseren over, en het doen van voorstellen voor, verbeteringen ten aanzien van het functioneren van het sturingssysteem;

Het systeem van sturing en toezicht op de verbetering van de informatiehuishouding is versterkt met:

  • het Programma Open op Orde en de versterkte regie door BZK;

  • uitbreiding van de capaciteit van de Inspectie O&E; en

  • de komst van het onafhankelijk Adviescollege O&I in mei 2022.

Een deel van deze versterkende maatregelen bevinden zich nog in een opbouwfase. Van belang is dat het versterkte systeem van sturing en toezicht optimaal gaat functioneren en dat de lijnen van sturing en toezicht met elkaar verbonden worden. De regeringscommissaris Informatiehuishouding beoordeelt wat nodig is om dit te verwezenlijken en kan adviseren over, en voorstellen doen voor, verbeteringen ten aanzien het functioneren van het sturingssysteem.

Artikel 4

Het budget van de regeringscommissaris is bedoeld voor personele en bijbehorende materiële uitgaven alsmede voor enkele programma-uitgaven. De kosten voor de uitvoering van het Programma Open op Orde vallen hier niet onder. De middelen voor het bureau en het budget komen ten laste van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. De regeringscommissaris Informatiehuishouding wordt voor twee jaar ingesteld. Voor afloop van deze twee jaar zal, mede op basis van een externe evaluatie en na advies van het Adviescollege O&I, door de coördinerend bewindspersoon worden besloten of tot verlenging wordt overgegaan. Bij besluit de instelling van de regeringscommissaris Informatiehuishouding niet te verlengen, zal het onderhavige besluit worden ingetrokken.

Artikel 6

Dit artikel bevat de citeertitel van dit besluit.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstukken II 2020/21, 35 510, nr. 4

X Noot
2

Kamerstukken II 2020/21, 29 362, nr. 291 en 299

Naar boven